DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 72-8
Maat: S/M - M/L - XL
Materiaal: DROPS Camelia van Garnstudio
450-500-550 gr nr. 35, grijsblauw

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
24 st x 32 nld met Camelia op breinld 3 in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! De panden worden iets uitgerekt gemeten. De panden zijn iets smaller dan de maten in de teltekening door het gebruikte patroon.

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Patroon:
Zie teltekening - M.1 tot M.3. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. De pijlen in teltekening M.3 worden verklaard in de beschrijving.

Panden:
Zet 316-340-364 st op met rondbreinaald 3 mm en Camelia. Brei rond. Brei als volgt: plaats 1 markeerring(= de zijkant), 21-27-33 st M.3 - begin met 1 st r - zie pijl A, M.1 (= 49 st), M.2 (= 18 st), M.1 (= 49 st), 42-54-66 st van M.3 – begin met 2 av - zie pijl B (het midden van deze 42-54-66 st = de andere zijkant - plaats hier 1 markeerring), M.1 (= 49 st), M.2 (= 18 st), M.1 (= 49 st), 21-27-33 st van M.3 - begin met 2 av - zie pijl B. Er is nu 1 r aan weerszijden van beide markeerringen. Brei verder volgens de teltekening tot de gewenste afmetingen. Let op de steekverhouding! Kant bij een hoogte van 32-35-37 cm 8 st af voor het armsgat aan weerszijden (dwz kant 1 r en 3 av af aan weerszijden van de markeerringen). Brei voor- en achterpand apart verder.

Voorpand: = 150-162-174 st.
Kant af voor het armsgat in iedere 2e nld: 1-1-2 keer 3 st, 3-4-6 keer 2 st en 3-5-4 keer 1 st = 126-130-130 m over op de breinld. Brei verder volgens de teltekening tot de gewenste afmetingen met 1 ribbelst aan weerszijden. Zet bij een hoogte van ca 47-50-53 cm de middelste 18 st op een hulpnaald voor de hals. Kant daarna aan beide halszijden af in iedere 2e nld: 1 keer 6 st, 2 keer 4 st en 4 keer 1 st = 36-38-38 st over voor iedere schouder. Brei tot een totale hoogte van ca 54-57-60 cm, kant de resterende st af.

Achterpand: = 150-162-174 st.
Kant af voor het armsgat als bij het voorpand = 126-130-130 st. Brei verder tot een totale hoogte van ca 53-56-59 cm – zodanig dat er 1 rapport meer van M.2 is in de hoogte dan bij het voorpand onder de st op de hulpnld. Zet dan de middelste 50 st op een hulpnaald voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden 2 st af = 36-38-38 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van ca 54-57-60 cm – de afmetingen zijn gelijk aan het voorpand.

Mouwen:
Zet 67-67-79 st op met breinaalden zonder knop 3 mm en Camelia. Brei rond. Brei als volgt: 9-9-15 st van M.3 - begin met 1 st r zie pijl A, M.1 (=49 st), 9-9-15 st van M.3 – begin met 2 st av - zie pijl B. Er zijn nu 2 st r midden in de ondermouw. Brei verder volgens de teltekeningen tot de gewenste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 6 cm 24-24-18 keer 1 st aan weerszijden van de 2 st r in het midden van de ondermouw in maat S/M + M/L: in iedere 5e nld. En in maat XL: afwisselend in iedere 6e en 7e nld. Brei de nieuwe st gaandeweg mee in teltekening M.3 = 115-115-115 st. Kant bij een hoogte van 47-46-44 cm 8 st af midden in de ondermouw. Brei de mouwkop verder heen en weer op de breinld. Kant daarna af voor de mouwkop in iedere 2e nld: 1-1-1 keer 3 st, 5-4-3 keer 2 st en 4-9-14 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerszijden tot totale een hoogte van 57-58-58 cm en kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerszijden. Brei in de volgende nld alle rechte st van de kabels in M.1 samen (2 aan 2), kant daarna de resterende st af. De mouw heeft een totale hoogte van ca 58-59-59 cm.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden.

Hals:
Neem rond de hals st op met breinaalden zonder knop 3 mm en Camelia als volgt: 50 st van de hulpnaald achter, 28 st tot aan de hulpnaald voor, 18 st van de hulpnaald voor, 28 st tot aan de st van het achterpand = 124 st. Brei volgens de teltekening over de middelste 52 st boven het voor- en achterpand, brei de 10 st boven beide schouders (tussen het patroon voor en achter) als volgt: 2 r, 2 av, 2 r, 2 av, 2 r. Kant de st af het halsboord een hoogte heeft van ca 8 - 10 cm – zodanig dat het netjes in de kabel valt. Zet de mouwen in de trui met 1 kantsteek als naadtoeslag.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Mouwen:...Meerder vanaf een hoogte van 6 cm 24-24-18 keer 1 st aan weerszijden van de 2 st r in het midden van de ondermouw in maat S/M + M/L: in iedere 5e nld. En in maat XL: afwisselend in iedere 6e en 7e nld. Brei de nieuwe st gaandeweg mee in teltekening M.3...

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = zet 1 st op een kabelnld achter het werk, 1 st, 1 r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld achter het werk, 2 r, 1 av van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld voor het werk, 1 av, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld achter het werk, 2 r, 1 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld voor het werk, 1 r, 2 r van de kabelnld
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 72-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Dorrit Evensen wrote:

Strikker denne. Gjør oppmerksom på feil. I diagram forklaringens to siste linjer er det feil. De forekommer ikke i mønsteret og de som er i mønsteret er ikke i forklaringen. Dessuten i den mrdtnederdte Jeg strikker denne modell og det er graverende feil i oppskriften. De to nederste i diagram forklaringen er ikke i mønsteret og omvendt. Dessuten er det byttet om på 1 og 2 i den nestnederste . Håper dere skjønner. Mvh Dorrit Evensen

20.07.2022 - 13:22

country flag Judith Rowe wrote:

Should the 6th symbol down say put 2 sts on cable needle in front of work, rather than back of work. I have knitted the first 5 rows and it doesn't look right doing it the way it is written in the pattern.

14.03.2022 - 00:04

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rowe, thanks for noticing, 5th symbol (= in back of work) and 6th symbol (in front of work) have been edited now. Happy knitting!

14.03.2022 - 13:46

country flag Gerd B Jensen wrote:

Har foreslått navn på denne genseren og kan sende bilde av min dersom dere ønsker det?

27.03.2020 - 16:31

DROPS Design answered:

Hei Gerd. Takk for ditt bidrag, det jobbes fortløpende med navn. Legg gjerne ut bilde av din genser på vår Facebook siden/ Workshop. mvh DROPS design

30.03.2020 - 15:31

country flag Ulla Greibe wrote:

Hvad skal man strikke på første pind af M2 i første snoning lige efter midten i diagrammet? Markeringen i toppen er placeret midt i et felt.

14.11.2018 - 06:26

DROPS Design answered:

Hei Ulla. Jeg ser hva du mener, det er litt skjevt det symbolet - dette er et gammelt, håndtegnet diagram. Men det er symbolet for sett 2 m på hj.p foran arb, 1 vr, 2 r fra hj.p. God fornøyelse.

14.11.2018 - 11:21

country flag Joy wrote:

What does 20 p = ca 6 cm mean?

05.11.2018 - 05:54

DROPS Design answered:

Hi Joy, This means 20 rows will measure approx. 6 cm in height. Happy knitting!

05.11.2018 - 08:00

country flag Gerd B. Jensen wrote:

Hei. jeg lurer på om diagram M1 er riktig. Skal ikke maskene være speilvendt etter omg.9. M2 er speilvendt etter mitre omg. Mvh Gerd

26.10.2018 - 20:17

DROPS Design answered:

Hei Gerd. Flettene i begge diagrammene går riktig vei - og motsatt vei utover enn innover. Hvis du sikter til symbolene for om det strikkes rett og vrang eller bare rett under flettingen er dette ulikt fordi M.1 og M.2 er 2 ulike fletter. Dette kan du også se om du ser på bildet. God fornøyelse.

20.11.2018 - 13:00

Taryn Padiak wrote:

I believe the English cable directions are wrong for one of the crossovers-- For the fourth cable crossover, it says, "put 2 sts on cable needle in back of work, P1, K2 from cable needle." I believe the cable needle should go to the front instead. It looks very strange when done as in the instructions.

17.02.2015 - 14:55

DROPS Design answered:

Dear Mrs Padia, you were right, text for 5th and 6th symbols has been updated. Thank you. Happy knitting!

18.02.2015 - 13:19

country flag Janet Calderbank wrote:

Your system won't tell me which are the "forbidden words or links" in my original draft of this message, which is not very helpful, as I don't know which words to omit. I like the pattern but couldn't knit it from such a small and fuzzy image, which won't magnify very well. Would you be able to put a better image online, like that used for 114.8 ?

13.02.2014 - 11:57

DROPS Design answered:

Dear Mrs Calderbank, a new diagram is now available. Happy knitting!

14.02.2014 - 09:07

country flag A.V. wrote:

Hallo, in der Zeichenerklärung scheint ein Fehler zu sein: bei dem 6. Zeichen sind nur 3 Kästchen vorgesehen und es sollen lt. Beschreibung: 2 M auf 1 Hilfsnadel hinter die Arb legen, 2 re, 2re von der Hilfsnadel - somit sind es 4 M die "gearbeitet" werden. Könnten Sie den M 2 in Reihe 1 noch mal kontrollieren? mir scheint der 3 Zopf anders als in das Muster passend. Zudem möchte ich erwähnen, dass die Musterrapporte sehr schlecht zu erkennen sind. Vielen Dank für die Info

08.02.2014 - 20:25

DROPS Design answered:

Sie haben Recht, es hatte sich in der Übersetzung ein Fehler eingeschlichen, die beiden Texte zum 5. und 6. Zeichen waren vertauscht. Der Fehler ist jetzt korrigiert. Nun viel Spaß beim Weiterstricken!

15.02.2014 - 11:58