DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 152-23
DROPS design: Model nr. la-019
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten na het opspannen:
Breedte: ongeveer 38 cm
Lengte: ongeveer 148 cm
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 7120, licht grijsgroen

DROPS HAAKNLD 4 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 6 dstk-groepen = 10 cm breed.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3 en A.4 tot en met A.6. De telpatronen tonen alle toeren in het patroon gezien aan de goede kant. De telpatronen zijn verdeeld over 3 delen. A.1 en A.4 worden aan de rechterkant gehaakt, A.2 en A.5 worden herhaald en A.3 en A.6 worden aan de linkerkant gehaakt.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gehaakt in twee delen. Begin met een helft van de omslagdoek, haak dan vanaf het begin van deze helft en maak de andere helft.

EERSTE HELFT:
Haak 151 l met haaknld 4 mm en Lace. Keer het werk en haak de teruggaande toer in l als volgt: begin met 1 hv in de 15e l vanaf de haak. Haak dan langs de l-ketting als volgt: * 7 l, sla 7 l over en haak 1 hv in volgende l *. Herhaal van *-* de hele toer en eindig met 1 hv in de laatste l op de toer = 18 lussen in een lijn.
Keer het werk en haak volgens telpatroon A.1 tot en met A.3 – LEES PATROON BOVEN. Dus haak als volgt:
TOER 1: haak 4 l, haak 2 dstk in de eerste l-lus, 1 l en 2 dstk in dezelfde l-lus, * 2 l en sla over tot de volgende l-lus, haak 2 dstk, 1 l, 2 dstk in dezelfde lus *, herhaal van *-* de hele toer. Keer het werk.
TOER 2: haak 4 l, 2 dstk in de eerste l-lus, 1 l en 2 dstk in dezelfde l-lus, * 2 l en sla over tot de volgende l-lus, haak 2 dstk, 1 l, 2 dstk in dezelfde lus *. Herhaal van *-* de hele toer. Keer het werk.
Ga verder als toer 2 tot het werk 66 cm meet.

Haak dan telpatronen A.4 tot en met A.6. Dus haak als volgt:
TOER 1: haak 4 l, * 4 dstk in de volgende l-lus, 1 l en 4 dstk in dezelfde l-lus (= 1 grote dstk-groep), sla over tot de volgende l-lus *, herhaal van *-* de hele toer. Keer het werk.
TOER 2: haak * 5 l, 1 v in l van vorige toer, 5 l, 1 v tussen dstk-groep van vorige toer *, herhaal van *-* de hele toer en eindig met 1 v in eerste 4 l van begin van vorige toer. Knip de draad af en haal deze door de laatste st.

TWEEDE HELFT:
Keer het werk en neem de onderkant van de 18 lussen van het begin van de eerste helft. Haak op dezelfde manier als de eerste helft maar begin met TOER 1.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat. Spreid het werk uit tot de maten die bovenaan beschreven staan op een matras of kleed, zet vast met spelden en laat drogen. Herhaal dit proces iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.10.2016
Correctie TOER 2/EERSTE HELFT (2 l en sla over tot de volgende l-lus stond niet in de beschrijving).
Gewijzigd online: 10.10.2016
Tekst symbolen: symbool hv toegevoegd (zwarte stip = hv).

Telpatroon

symbols = l
symbols = dstk-groep (2 dstk, l 2, 2 dstk in/om dezelfde st)
symbols = grote dstk-groep (4 dstk, l 1, 4 dstk in/om dezelfde st)
symbols = haakrichting
symbols = v
symbols = hv
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 152-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (28)

country flag Liv Ravnböl wrote:

Är sjalen verkligen virkad med en tråd Lace, med virknål 4? Tycker mer det ser ut som att den borde vara virkad med två trådar Lace.

25.05.2016 - 19:14

DROPS Design answered:

Hej Liv. Ja, det er en traad Lace.

27.05.2016 - 12:48

Linda Weiss wrote:

What is the difference between A.1, A.2 and A.3. Do I go into the chain space after every 2 tr? Also, for clarity, is this a UK or US pattern? Is the TR really a double crochet or a triple crochet? I am hoping to complete this by this Sunday and will work on it after your response. I am just concerned because mine looks a bit different from your completed photo. Hope you respond today. Thank you

06.05.2016 - 18:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weiss, to be sure about the crochet terminology, make sure you are reading correct language (change language by clicking on the arrow below the picture). You are working the fans with dtr (UK-English)/tr (US-English) groups - A.1 starts with ch 4 at the beg of row from RS, then work 1 dtr/tr group in next 1-ch-space - repeat A.2 (= 1 dtr/tr group in the mid chain in every dtr/tr-group) and A.3 ends with 1 dtr/tr group in mid ch on last dtr/tr group and starts with ch 4 at the beg of row from WS. Happy crocheting!

09.05.2016 - 08:58

Linda Weiss wrote:

Thank you so much for your quick response! I'm not sure what the difference is between A.1, A.2 and A.3. From the diagram they look very similar. What is the difference? Thank you!

04.05.2016 - 20:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weiss, A.1 shows how to work diagram at the beg of row from RS and at the end of row from WS, A.2 has to be repeated across, and A.3 shows how to work diagram at the end of row from RS and at the beg of row from WS. Happy crocheting!

06.05.2016 - 08:38

Linda Weiss wrote:

Question: Frst half. At the end of row 2, is written repeat the entire row 2 until piece measures 66cm/26'. Is only row 2 repeated? Also, do I do the 2tr, ch 1, 2 tr between each ch 1? More details on the pattern would be appreciated for the end of the rows and which ch-space to go into.

04.05.2016 - 16:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weiss, repeating row 2, you will start every row with 4 ch, then repeat *2 tr in next ch-space, 1 ch and 2 tr in same 1-ch-space between tr-group from previous row, ch 2* all the row. Happy crocheting!

04.05.2016 - 17:04

Linda Weiss wrote:

I love this pattern. Question: on row one and two of the first half, what stitch do you put into the chain 4 at the end of the row?

04.05.2016 - 16:28

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weiss, on row 1, you are working diagrams A.1, A.2 and A.3: A.1 1 time in width, then repeat A.2 until last 7-ch-space and finish with A.3. On row 2, read from the left towards the right and work A.3 1 time, repeat A.2 and finish with A.1 over the last repeat (= the 4 ch from beg of previous row won't be worked). Happy crocheting!

04.05.2016 - 17:01

country flag Maren wrote:

Hallo Ich habe eine Frage. Wo muß das Diagramm A4-A6 angesetzt werden? Wird die Arbeit nur gewendet und mit dem Muster begonnen? Nur... wo ist da eine LM-Kette?? ...Dann Diagramm A.4 bis A.6.häkeln: 1. REIHE: 4 Lm, * 4 Doppel-Stb in den nächsten Lm-Bogen, 1 Lm und 4 Doppel-Stb in den gleichen Lm-Bogen .... Würde mich sehr über eine Antwort freuen, vielen Dank Maren

19.04.2016 - 11:15

country flag Kicki wrote:

Hej! I mönstret står det " Varv 2: Virka 4 lm, *2 dst om nästa lm-båge, 1 lm och 2 dst i samma lm-båge*. Upprepa *-*v ut." När jag tittar på diagrammet (A.1, A.2, A.3) är det inritat 2 lm mellan "2 dst- 1lm- 2dst grupperna". Detta står inte angivet i texten. Viket är det rätta?

07.01.2015 - 20:54

DROPS Design answered:

Hej Kicki, Du måste följa diagramtexten. Lycka till!

05.02.2015 - 14:53

country flag Myriam wrote:

Je commence ce modèle et j'ai déjà utilisé 2 pelotes de 100g de LACE alors que j'ai fait seulement la moitié de l'étole (pour 2 fils). S'agit il d'une erreur dans les explications ? Le fil est-il utilisé "en simple" ? (mais, même en simple, il me manquerait quand même 100g pour le réaliser) Merci pour votre réponse rapide car je dois faire une nouvelle commande.

13.05.2014 - 18:46

DROPS Design answered:

Bonjour Myriam, cette étole requiert 100 g de DROPS Lace sur la base d'un échantillon de 6 groupes de DB = 10 cm de large en travaillant souplement pour pouvoir l'étirer aux mesures indiquées. Pensez à bien vérifier votre tension. Bon crochet!

16.05.2014 - 10:30

country flag Laura wrote:

Onkohan ohjeessa reunuksen suhteen virhe? Tai oikeammin puutos, pitkien sivujen reunuksista ei nimittäin mainita ohjeessa mitään. Muuten oikein onnistunut malli!

18.02.2014 - 17:22

DROPS Design answered:

Huiviin ei virkata erillistä reunusta, vaan työ virkataan kahtena kappaleena piirroksen mukaisesti.

21.02.2014 - 14:10

Beatriz wrote:

It will be of help if a diagram of confection can be showed and/or measure of the first part crocheted, because there is no gauge and have no idea of how the final piece should look.

13.02.2014 - 15:25

DROPS Design answered:

Dear Beatriz, you will find measurements and gauge at the right side of the picture under tab "Materials" as well as some videos related to this pattern under the tab "videos". Happy crocheting!

13.02.2014 - 16:00