DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 151-44
DROPS design: Model nr. fa-246
Garengroep A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van Garnstudio
300-350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 651, sandy dust
300-350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 904, lavendel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 33 nld in ribbelst met 2 draden = 10 x 10 cm.
DROPS RECHTE BREINLD 4 mm – voor de randen in ribbelst op de mouwen.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei de omsl in de volgende nld recht zodat gaatjes ontstaan.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanwege het grote aantal st. Brei vanaf middenachter op het achterpand, richting de zijkanten en richting de schouder.
Zet 119-119-119-115-113-109 st op met rondbreinld 5 mm en 1 draad van elke kleur (= 2 draden). Brei eerste nld als volgt aan de goede kant: 58-58-58-56-55-53 st r, brei 2 st in de volgende st, 1 st r, brei 2 st in volgende st en 58-58-58-56-55-53 st r = 121-121-121-117-115-111 st op de nld. Plaats 1 markeerder in de 60e-60e-60e-58e-57e-55e st op de nld en 1 markeerder in de 2e st na de 1e markeerder. Er zijn nu 59-59-59-57-56-54 st na de laatste markeerder en 1 st tussen de 2 st met de markeerders in het midden op de nld. Keer en brei 1 nld r aan de verkeerde kant.
Brei dan in ribbelst heen en weer en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van beide st met markeerders – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen om de nld (dus elke nld aan de goede kant) nog 40-43-47-52-57-62 keer (= 41-44-48-53-58-63 keer meerderen in totaal aan elke kant van beide markeerders).
Kant TEGELIJKERTIJD st af bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de onderkant (het werk meet ongeveer 23-25-27-30-33-36 cm vanaf midden naar buiten en nog 3 keer te meerderen over aan elke kant van beide markeerders) als volgt: kant de middelste 13-13-13-17-17-17 st op de nld af voor de hals (dus tussen de 2 markeerders) en brei iedere kant apart verder.
1e KANT (linkerkant van het werk gezien aan de goede kant): ga verder in ribbelst en meerder als hiervoor. Kant TEGELIJKERTIJD 1 st af aan begin van de volgende 2 nld langs de hals.
Na de laatste meerdering bij de markeerder en na het minderen voor de hals meet het werk ongeveer 59-61-63-65-67-69 cm vanaf de schouder naar beneden en ongeveer 25-27-29-32-35-38 cm vanaf midden naar buiten en staan er 134-140-148-154-163-171 st op de nld.
Ga in de volgende nld aan de verkeerde kant verder als volgt: kant de eerste 68-71-73-74-76-77 st af aan de zijkant van het vest, brei 32-32-34-36-38-40 st (= mouw), zet ze op een hulpdraad en kant de laatste 34-37-41-44-49-54 st op de schouder af. Knip de draad af.
2e KANT: brei als de eerste kant maar in spiegelbeeld (minder aan de goede kant in plaats van aan de verkeerde kant).

RECHTERVOORPAND:
Begin aan de zijkant op het vest en brei naar middenvoor en naar de onderkant op het voorpand.
Zet 67-67-67-66-65-63 st op met rondbreinld 5 mm en 1 draad van elke kleur (= 2 draden). Brei eerste nld aan de goede kant: 2 st r in eerste st en brei dan de rest van de nld r = 68-68-68-67-66-64 st op de nld. Plaats 1 markeerder in de 2e st aan het begin van de nld (gezien aan de goede kant). Keer en brei 1 nld r aan de verkeerde kant.
Brei dan in ribbelst heen en weer en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan elke kant van de st met de markeerder – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen om de nld (dus elke nld aan de goede kant) nog 32-35-39-43-48-53 keer (= 33-36-40-44-49-54 keer meerderen in totaal) = 134-140-148-155-164-172 st op de nld.
Kant in de volgende nld aan de goede kant na de laatste meerdering de eerste 34-37-41-45-50-55 st op de nld af (= onderkant op het voorpand), brei de overgebleven 100-103-107-110-114-117 st op de nld en zet 17-17-17-21-21-21 nieuwe st op aan het einde van de nld voor de kraag = 117-120-124-131-135-138 st – plaats 1 markeerder. Ga verder in ribbelst heen en weer voor de voorbies/kraag en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st om de nld aan het einde van de nld aan de bovenkant bij de kraag (dus aan het einde van elke nld aan de goede kant) tot de voorbies/kraag ongeveer 10-10-10-12-12-12 cm meet vanaf de markeerder en kant dan losjes alle st af.

LINKERVOORPAND:
Zet op en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Dus 1e nld = aan de verkeerde kant en meerder elke nld aan de verkeerde kant. Kant af aan de onderkant aan de verkeerde kant (in plaats van aan de goede kant).

AFWERKING:
Naai naad middenachter op het achterpand - naai met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st zodat de naad niet zichtbaar is. Naai de schoudernaden samen. Naai de kraag samen middenachter en naai de kraag langs de hals op het achterpand.

MOUW:
Zet de 32-32-34-36-38-40 st van de hulpdraad op het achterpand aan een kant van het werk terug op de rondbreinld 5 mm en neem ook aan de goede kant 32-32-34-36-38-40 st op langs armsgat van voorpand (neem 1 st op in elke st) = 64-64-68-72-76-80 st op de nld voor de mouw. Plaats 1 markeerder – MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei heen en weer in ribbelst tot de mouw 6 cm meet vanaf de markeerder. Brei dan in tricotst heen en weer op de nld. Minder TEGELIJKERTIJD als de mouw 7 cm meet vanaf de markeerder 1 st aan elke kant. Herhaal dit minderen elke 3-3-2½-2-2-1½ cm nog 12-12-13-15-15-16 keer (= 13-13-14-16-16-17 st geminderd in totaal aan elke kant) = 38-38-40-40-44-46 st over op de nld. Brei tot de mouw 44-44-42-40-38-36 cm meet vanaf de markeerder (LET OP: minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders en ongeveer 5 cm nog te breien tot het werk klaar is) en ga dan verder met nld 4 mm. Brei 5 cm in ribbelst heen en weer en kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 49-49-47-45-43-41 cm vanaf de markeerder. Herhaal aan de andere kant van het werk.
Naai de onderarm- en zijnaden samen naast de kant st.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 151-44

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (88)

country flag Anja Pappel wrote:

Auch ich möchte die Jacke nachstricken und tendiere zu der Farbe 671 und entweder braun (300) oder blau (107). Wird das wohl zu dunkel ?

22.03.2015 - 22:54

DROPS Design answered:

Es ist natürlich immer Geschmackssache, welche Farben einem gefallen. Ihre Farbkombi wird eher dunkel. Wenn Sie zu 671 z.B. 602 (Grautöne) oder 651 (Beigetöne) kombinieren, wird das Ergebnis heller und Sie haben einen ähnlichen Farbeffekt wie bei der Originaljacke, bei der ja auch eine Long-Print- und eine Print-Farbe zusammen verwendet werden. Das sind nur Vorschläge, letztendlich müssen Sie selbst entscheiden, welche Farbwahl Ihnen gefällt, denn es ist, wie gesagt, immer Geschmackssache.

23.03.2015 - 10:30

country flag Silvia Marhenke wrote:

Vielen Dank, für Ihre Geduld, ich denke ich habe es jetzt verstanden. Nochmals Danke, mit freundlichem Gruß Silvia Marhenke

04.03.2015 - 19:23

DROPS Design answered:

Gerne. Wie gesagt, Sie können an einem Probestück testen, ob Sie es richtig machen, das ergibt ja auch mit weniger M diese "Dreieckform" des Rückens.

06.03.2015 - 09:36

country flag Silvia Marhenke wrote:

Danke für die Antwort! Also werden die Maschen zwischen den beiden Markierungen immer mehr. Ich hatte immer eine Mittelmasche, und davor und dahinter zugenommen. Zwischen den Markierungen also jede Runde zwei Maschen mehr?! Ist das so richtig verstanden? Also Umschlag, 2 Ma Umschlag, Nächste Runde: Umschlag, 4 Ma. Umschlag usw? Liebe Grüße Silvia, und danke für die Geduld.

27.02.2015 - 22:54

DROPS Design answered:

Sie stricken in Reihen, nicht in Runden. Die 1. R hat folgenden Aufbau, z.B. für Gr. S (U = Umschlag): 59 M, die nächste Masche markieren (= 60. M), 1 M, die nächste M markieren, 59 M. Sie haben nun 2 markierte M und Sie nehmen jeweils beidseitig JEDER markierten M zu (= 4 Zun). Also: 59 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 1 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 59 M. Nächste Hin-R: 60 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 3 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 60 M. Nächste Hin-R: 61 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 5 M, 1 U, 1 markierte M, 1 U, 61 M. Die Maschen zwischen dem 2. und 3. Umschlag werden also mehr.

03.03.2015 - 16:45

country flag Silvia Marhenke wrote:

Dieses Modell finde ich einfach super, aber ich kome mit der Zeichnung nicht klar. Wäre es möglich die Zeichnung so zu machen, dass man die einzelnen Teile genau erkennt? Ich kann mir einfach nicht vorstellen, wie ein fertiges Rückenteil aussehen muss. Mich irritiert das Lochmuster auf dem Foto. Da sieht es aus, als würde der Rücken von oben nach unten gestrickt, und die Passe dann quer?! Vielen Dank für ihre Hilfe.

22.02.2015 - 21:56

DROPS Design answered:

Der gesamte Rücken wird in einem Stück gestrickt. Die Form ergibt sich durch die Zunahmen, die Sie in der Mitte der R machen. Anschlag-R ist die senkrechte Mitte des Rückens ab der Spitze des "Loch-V", die Zun. sind die Quer-R. Die R laufen ab dem unteren Rand senkrecht nach oben bis zur Loch-R, gehen dann quer und laufen am nächsten Loch wieder senkrecht nach unten. Machen Sie ein Probestück mit weniger M (z.B. 25 M): die Masche rechts + links der mittleren M markieren, dort die Zun. wie beschr. arbeiten.

22.02.2015 - 23:40

country flag Helga Kempkensteffen wrote:

Danke für diese sehr gute Antwort, habe mich sehr darüber gefreut!! Grüße H. Kempken

01.02.2015 - 14:51

country flag Helga Kempkensteffen wrote:

Mir ist nicht ganz klar, warum ich die 21 M. beim Vorderteil makieren muß, und wie ich die Masche am Ende der Hinreihe aufnehmen muß: Werden da aus der letzen Masche 2 M. gestrickt, oder mit Umschlag aufgenommen. Oder etwa mit Umschlag nach der markierten Masche? Danke für Antwort H. Kempkensteffen

31.01.2015 - 18:08

DROPS Design answered:

Sie markieren die 21 neu angeschlagenen M, um später den Krage/die vordere Blende ab dieser Stelle messen zu können. Die Blende mitsamt dem Kragen soll ja, je nach Größe, 10 oder 12 cm breit werden. Sie können 1 M zunehmen, indem Sie aus der letzten M 2 M herausstricken. Die Zunahmen oben am Kragen erfolgen nur ganz am Ende jeder Hin-R, der Markierer hat damit nichts zu tun, sondern dient nur zum Messen.

01.02.2015 - 11:00

country flag Helga Kempkensteffen wrote:

Beim Vorderteil muß ich ja für den Kragen zusätzliche Maschen aufnehmen. Meine Gr. 21M , einfach anschlagen? Oder wie ist das gedacht? Grüße H. Kempkensteffen

26.01.2015 - 19:30

DROPS Design answered:

Ja genau, Sie schlagen die M am Ende der R neu an. Wie das geht, können Sie sich auch im Video unter "Videos" im Kopf neben dem Foto anschauen, das Video heißt "Seitlich neue M anschlagen". Weiterhin gutes Gelingen!

27.01.2015 - 14:26

country flag Kempkensteffen Helga wrote:

Ich habe bei Lanada Fabel 804 nur noch die letzten 8 Kneuel bekommen, In welchem Laden bekomme ich wohl noch ein Kneuel - 50g. Fabel 804. H. Kempkensteffen

13.01.2015 - 10:49

DROPS Design answered:

Läden finden Sie, wenn Sie oben in der Leiste auf "Händler" klicken, dort können Sie Deutschland auswählen und dann am besten einfach bei den Händlern anrufen und fragen, ob sie die Farbe noch vorrätig haben.

14.01.2015 - 23:46

country flag Annamária wrote:

AMIKOR az ujja a jelölőtől mérve 7 cm-es, fogyasszunk mindkét oldalon egy-egy szemet. Ismételjük meg a fogyasztást 3-3-2½-2-2-1½ cm-ként, még 12-12-13-15-15-16 alkalommal (= összesen 13-13-14-16-16-17 alkalommal szaporítottunk, = 38-38-40-40-44-46 szem). Helyes fordítás: összesen 13-13-14-16-16-17 alkalommal apasztottunk!

11.01.2015 - 21:03

country flag Helga Kempkensteffen wrote:

Stricke dieses Modell nach, trage Gr. XL habe 115M angeschlagen, stimmt es, dann 52mal 4M. in jeder Hin R. zunehmen? Erbitte Hilfe Am Ende hätte ich ja über 300M. auf meiner Nadel!! Ist das richtig? viele Grüße Helga Kempkensteffen

08.01.2015 - 11:53

DROPS Design answered:

Ja, das ist richtig so, beim Stricken werden Sie die Formgebung durch die Zunahmen erkennen.

08.01.2015 - 22:41