DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
DROPS Glitter
DROPS Glitter
60% cupro, 40% metaal
vanaf 1.99 € /10g
DROPS SS24

Fox Sweater

Gebreide DROPS trui met ronde pas en kantpatroon van ”BabyAlpaca Silk”, ”Kid-Silk” en ”Glitter”. Maat: S - XXXL.

DROPS 150-7
DROPS design: Model nr. bs-047
Garengroep A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
250-250-300-300 gr, kleur nr. 8465, grijs
en gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
100-100-125-125 gr. kleur nr. 10, grijs
en gebruik:
DROPS GLITTER van Garnstudio
4 klosjes voor alle maten in kleur nr. 02, zilver.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
DROPS Glitter
DROPS Glitter
60% cupro, 40% metaal
vanaf 1.99 € /10g

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer en worden in de rondte gebreid. Zie het telpatroon voor uw maat!

TIP VOOR HET MINDEREN (voor het lijf):
Minder als volgt voor de markeerder: 2 st r samen.
Minder als volgt na de markeerder: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei in achterste lus van st in plaats van voorste lus) om gaatjes te voorkomen.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 168-192-216-240 st op met rondbreinld 5 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk en 2 draden Glitter. Brei 1 RIBBEL in ribbelst - zie uitleg boven. Brei dan als volgt: A.1 over alle st (= 12 patroonherhalingen in de rondte). Plaats als A.1 een keer in de hoogte is gebreid 2 markeerders in het werk; 1 na 7e-8e-9e-10e st en 1 na 91e-104e-117e-130e st (= 1 markeerder aan elke zijkant, voorpand/achterpand = 84-96-108-120 st). Brei dan in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Minder bij een hoogte van 7 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 3½-4-4½-5 cm nog 3 keer (= 4 keer geminderd in totaal) = 152-176-200-224 st. Meerder bij een hoogte van 24-26-27-29 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 3-3-2½-2 cm nog 3 keer (= 4 keer gemeerderd in totaal) = 168-192-216-240 st. Kant bij een hoogte van 38-38-37-37 cm 14-16-18-20 st af aan elke kant voor de armsgaten (dus kant 7-8-9-10 st af aan elke kant van beide markeerders) = 70-80-90-100 st over op het achterpand/voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 42-48-54-60 st op met breinld zonder knop 5 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk en 2 draden Glitter. Brei 1 ribbel in ribbelst. Brei A.1 over alle st (= 3 patroonherhalingen in de rondte). Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder in tricotst. Plaats 1 markeerder aan beg van nld (= midden onder de mouw). Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder. Herhaal dit meerderen elke 5-4-3-2 cm nog 6-7-8-9 keer (= 7-8-9-10 keer gemeerderd in totaal) = 56-64-72-80 st. Brei bij een hoogte van 41-38-34-31 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) A.1 over alle st (= 4 patroonherhalingen).
LET OP: begin eerste herhaling van A.1 7-8-9-10 st voor de markeerder! Kant op de laatste nld van A.1 14-16-18-20 st af midden onder de mouw (dus kant 7-8-9-10 st af aan elke kant van de markeerder) = 42-48-54-60 st over op de nld (= 3 hele patroonherhalingen van A.1). De mouw meet 46-44-41-39 cm. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf = 224-256-288-320 st.
Brei A.1 over alle st (= 16 patroonherhalingen in de rondte). Ga als A.1 een keer in de hoogte is gebreid verder met A.2 boven A.1. Ga zo verder in patroon. Ga verder met een kortere rondbreinld indien nodig. Als A.2 klaar is, staan er nog 96-128-160-192 st op de nld. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 22-50-68-92 st gelijkmatig = 74-78-92-100 st. Brei dan een ronding op het achterpand voor de hals als volgt in tricotst, plaats 1 markeerder in de middelste st (= middenachter), Knip de draad af en begin hier: brei 7 st r voorbij de markeerder middenachter, keer, trek de draad aan en brei 14 st av terug, keer, trek de draad aan en brei 21 st r, keer, trek de draad aan en brei 28 st av terug. Ga zo verder - brei 7 st meer elke keer tot in totaal 56-56-70-70 st zijn gebreid, keer en brei weer 1 nld recht tot middenachter. Brei 2 ribbels in ribbelst. Kant af met rechte st aan de goede kant. Pas meet ongeveer 20-24-27-31 cm (middenvoor) en de hele trui meet ongeveer 58-62-64-68 cm.


AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.09.2013
MOUW:
…Plaats 1 markeerder aan beg van nld (= midden onder de mouw). Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder. Herhaal dit meerderen elke 5-4-3-2 cm nog 6-7-8-9 keer (= 7-8-9-10 keer gemeerderd in totaal) = 56-64-72-80 st. Brei bij een hoogte van 41-38-34-31 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) A.1 over alle st (= 4 patroonherhalingen).
LET OP: begin eerste herhaling van A.1 7-8-9-10 st voor de markeerder! Kant op de laatste nld van A.1 14-16-18-20 st af midden onder de mouw (dus kant 7-8-9-10 st af aan elke kant van de markeerder) = 42-48-54-60 st over op de nld…
Gewijzigd online: 30.09.2016
Correctie telpatroon maat XXL, rij 34 en 48. Correctie telpatroon maat S/M, rij 26

Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 150-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (205)

country flag Maren Hvidsten Lien wrote:

Hei, er det mulig å få lengde og maskeantall for å strikka gensaren i ein garntype med strikkefasthet på 23 m?

02.01.2017 - 19:00

DROPS Design answered:

Hej Maren. Jeg kan desvaerre ikke hjaelpe med individuele tilpasninger paa opskriften.

09.01.2017 - 15:22

country flag Paola wrote:

Devo iniziare gli aumenti del busto: nei suggerimenti l'aumento va fatto con un gettato, per cui dovrò fare un gettato prima e uno gettato dopo il segno?

21.12.2016 - 06:57

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola. Sì esatto, deve fare 1 gettato prima e uno dopo il segno. Al giro successivo, lavora il gettato ritorto per evitare che si formi un buco. Buon lavoro!

21.12.2016 - 08:49

country flag Paola wrote:

Altra domanda: sul ferro di ritorno (anche se lavorato in tondo) i gettati che ho lavorato all'andata, li devo lavorare a diritto ritorto o a diritto normale? Parlate di diritto ritorto sui gettati solo per gli aumenti, ma per i gettati fatti seguendo lo schema A1?

24.11.2016 - 13:17

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola. I gettati dei diagrammi, vanno lavorati a dir normale per formare il buco del motivo. Buon lavoro!

24.11.2016 - 14:14

country flag Anna wrote:

Potete spiegarmi cosa devo fare sui ferri di ritorno? Rovescio su ferro di rovescio o diritto su ferro di rovescio? Grazie

24.11.2016 - 11:27

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna. La lavorazione è in tondo, quindi lavora sempre sul diritto del lavoro. Nei giri pari, le caselle bianche sono a dir, quelle con la “X” a rov. Buon lavoro!

24.11.2016 - 11:28

country flag Paola wrote:

Nei ferri di ritorno devo lavorare un punto diritto o rovescio non capisco

24.11.2016 - 10:51

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola. La lavorazione è in tondo, quindi lavora sempre sul diritto del lavoro. Nei giri pari, le caselle bianche sono a dir, quelle con la “X” a rov. Buon lavoro!

24.11.2016 - 11:26

country flag Paola wrote:

Non riesco a postare domande mi dice che sto scrivendo parole proibite

24.11.2016 - 10:50

DROPS Design answered:

Buongiorno Paola, questo commento si vede. Probabilmente stanno lavorando sul sito, riprovi più tardi. Grazie per la segnalazione.

24.11.2016 - 10:53

country flag Helena Pusch wrote:

Guten Morgen, könnten Sie mir eventuell sagen, wie der Garnverbrauch nur für die Ärmel liegt, nicht nur für den kompletten Pullover? Vielen Dank

17.11.2016 - 09:20

DROPS Design answered:

Liebe Frau Pusch, leider haben wir nur Garnverbrauch für den kompletten Pullover, sollte Ihre Maschenprobe stimmen, dann sollten Sie genügend Garne haben. Viel Spaß beim stricken!

17.11.2016 - 10:47

Louise wrote:

Bonjour, je suis arrivée à l'étape juste après A.2, c'est-à-dire où il faut réduire de 96 mailles à 74. Comment suggérez-vous de le faire de manière "égale et régulière" ? J'ai beaucoup compter dans tous les sens, la solution m'échappe. Un tout grand merci :)

12.10.2016 - 18:17

DROPS Design answered:

Bonjour Louise, Vous trouverez ici comment répartir des diminutions à intervalles réguliers. Bon tricot!

13.10.2016 - 07:44

country flag Sara wrote:

Salve nell'avviare le maglie devo usare 3 gomitoli differenti? Quindi anche per tutta la lavorazione dovrò usarne tre? In alternativa posso usare anche solo un tipo di filato? Grazie mille

29.08.2016 - 10:34

DROPS Design answered:

Buongiorno Sara. Può controllare la risposta che le abbiamo dato sotto. Per l'avvio e la lavorazione usa 2 capi di Glitter e un capo di ognuna delle altre due qualità di filato indicate. Buon lavoro!

29.08.2016 - 12:18

country flag Sara wrote:

Salve nell'avviare le maglie devo usare 3 gomitoli differenti? Quindi anche per tutta la lavorazione dovrò usarne tre? In alternativa posso usare anche solo un tipo di filato? Grazie mille

29.08.2016 - 07:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Sara, deve lavorare con 2 capi di Glitter e 1 capo delle altre 2 qualità. In alternativa può lavorare con un solo capo di un filato del gruppo C (A + A), controllando che il suo campione corrisponda a quello indicato. Il filato Glitter non fa spessore. Buon lavoro.

29.08.2016 - 08:09