DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Juliana

Gebreide DROPS trui met raglan en kantpatroon van ”BabyAlpaca Silk” of "DROPS ♥ You #7". Maat: S - XXXL.

DROPS 161-22
DROPS design: Model nr. bs-079
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
300-350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 8112, ijsblauw

Of gebruik:
Materiaal: DROPS ♥ You #7 van Garnstudio
300-350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 06, lichtblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 60 of 80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Pas zo aan dat de patronen boven elkaar komen zoals in telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, 2 r (de markeerder is tussen deze 2 st), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN:
Minder 1 st aan elke kant van elke markeerder.
MINDER ELKE 4e NLD ALS VOLGT:
Minder alleen in de 1e nld, maar alle 4 nld worden uitgelegd zodat u weet hoe u verder gaat op het kantpatroon.
NLD 1 (= goede kant): begin 5 st voor elke markeerder en brei als volgt: 3 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 3 gedraaid r samen.
NLD 2: brei alle st recht en brei de omsl niet gedraaid – ze moeten gaatjes worden.
NLD 3 (= goede kant): begin 4 st voor elke markeerder en brei als volgt: 2 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 2 gedraaid r samen.
NLD 4: als de 2e nld.

MINDER OM DE NLD ALS VOLGT:
NLD 1 (= goede kant): begin 5 st voor elke markeerder en brei als volgt: 3 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 3 gedraaid r samen.
NLD 2: brei alle st recht en brei de omsl niet gedraaid – ze moeten gaatjes worden.

PATROON-1:
NLD 1: brei alle st av.
NLD 2: brei alle st recht.
NLD 3: brei alle st recht.
NLD 4: * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* de rest van de nld.
NLD 5: brei als de 3e nld.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt van onderen naar boven in de rondte gebreid op de rondbreinld.

LIJF:
Zet 224-252-266-294-322-350 st op met rondbreinld 3 mm en BabyAlpaca Silk of DROPS ♥ You #7. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven - over alle st. Brei dan A.1 (= 14 st) 16-18-19-21-23-25 keer in totaal in de rondte.
Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er nog 192-216-228-252-276-300 st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Minder in de volgende nld 16-16-12-12-12-12 st gelijkmatig = 176-200-216-240-264-288 st. Het werk meet ongeveer 21-21-21-21-24-24 cm. Ga verder in tricotst. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld, dan 1 markeerder na 88-100-108-120-132-144 st. Er zijn 88-100-108-120-132-144 st op het voorpand en achterpand. Meerder bij een hoogte van 25-25-25-25-28-28 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders (= 4 st gemeerderd) – zie TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 1-2-1-1-1-1 cm nog 4-2-4-4-4-4 keer = 196-212-236-260-284-308 st. Kant bij een hoogte van 31-32-33-34-35-36 cm af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: kant de eerste 6 st af, brei tot er 6 st over zijn voor de markeerder aan de zijkant, kant de volgende 12 st af, brei tot er 6 st over zijn en kant de laatste 6 st af. Knip de draad af.
Er zijn 86-94-106-118-130-142 st op het achterpand en voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 46-46-50-52-56-58 st op met breinld zonder knop 3 mm en BabyAlpaca Silk of DROPS ♥ You #7. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei in de volgende nld r en meerder 2-2-6-4-4-2 st gelijkmatig = 48-48-56-56-60-60 st. Brei dan A.2 (= 12-12-14-14-12-12 st) 4-4-4-4-5-5 keer in totaal in de rondte. Ga als A.2 een keer in de hoogte is gebreid verder in tricotst. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Meerder bij een hoogte van 7-6-8-8-8-7 cm 1 st aan elke kant van de markeerder (= midden onder de mouw). Herhaal dit meerderen elke 3-2½-2½-2-2-2 cm nog 13-16-14-17-17-19 keer = 76-82-86-92-96-100 st. Brei tot een hoogte van 48-48-47-47-47-47 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan 12 st af midden onder de mouw = 64-70-74-80-84-88 st. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 300-328-360-396-428-460 st. Plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen mouwen en lijf (= 4 markeerders). Ga verder in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD voor de RAGLAN – zie uitleg boven als volgt: minder elke 4e nld 7-5-3-0-0-0 keer, dan om de nld 8-14-20-27-29-30 keer. Na alle minderen voor de raglan staan er nog 180-176-176-180-196-220 st op de nld. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 36-32-28-32-44-68 st gelijkmatig = 144-144-148-148-152-152 st. Brei dan PATROON-1 - zie uitleg boven. Brei 2 ribbels. Kant dan losjes alle st af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.04.2015
MOUWEN:
...Brei dan A.2 (= 12-12-14-14-12-12 st) 4-4-4-4-5-5 keer in totaal in de rondte. Ga als A.2 een keer in de hoogte is gebreid verder in tricotst...

Telpatroon

symbols = r
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

161-22 Juliana

larsouillebricole, France

Sweater for M.

skasia, Poland

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (79)

country flag Laura wrote:

Vorrei realizzare questo maglioncino, ci ho provato tante volte ma proprio non riesco a far quadrare il motivo. Sto lavorando il diagramma A1 ma le maglie accavallate non mi rimangono una sopra l’altra come nella foto, ma tendono verso sinistra.. eppure i punti sono giusti, è possibile che sia sbagliato il diagramma? Penso ci sia qualcosa che non va quando si passa una maglia a dritto, si lavorano 2 maglie insieme a dritto e si accavalla la prima.. non ho trovato comenti in italiano inerenti

02.12.2019 - 19:19

country flag Noelani wrote:

Size L and XL both require same number grams of wool... is this correct?

01.12.2019 - 14:09

DROPS Design answered:

Hi Noelani, Yes. This is enough yarn for both sizes, Happy knitting!

02.12.2019 - 07:32

country flag Lorinda wrote:

Hello. I am now on round 25 of A.1 and the diagram has a jog to the left. I figured out how to line up the center 7 stitches in the diagram and count out left and right to locate how to align the YO’s etc. I have 3 stitches from the beginning of the round not accounted for in the diagram. How to begin this round? You answered before that I use 1 stitch from the previous round to line up the triangle symbol. How do I line up a jog in diagram?

21.11.2019 - 11:48

DROPS Design answered:

Dear Lorinda, at the beg of round 25, work the first stitch of the round and place the marker from beg of round here, rounds start now here, and the last stitch of each repeat will be the first stitch of next repeat. Happy knitting!

21.11.2019 - 13:08

country flag Lorinda wrote:

I dont see any comments in English so I do not know if you have seen this question before. I am trying to use the diagram for the lace that starts the bottom of this jumper. I am new to lace knitting but it seemed pretty straight forward. The symbol for “slip 1 st as if to k, k2tog, psso” is not Lining up with the same stitch below. In fact, it is “creeping” diagonally to the left. How am I to adjust the diagram to make the pattern line up with the stitches below?

17.11.2019 - 16:30

DROPS Design answered:

Dear Lorinda, to get the black triangle lined up in A.1 you have to work (from round 5) the last stitch from previous round together with the first 2 sts of next round, then the last st in 1st repeat tog with first 2 sts next repeat and so on. Happy knitting!

18.11.2019 - 10:42

country flag Cristina Fernandez wrote:

Buenos dias!! Quisiera consultar por que no me queda el diseño del diagrama A1 ,como figura el patron? Si me coincide la cantidad de puntos, pero no el diseño.muchas gracias.saludos desde argentina.

29.07.2019 - 22:03

DROPS Design answered:

Hola Cristina. Como entiendes es muy difícil sin ver la labor contestar a tu pregunta. Puede ser que tengas fallos en la interpretación de los diagramas. Todas las filas del diagrama se leen de derecho a izquierda de abajo arriba y como se presentan los puntos. Si el problema no es en el diagrama, intenta especificar más y estaremos encantados de ayudarte.

01.08.2019 - 15:44

country flag Cristina Fernandez wrote:

Buenos dias!! Quisiera consultar por que no me queda el diseño del diagrama A1 ,como figura el patron? Si me coincide la cantidad de puntos, pero no el diseño.muchas gracias.saludos desde argentina.

29.07.2019 - 22:01

DROPS Design answered:

Ver la respuesta arriba.

01.08.2019 - 15:45

country flag Cristina Fernandez wrote:

Buenos dias, me encanta su pagina!!mi pregunta es por que sigo el diagrama A 1 y no me coinsiden con los del diagrama ,si la cantidad de puntos.muchas gracias.saludos desde argentina.

29.07.2019 - 21:48

country flag Liv wrote:

Jeg strikker str XL. Etter å ha strikket alle maskene inn på en pinne skal jeg da felle til raglan på neste omgang eller skal det strikkes flere omganger før første felling

06.07.2019 - 12:59

DROPS Design answered:

Hej Liv, du starter allerede raglanindtagningen på 1.omgang, hvis det bliver for svært, så er det også helt ok at starte på 2.omgang. Se forklaringen til alle 4 omgange i RAGLAN øverst i opskriften. God fornøjelse!

09.07.2019 - 10:35

country flag Liv wrote:

Mange skriver at A1 er feil og dere avviser at det er tilfelle. Forklar heller i oppskriften at man må se etter at 1.maske starter på riktig sted for at mønsteret ikke skal forskyve seg. Gjør dere det så blir det ikke så mye frustrasjon der ute

06.06.2019 - 20:29

country flag Tatiana wrote:

Hello, I can not understand how to knit a diagram A1. I knitted the first row, each pattern has 12 loops. Then I continue to knit the second and subsequent rows according to the scheme, and the shift to the left occurs and the pattern is broken. I use a row start marker. How do I shift and knit it loops so that there is no displacement. Thank you.

12.02.2019 - 12:01

DROPS Design answered:

Dear Tatiana, the double decrease in A.1 has to be worked lined up, on row 3, slip the first st in A.1, work next 2 sts tog and psso. On Row 5 to 21, slip the last st on round (last st last repeat on previous round)/last st on previous repeat, work next 2 sts tog (the first and 2nd st from 1st repeat) and psso. Happy knitting!

12.02.2019 - 13:32