DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.57€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 154-29
DROPS design: Model nr. ee-496
Garengroep E
-----------------------------------------------------------
Maat: 35/37 – 38/40 – 42/44
Voetlengte: 22 - 25 - 27 cm
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
100 gr voor alle maten in kleur nr. 47, lichtbeige
50-100-100 gr kleur nr. 51, poederroze

DROPS HAAKNLD 6 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 12 v = 10 cm breed.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.57€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang de eerste v aan het begin van elke v toer door 1 l. Eindig elke toer met 1 hv in de l van het begin van de toer.

WISSELEN VAN KLEUR:
Zo maakt u een mooie overgang als u van kleur wisselt. Haak de laatste hv op de toer met de nieuwe kleur als volgt: steek de haak in de laatste l van het begin van de toer, haal de nieuwe draad door, maak een omsl met de nieuwe kleur en haal deze door de st op de haak.
----------------------------------------------------------

ZOOL:
Wordt in de rondte gehaakt.
Haak 16-16-18 l met haaknld 6 mm en lichtbeige.
TOER 1: haak 1 l (= 1e v), haak 1 v in een lus in elke van de eerste 15-15-17 l, haak 2 v in een lus van de laatste l, keer dan het werk en haak in dezelfde l terug maar haak nu in de andere lus van de st; haak 2 v in dezelfde l (dus dezelfde l waar 2 v zijn gehaakt voordat het werk gekeerd is), haak 1 v in elke van de volgende 14-14-16 l, 2 v in laatste l, eindig met 1 hv in eerste l op de toer = 36-36-40 v (= 18-18-20 v aan elke kant).
TOER 2: haak 1 l – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 2 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in laatste v, eindig met 1 hv in eerste l = 40-40-44 v (incl. 1 l).
TOER 3: haak 1 v in eerste v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 4 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 2 v = 44-44-48 v (incl. 1 l).
TOER 4: haak 1 v in elke van de eerste 2 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 6 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 3 v = 48-48-52 v (incl. 1 l).
TOER 5: haak 1 v in elke van de eerste 3 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, plaats TEGELIJKERTIJD 1 markeerder in 8e-8e-9e v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 8 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 4 v = 52-52-56 v (incl. 1 l). LET OP: neem de markeerder gaandeweg mee naar boven. De bovenkant wordt aan de zijkant hiervan bevestigd.

De zool is nu klaar voor maat 35/37, maar ga verder voor maat 38/40 – 42/44 als volgt:

TOER 6: haak 1 v in elke van de eerste 4 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 10 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 14-16 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 5 v = 56-60 v (incl. 1 l). LET OP: Ga verder met de rand in poederroze - zie WISSELEN VAN KLEUR.

RAND:
Ga verder in de rondte met poederroze.
TOER 1: haak 1 v in elke v en haak alleen in de achterste lus van st - DENK OM INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 52-56-60 v.
TOER 2-7: haak 1 v in elke v.
Hecht af.

BOVENKANT:
De bovenkant wordt apart gehaakt en later verbonden met de zool. Haak heen en weer.
Haak 8-8-9 l met haaknld 6 mm en lichtbeige - DENK OM DE INFORMATIE VOOR HET HAKEN.
TOER 1: haak 1 v in een lus in elke van de volgende 6-6-7 l, haak 2 v in een lus van volgende l, keer dan het werk en haak in dezelfde l terug in de andere lus van de st, haak 2 v in dezelfde l (dus dezelfde l waar 2 v zijn gehaakt voordat het werk gekeerd is), haak 1 v in elke van de volgende 7-7-8 l = 18-18-20 v. Keer het werk.
TOER 2: haak 1 v in elke van de volgende 6-6-7 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 2 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 7-7-8 v = 20-20-22 v. Keer het werk.
TOER 3: haak 1 v in elke van de volgende 6-6-7 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 4 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 7-7-8 v = 22-22-24 v. Keer het werk.
TOER 4: haak 1 v in elke van de volgende 6-6-7 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 6 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 7-7-8 v = 24-24-26 v. Keer het werk.
TOER 5: haak 1 v in elke van de volgende 6-6-7 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 8 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 7-7-8 v = 26-26-28 v.

De bovenkant is klaar voor maat 35/37, maar ga verder voor maat 38/40 – 42/44 als volgt:

TOER 6: haak 1 v in elke van de volgende 6-7 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 10 v, 2 v in volgende v, 1 v in elke van de volgende 7-8 v = 28-30 v.

AFWERKING:
Haak de bovenkant aan de rand vast met lichtbeige als volgt: 1 l, 1 hv door 1e v op bovenkant en v met markeerder op rand. Haak 1 hv in elke v door bovenkant en door rand heen langs de hele bovenkant. Haak dan langs de open rand van de bovenkant als volgt: * 1 l, 1 v in volgende toer *, herhaal van *-*. Hecht af.

KWASTJES:
Wind een draad poederroze 4 keer om uw vingers en knip de draad af. Neem een nieuwe draad poederroze en wind deze 2 keer om de bovenkant van de 4 lussen en leg een knoop. Knip de lussen open, knip de onderkant van de franje bij en bevestig het kwastje op de bovenkant van de slof.

Haak nog een slof op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 04.11.2014
Nieuw hoeveelheid garen: 50-100-100 gr kleur nr. 51, poederroze
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 154-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Sofia Burman Rogozinska wrote:

Får inte maskorna att stämma på sulan. Om jag har 18 lm och virkar en luftmaska (=första fm) , 1 fm i kommande 17 så finns det ingen m kvar att virka 2 fm i.

30.09.2022 - 22:28

DROPS Design answered:

Hei Sofia. Jo, du hekler 18 luftmasker (husk at masken på nålen ikke skal telles), så hekler du 1 luftmaske (som erstatter 1. fastmaske). Så nå har du egentlig 19 luftmasker + masken på nålen. Så hekler du 1 fastmaske i det ene leddet i hver av de første 17 luftmaskene (husk å hoppe over luftmasken som erstattet 1. fastmaske). Du har 1 luftmaske igjen på raden. I denne luftmaskene hekler du 2 fastmasker. mvh DROPS Design

10.10.2022 - 11:15

country flag Songül wrote:

Hallo ik heb een vraag wat is een rondt dat snao ik niet. Moest ik de los ketting niet aan elkaar vast zetten zodat het een ronde word. Hopelijk antwoorden jullie .

25.09.2022 - 12:49

DROPS Design answered:

Hi, if you can write your question in English, we can try to help you :)

16.11.2022 - 13:47

country flag Elise wrote:

Volgens mij is geen moeilijk patroon maar begijp maar weinig van de uitleg. Ik ben nu eindelijk bij de bovenkant maar loop hier echt vast; Klopt het dat de 1e losse in de 8 opzetlossen zit? Zoals ik het lees bestaat de 1e toer eigenlijk uit 2 toeren? Begin ik na het keren met een losse? Haak ik na het keren alleen in de 1e lus een 2 vasten of ook in de tweede? Er wordt dus maar aan 1 zijde gemeerderd? "Haak in dezelfde l terug in de andere lus van de st" wat wordt hiermee bedoeld?

15.05.2020 - 16:45

DROPS Design answered:

Dag Elise,

Er zit inderdaad 1 keerlosse bij (is niet duidelijk aangegeven in de tekst). De eerste toer zijn geen 2 toeren, maar je haakt in beide lusjes van de opzetlossen, dus haakt a.h.w. steeds heen en weer in een u-vorm.

20.05.2020 - 09:15

country flag Myriam wrote:

Bonjour, quand on crochette des ms en rond, sa dit que la premiere ms est remplacer par une ml. Alors si le premier tour: 1 ms dans les 2 prochaine m, je fait 1 ml pour remplacer la 1ere ms et la 2e ms je la fait dans la m suivante ou je dois sauter la maille qui aurait du servir pour la 1ere ms qui a ete remplacer par la ml? Et quand on fini un rang(mc dans la 1ere ml) comment compter le total de maille? Sa dit incluant la 1ere ml mais il y a la mc dans la 1ere ml je peut pas la compter 2 fois?

06.02.2020 - 04:03

DROPS Design answered:

Bonjour Myriam, vous commencez le tour par 1 ml pour remplacer la 1ère ms et crochetez 1 ms dans la ms suivante (vérifiez bien votre nombre de mailles pour être sûre). cette vidéo montre comment crocheter des ms en rond. Bon crochet!

06.02.2020 - 10:41

country flag Jacqueline Brouwer wrote:

Heeft u hier ook een diagram van ,ik lees en begrijp dat beter .Mag ook van een andere slof het gaat mij om de zool .B.v.d

02.12.2019 - 15:15

DROPS Design answered:

Dag Jacqueline

Helaas is er alleen een geschreven patroon. Als je aangeeft waar je precies tegenaan loopt kunnen we je misschien beter helpen.

07.12.2019 - 10:42

country flag Laura Falk wrote:

Jeg synes min hæklefasthed ligner den som på billedet, men kan ikke få størrelsen til at passe.. str 35/37 bliver MEGET lille.. er str 6 i nål for småt til denne opskrift??

23.11.2018 - 18:14

country flag Laura wrote:

Kan man lægge en sål i, når man er færdig så det blev mere tøffel/sutsko fremfor “sokker”? Så de bliver lidt mere “stive”. Eller vil det ikke virke? (Er nybegynder)

07.11.2018 - 06:55

DROPS Design answered:

Hei Laura. Det er ikke noe i veien for at du legger en såle i når du er ferdig. Men ha det i bakhodet når du da velger størrelse, så du vet det blir plass. God fornøyelse.

07.11.2018 - 11:14

country flag Hengie Hengelmann wrote:

Bonjour j'ai tricoté la semelle en suivant scrupuleusement les explications mais j'obtiens une semelle vraiment trop petite... une idée pour m'aider ...merci

13.08.2017 - 18:58

DROPS Design answered:

Bonjour, je vous conseille de faire des tours supplementaires pour obtenir les dimensions de votre taille. Essayez de faire un echantillon avant de commencer la suite des chaussons. Bon crochet!

20.08.2017 - 17:39

country flag Marylène Thibault wrote:

Comment peut-on faire des mailles en l'air dans les quatre mailles suivantes? Je ne comprends pas , quand on fait des ml on ne pique pas dans la maille du tour précédent?. Merci de me répondre Modèle drops 154-29 pour le dessus du chausson

17.03.2015 - 19:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Thibault, il faut effectivement bien faire des ms et non des ml au 1er tour du dessus du pied - correction faite, merci. Bon crochet!

18.03.2015 - 09:39

country flag Martine wrote:

Hei. Jeg forstår virkelig ikke hvordan sålen skal hekles. Hvordan kan man hekle 2 fm i samme lm som man heklet 2fm i før man roterte? Hva menes med 1 omg her? Jeg har sett på videoen lengre ned, men den hjalp lite. Jeg har lagt opp 16 lm 1lm, hekler mot venstre 2fm i siste lm, så forstår jeg ikke noen ting. Skal man hekle rundt i 1omg? I såfall hvor mange?

25.02.2015 - 14:33

DROPS Design answered:

Hej Martine, jå således hekler du på hver side af første lm-række:

DROPS Crochet Tutorial: How to crochet on both sides of a chain band. from Garnstudio Drops design on Vimeo.

10.08.2015 - 14:04