DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Beth

Gehaakte babyjurk met raglan, korte mouwen en waaierranden, wordt van boven naar beneden gehaakt in DROPS BabyAlpaca Silk. Maat 0 tot 4 jaar.

DROPS Baby 25-16
DROPS design: Model nr. bs-009-by
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
100-100-100-150 (150-150) gr. kleur nr. 1306, poeder
50 gr voor alle maten in kleur nr. 0100, naturel

DROPS HAAKNLD 3.5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 stk x 8 toeren in structuurpatroon in de hoogte = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP NR. 521: 3 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Andere DROPS garens in dezelfde garengroep - zie pagina 2. Adviesprijzen - zie pagina 3. Bekijk voor DROPS video’s met relevante technieken dit patroon op www.garnstudio.com.
----------------------------------------------------------

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang eerste v aan begin van elke v toer door 1 l, eindig toer met 1 v in 3e l van begin van vorige toer.
Vervang eerste stk aan begin van elke stk toer door 3 l, eindig toer met 1 stk in l van begin van vorige toer.

STRUCTUURPATROON:
* 1 toer v (aan de verkeerde kant), 1 toer stk (aan de goede kant) *, herhaal van *-* (1 toer v en 1 toer stk = 1 toer in structuurpatroon).

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 v/stk door 2 v/stk in dezelfde st te haken.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. (A.2 voor het meerderen op de kraag).
----------------------------------------------------------

JURK:
Wordt van boven naar beneden gehaakt. Haak heen en weer vanaf middenachter tot na de split achter en haak dan het werk verder in de rondte.

PAS:
Haak 67-71-75-79 (79-83) l (incl. 1 l om mee te keren) met haaknld 3.5 mm en poeder. Haak 1 v in 2e l vanaf haak, haak dan 1 v in elke l de hele toer = 66-70-74-78 (78-82) v op de toer.
Plaats nu 4 markeerders in het werk voor de raglan als volgt (begin middenachter – LET OP: haak de st niet als u de markeerders plaatst): sla 9-10-11-12 (12-13) v over (= rechterachterpand), plaats 1 markeerder in volgende v, sla 13 v over (= mouw), plaats 1 markeerder in de volgende v, sla 18-20-22-24 (24-26) v over (= voorpand), plaats 1 markeerder in de volgende v, sla 13 v over (= mouw) en plaats laatste markeerder in volgende v (er zijn nu 9-10-11-12 (12-13) v op linkerachterpand na laatste markeerder).
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT:
LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak de volgende toer als volgt aan de goede kant:
Haak 1 stk in elke v maar haak in elke v met markeerder 2 stk en 2 l en 2 stk = 78-82-86-90 (90-94) stk op de toer.
Haak dan STRUCTUURPATROON – zie uitleg boven (haak heen en weer met 1 v/stk in elke st van vorige toer maar haak elke toer met v aan de verkeerde kant 2 l boven de 2 l van de vorige toer in de raglanlijnen).
Meerder TEGELIJKERTIJD op de 1e toer aan de goede kant (dus toer met stk) voor de raglan als volgt: haak 2 stk en 2 l en 2 stk in elke l-lus in elke raglanlijn (= 16 stk gemeerderd op de toer - LET OP: haak in beide l-lussen). Herhaal dit meerderen elke toer aan de goede kant nog 3-3-4-4 (5-6) keer (= 4-4-5-5 (6-7) keer in totaal) = 142-146-166-170 (186-206) st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak na de laatste meerdering voor de raglan 1 toer met v aan de verkeerde kant als hiervoor.
Haak de volgende toer als volgt aan de goede kant: haak 1 stk in elke van de eerste 19-20-23-24 (26-29) v (= rechterachterpand), sla de volgende 33-33-37-37 (41-45) v over (= mouw), haak 6-8-6-10 (10-8) l, haak 1 stk in elke van de volgende 38-40-46-48 (52-58) v (= voorpand), sla de volgende 33-33-37-37 (41-45) v over (= mouw), haak 6-8-6-10 (10-8) l en haak 1 stk in elke van de laatste 19-20-23-24 (26-29) v (= linkerachterpand).
De mouwkoppen zijn nu klaar en het werk wordt in de rondte gehaakt.

LIJF:
Vouw het werk rond met de goede kant buiten en de zijkanten middenachter tegen elkaar en haak in de rondte - haak 1 toer met v (haak 1 v in elk stk van de vorige toer en 1 v in elke l onder elke mouw – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN) = 88-96-104-116 (124-132) st op de toer. Plaats 1 markeerder aan elke kant = 44-48-52-58 (62-66) st op het voorpand en achterpand. Ga verder in de rondte in STRUCTUURPATROON.
Meerder bij een hoogte van ongeveer 2 cm vanaf de markeerders onder de mouwen 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 1½-2-3-3 (3-3½) cm nog 5-6-6-7 (8-8) keer (= 6-7-7-8 (9-9) keer in totaal) = 112-124-132-148 (160-168) st. Haak bij een hoogte van ongeveer 13-19-22-25 (28-31) cm vanaf de markeerders (eindig na 1 toer met stk, het meerderen is nu klaar) 1 toer v en meerder TEGELIJKERTIJD 8-2-0-2 (2-0) v gelijkmatig – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 120-126-132-150 (162-168) v. Knip de draad af.
Ga verder met naturel en haak 1 toer v met 1 v in elke v van de vorige toer. Haak dan het waaierpatroon volgens telpatroon A.1, dus haak als volgt:
TOER 1: * 3 l, sla 2 v over, 1 v in volgende v *, herhaal van *-* de hele toer en eindig met 3 l en 1 hv in 1e l van het begin van de toer = 40-42-44-50 (54-56) l-lussen.
TOER 2: haak hv tot midden van eerste l-lus, 3 l (= 1 stk), * 3 stk en 2 l en 3 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* tot 1 l-lus overblijft, haak 3 stk en 2 l en 3 stk in laatste l-lus en eindig met 1 hv in 3e l van het begin van de toer = 20-21-22-25 (27-28) stk-groepen met 1 stk tussen elke stk-groep.
TOER 3-4: 3 l (= 1 stk), * 3 stk en 2 l en 3 stk in l-lus in midden van volgende stk-groep, 1 stk in volgende stk *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 3 stk en 2 l en 3 stk in l-lus in midden van laatste stk-groep en 1 hv in 3e l van het begin van de toer.
TOER 5: haak als toer 3-4 maar haak in l-lus in midden van elke stk-groep 4 stk en 2 l en 4 stk (in plaats van 3 stk en 2 l en 3 stk). Herhaal 5e toer tot rand ongeveer 6 cm meet voor alle maten (of tot de gewenste lengte). Haak dan de laatste toer op dezelfde manier maar met 5 stk en 2 l en 5 stk in l-lus in midden van elke stk-groep.

GEDRAAID KOORD:
Knip 3 draden naturel van 3 meter elk. Draai de draden om elkaar heen tot ze gaan krullen, vouw ze dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde. Rijg het koord op en neer door een toer met stk, ongeveer 2 cm onder het armsgat op de jurk, begin en eindig middenvoor.

STRIK:
Haak 11 l met haaknld 3.5 mm en naturel. Haak eerste toer als volgt: 1 stk in 4e l vanaf haak, 1 stk in elke van de volgende 7 l = 9 stk op toer. Keer het werk en haak STRUCTUURPATROON heen en weer tot het werk ongeveer 10 cm meet – eindig na 1 toer met v. Hecht af. Naai korte zijkanten samen en vorm zo een ring, wind garen rondom midden van ring, trek draad aan en zet vast. Bevestig strik middenvoor op jurk, net boven koord (zie foto).

RONDING OP ACHTERPAND VANAF HALS:
Haak voor een betere pasvorm een kleine ronding op het achterpand vanaf de hals. Plaats 1 markeerder in st in elke hoek van hals, dus aan begin van elke raglanlijn. Neem haaknld 3.5 mm en poeder en haak als volgt: begin middenachter, haak 1 v in elke st tot er 1 st overblijft voor st met markeerder, haak 1 hstk in volgende st, 1 stk in st met markeerder en 1 hstk in volgende st, haak dan 1 v in elke st tot er 1 st overblijft voor volgende st met markeerder, 1 hstk in volgende st, 1 stk in st met markeerder en 1 hstk in volgende st. Ga zo verder tot er 4-4-5-5 (5-6) st over zijn voor markeerder middenvoor.
Keer het werk en haak 1 v in elke v maar haak bij elke markeerder 3 v samen, dus haak 1 v in hstk maar wacht met laatste omsl en doorhaling, haak 1 v in st met markeerder maar wacht met laatste omsl en doorhaling, haak 1 v in volgende hstk maar haal nu laatste omsl door alle 4 st op haak (= 2 v geminderd). Hecht af. Knip de draad af en herhaal vanaf middenachter tot middenvoor aan de andere kant.

KNOOPBIES OP HET ACHTERPAND:
Haak langs de linkeropening middenachter met poeder als volgt: 1 v in elke v toer en 2 v in elke stk toer. Haak in totaal 4 toeren v heen en weer, hecht af.
Haak langs de rechteropening middenachter knoopsgaten als volgt (begin aan de goede kant langs de hals): haak 3 v (1 v in v toer en 2 v in stk toer). 4 l (= 1 knoopsgat), sla ongeveer 1 cm over, haak v tot ongeveer midden op bies, 4 l, sla ongeveer 1 cm over, haak v tot er 1 cm overblijft op de bies, 4 l en zet vast met 1 v in laatste st. Hecht af. Naai de knopen op de bies aan de linkerkant.

HALSRAND:
Haak langs de hals met naturel als volgt: 1 v in eerste st, * 2 l, sla 2 st over, 1 v in volgende st *, herhaal van *-* de hele toer, hecht af.

WAAIERRAND LANGS DE MOUWKOPPEN:
Haak met naturel als volgt: haak 1 v in elke van de 6-8-6-10 (10-8) st midden onder de mouw, haak dan de waaierrand langs de mouwopening als volgt: * sla ongeveer 2 st over, haak in volgende st haak 3 stk en 2 l en 3 stk, sla ongeveer 2 st over, 1 v in volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in eerste v van het begin van de toer (= ongeveer 5-5-6-6 (7-7) waaiers langs de mouwkop). Hecht af.
Herhaal aan de onderkant langs de andere mouwkop.

Telpatroon

symbols = 1 v
symbols = 1 l
symbols = 1 hv
symbols = 1 stk
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 25-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (47)

country flag Ina wrote:

LIJF: rij vasten gehaakt en 2 steekmarkeerders geplaatst aan elke kant. Dan instructie: Ga verder in de rondte in STRUCTUURPATROON. 3 Vragen hierover: 1) beginnen met een structuurpatroon .... moet ik dan nog een toer vasten doen (hiervoor is er net een toer vasten geweest immers) of beginnen met stokjes? 2) er staat 'in de rondte': moet ik nu steeds maar door blijven haken en niet meer keren? 3) als je rond blijft haken, hoe krijg je dan de vasten aan de verkeerde kant?

26.06.2017 - 21:58

DROPS Design answered:

Hoi Ina, Voordat je start met structuurpatroon haak je 1 stokje in elke vaste, zoals beschreven staat in het patroon. Daarna start het structuurpatroon, inderdaad met vasten (1). Bij 'LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN' zie je hoe je de toer eindigt en begint wanneer je in de rondte haakt. Je keert dan inderdaad niet meer als je in de rondte haakt (2) Wat je met vraag 3 bedoelt begrijp ik niet, maar als je in de rondte haakt, haak je steeds op de goede kant, ook de vasten. Hopelijk kom je er zo uit.

29.06.2017 - 13:29

country flag Ina wrote:

LIJF: rij vasten gehaakt en 2 steekmarkeerders geplaatst aan elke kant. Dan instructie: Ga verder in de rondte in STRUCTUURPATROON. 3 Vragen hierover: 1) beginnen met een structuurpatroon .... moet ik dan nog een toer vasten doen (hiervoor is er net een toer vasten geweest immers) of beginnen met stokjes? 2) er staat 'in de rondte': moet ik nu steeds maar door blijven haken en niet meer keren? 3) als je rond blijft haken, hoe krijg je dan de vasten aan de verkeerde kant?

26.06.2017 - 09:05

country flag Veronica wrote:

Buongiorno, sto iniziando questo modello ed é la prima volta che lavoro un raglan. Quando nelle istruzioni dello sprone scrivete "saltare 11maglie" si intende lavorarle normalmente prima di inserire il segno? E non capisco nemmeno l'indicazione che dice di non lavorare le maglie mentre si inseriscono i segni: Bisogna fare un buco? Ma in quel modo i punti diminuiscono... Grazie dell'aiuto!

31.03.2017 - 16:35

DROPS Design answered:

Buongiorno Veronica. Dopo aver lavorato la prima riga, si ferma ed inserisce i segni senza lavorare nessuna maglia. Quindi conta 11 m.b e inserisce 1 segno nella m successiva; da lì, conta 13 m.b e inserisce 1 segno nella m successiva e così via come indicato nel testo. Buon lavoro!

31.03.2017 - 17:29

country flag Mia wrote:

Jeg har 8 m da jeg laver den næste str. Men skal jeg så markere m 4 eller 5 ? Forstår ikke helt hvad maske det skal være, nu det er et lige antal m under ærmet😊

13.03.2017 - 12:18

DROPS Design answered:

Hej Mia. Du skal saette imellem maskerne, saa med 8 m har du 4 paa hver side under aermet....

13.03.2017 - 14:24

country flag Mia wrote:

Hejsa Jeg er igang med jeres fine kjole i str. 1/3 mdr, er dog gået i stå ved følgende stykke: sæt 1 mærke i hver side = 48 m på for- og rygstk. Jeg forstår ikke helt hvor jeg skal tælle fra, kan se I har svaret på en norsk kommentar og ved de skal være i armhulen men hvordan? Jeg er sluttet midt bagpå og har de 96 m rundt. Hvis jeg tæller 48 m fra begyndelse og slutningen ender jeg i de 2 miderste m foran🙃🙃

10.03.2017 - 22:01

DROPS Design answered:

Hej Mia. Du har 6 fm under hvert aerme, saa du saetter dit maerke i midten af disse 6 fm (altsaa 3 fm paa hver side under aermet) og det gör du i begge sider, og saa burde du have 48 paa for- og rygstk.

13.03.2017 - 12:07

country flag Jorunn K Almendingen wrote:

Hei! Litt nytt for meg dette. Angående bærestykke med raglan. Hekles det sammen (rundt)? Eller i to deler og sammen når man starter på bolen? mvh Jorunn

28.02.2017 - 16:06

DROPS Design answered:

Hei Jorunn. Du hekler baerestykket frem og tilbage og naar du kommer til bolen hekler du videre rundt.

28.02.2017 - 16:08

country flag Hilde wrote:

Hei! Hekler i str 6/9 mnd og skal starte med bol, men skjønner ikke når det står i oppskriften "Sett 1 merke i hver side = 44-48-52-58 (62-66) m på for- og bakstk". Fra hvilken maske skal jeg begynne å telle? Blir det 2 merker jeg skal sette? Og blir det foran/bak eller på sidene?

21.01.2017 - 19:05

DROPS Design answered:

Hej Hilde. Du skal saette 2 merker i arbejdet, i begge sider, saa du har 52 m paa for- og bakstk. Siden er i midten af de 6 lm som du har under hvert erme.

23.01.2017 - 14:46

country flag Melanie wrote:

Bonjour je viens de terminer le raglan et j'ai fermé les manche, j'ai le bon nombre de maille, j'ai fermé le dos avec le rand de MS, par contre je n'ai pas saisi ou se place les marqueurs ? Sous les manche? Car a 44 mailles c'est tou juste la moitier?? Merci de m'éclairer !

25.05.2016 - 21:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mélanie, les marqueurs des côtés se mettent au milieu des chaînettes montées sous les manches (soit les 6 ml - 1ère taille - vous avez ainsi 3 des nouvelles mailles sur la chaînette sous la manche de chaque côté du marqueur). Bon crochet!

26.05.2016 - 09:45

country flag Susanne wrote:

Jeg er igang med at hækle kjolen i str 1/3 måneder, og er nået til at skulle hækle det nederste af bærestk. Jeg forstår det ikke helt, har hæklet de første 20 st= højre rygstk og skal springe 33 fm over, skal de hækles og hvad med de to lm der er over buerne hvad skal man med dem

02.03.2016 - 08:24

DROPS Design answered:

Hej, Efter de første 20 st, hækler du 8 lm hopper over 33m og fortsætter i den 34.m. God fornøjelse!

02.03.2016 - 13:56

country flag Melissa Dryden wrote:

I am so confused with where is says to finish the round with 1sl St in 3rd chain from beg of row ( I think I got that) but then what does finish row with 1dc in chain from beginning of previous row mean? I'm not sure where that stitch would go.

27.02.2016 - 21:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dryden, when you work in rows (back and forth), the last st on row is worked in the 3rd ch from beg of previous row (the 3 ch replace the 1st dc at beg of each row) - as shown in video below. Happy crocheting!

29.02.2016 - 09:16