DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 156-51
DROPS design: Model nr. ne-161
Garengroep C of A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: 35/37 - 38/40 - 41/43
Voetlengte: 22-24-26 cm
Pijplengte: 31-32-33 cm
Materiaal: DROPS NEPAL van Garnstudio
150-200-200 gr. kleur nr. 7120, licht grijsgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 4,5 mm – voor de boordsteek
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.5. De telpatronen geven de goede kant van het patroon weer. De patronen worden in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de markeerder/A.3 als volgt: 2 r samen.
Minder 1 st na de markeerder/A.5 als volgt: 2 st gedraaid r samen.

MINDEREN VOOR DE HIEL:
Nld 1 (= goede kant): brei tot er 7-7-8 st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 2 (= verkeerde kant): brei tot er 7-7-8 st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 3 (= goede kant): brei tot er 6-6-7 st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk.
Nld 4 (= verkeerde kant): brei tot er 6-6-7 st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk.
Ga verder en minder zo met 1 st minder voor elke mindering tot er 10-12-12 st op de nld staan.
----------------------------------------------------------

SOKKEN:
Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop vanaf middenachter.
Zet 60-64-68 st op met breinld zonder knop 4,5 mm en Nepal. Brei 1 nld recht. Brei dan boordsteek = 2 r/2 av tot het werk 4 cm meet. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! * Brei 1 nld av, brei 1 nld recht*, herhaal van *-* nog 1 keer, minder TEGELIJKERTIJD 8 st gelijkmatig in de laatste nld = 52-56-60 st. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm.
Brei dan: 5-7-9 r, A.3 (= 7 st) – zie uitleg boven, A.2 (= 6 st), A.1 (= 16 st), A.4 (= 6 st), A.5 (= 7 st) en eindig met 5-7-9 r. Ga zo verder in patroon. Als A.2 tot en met A.5 een keer in de hoogte zijn gebreid, herhaal dan A.a tot en met A.d tot het werk klaar is. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.e tot het werk klaar is.
Ga verder in dit patroon en minder TEGELIJKERTIJD – LEES TIP VOOR HET MINDEREN boven – voor de verschillende maten:
Maat 35/37: bij een hoogte van 14 en 20 cm, minder 1 st voor A.3 en 1 st na A.5 = 44 st na alle minderingen. LET OP: minder 4 st in A.1 - zie telpatroon.
Maat 38/40: bij een hoogte van 7, 16 en 21 cm, minder 1 st voor A.3 en 1 st na A.5 = 46 st na alle minderingen. LET OP: minder 4 st in A.1 - zie telpatroon.
Maat 41/43: bij een hoogte van 7, 16, 21 en 26 cm, minder 1 st voor A.3 en 1 st na A.5 = 48 st na alle minderingen. LET OP: minder 4 st in A.1 - zie telpatroon.

Brei tot het werk 26-27-28 cm meet. Houd nu de eerste 10-11-12 st op de nld (dus 3-4-5 r en A.3), zet de volgende 24 st op een hulpdraad (= midden bovenkant voet) en houd de laatste 10-11-12 st op de nld (dus A.5 en 3-4-5 r) = 20-22-24 st voor de hiel. Brei het werk nu heen en weer. Meerder in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan elke kant van het werk door 2 st te breien in de eerste en laatste st = 22-24-26 st. Brei 1 av, A.3, tricotst en A.5 en eindig met 1 av heen en weer over de hiel st tot een hoogte van 5½ cm. Plaats 1 markeerder en meet het werk vanaf hier. Pas zo aan dat het patroon mooi eindigt. Brei nu in tricotst over alle st en minder voor de hiel - LEES MINDEREN VOOR DE HIEL.

Neem na het minderen voor de hiel 10-10-11 st op aan elke kant van de hiel en zet de 24 st van de hulpdraad terug op de nld = 54-56-58 st.

Brei 5-6-6 r (= midden onderkant voet) = begin van de nld. Brei dan als volgt en plaats TEGELIJKERTIJD 2 markeerders in het werk: 14-15-16 r, plaats de 1e markeerder, 1 av, A.2, A.e, A.4, 1 av, plaats de 2e markeerder, 14-15-16 r. Ga zo verder in patroon en minder TEGELIJKERTIJD 1 st voor de 1e markeerder en 1 st na de 2e markeerder elke nld 9 keer in totaal = 36-38-40 st (= 10-12-14 st in tricotst voor de onderkant voet). Brei tot het werk 19-21-23 cm meet vanaf de markeerder op de hiel (= 3 cm nog te breien). Brei nu in tricotst over de st in A.e; pas zo aan dat u eindigt met 1 halve herhaling van A.e in de hoogte of begin eerder met tricotst. Ga verder in A.2 en A.4 tot het werk klaar is.

Plaats 4 markeerders in het werk als volgt: 5-6-7 r, plaats de 1e markeerder, 1 av, brei A.2 en plaats TEGELIJKERTIJD de 2e markeerder tussen de 5e en 6e st, brei st van bovenkant voet recht (= 14 st), A.4 en plaats TEGELIJKERTIJD de 3e markeerder tussen de 1e en 2e st, 1 av, plaats de 4e markeerder en eindig met 5-6-7 r (= 14 st op bovenkant van voet, 10-12-14 st op onderkant van voet en 6 st aan elke zijkant).

Minder nu voor de teen in de volgende nld als volgt: minder 1 st na de 2e markeerder op de bovenkant van de voet en 1 st voor de 3e markeerder op de bovenkant van de voet en herhaal dit minderen elke nld 2-1-0 keer in totaal – denk om de TIP VOOR HET MINDEREN = 10-12-14 st op de bovenkant van de voet en 10-12-14 st op de onderkant van de voet (= 32-36-40 st in totaal). Minder in de volgende nld als volgt: minder 1 st voor de 1e en 3e markeerder en 1 st na de 2e en 4e markeerder (= 4 st geminderd in totaal). Herhaal dit minderen elke nld 4-5-6 keer in totaal en minder TEGELIJKERTIJD bij de laatste mindering de st van de kabel in A.2 en A.4 als volgt: 2 st gedraaid r samen, 2 r samen. Na alle minderingen zijn er 12 st over op de nld. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av/r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av/r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = 2 av samen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Walk With Me

Sarah, United Kingdom

156-51 Walk with me

atelieraurea, United Kingdom

Winter slippers

Judy, United States

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-51

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (49)

country flag Nedaa wrote:

Hello there, I want to thank you for this very beautiful pattern, you can't imagine how I fell in love with it. I just have one question, At the point of working for the heel (work until the piece measures 26 cm, Keep the first 10 sts on the needle. The sts for heel should be 9 (2K + A.3 (7 sts)) not 10 as we Dec 3 times before A.3 and after A.5, I'm I right or did I miss something here?

05.02.2024 - 15:55

DROPS Design answered:

Dear Nedaa, in first size you decrease only 2 times: after 14 cm and after 20 cm, so that 3 sts before A.3 remain at the beg of the round. Happy knitting!

06.02.2024 - 08:05

country flag Emily wrote:

About the chart: With the three stitch cable how do I know when to purl and when to knit the single stitch? Most patterns have different symbols for these, why not yours?

05.02.2023 - 17:14

DROPS Design answered:

Dear Emily, whether you k1 or p1 will depend on the moss stitch that you are working in the cable; if you knit 1 in the first row, in the next row you will purl 1. Happy knitting!

05.02.2023 - 23:45

country flag Kana wrote:

Hello, What does “finished measurement” mean? Thanks.

08.06.2022 - 04:02

DROPS Design answered:

Dear Kana, this means until you decrease or cast off the stitches. Happy knitting!

08.06.2022 - 08:08

country flag Kana wrote:

Hi, I’m Japanese and some words I don’t understand… What does “finished measurements”mean? Thanks.

08.06.2022 - 03:59

country flag Ines Weber wrote:

Hallo zusammen, stricke die Socken in Größe 38/40. Habe die Fersenabnahme beendet. Muss ich das Auffassen der 10 M aus der Fersenwand mit dem Beginn der unteren Fußmitte verbinden oder eine zusätzliche Reihe mit der Musterfolge rechte M aufnehmen , A.2, A.e, A.4, rechte M aufnehmen einfügen? Herzliche Grüße und vielen Dank!

07.09.2021 - 18:25

DROPS Design answered:

Liebe Frau Weber, nach der Fersenabnahmen, fassen Sie 10 M aus der linken Seite vom Fersenwand + stricken Sie die 24 stillgelegten Maschen + fassen Sie 10 M aus der rechten Seite vom Fersenrand. Nun 6 M stricken, die Runden beginnen dann hier und so wird es gestrickt: 15 M re, Mark, Fuß: 1 M li, A.2, A.e, A.4, 1 M li, 15 M re. Gleichzeitig wird 1 m vor der 1. Markierung und 1 M nach der 2. Markierung abgenommen. Kann das Ihnen helfen?

08.09.2021 - 07:31

country flag Teetje wrote:

Hallo, das Zopfmuster kommt bei mir zustande, aber dieses "Rautenmuster" auf der Vorderseite der Socke bleibt immer flach. Vielleicht verstehe ich das Muster aber auch nicht richtig... Können Sie mir helfen?

05.09.2021 - 20:57

DROPS Design answered:

Liebe Frau Teetje, um dieses "Rautenmuster" zu stricken, werden Sie am anfang A.1 zuerst weniger linken Maschen stricken (3. Symbol dann 4. Symbol, so haben Sie immer mehr Maschen (Perlmuster) zwischen den beiden Zöpften, dann vergrössert sich die Maschenanzahl von linken Maschen wieder um der 2. Tei von "rauten" zu stricken, usw, dh durch die Zöpfen von 3. und 4. Symbol sollen Sie die Zöpfe so bilden. Hoffentlich kann es Ihnen helfen. Viel Spaß beim stricken!

06.09.2021 - 07:57

country flag Ines Weber wrote:

Hallo zusammen, habe den Schaft beendet und möchte mit der Fersenwand beginnen. Bin stricktechnisch mittig zwischen Nadel 4 und 1 angekommenen. Um in der nächsten Hinrunde beidseitig durch Herausstricken je eine M zuzunehmen, muss ich Nadel 4 zurückstricken, um den Anfang für die Hinrunde zu finden oder doch das Muster von Nadel 1 arbeiten, dann die M in der Rückrunde stricken, wie sie erscheinen , um danach mit der Zunahme zu beginnen? Viele Grüße aus Thüringen 🙋‍♀️

31.08.2021 - 23:47

DROPS Design answered:

Liebe Frau Weber, bei der 1. Reihe der Fersen, stricken Sie ersten 10-11-12 M (siehe Größe), 1 Maschen anschlagen (Randmasche), wenden Sie, und stricken Sie 20-22-24 Maschen und schlagen 1 Masche an = jetzt haben Sie 22-24-26 Maschen für die Ferse, alle andere Maschen stilllegen und 5.5 cm wie beschrieben stricken. (Bei den Hinreihen Maschen wie im Diagram stricken). Viel Spaß beim stricken!

01.09.2021 - 07:18

country flag Elodie Diongre wrote:

Bonjour, Je suis en train de commencer le 1er chausson, mais je bloque un peu sur le diagramme, vu que l'on tricote en rond, on est toujours sur l'endroit du travail. Et de ce fait, je ne comprend pas la légende du diagramme... Pouvez vous m'aider ? Merci

25.07.2021 - 16:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Diongre, les diagrammes se tricotent en rond sauf pour le talon où on va en tricoter certains en rangs - en rond, lisez toujours le diagramme de droite à gauche, comme les mailles doivent se présenter (= ex. le carré vide = à l'endroit, le point noir = à l'envers). Bon tricot!

26.07.2021 - 09:04

country flag Louisa wrote:

Hallo! Würdet ihr empfehlen, die Socken am Ende zu behandeln (also Bügeln oder Spannen) oder ist das bei Drops Nepal keine gute Idee? Liebe Grüße!

12.12.2020 - 15:13

DROPS Design answered:

Liebe Louisa, Sie können die Socken einfach waschen und flach trocknen lassen - folgen Sie die Pflegehinweise bei der Banderolle (siehe auch Farbarkarte online) und hier lesen Sie noch mehr - Ihr DROPS Laden hat sicher auch noch mehr Tipps für Sie :)

14.12.2020 - 08:15

country flag Gabrielle wrote:

Bonjour, C'est la première fois que je tricote des chaussettes, et que je dois relever des mailles. Je ne suis pas sûre de où relever les mailles... Est ce que je relève les 10 mailles à intervalle régulier sur toute la longueur du talon, ou du côté des 24 mailles arrêtées ou du côté des 12 mailles restant après les diminutions du talon ? Merci

11.09.2020 - 10:01

DROPS Design answered:

Bonjour Gabrielle, cette vidéo montre comment tricoter les diminutions du talon, puis, comment, (time code 5:47) on tricote les mailles du talon en relevant x mailles (= 10 dans ce modèle) le long du côté gauche du talon, on tricote les mailles en attente (24 ici en taille 38/40) et on relève x mailles (10 dans ce modèle) le long du côté droit du talon. Bon tricot!

11.09.2020 - 13:29