DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 153-12
DROPS design: Model nr. w-523
Garengroep C of A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
550-600-650-700-750-800 gr. kleur nr. 16, wit

DROPS RECHTE BREINLD 5.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt heen en weer gebreid op de nld in delen en de delen worden aan het einde elkaar genaaid.

VOORPAND:
Zet 76-83-88-94-103-113 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met nld 5.5 mm en brei 3 ribbels in ribbelst. Brei dan in tricotst met 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - aan elke kant van het werk. Meerder bij een hoogte van ongeveer 2 cm 1 st aan elke kant, meerder met 1 omsl naast de kant st, brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Herhaal dit meerderen ongeveer elke 3-3½-3½-3-3½-3½ cm nog 11-10-10-12-10-10 keer (= 12-11-11-13-11-11 keer in totaal) = 100-105-110-120-125-135 st op de nld.

Brei tot het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet en plaats een markeerder aan elke kant om aan te geven tot waar later de mouwen in de trui genaaid moeten worden. Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, herhaal A.1 tot er 4 st over zijn op de nld, 1 st av, 1 st gedraaid r, 1 st av en 1 kant st in ribbelst. Brei de gedraaid st ook gedraaid av aan de verkeerde kant. Brei zo tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.1 in de hoogte is. Brei de eerste 35-37-39-44-46-51 st als hiervoor, kant de volgende 30-31-32-32-33-33 st af en brei de rest van de nld als hiervoor. Brei elke schouder apart – kant TEGELIJKERTIJD 1 st af aan het begin van elke nld langs de hals 3 keer in totaal = 32-34-36-41-43-48 st over op elke schouder. Ga verder tot een totale hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm en kant alle st af.

ACHTERPAND:
Brei als het voorpand MAAR brei tot het werk 50-52-54-56-58-60 cm en kant dan pas af voor de hals – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.1 in de hoogte is. Brei als hiervoor over de eerste 33-35-37-42-44-49 st, kant de volgende 34-35-36-36-37-37 st af en brei de rest van de nld als hiervoor. Brei elke schouder apart – kant TEGELIJKERTIJD 1 st af aan het begin van de volgende nld langs de hals = 32-34-36-41-43-48 st over op elke schouder. Brei tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet en kant dan alle st af.

MOUW:
Zet 45-45-50-50-53-53 st op met nld 5.5 mm (incl. 1 kant st aan elke kant) en brei 3 ribbels heen en weer op de nld. Brei dan als volgt: 1 kant st in ribbelst, 0-0-0-0-2-2 st av, A.1 tot er 4-4-4-4-5-5 st over zijn, 1 st av, 1 st gedraaid r, 1-1-1-1-2-2 st av en 1 kant st in ribbelst. Brei de gedraaid st ook gedraaid av aan de verkeerde kant. Brei tot het werk 12 cm meet – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.1 in de hoogte is. Brei dan in tricotst en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st naast de kant st in ribbelst aan elke kant, herhaal dit meerderen ongeveer elke 6½-4½-4½-3½-4-2½ cm nog 3-4-4-5-4-5 keer (= 4-5-5-6-5-6 keer in totaal) = 53-55-60-62-63-65 st op de nld. Brei tot het werk 34-33-33-31-30-28 cm meet en kant af (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING EN HALSRAND:
Naai een schoudernaad dicht en laat de andere open. Neem 80-100 st op aan de goede kant langs de halsrand. Brei 3 ribbels heen en weer op de nld en kant dan alle st af. Naai de andere schoudernaad dicht en naai de zijkant van de halsrand dicht. Naai de mouwen in de trui tussen de twee markeerders op het voorpand en achterpand. Naai de onderarmnaden dicht een naai de zijnaden dicht naast de kant st.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 20.03.2014
Onder ACHTERPAND (nieuw aantal st voor de schouder): Brei als het voorpand MAAR brei tot het werk 50-52-54-56-58-60 cm en kant dan pas af voor de hals – pas zo aan dat het na een hele herhaling van A.1 in de hoogte is. Brei als hiervoor over de eerste 33-35-37-42-44-49 st, kant de volgende...
Gewijzigd online: 02.06.2014
Nieuw hoeveelheid garen: Materiaal: DROPS PARIS van Garnstudio
550-600-650-700-750-800 gr. kleur nr. 16, wit

Telpatroon

symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei de omsl op de volgende nld av
symbols = 1 st av afh, 2 st r, haal de afgehaalde st over de 2 gebreide st.
symbols = deze st is er niet deze nld
symbols = gedraaid recht aan de goede kant, gedraaid av aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, laat de omsl in de volgende nld van de nld glijden
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 153-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Kath wrote:

Where's A1? I don't see it in the pattern.

13.05.2022 - 23:52

DROPS Design answered:

Dear Kath, you can find chart A.1 just under the sleeve in the measurements sketch, below the pattern instructions. Happy knitting!

15.05.2022 - 22:32

country flag Eva wrote:

Nagyon orulok, hogy vannak ezek a mintak, de a megadott fonalmennyiseg nem elegendo. Hogy leget az, higy a magyar leirasban kevesebbet adnak meg, mint pl az angolnal?

25.12.2021 - 20:08

country flag Jackie wrote:

This is a lovely jumper and worth the time and effort it took to work out the pattern! Last advice very helpful however you do need to remember that rows 1 and 3 you start with the pattern as stated but with rows 2 and 4 you need to first do 4 stitches (plus the edge stitch makes 5 total) as follows: K (edge stitch), K1, P1 twisted, K1 then do the pattern. Also, don't forget to drop the yarn overs in row 3. They are there purely to make the thread loose enough to go over 2 stitches.

12.08.2020 - 17:39

country flag Victoria wrote:

Thank you so much :)

09.07.2020 - 16:16

country flag Victoria wrote:

I have read the lesson but still find it confusing - perhaps it is my age. I cannot see how hard it would be to provide 4 lines of pattern for those of us who are struggling with the digram

08.07.2020 - 17:12

DROPS Design answered:

Hi Victoria, The jumper is worked back and forth, so the rows alternate from the right side to the wrong side (when working from the wrong side, you work from left to right). Starting on the right side the pattern is as follows Row 1: P1, K1 twisted, P1, K1. 1YO, K1, repeat. Row 2: P3, 1YO, K1, P1 twisted, K1, repeat Row 3: P1, K1 twisted, P1, slip 1, k2, psso, repeat Row 4: P2, K1, P1 twisted, K1, repeat. Happy knitting!

09.07.2020 - 07:39

country flag Victoria wrote:

I have read all the Q&As but I'm still struggling with the pattern in the A1 diagram. Is it possible to PLEASE just write out the full instructions. From the numbers of questions here I am sure many knitters would appreciate it. Thx

08.07.2020 - 15:54

DROPS Design answered:

Dear Victoria, The DROPS patterns are knitted and crocheted by thousands and thousands of people  around the world. We understand however that in certain countries, with different knitting/crochet traditions than Scandinavia, our patterns might be written in a way that differs from what some are used to. But of course we want everyone to understand our patterns, so that’s why we have created an extensive library of tutorial videos as well as step by step lessons that explain how to follow the techniques we use and how to read the diagrams in our patterns. Give them a try!

08.07.2020 - 16:43

country flag Mia wrote:

Hello, other than the garter edge stitch, how do we knit the 4 stitches in row 2 that we knitted at the end of row 1, before we start on the A.1 Diagram (pattern?) I am saying this because in row 1 we are not finishing the row with the same 6 stitches that are part of the A.1 Diagram. The 4 stitches are extra, not part of the A.1 Diagram. Can you please describe row 2 right at the start? like edge garter stitch, ...... Thank you

30.03.2020 - 09:16

DROPS Design answered:

Dear Mia, from RS you work: 1 edge st in garter st, repeat A.1 until 4 sts remain and work these 4 sts like this: P1, K1 twisted, P1, 1 edge st in garter st. From WS work: 1 edge st in garter st, K1, P1 twisted, K1, repeat A.1 (reading now from the left towards the right), 1 edge st in garter st. read more about diagrams here. Happy knitting!

30.03.2020 - 11:30

country flag Lotte Meincke wrote:

Hvad gør man, når der står at “omslaget slippes ned på næste pind”??? (Opskrift 153-12) Findes der videoer, der viser, hvad der menes med symbolerne? Mvh Lotte

13.02.2020 - 12:20

DROPS Design answered:

Hej Lotte, prøv at lave en lille strikkeprøve over de 5 masker i diagrammet, med 2 kantmasker i hver side 1.pind strikker du 2 kantm, 1vr, 1drejet ret, 1vrang, 1ret, 1 omslag, 1ret, 2 kantm 2.pind strikker du (fra vrangen) 2kantm, 3 vrang, 1omslag, 1 ret, 1 drejet vrang, 1ret, 2kantm 3.pind strikker du (fra retten) 2 kantm, 1vrang, 1drejet ret, 1vrang, slip omlaget af pinden så der bliver hul, tag 1 m løst af p som om den strikkes vrang, 2ret, løft den løse maske over de 2ret, 2kantm 4.pind strikker du fra vrangen, 2kantm, 2vrang, 1ret, 1 drejet vrang,1ret, 2kantm Strik gerne de 4 pinde 2-3 gange i højden så du kan se systemet. God fornøjelse!

14.02.2020 - 11:22

country flag Manuela wrote:

Herzlichen Dank für die rasche Antwort, natürlich gleich ausprobiert und klappt wunderbar. Möchte jedoch darauf hinweisen dass dann die Beschreibung des Symbols nicht korrekt ist, bei dieser wird nämlich davon gesprochen diesen Umschlag in der nächsten Reihe rechts zu stricken ! LG und danke nochmal

30.09.2019 - 17:07

country flag Manuela wrote:

Wenn ich das so Stricke wie es das Diagramm zeigt und wie es beschrieben ist, habe ich leider ein Riesenproblem. Nach der Beschreibung besteht das Muster [ Diagramm) aus 4 Reihen und wenn ich den Umschlag der 1. Reihe auf der Rückseite rechts stricken soll, kann diese Masche von vorne gesehen dann keine Rechte sein. Und wenn ich die 4. Reihe so Stricke wie angegeben, habe ich plötzlich weniger Maschen, denn die schwarzen Kästchen sind keine Masche ???

28.09.2019 - 16:52

DROPS Design answered:

Liebe Manuela, der Umschlag von der 1. Reihe wird bei der nächsten Reihen (=Rückreihe) links gestrickt, dann haben Sie 3 Maschen + 1 Umschlag (= siehe letzter Symbol) bei der 4. Reihe lassen Sie den Umschlag von der Nadel gleiten, dann: 1 M li abh, 2 M re stricken und die abgehobene Masche über die 2 M re ziehen (= 2 Maschen bleiben). Viel Spaß beim stricken!

30.09.2019 - 15:48