DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 159-8
DROPS design: Model nr. ai-005
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS AIR van Garnstudio
300-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 02, tarwe

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 12 st x 17 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET METEN:
Meet alle maten terwijl u het werk omhoog houdt.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 62-68-72-78-82-88 st op met rondbreinld 8 mm en Air. Brei volgens patroon A.1 met 1 st in RIBBELST – zie uitleg boven – aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder en brei tot het werk 33-34-35-36-37-38 cm meet - LEES TIP VOOR HET METEN. Zet dan nieuwe st op voor de mouwen aan het einde van elke nld aan elke kant als volgt: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 1 keer 1 st en zet dan nog 17-15-14-12-11-9 st op aan elke kant = 112-114-116-118-120-122 st (het werk meet ongeveer 39-40-41-42-43-44 cm).
Ga verder in patroon tot het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Kant dan af voor de schuining van de schouder aan het begin van elke nld aan elke kant als volgt: kant 4 keer de eerste 11 st af in totaal = 24-26-28-30-32-34 st over op de nld (het werk meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm). Kant de overgebleven st af.

LINKERVOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 19-21-22-24-25-27 st op. Brei dan in patroon volgens A.1 met 1 st in ribbelst aan elke kant (brei de st die niet in A.1 passen in ribbelst). Brei zo verder tot het werk 33-34-35-36-37-38 cm meet. Zet dan nieuwe st op voor de mouw aan het einde van elke nld aan de verkeerde kant als volgt: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 1 keer 1 st en zet dan nog 17-15-14-12-11-9 st op = 44 st in alle maten (het werk meet ongeveer 39-40-41-42-43-44 cm).
Ga verder in patroon tot het werk 56-58-60-62-64-66 cm meet. Kant dan af voor de schuining van de schouder aan het begin van elke nld aan de goede kant als volgt: Kant 4 keer de eerste 11 st af in totaal, het werk meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm. Alle st zijn nu afgekant.

RECHTERVOORPAND:
Zet op en brei als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen in de buitenste lusjes van de buitenste st. Naai de mouw- en zijnaden samen in de buitenste lusjes van de kant st.

VOORBIES:
Neem 165 tot 205 st op langs het rechtervoorpand, de hals op het achterpand en naar beneden langs het linkervoorpand. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei dan A.1 over alle st (eindig met 1 st in ribbelst). Plaats 1 markeerder op elke schouder. Ga verder in A.1 en meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8 cm 15 st gelijkmatig tussen de markeerders (meerder op een nld met rechte st aan de goede kant). Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 16 cm. Brei tot de voorbies 20-22-24-26-28-30 cm meet. Kant alle st af.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant
symbols = r aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen, 1 dubbele omsl, brei in de volgende nld 1 omsl en laat de andere 1 omsl van de nld glijden
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 159-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Laura wrote:

Vorrei realizzare questo modello con un filato Drop in cotone 100% ... quale mi consiglia ? Grazie

16.03.2021 - 20:38

DROPS Design answered:

Buonasera Laura, in alternativa può usare un capo di Paris o 2 capi di Safran. Buon lavoro!

16.03.2021 - 21:19

country flag Christine wrote:

Bonjour, Je commence à tricoter la bordure des devants. Doit on avoir 1 maille point mousse au début du rang ?Il est uniquement indiqué 1 maille point mousse à la fin du rang. Encore merci pour votre aide.

06.02.2020 - 15:41

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, il est important de bien terminer par 1 maille point mousse à la fin de A.1 pour qu'au dernier rang de A.1 (= après le jeté) on ait bien 1 maille point mousse. Vous devez donc avoir un nombre multiple de 2 (comme le point ajouré de A.1) + 1 maille. Bon tricot!

06.02.2020 - 16:01

country flag Christine wrote:

Bonjour, Pouvez-vous m'indiquer la largeur approximative du devant gauche pour une taille M ? J'ai monté les 21 mailles et tricoté quelques centimètres. Mais je crains que le devant ne soit pas assez large. Merci pour votre aide. Le point fantaisie est très joli !

21.01.2020 - 08:58

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, avez-vous le bon échantillon? Si vous avez bien vos 12 m x 17 rangs jersey = 10 x 10 cm alors vous devriez avoir les bonnes mesures, comme celles du schéma. Notez bien que les devants peuvent paraître étroits mais vous tricotez ensuite la bordure des devants sur 22 cm en taille M - ce qui rajoute de la largeur aux devants. Bon tricot!

21.01.2020 - 10:16

country flag Laura wrote:

Buonasera, vorrei solo una conferma per favore. Il modello è lavorato con i ferri da 8 mm e un solo capo di filato Air oppure con due capi di filato? Grazie

24.09.2019 - 22:07

DROPS Design answered:

Buongiorno Laura. Vengono usati i ferri n. 8 e un solo capo del filato Air. Buon lavoro!

24.09.2019 - 22:59

country flag Sylvie wrote:

Bonjour, pour la bordure en taille M, combien de mailles dois-je relever car vous proposez de 165 à 205 mailles ? Je vous remercie pour votre réponse 😊 Ce modèle va être magnifique !! Je suis fan de vos modèles et laines 💕 Sylvie

23.02.2019 - 23:46

DROPS Design answered:

Bonjour Sylvie et merci. Le nombre de mailles à relever va dépendre de votre taille et de votre tension en hauteur, relevez les mailles bien à intervalles réguliers, votre nombre de mailles doit être multiple de 2 +1 (pour terminer A.1 par 1 m end). Bon tricot!

25.02.2019 - 09:55

country flag Rosa wrote:

Quante maglie devo riprendere per il bordo se faccio la taglia L ? Grazie

07.02.2019 - 14:23

DROPS Design answered:

Buongiorno Rosa. Viene indicato di riprendere un numero di maglie compreso tra 165 e 205. Se può aiutarla, di solito, quando si riprendono le maglie lungo i lati, si riprendono 3 maglie ogni 4 ferri. Buon lavoro!

07.02.2019 - 16:29

country flag Ginette wrote:

Merci de votre réponse du 23 octobre ! Nous avons débuté le travail et ça va bien. Nous avons encore une petite question: comment répartissez-vous les augmentations de la bordure des devants ? Seulement sur le col ou également le long des côtés "devant" de la veste ?

30.10.2017 - 16:08

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, vous trouverez ici comment répartir des augmentations, comptez le nombre de mailles entre les 2 marqueurs (= 1 à chaque épaule) et augmentez 15 mailles entre ces 2 marqueurs comme expliqué dans le lien ci-dessus. Ces augmentations permettent que le col retombe joliment. Veillez à bien augmenter sur un rang de mailles end sur l'endroit. Bon tricot!

31.10.2017 - 09:06

country flag Kristina wrote:

Hur många maskor ska man sticka upp till framkanten i stlk XXL? Det står mellan 165 till 205 maskor - jag förstår inte hur många jag faktiskt ska sticka upp i denna storlek.

29.10.2017 - 18:44

DROPS Design answered:

Hei Kristina. Siden du strikker str XXL bør du strikke opp et antall masker som er mer lik 205 enn 165. For å få det penest bør du strikke opp det samme antallet på begge forstykkene. God Fornøyelse!

31.10.2017 - 10:19

country flag Ginette wrote:

Bonjour, je suis à expliquer le patron à mes élèves en classe tricot et le compte des mailles au total, une fois les augmentations faites sous les manches, n'est pas juste, selon nous, . Mon résultat (et celui de deux de mes élèves) donne : 62-68-72-78-82-88 m. + (3 + 2 + 2 + 1 + 17 + 15 + 14 + 12 + 11 + 9) = 146-154-158-164-168-174 mailles et non pas 112-114-116-118-120-122 m. Y a-t-il quelque chose qui nous échappe ?

21.10.2017 - 16:27

DROPS Design answered:

Bonjour Ginette, on ne monte pas le même nombre de mailles dans toutes les tailles, soit pour toutes les tailles: 1 fois 3 m, 2 fois 2 m, 1 fois 1 m, puis en fonction de la taille 1 fois 17 (en taille S)-15 (en taille M)-14 (en taille L)-12 (en taille XL)-11(en taille XXL) -9 m (en taille XXL) de chaque côté. En taille S on avait: 62 m + (3+2+2+1+17= 25) x 2 (= de chaque côté pour chaque manche) = 62+50= 112 m. Bon tricot!

23.10.2017 - 10:09

country flag Alvy wrote:

Bonjour, j'avoue ne pas bien comprendre, on doit faire 1 point mousse de chaque côté de A1 ou une fois au début du rang (ensuite on répète A1 x fois) et 1 point mousse à la fin du rang ?

21.09.2017 - 19:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Alvy, on tricote A.1 avec 1 maille lisière au point mousse de chaque côté, autrement dit, on tricote: 1 m au point mousse, on répète A.1 jusqu'à ce qu'il reste 1 m et on termine par 1 m point mousse. Bon tricot!

22.09.2017 - 09:45