DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Evangeline

Gebreid DROPS gilet in ribbelst in een cirkel gebreid met kantpatroon van "Paris". Maat: S - XXXL.

DROPS 154-35
DROPS design: Model nr. w-508
Garengroep C van A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
500-600-700-750 gr. kleur nr. 38, koraal

DROPS RONDBREINLD 5 mm (60 cm) - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st keer 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1 (= 9 st). Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET METEN:
Alle lengtematen worden aan de korte kant gemeten.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder naast de eerste st in ribbelst aan de zijkant en brei de gemeerderde st in ribbelst. Meerder door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl gedraaid r (dus brei achter in de st in plaats van voor in de st) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET OPNEMEN VAN STEKEN:
Rechterkant van het werk:
* Neem 1 st op in het buitenste lusje van volgende st/nld op het achterpand aan het einde van de nld aan de goede kant met de linkernld, zet deze nieuwe st op de rechternld en haal de laatst gebreide st over de nieuwe st, brei 1 ribbel*, herhaal van *-* elke nld aan de goede kant (dus de zijkant van het werk wordt nu samengebreid met het achterpand).
LET OP: om te zorgen dat het patroon uitkomt op het achterpand is er 1 ribbel meer aan de rechterkant van het werk dan aan de linkerkant van het werk.
Linkerkant van het werk:
Neem st als op de rechterkant, maar begin aan het begin van elke nld aan de goede kant.
----------------------------------------------------------

GILET:
Het gilet wordt in 3 delen gebreid: 1 achterpand (A) en 2 zijkantdelen (B) – deze worden gebreid vanaf middenachter van het achterpand tot middenachter bij de hals. Ze worden aan het achterpand vast gebreid en ze worden later tot een ring gesloten –
zie fig.1.

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 29-33-39-47 st op met rondbreinld 5 mm en Paris. Plaats 1 markeerder na 15-17-20-24 st. Verbind later het rechterdeel en het linkerdeel met het achterpand aan elke kant van deze markeerder. Brei in RIBBELST – zie uitleg boven – en zet TEGELIJKERTIJD 2 st op aan elke kant van het werk aan het einde van de volgende twee nld, herhaal dit meerderen aan elke kant nog 2 keer, zet dan 1 st op aan elke kant van het werk aan het einde van de volgende twee nld en herhaal dit meerderen nog 9 keer = 61-65-71-79 st op de nld. Brei dan als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 5-7-3-7 st in ribbelst, A.1 (= 9 st), * 5 st in tricotst, A.1 *, herhaal van *-* 3-3-4-4 keer in totaal, eindig met 5-7-3-7 st in ribbelst. Ga zo verder in patroon in de hoogte. Meerder bij een hoogte van 14-13-13-12 en 15-14-14-13 cm 1 st aan elke kant = 65-69-75-83 st op de nld (= in de 1e of 4e nld van A.1) – brei de gemeerderde st in ribbelst. Meerder bij een hoogte van 16-15-15-14 cm 1 st voor de mouw aan elke kant – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 2 nld in totaal 6 keer. Als alle meerderingen gemaakt zijn, staan er 77-81-87-95 st op de nld (= op 1e of 4e nld in A.1). Brei tot een hoogte van 30-30-31-31 cm – pas zo aan dat het na de 1 herhaling van A.1 in de hoogte is – en kant dan de middelste 21-23-25-27 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant 1 st af in de volgende nld richting de hals = 27-28-30-33 st over op elke schouder. Ga verder in patroon over de overgebleven st. Kant af bij een hoogte van 32-32-33-33 cm, pas zo aan dat het na 1 patroonherhaling in de hoogte is.

RECHTERZIJKANT:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 52-56-60-64 st op met rondbreinld 5 mm en Paris. Deze opzetrand is gemarkeerd met een E op de tekening. Brei in ribbelst en brei TEGELIJKERTIJD het werk samen met het achterpand vanaf de markeerder – ZIE TIP VOOR HET OPNEMEN VAN STEKEN – en brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren, begin aan de goede kant als volgt: * brei 2 nld over alle st, brei dan 2 nld over de eerste 34-36-40-42 st, brei dan 2 nld over de eerste 17-18-20-21 st *, herhaal van *-* tot het werk 18-19-21-23 cm meet aan de korte kant – LEES TIP VOOR HET METEN.


LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder en brei TEGELIJKERTIJD als volgt in de volgende nld aan de goede kant: 7 st in ribbelst (= voorbies), A.1 4-5-5-6 keer in totaal en eindig met 9-4-8-3 st in ribbelst, brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 19-20-22-24 cm als volgt aan de goede kant: * 2 nld over de eerste 25-34-34-43 st (7 st in ribbelst, A.1 2-3-3-4 keer in totaal), 2 nld over de eerste 34-43-43-52 st (7 st in ribbelst, A.1 3-4-4-5 keer in totaal), 2 nld over alle st *, herhaal van *-* tot het werk 36-37-39-41 cm meet – denk om de TIP VOOR HET METEN. De verkorte toeren zijn nu klaar. Het verbinden is klaar als er 1 st is gemeerderd voor de mouw op het achterpand. Ga verder in patroon.

Meerder als het verbinden klaar is voor de mouw aan de zijkant als op het achterpand (= 6 st gemeerderd) = 58-62-66-70 st op de nld (= op 1e of 4e nld in A.1). Brei dan in patroon en in ribbelst over alle st. Kant bij een hoogte van 54-56-59-62 cm de buitenste 27-28-30-33 st af aan de linkerkant voor de schouder – pas zo aan dat het na 1 herhaling van A.1 in de hoogte is = 31-34-36-37 st over voor de sjaalkraag. Brei de rest van de nld. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga nu verder in ribbelst en brei als volgt aan de goede kant: * 2 nld over de eerste 23-26-28-29 st, 2 nld over alle st *, herhaal van *-* tot het werk klaar is. Kant af bij een hoogte van 7-8-8-9 cm (gemeten op de korte kant).

LINKERZIJKANT:
Zet op en brei als de rechterzijkant maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
- Zie tekening. Naai in de buitenste lusjes van de kant st en zorg dat de naad niet te strak wordt. Naai de zijkantdelen samen aan de onderkant (E aan E) en bij de hals (D aan D). Verbind de zijkanten met het achterpand door de schoudernaden te sluiten (C) en naai de kraag langs de hals op het achterpand (G).

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.05.2014
Onder TIP VOOR HET OPNEMEN VAN STEKEN:* Neem 1 st op in het buitenste lusje van sw volgende st/nld op het achterpand aan het einde van de nld aan de goede kant met de linkernld, zet deze nieuwe st op de rechternld en haal de laatst gebreide st over de nieuwe st, brei 1 ribbelb*, herhaal van *-* + onder RECHTERZIJKANT: ...denk om de TIP VOOR HET METEN. De verkorte toeren zijn nu klaar. Het verbinden is klaar als er 1 st is gemeerderd voor de mouw op het achterpand. Ga verder in patroon. Meerder als het verbinden klaar is voor de mouw aan de zijkant als op het achterpand (= 6 st gemeerderd) =...

Telpatroon

symbols = achterpand
symbols = zijkant
symbols = schouder
symbols = halsrand middenachter
symbols = middenachter, onderkant
symbols = achterpand
symbols = hals
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st r samen
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 154-35

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (56)

country flag Elsy wrote:

Förklara: Bakstycket "Sticka RÄTST... SAMTIDIGT som det läggs upp 2 m i varje sida av arb i slutet på de två nästa varven, upprepa ökningen i varje sida 2 ggr till." Hur många varv ska jag ha stickat? Hur många maskor ska nu finnas på stickan?

06.03.2019 - 17:19

DROPS Design answered:

Hei Elsy. Du skal øke 2 masker på slutten av de 2 neste pinnene (2 masker økt i hver side = totalt 4 masker økt). Dette skal du gjenta 2 ganger til, altså toatlt 3 ganger. Det vil si: Du skal ha strikket totalt 6 pinner, med økning i slutten av hver pinne = 12 masker økt. Videre skal du øke 1 maske på slutten av hver pinne i hver side (= 2 pinner strikket), dette skal du gjenta 9 ganger til. God fornøyelse

12.03.2019 - 14:09

country flag Tina Tolias wrote:

Totally confused with the measurements, can you please tell me what size I need to knit for someone with a total measurement around the bust of 109cm. Thank you

16.04.2018 - 11:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tolias, you will find all measurements for each size in the measurement chart. Compare these measurements to a similar garment the lady has and likes the shape (eg A = back piece, find bottom measurement of back piece at the bottom of chart and top measurements (shoulders) at the top). Read more about sizing here. Happy knitting!

16.04.2018 - 13:19

country flag Vibeke Nyrop wrote:

Modellen er strikke i en størrelse M - og bagstykket ser fint ud, men forsiden er blevet for stor. Stykket med mønster hænger og er meget løst, både i længden og i bredden. Vi mener at have fulgt opskriften fuldt ud, og vil være meget glad for at få hjælp til at få lavet vesten færdig.

19.01.2018 - 14:04

DROPS Design answered:

Hej, Du ser målene på forstykket nederst i opskriften. Det lyder til at selve mønsteret kan være strikket lidt for løst, det er muligt du skulle have brugt et pinde nummer mindre. Hvis du er næsten færdig går det så ikke at forkorte det lidt istedet for at trevle op?

30.01.2018 - 11:00

country flag Conny Fox wrote:

How do I knit the A1 pattern for the left edge? If I start on the wrong side for the short rows the A1 pattern faces the wrong side. Thanks

23.05.2017 - 05:59

DROPS Design answered:

Dear Conny, instead of the first row, start the pattern at the second row, so the pattern will face the roght side. Since the pattern is simmetric it does not matter if you read the chart from left to right, or from right to left. I hope this helps. Happy Knitting!

23.05.2017 - 07:09

country flag Conny Fox wrote:

Vest left side: cast on 52, connect to back piece knit 2 rows .knit again 52 (RS), turn and now (WS) knit the first 34, turn (RS) knit 2nd row of 34, turn (WS) knit 17, turn, which brings me to the RS, turn, now I am on WS, knit 52, turn, connect to back, knit the 2nd row of 52. Which is now the RS row. Correct? So instead of starting the first 34,17 and again the 52 st on the RS, this time it is starting on the WS (the wrong side = the first row). Will this work with the pattern? Thank you

19.05.2017 - 22:56

DROPS Design answered:

Hi Conny, As long as you begin with WS instead of RS, you can follow the instructions for Right Edge Piece. So you repeat from *-* until the piece measures 18cm at the shortest point. I hope this helps. Kind regards, Deirdre

21.05.2017 - 10:32

country flag Conny Fox wrote:

I have trouble with the measurements. especially when it comes to the sides. I knitted the pattern with the short rows but i am so confused on how to measure the lenght. I need to stop at 36 cm to do the next step. From where to where do I measure? Especially when the piece curves up. The diagrams doesn't help me. Thank you

12.05.2017 - 21:37

DROPS Design answered:

Dear Connie, first you should measure the piece from the cast on row, then, after you separated the body and the sleeves, you should measure from the point the stitches were separated. I hope this helped. Happy Knitting!

13.05.2017 - 01:50

María Noé wrote:

Hola! Si, eso es lo que hice en el punto musgo (comenzar las vueltas acortadas por el LR). Cuando comienzo con el patrón debo realizar unas vueltas (4 vueltas según mi frente derecho) hasta que la pieza mida 19 cm y luego comenzar con las vueltas cortas, es ahí donde tengo el problema, porque si doy una vuelta (larga) mas para quedar del lado correcto para la vueltas cortas, me cambia el dibujo del patrón, es así?? Muchas gracias

06.03.2016 - 19:31

DROPS Design answered:

Hola María, cuando alcanzamos la medida para comenzar el dibujo, trabajamos la sig fila por el LD (lado derecho) como sigue: 9-4-8-3 pts en pt musgo, A.1 4-5-5-6 vcs en total, 7 pts en pt musgo (= borde). En la sig fila (LR) comenzaríamos las filas acortadas.

09.03.2016 - 13:35

María Noé wrote:

Hola! Si he te tejido la orilla derecha sin problemas. De la orilla izquierda he hecho la parte de punto musgo y he comenzado con el patrón, pero cuando debo comenzar con las vueltas cortas, quedo en la parte opuesta de donde debería realizarlas. No puedo comprender como trabajar a la inversa y que el patrón me quede del lado derecho, he probado de muchas maneras y no lo logro. Muchas gracias!!

02.03.2016 - 11:49

DROPS Design answered:

Hola María Noé, en la orillla izquierda las vueltas acortadas se comienzan a trabajar por el LR (lado revés). ¿puede ser ese el error?

06.03.2016 - 10:57

María Noé wrote:

Hola! Estoy haciendo la orilla de frente izquierdo, logre realizar el punto musgo, pero cuando debo comenzar con las vueltas cortas del patrón no logro que me quede el dibujo correctamente. Podrías explicarme como debo hacer? Muchas gracias!!

01.03.2016 - 16:34

DROPS Design answered:

Hola María Noé, entiendo que has tejido ya la orilla derecha y no has tenido problemas. En la orilla izquierda, podrías concretar en que parte está el problema? es en la parte de A.1 o al principio? es por trabajar a la inversa?

02.03.2016 - 10:28

country flag FAIX wrote:

Je ne comprends pas les explications (astuce pour relever les mailles)ainsi que dans le paragraphe (lire attentivement la suite continuer à relever les mailles. Mais où ? Merci

18.10.2015 - 17:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Faix, la bordure devant droit est assemblée au fur et à mesure au dos: relevez 1 m du dos en fin de rang sur l'endroit (devant droit), et passez la dernière m du devant par-dessus la m relevée. On tricote ensuite 7 m point mousse, 4-6 fois A.1 (cf taille) et 9-3 m point mousse, et, en même temps, on tricote des rangs raccourcis comme indiqué pour former l'arrondi du devant. Bon tricot!

19.10.2015 - 09:45