DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 152-18
DROPS design: Model nr. r-648
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio
500-500-550-600-650-700 gr. kleur nr. 61, lichtbeige

DROPS RONDBREINLD (60 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3.5 mm – voor de rand in ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door de dwarsdraad op te nemen tussen 2 st van de vorige nld – brei deze st gedraaid, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN OP HET LIJF:
Minder als volgt voor de markeerder: begin 4 st voor de markeerder, 2 st av, 2 st r samen (= 1 st geminderd).
Minder als volgt na de markeerder: begin met de 1e st na de markeerder, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, 2 st av (= 1 st geminderd).
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 212-212-244-268-280-304 st op met rondbreinld 3.5 mm en Muskat. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga dan verder met rondbreinld 4 mm en brei als volgt vanaf middenachter: tricotst over de volgende 46-46-54-60-63-69 st (= achterpand), A.1 (= 7 st) over de volgende 14 st, tricotst over de volgende 92-92-108-120-126-138 st (= voorpand), A.1 over de volgende 14 st, tricotst over de volgende 46-46-54-60-63-69 m (= achterpand). Ga verder in tricotst en patroon volgens telpatroon A.1 aan elke kant tot het werk 23-25-22-21-23-20 cm meet. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant in de volgende nld af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: brei tot de 2 patroonherhalingen aan de linkerkant en kant de 14 st in A.1 af, brei tricotst over alle st op het voorpand en kant de 14 st in A.1 aan de rechterkant af, brei de rest van de nld en laat het werk rusten (= 28 st in totaal afgekant) = 92-92-108-120-126-138 st op het achterpand en het voorpand = 184-184-216-240-252-276 st in totaal over op de nld.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 133-133-147-161-154-168 st op met rondbreinld 3.5 mm en Muskat. Brei 3 ribbels in ribbelst - zie uitleg boven. Plaats een markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Ga dan verder met rondbreinld 4 mm en brei in patroon als volgt: A.1 (= 7 st) over alle st op de nld = 19-19-21-23-22-24 patroonherhalingen in de rondte. Ga zo verder in patroon tot het werk 5 cm meet vanaf de opzetrand. LET OP! Stop na een nld met tricotst na een nld als de 3e nld in A.1 (dus bijv. na nld 4, 8, 12, etc) en kant TEGELIJKERTIJD in deze nld een hele herhaling van A.1 af aan elke kant van de markeerder (= 14 st afgekant in totaal midden onder de mouw) = 119-119-133-147-140-154 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 422-422-482-534-532-584 st, plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen lijf en mouwen (= 4 markeerders). Ga zo verder in de volgende nld: 46-46-54-60-63-69 st in tricotst (= achterpand), plaats een markeerder hier, A.2 (= 21 st), A.1 11-11-13-15-14-16 keer in totaal, A.3 (= 21 st), plaats een markeerder hier, tricotst over de volgende 92-92-108-120-126-138 (= voorpand), plaats een markeerder hier, A.2 (= 21 st), A.1 11-11-13-15-14-16 keer in totaal, A.3 (= 21 st), plaats een markeerder hier, 46-46-54-60-63-69 st tricotst (= achterpand) en begin TEGELIJKERTIJD met minderen voor de RAGLAN OP HET LIJF – zie uitleg boven = 4 st geminderd. Herhaal dit minderen om de nld nog 30-30-37-44-44-51 keer, dus 31-31-38-45-45-52 keer in totaal en brei TEGELIJKERTIJD in patroon met minderingen voor de raglan op de mouwen volgens de patronen. LET OP! Ga als A.2 en A.3 een keer in de hoogte zijn gebreid verder met minderen in patroon op de mouwen op dezelfde manier en met minderen voor de raglan op het lijf als hiervoor.
Als alle minderingen gemaakt zijn, staan er nog 154-154-154-146-144-136 st op de nld.
Brei dan als volgt in de volgende nld vanaf middenachter:
Ga verder als hiervoor met tricotst over de st op het achterpand, en patroon over de linkermouw. Brei tricotst over de 30-30-32-30-36-34 st op het voorpand en zet ze dan op een hulpdraad.
Brei dan een ronding heen en weer voor de hals als volgt: ga in de volgende 6 nld verder in patroon over de mouwen, in tricotst op het achterpand en minder als hiervoor, brei TEGELIJKERTIJD een ronding op het achterpand vanaf de hals als volgt: brei steeds minder st als volgt: brei tot er 3 st over zijn op de nld, keer, brei tot er 3 st over zijn, keer, brei tot er 6 st over zijn, keer, brei tot er 6 st over zijn, keer, brei tot er 9 st over zijn, keer, brei tot er 9 st over zijn. Zet dan de st van de hulpdraad terug op de nld, ga verder met rondbreinld 3.5 mm en brei 3 ribbels in de rondte over alle st, minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld van de rand in ribbelst 11-11-11-12-10-2 st gelijkmatig op de nld = 143-143-143-134-134-134 st over op de nld. Kant losjes alle st af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 23.03.2015
Nieuwe getallen op de maattekeningen en in het patroon. Onder LIJF: Ga verder in tricotst en patroon volgens telpatroon A.1 aan elke kant tot het werk 23-25-22-21-23-20 cm meet. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Onder PAS: Als alle minderingen gemaakt zijn, staan er nog 154-154-154-146-144-136 st op de nld. EN minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld van de rand in ribbelst 11-11-11-12-10-2 st gelijkmatig op de nld = 143-143-143-134-134-134 st over op de nld.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 2 st av samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 152-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (85)

country flag Elise wrote:

Bonjour, pouvez vous me d'écrire les mailles à faire pour le diagramme A1? Je fais une maille endroit, deux mailles ensemble, un jeté, une maille endroit, un jeté, un surjet et une maille endroit et je me retrouve avec 8 mailles au lieu de 7. Merci ^^

12.04.2020 - 17:33

DROPS Design answered:

Bonjour Élise, c'est bien ainsi que se tricote le 1er rang de A.1, je cite: une maille endroit (= 1 m), deux mailles ensemble (= 1 m), un jeté (= 1 m), une maille endroit (= 1 m), un jeté (= 1 m), un surjet (= 1 m) et une maille endroit (= 1 m) = vous devez avoir ainsi bien 7 m. Bon tricot!

14.04.2020 - 11:42

country flag Myriam29 wrote:

Bonjour, Pouvez-vous m'aider concernant les diminutions au niveau de l'empiècement. J'ai réalisé A2 et A3, jusqu'ici tout allait bien. Pour la suite, je ne comprends pas comment réaliser les diminutions dans le point fantaisie des manches, pouvez-vous m'expliquer comment les faire. Je vous en remercie.

15.12.2019 - 21:03

DROPS Design answered:

Bonjour Myriam29, les diminutions des manches (raglan) se font comme indiqué dans A.2 et A.3, vous diminuez après 1 m end au début de la manche (= début de A.2) et vous diminuez avant la m endroit à la fin de A.3 (= fin de A.3). Entre temps, vous continuez le point ajouré comme avant, comme dans A.2 et A.3 = le nombre de jetés du point ajouré doit toujours être compensé par le même nombre de diminutions (sans celle du raglan). Bon tricot!

16.12.2019 - 08:59

country flag Gitte Stieper wrote:

Der er en fejl der ikke er blevet rettet i den danske opskrift. fra denne sætning i bærestykket og ned er masketallene anderledes på andre sprog: Når alle indtagninger er færdige er der 174-174-178-174-172-168 m tilbage på p.

06.10.2015 - 19:47

country flag Pavla wrote:

Hi I'm just finishing and have 154 sts if i work elevation over 6 rows with decreasing and than dec. 11 sts it is not 143 sts. and if I knit in pattern over sleeves do I dec only at begining of sleeve thank you Pavla

04.10.2015 - 16:04

DROPS Design answered:

Dear Pavla, on sleeve you work A.2 (dec at beg of sleeve), repeat A.1 and A.3 (dec at the end of sleeve) - after the short rows, you work again over all sts and on first round dec 11 sts evenly (154-11=143sts) for the neck edge. Happy knitting!

05.10.2015 - 09:54

country flag Karen Christensen wrote:

Der skal stå A2 og ikke At i min anden kommentar

24.09.2015 - 12:11

country flag Karen Christensen wrote:

Hej Jeg er lidt forvirret og håber I kan hjælpe . Jeg kan ikke finde ud af hvad det er for nogle indtagninger jeg skal lave i ærmerne, efter At og A 3 er færdig en gang i højden , skal jeg bare starte forfra med At og A3? Skal omgang 25 så hedde 1 ret , løft en af en ret løft masken over, 2 vrang sammen, 1 vrang 1 ret og derefter så A1. Men hvis man bare gentager A2 og A3 over alle 104 omgange kommer man til at ha for lidt masker til sidst M. V. H Karen

24.09.2015 - 12:09

DROPS Design answered:

Hej Karen, Jo men du strikker indtagningerne i hver side ifølge diagrammerne. Spørg også gerne din lokale DROPS forhandler! God fornøjelse!

01.10.2015 - 15:25

country flag Chedoz wrote:

Merci a vous je vais essayer! Donc je pense après les 6 rangs raccourci va falloir des augmentations car avant les rangs raccourcis j'ai 154 mailles et après les rangs raccourcis il faut repartir 11 diminutions. 154 - 11 = 143. Bon je vais essayer et merci vraiment!

07.05.2015 - 21:50

country flag Chedoz wrote:

Pour la ré-hausse, il faut juste tricote le dis en jersey jusqu'à qu'il reste 3 mailles puis tourner le travail et idem! Ou alors il y a quelque chose de spécial a faire? De plus, je pense que s'il faut continuer les diminutions sur les 6 rangs suivants il ne reste pas 143 mailles tout a la fin! Il est super ce modèle mais la fin est compliqué du moins je ne comprends pas vu que la rehausse j'ai jamais fait 😕

07.05.2015 - 11:02

DROPS Design answered:

Continuez les diminutions du raglan sur les 6 rangs raccourcis, puis tricotez 1 rang endroit sur toutes les mailles en ajustant des diminutions pour ajuster à 143 m. Bon tricot!

07.05.2015 - 15:42

country flag Chedoz wrote:

Merci pour votre réponse! Pour la ré-hausse j'ai cherche sur votre site mais pas trouver la manière de faire! Il y a juste a tricoter en jersey jusqu'à qu'il reste 3 mailles du dos et tourner le travail Merci a vous

07.05.2015 - 10:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chedoz, la ré-hausse consiste à tricoter des rangs raccourcis (= plus de rangs côté dos que devant). Continuez à partir du devant (après les mailles de l'encolure devant en attente) et tricotez jusqu'à ce qu'il reste 3 m à la fin du rang (de l'autre côté du devant), tournez et tricotez le rang retour jusqu'à ce qu'il reste 3 m de l'autre côté du devant (= 3 m non tricotées de chaque côté de l'encolure) et continuez ainsi en laissant 3 m en plus à chaque fois. Bon tricot!

07.05.2015 - 15:41

country flag Chedoz wrote:

Bonsoir, Besoin de vos lumières Dans la partie empiècement après les diminutions je ne comprends pas cette partie: "Tricoter ensuite ainsi le tour suivant a partir du milieu du dos: continuer comme avant les mailles du dos en jersey (LA AVEC DIMINUTION OU SANS???) et la manche gauche en point fantaisie (LA PAREIL AVEC LES DIMINUTIONS OU SANS??)" ou a lors c'est le rang retour???

06.05.2015 - 22:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chedoz, Continuez les diminutions comme avant, dans le jersey et dans le point fantaisie des manches sur ce tour et sur les rangs suivants pour la ré-hausse de l'encolure dos. Bon tricot!

07.05.2015 - 09:32