DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 25-24
DROPS design: Model nr. z-092-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
100-100-100 (100-150) gr. kleur nr. 8105, ijsblauw
100 gr voor alle maten in kleur nr. 100, naturel

DROPS HAAKNLD 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 26 v x 28 toeren v in de hoogte = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TIP VOOR HET HAKEN:
Begin elke toer met v met 1 l en eindig toer met 1 hv in l van het begin van de toer.
Begin elke toer met stk met 3 l en eindig toer met 1 hv in 3e l van het begin van de toer.
LET OP: Deze l vervangen NIET eerste v/stk op de toer.

STREEPPATROON:
TOER 1 (= aan de verkeerde kant met naturel): haak 1 stk in elke v.
TOER 2 (= aan de goede kant met naturel): haak 1 v in elke stk.
TOER 3 (= aan de verkeerde kant met naturel): haak 1 stk in elke v.
TOER 4 (= aan de goede kant met naturel): haak 1 v in elke stk.
TOER 5 (= aan de verkeerde kant met ijsblauw): haak 1 stk in elke v.
TOER 6 (= aan de goede kant met ijsblauw): haak 1 v in elke stk.
TOER 7 (= aan de verkeerde kant met ijsblauw): haak 1 stk in elke v.
TOER 8 (= aan de goede kant met ijsblauw): haak 1 v in elke stk.
Herhaal steeds toer 1 tot en met 8.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Haak 2 v samen als volgt: steek haak in eerste st en haal garen door, steek haak in volgende st en haal garen door, maak 1 omsl en haal garen door alle 3 lussen op haak.
Haak 2 stk samen als volgt: haak 1 stk in eerste st maar wacht met de laatste doorhaling, haak 1 stk in volgende st maar haal bij laatste doorhaling garen door alle 3 lussen op haak.
----------------------------------------------------------

BROEK:
Wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden, maar keer het werk na elke toer zodat u afwisselend aan de goede kant en aan de verkeerde kant haakt.
Haak 140-147-154 (161-168) l met haaknld 3 mm en ijsblauw en vorm een ring met 1 hv in eerste l. Plaats een markeerder aan het begin van de toer = middenachter.
Haak eerste toer als volgt: 1 l, dan * 1 v in elke van de eerste 6 l, sla 1 l over *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv in eerste v van het begin van de toer = 120-126-132 (138-144) v. Ga verder met 1 v in elke v nog 2 toeren. Haak dan 1 toer met gaatjes voor de strikband als volgt: 4 l (= 1 stk en 1 l), * sla 1 v over, 1 stk in volgende v, 1 l *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv in 3e l van het begin van de toer. Haak op de volgende toer 1 v in elke l en in elk stk. Haak nog 1 toer met 1 v in elke v. Haak nu een ronding op het achterpand als volgt: haak 10 v voorbij markeerder middenachter, keer en haak 1 v in elke van de eerste 20 v, keer, haak 1 v in elke van de eerste 30 v, ga zo verder en haak 10 v meer elke keer tot er in totaal 80-80-100 (100-120) v zijn gehaakt. Keer en haak de teruggaande toer weer tot middenachter.

Ga verder in de rondte over alle st in STREEPPATROON - zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Haak tot een hoogte van 15-17-18 (19-20) cm middenvoor en plaats dan 1 markeerder middenvoor; er zijn 60-63-66 (69-72) st tussen de markeerders middenvoor en middenachter. Meerder op de volgende toer 1 st aan elke kant van de markeerder voor en achter door 2 v/stk te haken in dezelfde st. Herhaal dit meerderen elke toer nog 3-3-4 (4-4) keer (= 4-4-5 (5-5) keer meerderen in totaal) = 136-142-152 (158-164) st in totaal op de toer. Eindig dan de pijpen apart.

PIJP:
Haak hv over de eerste 5 v op de toer, haak dan v over de volgende 58-61-66 (69-72) st en eindig met 5 hv over de laatste 5 v op de toer. Knip het garen af. Haak nu in de rondte en ga verder in streeppatroon in de rondte over deze 58-61-66 (69-72) st. Plaats 1 markeerder aan het begin van de toer = binnenkant pijp. Minder als de pijp 2-2-2 (3-3) cm meet 1 v aan elke kant van de markeerder – LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 2-2½-3 (3½-4½) cm nog 6-6-6 (5-5) keer (= 7-7-7 (6-6) keer minderen in totaal) = 44-47-52 (57-60) v. Ga verder en haak tot de pijp 16-20-22 (27-32) cm meet (eindig na een streep met naturel). Haak dan 8 toeren v met ijsblauw. Hecht af.
Haak de andere pijp op dezelfde manier – De 10 st middenvoor en middenachter = spie.

AFWERKING:
Naai opening tussen pijpen samen met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen.

STRIKBAND:
Haak met naturel op haaknld 3 mm als volgt: * 2 l, 1 v in eerste l *, herhaal van *-* tot strikband ongeveer 80-85-90 (95-100) cm meet, hecht af. Rijg de strikband door de toer met gaatjes aan de bovenkant van de broek – begin en eindig middenvoor.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 11.01.2017
PIJP:
Haak hv over de eerste 5 v op de toer, haak dan v over de volgende 58-61-66 (69-72) st en eindig met 5 hv over de laatste 5 v op de toer.
Gewijzigd online: 05.05.2022
PIJP:
Haak hv over de eerste 5 v op de toer, haak dan v over de volgende 58-61-66 (69-72) st en eindig met 5 hv over de laatste 5 v op de toer. Knip het garen af. Haak nu in de rondte en ga verder in streeppatroon in de rondte over deze 58-61-66 (69-72) st.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 25-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Lisa Juditha Ispas wrote:

Hvorfor skal hæklestykket vendes efter hver omgang, det snor sig helt vildt?

16.11.2015 - 10:38

DROPS Design answered:

Hej Lisa, du må gerne hækle rundt, men mønsteret bliver anderledes. God fornøjelse!

25.11.2015 - 15:41

country flag Kerstin wrote:

Hallo Ich bin gerade am Anfang fürs erste Beinchen und versteh das Ganze mit dem Zwickel nicht Ich versteh den Teil mit den Kett-M überhaupt nicht... übergeh ich die dann bei der nächsten runde und hab dann automatisch weniger Maschen oder mach ich das bis zum ende des beines immer insges. 10 Kett- M pro Bein und so entsteht mein Zwickel? Lg

28.05.2015 - 19:31

DROPS Design answered:

Die Kett-M lassen Sie außer Acht beim Häkeln des Beins. Sie häkeln also nur über die 58-61-66 (69-72) M weiter, in die Sie die fM gehäkelt haben, und zwar in Runden. Es bleiben dann an der anderen Seite auch 5 M bis zur Mitte der Hose übrig, Bsp Gr. S: 136 M gesamt, die Hälfte davon sind 68 M, also 5 Kett-M, 58 M häkeln, 5 M unbehäkelt lassen. Das an der andere Seite ebenso, dann haben Sie vorne 10 M und hinten 10 M unbehäkelt. Die Kett-M werden dabei nur deshalb gehäkelt, um den Faden nicht abschneiden zu müssen, sie sind eigentlich als unbehäkelte M zu verstehen. Sie könnten den Faden also auch nach den ersten 5 M neu ansetzen und diese 5 M einfach auslassen.

31.05.2015 - 09:57

country flag Viard wrote:

Bjr ou puisje trouver les explications pour la rehausse dos de ce pantalon ?? Merci d'avance

14.04.2015 - 13:35

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Viard, pour la ré-hausse dos, procédez ainsi: crochetez 10 ms après le marqueur du milieu dos, tournez et crochetez 20 ms (soit 10 ms avant le marqueur et 10 ms après le marqueur), tournez et crochetez 30 ms, tournez et crochetez 40 ms, tournez et continuez ainsi en crochetant 10 ms en plus à chaque rang jusqu'à ce que vous ayez crocheté un total de 80-100-120 ms (cf taille). Bon crochet!

14.04.2015 - 16:05

country flag Sarah wrote:

Hallo, häkel mit der Anleitung meine erste Hose und hänge nun leider schon an der "Runde " wo die verkürzten Runden gehäkelt werden. Ich habe mir die anfangsmasche markiert gehabt. Nun verstehe ich leider nicht, wenn ich 10 fm häkel,wie dann 10 weiter häkeln soll ( da ja der Abstand immer größer zur vorderen Reihe wird). Vielleicht denke ich auch nur zu kompliziert. Aber ich hoffe man kann mir helfen,ich danke schonmal. Liebe grüße

19.02.2015 - 23:33

DROPS Design answered:

Die verkürzten Reihen häkeln Sie hin und zurück. Sie häkeln 10 M über den Markierer hinaus, wenden und häkeln 20 M zurück, also 10 M über den Markierer in die andere Richtung. Dann wenden Sie wieder und häkeln 30 fM, d.h. 20 fM in die R, die Sie gerade gehäkelt haben und 10 fM in 10 fM der darunter liegenden R, in die Sie in der R davor nicht gehäkelt haben. Wenden und ebenso 40 fM häkeln usw.

23.02.2015 - 09:53

country flag Steffi wrote:

Bin bei der Anleitung für 1-3 Monate, hänge am Beinanfang. Habe 136M in Arbeit. 5km je Seite für Zwickel, 58M pro Bein in Arbeit. Wären 63M je Seite, also 126 gesamt. Fehlen 10M? Oder muss ich die 5km auch vor und nach jeder Markierung (also 10km je Bein) machen? Danke für eine kurze Hilfe

28.01.2015 - 23:59

DROPS Design answered:

Genau, Sie haben vorne und hinten jeweils 10 M für den Zwickel, also insgesamt 20 M in der Mitte zwischen den Beinen, die nicht behäkelt werden.

29.01.2015 - 00:05

country flag Maria wrote:

Angående forhøjningen, når der står hækl 10 masker forbi mærket midt bagpå, hvor skal jeg så starte med at hækle? Midt bagpå eller fem masker fra midt bag på? Og hvis det er fem masker fra midt bagpå, hvordan kommerciel så derhen ?

17.11.2014 - 00:05

DROPS Design answered:

Hej Maria. Starten af din omgang (hvor maerket sidder er midt bagpaa), saa her begynder du ogsaa med forhöjningen. Saa du haekler 10 fm fra maerket, vender og haekler tilbage over 20 fm (du er saa 10 fm paa den anden side af maerket, vend og haekl 30 fm (20 m paa den anden side af maerket) og saa videre.

19.11.2014 - 15:14

country flag Susanne wrote:

Hva menes det med å hekle kjm over de første 5 på omg. Altså hvordan starter jeg med bena?

06.11.2014 - 15:11

DROPS Design answered:

Hej Susanne. Du skal hekle benene hver for sig. Du starter med at hekle 1 km i hver af de förste 5 m paa omgangen og saa hekler du fm over de naeste 58-61-66 (69-72) m og fortsaetter rundt over disse masker. Gentag i den anden side.

07.11.2014 - 12:46

country flag Hilde Brastad wrote:

Det var synd. Jeg forstår ikke helt hvordan den hekles utifra forklaringen.

31.10.2014 - 12:16

country flag Hilde Brastad wrote:

Finnes det bilde eller video av forhøyningen bak?

30.10.2014 - 15:36

DROPS Design answered:

Hej Hilde. Nej, desvaerre ikke endnu, men det staar paa vores liste.

31.10.2014 - 08:56

country flag Maren wrote:

Eine Frage:In der Anleitung steht:In der nächsten Rd auf jeder Seite der vorderen und hinteren Markierung je 1 M aufnehmen.Diese Aufnahmen in jeder Runde noch 3x wdh(= insgesamt 4Aufnahmen)=136M in der Rd.4x2 Maschen aufnehmen sind dann doch aber nur 8 Maschen mehr,also 128.Muss ich 8x Maschen aufnehmen?Und wann genau fange ich mit den Beinen an?Wenn ich acht mal die Frabe gewechselt habe oder wenn ich eine bestimmte Länge gehäkelt habe?

01.09.2014 - 10:00

DROPS Design answered:

Liebe Maren, Sie nehmen jeweils beidseitig jeder Markierung zu, also an jedem Markierer 2 M = 4 M pro Rd. Dann haben Sie also insgesamt 16 zugenommene M. Mit den Beinen fangen Sie direkt nach der letzten Zunahme-Rd an.

01.09.2014 - 12:13