DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Daylight

Gebreide DROPS top met kantpatroon en raglan van ”BabyAlpaca Silk”. Maat S – XXXL.

DROPS 152-13
DROPS design: Model nr. bs-063
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
150-200-200-200-250-250 gr. kleur nr. 2110, mais

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 en 80 cm) 2.5 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

TIP VOOR HET MINDEREN 1:
Minder aan elke kant van het lijf, dus aan de buitenkant van A.3 aan elke kant.
Minder als volgt na A.3: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor A.3: begin 2 st voor A.3 en brei 2 st r samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN 2 (voor de raglan):
Begin 3 st voor de markeerder: 2 st r samen, 2 st r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
----------------------------------------------------------

TOP:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld van onderen naar boven.

LIJF:
Zet 226-250-274-298-330-354 st op met rondbreinld 2.5 mm en Baby Alpaca Silk. Brei 1 nld recht. Brei dan volgende nld als volgt: A.1 (= 19 st), A.2A over de volgende 92-104-116-128-144-156 st, A.2B (= 2 st), A.1 (= 19 st), A.2A over de volgende 92-104-116-128-144-156 st en eindig met A.2B (= 2 st). Ga zo verder in patroon tot A.1/A.2 een keer in de hoogte is gebreid, het werk meet ongeveer 2 cm. Ga verder met rondbreinld 3 mm, brei de volgende nld als volgt: A.3 (= 19 st – brei A.3 direct boven A.1), brei in tricotst over de volgende 94-106-118-130-146-158 st en minder TEGELIJKERTIJD 23-23-27-29-33-33 st gelijkmatig over deze st, brei A.3 (= 19 st – LET OP: brei A.3 direct boven A.1) en brei de laatste 94-106-118-130-146-158 st en minder TEGELIJKERTIJD 23-23-27-29-33-33 st gelijkmatig over deze st = 180-204-220-240-264-288 st op de nld. Ga verder in de rondte in tricotst met A.3 aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Minder bij een hoogte van 6 cm 1 st aan elke kant van A.3 aan elke kant elke 6e-6e-6e-6e-7e-7e nld 7-7-7-7-6-6 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 152-176-192-212-240-264 st. Meerder bij een hoogte van 22-22-23-23-24-24 cm 1 st aan elke kant van A.3 aan elke kant elke 8e-8e-8e-8e-10e-10e nld 7-7-7-7-6-6 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 180-204-220-240-264-288 st. Brei bij een hoogte van 38-39-40-40-41-42 cm in ribbelst – zie RIBBELSTEEK boven – over 15 st aan elke kant (dus over de middelste 15 st in A.3 aan elke kant) en minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 5 st gelijkmatig aan elke kant over deze 15 st; de overgebleven st worden in tricotst gebreid als hiervoor. Als er 3 nld in ribbelst zijn gebreid over de 10 st aan elke kant, kant dan af 10 st af voor de armsgaten = 75-87-95-105-117-129 st over op voorpand en achterpand. Het werk meet ongeveer 39-40-41-41-42-43 cm.

PAS:
Brei de volgende nld als volgt: brei in tricotst over de eerste 75-87-95-105-117-129 st (= achterpand), plaats TEGELIJKERTIJD de 1e markeerder na de eerste st en de 2e markeerder voor de laatste st, zet dan 57-57-65-65-73-73 nieuwe st op de nld boven het armsgat, brei in tricotst over de volgende 75-87-95-105-117-129 st (= voorpand), plaats TEGELIJKERTIJD de 3e markeerder na de eerste van deze st en de 4e markeerder voor de laatste van deze st en zet dan 57-57-65-65-73-73 nieuwe st op de nld boven het andere armsgat = 264-288-320-340-380-404 st op de nld.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Brei de eerste nld als volgt:
Brei recht over het achterpand (dus tot 1 st na 2e markeerder), brei als volgt over de mouw: * 2 st av, 2 st r *, herhaal van *-* 2-2-3-3-4-4 keer in totaal, 2 st av, brei A.4A (= 13 st) 2 keer in totaal, brei A.4B (= 11 st), * 2 st av, 2 st r *, herhaal van *-* 2-2-3-3-4-4 keer in totaal, 2 st av, recht over het voorpand (dus vanaf 1 st voor de 3e markeerder en tot 1 st na de 4e markeerder) en brei over de tweede mouw als over de eerste mouw (LET OP: 1 st aan elke kant van alle markeerders wordt in tricotst gebreid tot het werk klaar is).

RAGLAN:
Begin in de volgende nld met minderen voor de raglan en minder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerders – LEES TIP VOOR HET MINDEREN 2 (= 8 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld 21-22-24-25-26-26 keer in totaal.

PATROON:
Brei TEGELIJKERTIJD in de 1e-1e-5e-3e-3e-3e nld met raglanminderingen (dus in de 1e-1e-8e-6e-6e-6e nld vanaf dat het minderen voor de raglan begint) in patroon volgens telpatroon A.5 op het voorpand en achterpand (brei de andere st zoals boven beschreven staat). LET OP: als het patroon begint, zijn er als het goed is 73-85-85-97-109-121 st tussen de markeerders op het voorpand en achterpand. Brei als volgt op het voorpand en achterpand: 1 st r na de eerste markeerder, brei telpatroon A.5A (= 23 st, raglanminderingen zijn gemarkeerd in het telpatroon), brei in patroon volgens telpatroon A.5B over de volgende 24-36-36-48-60-72 st, A.5C (= 24 st, raglanminderingen zijn gemarkeerd in het telpatroon) en eindig met 1 st r voor de markeerder (ga verder als hiervoor over de st op de mouw met raglanminderingen zoals boven beschreven staat). Ga zo verder in patroon.
Als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan nog 0-2-0-2-4-4 nld in tricotst op voorpand en achterpand en in patroon als hiervoor over de mouwen en ga TEGELIJKERTIJD verder met de raglanminderingen voor maat M en XL en XXL en XXXL. Als alle minderingen voor de raglan gedaan zijn, staan er nog 96-112-128-140-172-196 st op de nld.

HALSRAND:
Ga verder met rondbreinld 2.5 mm en brei 1 nld av, brei 1 nld recht en brei 1 nld av, kant dan losjes af met rechte st.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 04.06.2014
onder PAS (4e markeerder VOOR, niet na): ...plaats TEGELIJKERTIJD de 3e markeerder na de eerste van deze st en de 4e markeerder voor de laatste van deze st en zet dan 57-57-65-65-73-73 nieuwe st...

Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 152-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (39)

country flag Annie Pang wrote:

RAGLAN After raglan dec stitches in A.4A & A.4B become less. Next row do i knit knit upon knit and purl upon purl ?

20.09.2021 - 03:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Pang, continue working the stiches in A.4 as before, ie K over K and P over P - do not work the lace pattern over 3 sts if you don't have these 3 sts "available" towards raglan, then just knit these sts instead. Happy knitting!

20.09.2021 - 11:20

country flag Maryline wrote:

Bonsoir J'ai terminé le top. En diminuant à tous les tours,j'ai obtenu en fin d'ouvrage les 128 mailles. Par contre il faut commencer l'empiecement en même temps que le raglan pas au 7eme rang sinon le motif est trop haut.

03.08.2020 - 22:45

country flag Maryline wrote:

J'ai pris la taille L. Je n'ai pas diminué ni augmenté au debut de l'ouvrage,il est droit. Mais l'explication dit "rabattre les 128 m restantes"C'est énorme, il y a peut etre une erreur.J'ai bien les 24 diminutions tout le 2 tours Il faut peut etre diminuer tous les tours En conclusion,les explications ne sont pas très claires, il faut être expérimentée

30.07.2020 - 13:28

DROPS Design answered:

Bonjour Maryline, en L vous tricotez l'empiècement sur 320 m, et diminuez pour le raglan 8 mailles tous les 2 tours un total de 24 fois soit 24x8= 192 diminutions; il reste donc 320-192 = 128 mailles quand toutes les diminutions du raglan sont terminées. Avez-vous bien la bonne tension en hauteur, soit 32 rangs jersey = 10 cm? Cela peut faire la différence pour le raglan. Bon tricot!

04.08.2020 - 09:53

country flag Maryline wrote:

Bonjour J'adore ce modèle J'ai terminé mais l'encolure ne correspond pas au modèle Il me reste 108 mailles à rabattre et l'encolure reste trop grande Je ne peux pas vous laisser de photo Merci

30.07.2020 - 11:26

DROPS Design answered:

Bonjour Maryline, dans ce modèle, on n'a pas de réhausse pour l'encolure dos, l'encolure dos et devant seront toutes deux identiques - en revanche, les 108 m ne correspondent effectivement à aucune taille, laquelle tricotez-vous? Jusqu'à quel niveau aviez-vous le bon nombre de mailles? Avez-vous vérifié les diminutions du raglan?

30.07.2020 - 12:37

country flag Catherine wrote:

Ok merci cette partie est faite, j'ai une autre question....j'ai rabattu les 10 mailles de chaque côté, mais le rang suivant je dois tricoterr les 87 premières mailles...est ce que je dois couper le fils ?? Sinon ça fait un trou... idem pour les 87 autres mailles. merci de votre aide

26.03.2020 - 17:37

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, tout à fait, vous coupez le fil puis tricotez les 87 m du dos, montez les mailles de la manche, tricotez les mailles du devant, montez les mailles de la 2ème manche et joignez en rond pour tricoter maintenant l'empiècement - mettez bien les marqueurs. Bon tricot!

27.03.2020 - 09:40

country flag Catherine wrote:

Bonjour, j'ai effectivement fini les augmentations, vous avez repondu à ma première question, cependant si vous lisez le patron ça dis après 3 tours au point mousse sur les 10 mailles de chaque côté rabattre 10 mailles pour les emmanchures, est ce que ces mailles sont celles avant et après ce qui était À.3? Merci

26.03.2020 - 14:19

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, oups et un bon point pour vous, j'avais zappé ces diminutions, alors vous allez donc procéder ainsi: sur les 15 mailles de chacun des côtés (= les 15 mailles centrales de A.3), vous diminuez 5 mailles à intervalles réguliers (= 2 m ens à l'end) pour qu'il ne reste plus que 10 mailles (= autrement dit vous aurez au-dessus de A.3: 2 m comme avant, 15 mailles diminuées à 10, 2 m comme avant soit 2 m jersey, 10 m point mousse, 2 m jersey. Après 3 tours point mousse, vous rabattez ces 10 mailles de chaque côté pour les emmanchures. Bon tricot!

26.03.2020 - 15:02

country flag Catherine wrote:

Bonjour Je suis à tricoter au point mousse sur les 15 mailles de chaque côté....Je ne suis pas certaine de bien comprendre, je tricotte au point Moïse dans ce qui était À.3?? Et en même temps je fais 5 diminutions de chaque côtes.....Après et avant ce qui était À.3???? Merci

26.03.2020 - 00:24

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, auparavant, vous tricotez A.3 sur chaque côté du top, maintenant vous tricotez les 15 m de chaque côté au point mousse, ces 15 mailles correspondent aux 15 m centrales de A.3, autrement dit les 19 m de A.3 vont se tricoter ainsi: 2 m end, 15 m point mousse et 2 m end. Mais ça c'est pour la bordure des emmanchures, or, vous parlez de diminutions, à quel niveau précis en êtes-vous? Car quand on commence à tricoter 15 m point mousse de chaque côté (au-dessus de A.3) les diminutions et les augmentations des côtés (de chaque côté de chaque A.3) doivent être terminées. Bon tricot!

26.03.2020 - 09:59

country flag Linda Panighetti wrote:

Hi again, after finishing the first round in A.4.A and A.4.B, do you start raglan and pattern below( all 3) at the same time? Thank you for your help. Linda

29.08.2018 - 20:18

DROPS Design answered:

Dear Linda, Yes, you are right. We start raglan and all 3 patterns at the same time. Happy Knitting!

30.08.2018 - 14:06

country flag Linda Panighetti wrote:

Hi, after working first round on yoke do you finish all of A.4B and A.4A before you start the raglan and the pattern or do you do all 3 at the same time? Thank you for your help. Linda

29.08.2018 - 03:27

country flag Mary wrote:

I need help with the beginning of the yoke section. After casting off the 10 stitches when proceeding to the 87 stocking stitches when I get to the second cast on 57 stitches there is a loop across the space where I should cast on. What am I doing wrong?

09.07.2018 - 02:52

DROPS Design answered:

Dear Mary, I'm not sure what you mean with "loop", after you have cast off the 10 sts on each side for armholes, you will cast on 57 sts for the sleeves over the 10 sts cast off. It may look a bit tricky on the first rounds but yoke will then work better in the round after few round. Happy knitting!

09.07.2018 - 08:54