DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 74-3
Maat: S - M - L - XL
Materiaal: DROPS Muskat van Garnstudio
450-500-550-600 gr nr. 06, licht roze

DROPS Breinaalden 4,5 mm en 5 mm Of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Parelmoerknopen nr. 521: 7 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 19 st x 25 nld = 10 x 10 cm met Muskat met breinld 5 mm in tricotsteek. Om dezelfde steekverhouding in M.2 en M.3 te krijgen breit u met breinld 4,5 mm. Brei altijd een proeflapje!

Patroon: Zie teltekening M.1 tot M.3. Het patroon in de teltekening is gezien vanaf de goede kant.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Achterpand: Zet 81-89-97-107 st (inclusief 1 kantsteek aan weerskanten) op met breinld 4,5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst, wissel naar breinld 5 mm en brei verder in tricotsteek. Let op de steekverhouding! Meerder bij een hoogte van 8-8-9-10 cm 4-4-4-3 keer 1 st aan weerskanten op iedere 5-6-6-7 cm = 89-97-105-113 st. Brei bij een hoogte van 26-27-28-29 cm M.1 – en kant tegelijkertijd in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 2-4-0-2 st af = 87-93-105-111 st. Wissel naar breinld 4,5 mm en brei de volgende nld als volgt: 1 kantsteek, M.2A (= 7 st), M.2B over 72-78-90-96 st, M.2C (= 6 st), 1 kantsteek.

Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit!

M.2 wordt 2 maal in de hoogte gebreid, brei dan M.3 verder voor u wisselt naar breinld 5 mm en verder breit in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 33-34-35-36 cm af voor het armsgat aan weerskanten in iedere 2e nld: 0-0-1-1 keer 4 st, 1-1-1-1 keer 3 st, 1-2-2-4 keer 2 st en 3-3-4-3 keer 1 st = 71-73-75-75 st - De steken die u niet mee kunt breien in het Patroon door de minderingen breit u in tricotsteek. Kant bij een hoogte van 50-52-54-56 cm de middelste 29-29-31-31 st af voor de hals. Kant daarna in de volgende nld nog 1 st af aan beide halszijden = 20-21-21-21 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 52-54-56-58 cm.

Linker Voorpand: Zet 45-50-53-58 st (inclusief 1 kantsteek aan de zijkant en 4 voorbiessteken middenvoor) op met breinld 4,5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst. Wissel naar breinld 5 en brei vervolgens verder in tricotsteek, maar de 4 voorbiessteken middenvoor breien in ribbelst tot de gewenste afmetingen. Meerder bij een hoogte van 8-8-10-10 cm 4-4-4-3 keer 1 st aan de zijkant op iedere 5-6-6-7 cm = 49-54-57-61 st. Brei bij een hoogte van 26-27-28-29 cm M.1 – en kant tegelijkertijd in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 1-0-3-1 st af = 48-54-54-60 st. Wissel naar breinld 4,5 mm en brei de volgende nld de als volgt: 1 kantsteek, M.2A (= 7 st), M.2B over 30-36-36-42 st, M.2C (= 6 st), 4 voorbiessteken in ribbelst.

Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit!

M.2 wordt 2 maal in de hoogte gebreid, dan M.3 verder breien voor u wisselt naar breinld 5 mm en verder breit in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 33-34-35-36 cm af voor het armsgat aan de zijkant in iedere 2e nld: 0-1-1-1 keer 4 st, 1-0-0-1 keer 3 st, 1-3-2-4 keer 2 st en 3-3-4-3 keer 1 st = 40-41-42-42 st over op de nld. Kant bij een hoogte van 42-44-45-47 cm de 10-10-11-11 middelste st af voor de hals. Kant dan nog af aan beide halszijden in iedere 2e nld: 1 keer 3 st, 1 keer 2 st en 5 keer 1 st = 20-21-21-21 st over voor iedere schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 52-54-56-58 cm.

Rechter Voorpand: Brei als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld. Kant ook af voor de knoopsgaten in de voorbies. 1 knoopsgat = kant de 3e st vanaf middenvoor af en zet in de volgende nld een nieuwe steek er bij op boven de afgekante steek.

Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
NB: Het laatste knoopsgat komt 2 nld ribbelst voor de halsmindering.
Maat S: 2, 10, 18, 26, 34 cm.
Maat M: 2, 11, 19, 28, 36 cm.
Maat L: 2, 11, 20, 29, 37 cm.
Maat XL: 2, 11, 20, 29, 38 cm.

Mouwen: Zet 39-45-45-51 st (inclusief 1 kantsteek aan weerskanten) op met breinld 4,5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst (1e nld = goede kant), 2 nld tricotsteek en daarna M.3. Brei de volgende nld als volgt: 1 kantsteek, M.2A (= 7 st), M.2B over 24-30-30-36 st, M.2C (= 6 st), 1 kantsteek. M.2 wordt 2 maal gebreid, wissel daarna naar breinld 5 mm, brei M.1. Brei vervolgens verder in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 19 cm 14-13-15-14 keer 1 st aan weerskanten:
Maat S en M: Om en om in iedere 5e en 6e nld.
Maat L en XL: Om en om iedere 4e en 5e nld = 67-71-75-79 st.
Kant als de mouw een hoogte heeft van 50-48-47-46 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in iedere 2e nld: 1 keer 4 st, 1 keer 3 st, 2-2-2-1 keer 2 st, 2-6-7-10 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een totale hoogte van 57-57-57-58 cm. Kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerskanten. Het werk heeft nu een totale hoogte van ca 58-58-58-59 cm. Kant de resterende st af.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.

Hals: Neem ca 80 tot 90 st op rond de hals (ook boven de voorbies) met breinld 4,5 mm en Muskat. Brei 4 nld ribbelst, kant af. Naai de mouwen in de trui. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantsteek als naadtoeslag. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl
symbols = 2 st r samen
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r en haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samen en haal de afgeh st daarover
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 74-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Ann Woodward wrote:

I am knitting the back: The pattern says Knit Pattern 2, two times. The directions say to bind off a designated number of stitches for the armhole at each side, every other row when the piece measures 34 cm.. I have reached 34 cm, but am still knitting Pattern 2 on the Diagram. How do I adjust and right side rows so that the Pattern 2 stays intact, if I am decreasing at each side? The pattern only called for one edge stitch. Your help would be greatly appreciated. Thank you.l

08.02.2023 - 08:50

DROPS Design answered:

Dear Mrs Woodward, if you have to decrease the stitches in diagram M.2A and M.2 C make sure to always have the correct number of stitches, ie for the lace pattern you should always have 1 stitch decreased for 1 yarn over, if you cannot work the decrease, then don't do the yarn over, if you cannot do the yarn over, then don't decrease, just work these stitches in stocking stitch, then continue lace pattern as before. Happy knitting!

08.02.2023 - 09:23

country flag Inger Johansson wrote:

Varför ska ska jag inte avmaska lika många maskor för ärmhålet på framstycket som på bakstycket?

07.10.2018 - 20:32

DROPS Design answered:

Hei Inger. Det felles litt ulikt i 2 av størrelsene for at masketallet skal gå opp - slik at det er like mange masker på forstykke og bakstykke når du feller av og monterer. God fornøyelse.

19.10.2018 - 10:26

country flag Evelinee wrote:

Leider bin ich als erfahrene Strickerin an der Musterschrift für dies Lochmuster gescheitert. Schon ab der 3. Reihe stellte sich heraus, dass es nicht aufgeht. Ich habe dann im Internet ein ähnliches Muster gefunden und dies verwendet und so ist die Jacke nun sehr schön geworden. Das Garn hat ein schönes Maschenbild, aber meine gewählte Farbe Korall ist greller als ich erwartet habe.

19.05.2016 - 18:53

DROPS Design wrote:

We have updated the diagrams so that they are now larger. Happy knitting!

15.04.2015 - 10:29

country flag Dana wrote:

Ok so this is my second message. I have now realised why chuncks of the pattern are missing. They are in the tiny graphs at the bottom of the page, but why are they? How do we know which parts are pattern 1,2,or 3 and what do the other m's and numbers mean? Which are the back,sleeves and fronts?

13.04.2015 - 20:59

DROPS Design answered:

Dear Dana, "Pattern 1, 2, 3" in written pattern refer to the diagrams M.1, M.2 and M.3 - in M.2 start with M.2A over the first 7 sts, repeat the 6 sts in M2B and finish with the 6 sts in M2C. Happy knitting!

14.04.2015 - 10:28

country flag Dana wrote:

I would love to knit this but the way it has been written is hard to understand. Its as though whoever wrote it was talking to themselves rather than using the correct terms for a knitting pattern. I cant explain which parts do not make sense because every time I try to send this message I'm told its to long. Can you change it so that it is like UK patterns please?

13.04.2015 - 20:36

country flag DROPS Design wrote:

The translations for the Diagrams for all Garnstudio patterns are included within the text of the Pattern itself. If you look you will find lines starting with an = sign. These are the translations, and they are given in the same vertical order as the chart symbols within the diagram.

06.03.2008 - 22:42

country flag Marion Baker wrote:

I am unable to follow this pattern because I have no English translation of the symbols on the charts. Can you help please?

06.03.2008 - 22:24