DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 154-36
DROPS design: Model nr. cm-006
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio
300-300-350-400 gr. kleur nr. 13, koraal

DROPS RONDBREINLD (40 en 60 of 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm of 1 herhaling van A.1 = 4 cm breed.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
A.1 en A.2 laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Brei in patroon als volgt: * A.1 7 keer in de hoogte, 1 ribbel, A.1 3 keer in de hoogte, 1 ribbel, A.1 2 keer in de hoogte , 1 ribbel, A.1 1 keer in de hoogte * , van *-* voor de rest van het werk.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet losjes 134-156-178-200 st op (incl. 1 kant st in ribbelst aan elke kant) met rondbreinld 4 mm en Cotton Merino. Brei de volgende nld (= aan de goede kant) als volgt: 1 kant st in ribbelst, patroon volgens telpatroon A.2 (= 11 st op de 1e nld in het telpatroon) over alle st op de nld = 12-14-16-18 patroonherhalingen in de breedte en eindig met 1 kant st in ribbelst. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, staan er nog 110-128-146-164 st op de nld. Brei dan als volgt: 1 kant st in ribbelst, patroon volgens telpatroon A.1 (= 9 st) 12-14-16-18 keer in totaal in de breedte, 1 kant st in ribbelst. Ga verder in PATROON - zie uitleg boven. Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 33-35-38-39 cm 2 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld voor de armsgaten = 114-132-150-168 st. Ga verder in patroon als hiervoor maar nu met 3 kant st in ribbelst aan elke kant. Kant bij een hoogte van 51-55-59-61 cm de middelste 34 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant 1 st af aan het begin van de nld langs de hals = 39-48-57-66 st over voor de schouder. Kant bij een hoogte van 54-58-62-64 cm alle st af. Brei de andere schouder.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand. Zet bij een hoogte van 48-52-54-56 cm de middelste 24 st op een hulpdraad voor de hals en eindig elke kant apart. Kant dan af aan het begin van elke nld langs de hals: 2 keer 2 st en 2 keer 1 st = 39-48-57-66 st over voor de schouder. Kant bij een hoogte van 54-58-62-64 cm alle st af. Brei de andere schouder.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden samen in de buitenste lusjes van de kant st. Knip de draad af en zet vast.

HALSRAND:
Neem ongeveer 80-88 st op langs de hals incl. de st op de hulpdraad aan het voorpand. Brei 3 ribbels in RIBBELST in de rondte op de rondbreinld - zie uitleg boven. Kant losjes alle st af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.03.2014
Onder PATROON
Zie telpatronen A.1 en A.2.
A.1 en A.2 laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Brei in patroon als volgt: * A.1 7 keer in de hoogte, 1 ribbel, A.1 3 keer in de hoogte, 1 ribbel, A.1 2 keer in de hoogte , 1 ribbel, A.1 1 keer in de hoogte * , van *-* voor de rest van het werk.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 154-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Niget wrote:

Bonjour. J'ai vu que ce modèle se tricote avec des aiguilles circulaires en -retours. Est-ce que je peux le faire avec des aiguilles simples. Est-ce que le sens des explications du point fantaisie devrait changer? merci

26.07.2023 - 17:30

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Niget, tout à fait, on tricote ici en allers et retours sur aiguille circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles, seul le col sera tricoté en rond (pour éviter cela, faites la couture de l'une des épaules seulement, relevez les mailles du col, puis tricotez en rangs et faites ensuite la couture de la 2ème épaule et du col). Retrouvez plus d'infos à ce sujet ici. Bon tricot!

28.07.2023 - 07:54

country flag Aliene wrote:

Problemi con A2. Può spiegarmi meglio? I punti poi con A1 non corrispondono. Ho fatto campione con 2 motivi A1 montando 18 punti + 2 di vivagno totale 20. Ma A2 non corrisponde.

04.04.2022 - 09:19

DROPS Design answered:

Buonasera Aliene, nella lavorazione del top si lavora prima A.2 e poi A.1 perchè sul 1° ferro di A.2 si diminuiscono 2 maglie per ogni ripetizione di A.2. Buon lavoro!

05.04.2022 - 19:11

country flag Airi wrote:

Not that instruction explains those raised loops at all that twist the knit a few times. I do not understand. A2 pattern round is not explained in the middle of the knit?

09.11.2020 - 10:55

DROPS Design answered:

Dear Airi, A.2 will be worked only one time in height (but repeated 12 to 18 times in the round, see size), this means on first round in A.2 work: *K2 tog, K7, slip 1 st as if to K, K 1, psso*, repeat from *-* (there are now 9 sts in each A.2). On round 2, purl all stitches. Hope this helps, happy knitting!

09.11.2020 - 11:48

country flag Barbara wrote:

Sieht toll aus, aber wenn mich nicht alles täuscht sind Strickbild im Foto und die Strickschrift A1 nicht identisch. Auf dem Foto sieht es so aus, als ob nur die Reihen mit den Abnahmen und nicht noch zusätzlich eine Reihe rechts, Rückreihe links gestrickt wurden. Bleibt dann die Zählweise die gleiche, also 7xA1 usw.?

18.06.2015 - 18:30

DROPS Design answered:

A.1 ist komplett mit allen Hin- und Rück-R dargestellt und korrekt, das Diagramm passt so auch zum Foto. In den Hin-R machen Sie die Musterung mit Löchern und Zusammenstricken, in den Rück-R stricken Sie links. Die Rück-R sind nötig, damit das Muster so erscheint, wie es erscheint, die Umschläge müssen abgestrickt werden, damit sich die Löcher wie auf dem Bild ergeben. Halten Sie sich also einfach genau an die Anleitung, dann sollte es gelingen.

24.06.2015 - 10:52

country flag Sara wrote:

132-24=108:2= 54 per axel.Avm. 6 m(2,2,1,1)=48

10.08.2014 - 13:43

country flag Carina Gulliksson wrote:

Har stickat detta linne och får inte ihop maskantalet på framstycket....lägger upp 156 m till stl m stickar som bakstycket och sen lägger 2 nya m i var sida som stickas r....= 160 m sen ska de mittersta 24 m sättas på en tråd = 136 m...sen ska det maskas av 2 maskor 2 gånger= 4 m och 1 m 2 gånger = 2 då har jag 65 maskor kvar på var sida och enl mönstret ska det vara 48...jag får i alla fall inte ihop det , så nu gjorde jag lite som jag ville M V H Carina Gulliksson

08.08.2014 - 16:57

DROPS Design answered:

Men har du minskat till 128 m som du gjorde på bakstk ?

04.09.2014 - 11:41

Anna wrote:

What does "1 ridge" mean?

02.06.2014 - 14:31

DROPS Design answered:

Dear Anna, 1 ridge = K 2 rows when worked back and forth or K1 round, P1 round when worked in the round. Happy knitting!

03.06.2014 - 09:57

country flag OROBINO wrote:

Pourquoi les modèles sont-ils prévus avec des aiguilles circulaires et non pas droites? Merci pour votre réponse.

08.05.2014 - 19:38

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Orobino, ce modèle se tricote en allers et retours sur aiguille circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles. Vous pouvez ainsi le tricoter sur aiguilles droites, veillez à bien conserver la bonne tension (mailles plus serrées). Pour le col, cousez 1 seule épaule avant de relever les mailles puis faites la couture de la 2ème épaule et du col. Bon tricot!

09.05.2014 - 08:43

country flag Michaela wrote:

Sehr schönes Top, das Muster lässt sich gut stricken und die Wolle ist wunderschön von der Farbe, Verarbeitung und so weich. Danke

07.05.2014 - 22:58

country flag Geier Petra wrote:

Hallo zusammen,ist das garn für einen sommerpulli nicht zu warm,und kratzt es???

01.05.2014 - 13:33

DROPS Design answered:

Liebe Frau Geier, das Garn hat einen hohen Baumwollanteil (fast die Hälfte ist Baumwolle), darum ist es auch für leichtere Kleidung geeignet, trotz der Merinowolle. Außerdem ist das Modell durch das Lochmuster sehr luftig. Das Garn ist auch für Babykleidung geeignet, was nicht gut ginge, wenn es kratzen würde. Lesen Sie hierzu doch auch unsere Beschreibung zu Cotton Merino, die Sie bei der Farbkarte finden. Bei starker Wollempfindlichkeit können Sie als Garnalternative Cotton Light wählen, aus Baumwolle und Polyester.

01.05.2014 - 17:18