DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Come Here Cardigan

Gebreid DROPS vest met raglan en gerstekorrel, van boven naar beneden gebreid van ”Cotton Merino”. Maat: S - XXXL.

DROPS 157-35
DROPS design: Model nr. cm-011
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
400-450-500-550-600-650 gr. kleur nr. 18, medium grijs

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 of 60 cm) 3,5 mm - voor de randen in ribbelst.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 522: 3 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON (dubbele gerstekorrel in de hoogte):
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 2 st aan elke kant van elke raglan als volgt (= 16 st gemeerderd):
Meerder als volgt voor 4 st in tricotst en de markeerder: 2 r in de volgende 2 st (dus brei voor en achter in de st) = 2 st gemeerderd.
Meerder als volgt na de markeerder en 2 st in tricotst: 2 r in de volgende 2 st (dus brei voor en achter in de st) = 2 st gemeerderd.

Meerder 1 st aan elke kant van elke raglan als volgt (= 8 st gemeerderd):
Meerder als volgt voor 2 st in tricotst en de markeerder: 1 omsl, 2 st in tricotst.
Meerder na de markeerder als volgt: 2 st in tricotst, 1 omsl.
Brei de omsl gedraaid av in de volgende nld om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerder: brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder, 2 r samen, 1 r.
Minder als volgt na de markeerder: 1 r, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (gemeten vanaf de opzetrand):
MAAT S: 2, 11 en 20 cm
MAAT M: 2, 11 en 20 cm
MAAT L: 2, 11 en 20 cm
MAAT XL: 2, 12 en 21 cm
MAAT XXL: 2, 12 en 21 cm
MAAT XXXL: 2, 12 en 21 cm
----------------------------------------------------------
VEST:
Brei het vest heen en weer, van boven naar beneden op de rondbreinld. Brei de mouwen in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop.

PAS:
Zet 114-118-122-126-130-134 st op met rondbreinld 3,5 mm en Cotton Merino. Brei 3 ribbels in RIBBELST – zie uitleg boven en meerder TEGELIJKERTIJD op de nld aan de goede kant in de 2e ribbel 9-14-18-22-29-35 st gelijkmatig. Herhaal dit meerderen in de 3e ribbel = 132-146-158-170-188-204 st. Ga verder met rondbreinld 4 mm.
Brei dan een ronding op het achterpand voor de hals in tricotst als volgt, begin aan de goede kant: brei 86-97-106-115-128-140 st, keer, brei 40-48-54-60-68-76 st, keer, brei 45-53-59-65-73-81 st, keer. Ga verder heen en weer over 5 st meer elke keer tot er 60-68-74-80-88-96 st zijn gebreid na het laatste keerpunt, keer dan en brei de rest van de nld. Brei 1 nld in tricotst aan de verkeerde kant.
Brei nu als volgt: A.1 over de eerste 20-22-26-28-32-36 st, 5-6-5-6-6-6 st in tricotst, plaats een markeerder, 22-23-23-23-24-24 st in tricotst, plaats een markeerder, 38-44-50-56-64-72 st in tricotst, plaats een markeerder, 22-23-23-23-24-24 st in tricotst, plaats een markeerder, 5-6-5-6-6-6 st in tricotst, A.1 over de overgebleven 20-22-26-28-32-36 st. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in A.1 en tricotst en begin TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven!
Meerder 2 st aan elke kant van elke markeerder elke nld aan de goede kant 1-1-1-2-2-3 keer in totaal. Meerder dan 1 st aan elke kant van elke markeerder elke nld aan de goede kant 18-19-21-21-23-23 keer in totaal en om de nld aan de goede kant 1 keer voor alle maten = 300-322-350-378-412-444 st. Het werk meet 20-21-22-23-24-25 cm vanaf de schouder.
Brei nu als volgt: brei de eerste 46-50-55-60-66-72 st, zet de volgende 64-67-71-75-80-84 st op een hulpdraad (= mouw), zet 12 nieuwe st op onder de linkermouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st), brei de volgende 80-88-98-108-120-132 st, zet de volgende 64-67-71-75-80-84 st op een hulpdraad (= mouw), zet 12 nieuwe st op onder de rechtermouw (plaats een markeerder in het midden tussen deze nieuwe st) en brei de overgebleven 46-50-55-60-66-72 st op de nld. MEET NU DE WERK VAN HIER.

LIJF:
Er zijn nu 92-100-110-120-132-144 st voor het achterpand en 52-56-61-66-72-78 st voor elk voorpand. Ga verder in tricotst en A.1 als hiervoor. LET OP: brei de nieuwe st onder elke mouw in tricotst. Meerder bij een hoogte van 4 cm 2 st aan elke kant als volgt: brei tot er 1 st over is voor de markeerder, 1 omsl, 2 st in tricotst, 1 omsl, ga verder als hiervoor over het achterpand tot er 1 st overblijft voor de volgende markeerder, 1 omsl, 2 st in tricotst, 1 omsl, brei de rest van de nld. LET OP: brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen. Herhaal dit meerderen elke 2½-2½-3-3-3-3½ cm nog 6-6-5-5-5-4 keer = 224-240-256-276-300-320 st. Als alle meerderen gedaan is en het werk 26-27-28-29-30-31 cm meet, ga dan verder in A.1 over alle st. Kant bij een hoogte van 40-41-42-43-44-45 cm af met recht boven recht en averecht boven averecht.

MOUW:
Brei de mouw in tricotst in de rondte op de rondbreinld/breinld zonder knop.
Er zijn 64-67-71-75-80-84 st voor elke mouw.
Zet de st van een hulpdraad terug op de rondbreinld/breinld zonder knop 4 mm en zet 12 nieuwe st op onder de mouw = 76-79-83-87-92-96 st. Brei in tricotst in de rondte en plaats TEGELIJKERTIJD een markeerder in het midden tussen de nieuwe st onder de mouw (dus 6 st aan elke kant van de markeerder). MEET NU DE WERK VAN HIER.
Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen ongeveer elke 2-2-2-1½-1½-1½ cm nog 11-11-12-13-15-15 keer = 52-55-57-59-60-64 st. Minder als de mouw 32-32-32-31-31-30 cm meet 0-1-1-1-0-0 st = 52-54-56-58-60-64 st. Ga verder in A.1 over alle st. Kant af als de mouw 37-37-37-36-36-35 cm meet.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies, ongeveer 2 cm van de kant.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 11.03.2019
Correctie - PAS: Brei dan een ronding op het achterpand voor de hals in tricotst als volgt, begin aan de goede kant: brei 86-97-106-115-128-140 st,

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-35

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Annami wrote:

Mikä on neuletiheys? Se puuttuu ohjeen alusta.

29.05.2022 - 11:40

DROPS Design answered:

Hei, neuletiheys on lisätty ohjeeseen (21 silmukkaa ja 28 kerrosta sileää neuletta puikoilla nro 4 = 10 x 10 cm).

31.05.2022 - 17:07

country flag Barbara wrote:

Buongiorno, sto facendo questo modello e non riesco a capire negli aumenti del raglan prima di mettere in sospeso le maglie per la manica: ".. , e a ferri alterni dal dritto del lavoro 1 volta in tutte le taglie. " dopo le 21 volte (per taglia L) devo fare un dritto senza aumenti e poi un dritto con gli aumenti e basta. grazie per l'attenzione

29.03.2021 - 11:51

DROPS Design answered:

Buonasera Barbara, può saltare un ferro dal diritto del lavoro e aumentare su quello successivo. Buon lavoro!

30.03.2021 - 00:09

country flag Tuulikki Koskelo wrote:

Miten raglanlisäys tehdään? Montako kertaa? Monenko kerroksen välein!

31.01.2020 - 19:28

DROPS Design answered:

Hei, löydät ohjeet raglanlisäysten tekoon ohjeen alussa. Lisäykset tehdään näin: Lisää jokaisen merkin molemmin puolin jokaisella oikean puolen krs:lla 1-1-1-2-2-3 x 2 s. Lisää sitten jokaisen merkin molemmin puolin jokaisella oikean puolen krs:lla 18-19-21-21-23-23 x 1 s ja vielä joka 2. oikean puolen krs:lla kaikissa koissa 1 x 1 s. Eli aluksi lisäykset tehdään joka toinen kerros ja myöhemmin vielä kerran joka 4. kerros.

10.02.2020 - 17:55

country flag Stephanie wrote:

There is a mistake in the pattern. In body, after "NOW MEASURE THE PIECE FROM HERE." it says: "Repeat inc every 2½-2½-3-3-3-3½ cm / 7/8"-7/8"-3"-3"-3"-1 1/4" 6-6-5-5-5-4 more times = 224-240-256-276-300-320 sts." Notice how the measurements in cm do not equal the measurements in inches. 3 cm is not 3 inches, it's 1.18".

19.12.2019 - 17:07

country flag Anna wrote:

Hej Jag brukar följa den engelska beskrivningen men undrar om inte detta är lite tokigt; Repeat inc every 2½-2½-3-3-3-3½ cm / 7/8"-7/8"-3"-3"-3"-1 1/4" 6-6-5-5-5-4 more times Ska jag sticka 3 cm eller 3" som det står i den engelska översättningen? Ni översätter ju 3½ cm som 1 1/4".

19.12.2019 - 09:20

DROPS Design answered:

Hej Anna, Upprepa ökningen med 2½-2½-3-3-3-3½ cm mellanrum 6-6-5-5-5-4 ggr till = 224-240-256-276-300-320 m. Vi skall titta på UK :)

15.01.2020 - 12:20

country flag Teresa wrote:

Buongiorno, non capisco perché sia stato necessario aggiungere questo passaggio nello sprone: e a f alterni dal diritto del lavoro 1 volta in tutte le taglie = 300-322-350-378-412-444 m. Non era sufficiente aggiungere una volta al totale degli aumenti in raglan (Poi aumentare 1 m a ogni lato del segnapunti su ogni f dal diritto del lavoro 18-19-21-21-23-23 volte in totale) portandoli a: 19-20-22-22-24-24, oppure mi sfugge qualcosa? Grazie!

21.03.2019 - 18:22

DROPS Design answered:

Buongiorno Teresa. I 18-19-21-21-23-23 aumenti vengono fatti ad ogni ferro sul diritto del lavoro; l’ultimo aumento viene fatto al secondo ferro sul diritto del lavoro. Quindi deve lavorare un ferro sul diritto senza aumentare e al ferro successivo sul diritto del lavoro, aumenta l’ultima volta. Buon lavoro!

21.03.2019 - 21:10

country flag Maria Teresa wrote:

Thank you, but in reply to Your answer: "Dear Maria Teresa, you first work 117 sts (= 85 sts (= to middle of piece) + 32 sts) = 53 sts remain unworked at the end of this row. Then turn and work 60 sts (= 32 sts (to middle of piece) + 28 sts) 53 sts remain now at the end of row." : 85 sts of the first half less 28 to The 60 sts makes 57 sts left, not 53.

01.03.2019 - 16:34

DROPS Design answered:

Dear Maria Teresa, oops you are right I miscalculate, I'll forward your question to our Design Team. Thanks in advance for your patience.

04.03.2019 - 07:31

country flag Maria Teresa wrote:

Hello, I have started this beautiful cardigan but I have a doubt: I am doing size XL so at the beginning, after the garter stitches rows I have done the elevation in back of neck in stockinette. But if I count the stitches at the end there are 43 on one side and 47 on the other (117 - 60 - 65 - 70 - 75 - 80): so the elevation is not in the centre, it would have been if I had started with 115, instead of 117, (with 45 stitches eventually on both sides). I can't understand the reason. Thank you.

28.02.2019 - 16:25

DROPS Design answered:

Dear Maria Teresa, you first work 117 sts (= 85 sts (= to middle of piece) + 32 sts) = 53 sts remain unworked at the end of this row. Then turn and work 60 sts (= 32 sts (to middle of piece) + 28 sts) 53 sts remain now at the end of row. Continue working always 5 sts more on each side. Happy knitting!

01.03.2019 - 09:33

country flag Henriette wrote:

I cannot work with rondneedles so I would like to change the patterns so I can knit the front and back part seperately. If I have to knit all the way aroung I can use four needles. Are the patterns available for the traditional 2 needles or does anyone know how to change the patterns without to much hassle? Thanks Henriette

09.11.2018 - 09:31

DROPS Design answered:

Hi Henriette, you can do that, please see: HERE. Happy knitting!

09.11.2018 - 12:32

Lynn wrote:

I'm just about to start this lovely cardigan. In the very start of the pattern where it says 'Work 3 ridges in garter stitch' I take it that means 6 rows?!

13.09.2018 - 12:05

DROPS Design answered:

Dear Lynn, yes that's right, to work 1 ridge you will work 2 rows with knitting stitches, to get the 3 ridges, you will work 6 rows with knitting stitches. Happy knitting!

13.09.2018 - 13:13