DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 157-25
DROPS design: Model nr. ne-149
Garengroep C of A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
650-700-750-850-950-1000 gr. kleur nr. 0500, lichtgrijs

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 522: 5 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.37€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouw):
Meerder naast de kant st in ribbelst en 1 av door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder naast de kant st in ribbelst. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder voor 1 kant st als volgt: 2 r samen.
Minder na 1 kant st als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

VERKORTE TOEREN:
Brei verkorte toeren op het voorpand voor een ronde rand langs het werk. Brei ook verkorte toeren tussen patroon A.2/A.3!
Brei verkorte toeren als volgt met de 1e nld aan de goede kant:
Nld 1 en 2: brei 8 st in alle maten, keer en brei de teruggaande nld.
Nld 3 en 4: brei 12 st in alle maten, keer en brei de teruggaande nld.
Nld 5 en 6: brei 16 st in alle maten, keer en brei de teruggaande nld.
Nld 7 en 8: brei 19-19-20-20-19-20 st, keer en brei de teruggaande nld.
Nld 9 en 10: brei 21-21-23-23-21-23 st, keer en brei de teruggaande nld.
Ga verder en brei 3 st meer elke keer dat u keert tot alle st gebreid zijn.
Herhaal vanaf de 1e nld in totaal 5 keer. (De ronde rand meet nu ongeveer 28-31-34-37-41-46 cm langs de buitenrand en 3 cm langs de binnenkant.)

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de tweede en derde st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (gemeten vanaf de markeerder aan de zijkant):
MAAT S: 1-8-15-22-29 cm
MAAT M: 1-8-15-22-30 cm
MAAT L: 1-8-15-22-30 cm
MAAT XL: 1-8-16-23-31 cm
MAAT XXL: 1-8-16-23-31 cm
MAAT XXXL: 1-9-17-25-32 cm
----------------------------------------------------------
VEST:
Wordt heen en weer gebreid in delen op de rondbreinld en later aan elkaar genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 63-71-75-83-91-103 st op (incl. 1 kant st in ribbelst aan elke kant) met rondbreinld 5 mm en Nepal. Brei 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei dan als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 4 st) tot er 2 st over zijn op de nld, brei de 1e st in A.1, 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder in patroon en meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 4 cm naast de kant st in ribbelst aan elke kant van het werk door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen en brei dan de nieuwe st av (gezien aan de goede kant)!
Herhaal dit meerderen elke 4-4-4-3-3-3 cm nog 2-2-2-3-3-3 keer = 69-77-81-91-99-111 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant bij een hoogte van 20 cm voor alle maten af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: 1 keer 3-4-5-6-7-8 st en 1-3-3-6-7-11 keer 1 st = 61-63-65-67-71-73 st. Ga verder in patroon als hiervoor tot het werk 37-38-39-40-41-42 cm meet. Kant in de volgende nld aan de goede kant af voor de hals als volgt: brei de eerste 21-22-22-23-24-25 st, kant de volgende 19-19-21-21-23-23 st af en brei de overgebleven 21-22-22-23-24-25 st. Eindig dan elke schouder apart als volgt: ga verder over de linkerschouder en minder 1 st langs de hals in de volgende nld aan de goede kant = 20-21-21-22-23-24 st voor de schouder. Brei bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm 1 ribbel en kant losjes alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTERKANT/VOORPAND:
Zet 35-38-42-45-50-57 st op (incl. 1 kant st in ribbelst) met rondbreinld 5 mm en Nepal. Brei 1 ribbel in ribbelst. Brei dan als volgt aan de goede kant: patroon A.3 (= 18 st), 16-19-23-26-31-38 st in ribbelst, 1 kant st in ribbelst. Brei bij een hoogte van ongeveer 18-21-23-24-26-30 cm VERKORTE TOEREN - zie uitleg boven en meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld in de 1e herhaling met verkorte toeren 1 st door een omsl te maken tussen A.3 en de st in ribbelst = 36-39-43-46-51-58 st. Brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Herhaal dit meerderen in de laatste nld in de overgebleven patroonherhalingen van met verkorte toeren nog 3-4-1-2-0-0 keer = 39-43-44-48-51-58 st op de nld. Plaats als alle verkorte toeren klaar zijn 1 markeerder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga verder in ribbelst en patroon als hiervoor. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven.
Meerder bij een hoogte van 4 cm aan de zijkant als op het achterpand (dus de korte kant). Na alle meerderingen staan er 42-46-47-52-55-62 st op de nld. Kant bij een hoogte van 20 cm af voor het armsgat aan de zijkant als op het achterpand (dus aan dezelfde kant van het werk als waar u gemeerderd hebt) = 38-39-39-40-41-43 st.
Zet bij een hoogte van 30-31-31-32-32-33 cm de eerste 9 st op de nld aan de goede kant op een hulpdraad voor de hals. Kant dan de st als volgt af elke nld langs de hals: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 2 keer 1 st = 20-21-21-22-23-25 st over voor de schouder. Brei bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm 1 ribbel en kant daarna alle st af.

LINKERKANT/VOORPAND:
Zet op en brei als de rechterkant/voorpand maar in spiegelbeeld. Dus brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en brei dan in patroon als volgt: 1 kant st in ribbelst, 16-19-23-26-31-38 st in ribbelst, A.2 over de overgebleven 18 st op de nld. Maak geen knoopsgaten.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld in averechte tricotst (= av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant).
Zet 42-42-44-44-46-48 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met nld 5 mm en Nepal. Brei 10 cm in ribbelst. Ga verder in averechte tricotst. Meerder in de volgende nld 1 st aan elke kant van de mouw - lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 4-3-3-2½-2-2 cm nog 8-10-10-12-13-14 keer = 60-64-66-70-74-78 st.
Kant bij een hoogte van 50-49-48-47-46-45 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant: 1 keer 3 st, 3 keer 2 st en 1-2-3-4-5-6 keer 1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 57 cm meet, kant dan 1 keer 3 st af aan elke kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 58 cm. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de opzetranden van de zijkantdelen samen middenachter - naai met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen. Naai dan de onderkant van de zijkantdelen aan de onderkant van het achterpand. Naai de schoudernaden samen. Naai zijnaden en de mouwnaden samen naast de kant st en naai de mouwen in het lijf. Naai de knopen op de linker voorbies.

HALSRAND:
Neem ongeveer 72 st op (incl. de st op de hulpdraden) langs de hals. Brei 2 ribbels en kant af aan de verkeerde kant. Knip de draad af en zet vast.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl, 1 st av afh
symbols = brei omsl en st av samen
symbols = breirichting
symbols = begin hier op linkervoorpand/achterpand
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 157-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (66)

country flag Mrs M Ringham wrote:

I am knitting 2nd size when l have not got enough stitches. Should the 8 stitches for the front band be added to the 38 stitches needed to start this piece

18.11.2021 - 13:59

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ringham, in 2nd size you cast on 38 sts for edge/front piece and work as follows (right piece) A.3 (= 18 sts), 19 sts in garter st, 1 edge st in garter stitch = 18+19+1= 38 sts. Happy knitting!

19.11.2021 - 07:42

country flag Giorgia wrote:

Grazie per la spiegazione! ne chiedo un'ulteriore relativa agli INTRECCI per gli scalfi : devo intrecciare a diritto sul ferro a diritto e a rovescio sul ferro rovescio anche se in questo modello le maglie sono lavorate al contrario?

06.07.2020 - 10:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia. Per intrecciare, lavora le maglie come si presentano. In questo caso , ha maglie rov sul diritto del lavoro, quindi le chiude lavorandole a rovescio. Sul rovescio del lavoro ha maglie a diritto e le chiude lavorandole a diritto. Buon lavoro!

06.07.2020 - 16:45

country flag Giorgia wrote:

Problema col DIETRO TAGLIA M. Voi scrivete "lavorare come segue: 1 m di vivagno a m legaccio, A.1 (= 4 m) fino a quando rimangono 2 m sul f, lavorare la 1° m A.1...."perchè la mia penultima maglia risulta essere il gett. +maglia pass. ma il ferro successivo(FERRO ROVESCIO) prevede dopo la m di vivagno 3 m a diritto. Non riesco a capire ????

03.07.2020 - 19:03

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia. Al ferro successivo (sul rovescio) lavora 1 m vivagno, poi lavora il simbolo della prima maglia di A1, (quindi lavora insieme a rov la gettata e la maglia passata), poi 3 maglie diritto e così via in modo che il motivo sia allineato correttamente. Buon lavoro!

03.07.2020 - 22:33

country flag Giorgia wrote:

Innanzitutto vi ringrazio per le celere risposta e per mettere a nostra disposizione questi splendidi modelli, ma non riesco proprio a capire cosa significhi "lavorare 1 ferro diritto dal rovescio del lavoro"..

19.06.2020 - 16:34

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia. Sul davanti sinistro, per iniziare a lavorare il diagramma sul diritto del lavoro (parte del lavoro che si vede quando indossato) è necessario lavorare un ferro a diritto sulla parte del lavoro che rimane all'interno quando il capo è indossato (parte che nelle spiegazione viene indicata come rovescio del lavoro). Buon lavoro!

19.06.2020 - 18:21

country flag Giorgia wrote:

Quando si inizia il davanti sinistro in modo speculare a quello destro non riesco a capire quando scrivete :"Cioè lavorare 1 f dir dal rovescio del lavoro prima di lavorare il motivo". Dopo aver avviato il numero di maglie necessario alla mia taglia e fatta 1 costa a legaccio, cosa devo fare? Lavoro il ferro seguente tutto a rovescio e poi il successivo ferro lo lavoro seguendo lo schema A2?

19.06.2020 - 08:08

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia, deve lavorare 1 costa a legaccio, 1 ferro diritto dal rovescio del lavoro e poi inizia a lavorare il motivo come indicato.

19.06.2020 - 15:48

country flag June Long wrote:

I love this pattern having just purchased it can it be worked on two needles instead of a circular one thank you

02.10.2019 - 15:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Long, this pattern is worked in different pieces worked back and forth on circular needle to get enough room for all stitches, you can here use straight needles instead. Read more here about circular needles. Happy knitting!

02.10.2019 - 16:01

country flag Nicole wrote:

Hallo ich bin gerade beim rechten Vorderteil mit den verkürtzten Reihen fertig,nun heißt es Markierer anbringen die Arbeit wird von hier gemessen. Nun meine Frage: wird die Arbeit an der Blende gemessen oder an der kraus rechten Seite wo die Arbeit ja kürzer ist.? Würde mich über Antwort freuen damit ich weiterstricken kann 😊,lg

13.04.2019 - 10:58

DROPS Design answered:

Liebe Nicole, jetzt messen Sie an der rechten Seite bzw vom Ende den verkürzten Reihen - siehe auch Maßskizze. Viel Spaß beim stricken!

23.04.2019 - 09:33

country flag Diana wrote:

It\'s a very nice pattern and is well explained. Thanks again

29.03.2019 - 05:47

country flag Malika Katharina Raduenz wrote:

Guten Abend,\r\nich verstehe diese Anleitung überhaupt nicht! Wieviele Maschen muss ich anschlagen für Größe XL, 83 oder 85? Und was bedeutet diese Strickrichtung?? Auf mich wirkt diese Anleitung durcheinander und unübersichtlich! Schade.\r\nIch habe schöne Stücke mit Drops gestrickt....\r\nMalika

07.12.2018 - 21:30

DROPS Design answered:

Liebe Frau Raduenz, in der Größe XL schlagen Sie für den Rückenteil 83 M. Rückenteil ist von unten nach oben gestrickt. Dann stricken Sie die beiden Vorderteilen, die zuerst quer von der Mitte Rückenteil gestrickt sind (siehe Pfeil und Sternchen in der Maßskizze), dann stricken Sie die verkürtzten Reihen (gestrichelten Linien) und dann von unten nach oben. Viel Spaß beim stricken!

10.12.2018 - 11:08

country flag Caroline wrote:

So I've come back to this project having got stuck at the start the short rows in size M. I understand how to go through the short rows, but the description says to 'work short rows as follows' do I continue with the existing pattern or do I just knit and purl the short rows? My 1st row from the RS starts on the 7 rib sts. Thank you

14.08.2018 - 16:54

DROPS Design answered:

Dear Caroline, the short rows on front pieces are worked in pattern, starting with the 8 first sts from RS, ie 8 sts in A.3 on right edge/front piece - start reading diagram from RS on the bottom corner on the right side towards the left -and from the left towards the right from WS). Happy knitting!

16.08.2018 - 08:48