DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 149-2
DROPS design: Model nr. bs-054
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten:
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 200 cm
Hoogte in het midden: ongeveer 55 cm
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
250 gr. kleur nr. 4314, grijspaars
150 gr. kleur nr. 1760, licht grijs/paars

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 45 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u van kleur wisselt in de strepen met 3 ribbels licht grijs/paars en 1 ribbel grijspaars, zorg dan dat u de draden niet te strak aantrekt en het werk een beetje oprekt, anders wordt de rand te vast.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Brei het werk in 2 delen, dus het tweede deel wordt langs een diagonale kant van het eerste deel van de omslagdoek gebreid. Neem langs een lange kant van het eerste deel st op en brei zo de omslagdoek af.
LEES TIP VOOR HET BREIEN!

1e DEEL (= A op tekening):
Zet 3 st op met rondbreinld 3.5 mm en licht grijs/paars.
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r = 5 st.
Nld 3 (= verkeerde kant): 1 st r, 1 st r gedraaid, 3 st r (laatste omsl = gaatje) = 5 st.
Nld 4 (= goede kant): brei alle st recht.
Nld 5 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 6 (= goede kant): 1 st r, 1 omsl, 3 st r, 1 omsl, 1 st r = 7 st.
Nld 7 (= verkeerde kant): 1 st r, 1 st r gedraaid, 5 st r (laatste omsl = gaatje) = 7 st.
Nld 8 (= goede kant): ga verder met grijspaars en brei alle st recht.
Nld 9 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 10 (= goede kant): ga verder met licht grijs/paars en brei 1 st r, 1 omsl, 5 st r, 1 omsl, 1 st r = 9 st.
Nld 11 (= verkeerde kant): 1 st r, 1 st r gedraaid, 7 st r (laatste omsl = gaatje) = 9 st.
Herhaal nld 4-11 tot er 45 st op de nld staan (dus meerder aan elke kant elke 4e nld en brei TEGELIJKERTIJD strepen met 3 ribbels licht grijs/paars en 1 ribbel grijspaars). Als er 45 st op de nld staan, meet het werk ongeveer 20 cm in de breedte (gemeten langs de st). Brei nog 1 ribbel met licht grijs/paars zodat er 2 ribbels met licht grijs/paars zijn na 1 ribbel met grijspaars.

Brei dan als volgt:
Nld 1 (= goede kant en ga verder met licht grijs/paars): 1 st r, 1 omsl, recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r = 45 st.
Nld 2 (= verkeerde kant): brei alle st recht (omsl = gaatje) = 45 st.
Nld 3 (= goede kant): ga verder met grijspaars en brei alle st recht.
Nld 4 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 5 (= goede kant): ga verder met licht grijs/paars en brei 1 st r, 1 omsl, recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r = 45 st.
Nld 6 (= verkeerde kant): brei alle st recht (omsl = gaatje) = 45 st.
Nld 7 (= goede kant): brei alle st recht.
Nld 8 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Herhaal nld 1-8, dus meerder aan een kant en minder aan de andere kant elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) en ga verder met strepen als hiervoor met 3 ribbels licht grijs/paars en 1 ribbel grijspaars.
Brei tot een hoogte van ongeveer 85 cm langs de rechter lange kant gemeten (gezien aan de goede kant) – eindig na 2 ribbels met licht grijs/paars, plaats 1 markeerder aan het begin van de nld aan de goede kant. Er zijn nu ongeveer 95 gaatjes langs de rechter lange kant (gezien aan de goede kant).

Ga verder en minder als volgt:
Nld 1 (= goede kant en ga verder met licht grijs/paars): recht tot er 3 st over zijn op nld, 2 st r samen en 1 st r = 44 st.
Nld 2 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 3 (= goede kant): ga verder met grijspaars en brei alle st recht.
Nld 4 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 5 (= goede kant): ga verder met licht grijs/paars en brei recht tot er 3 st over zijn, 2 st r samen, 1 st r = 43 st.
Nld 6 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 7 (= goede kant): brei alle st recht.
Nld 8 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Herhaal nld 1-8, dus minder 1 st aan het einde van elke 4e nld (dus om de nld aan het einde van de nld aan de goede kant) en ga verder in strepen als hiervoor met 3 ribbels licht grijs/paars en 1 ribbel grijspaars. Brei als er 3 st over zijn op de nld als volgt: 1 st r, 2 st r samen, keer het werk, 2 st r, keer het werk, 2 st r samen, Knip de draad af en haal deze door de st.

2e DEEL (= B op tekening):
Neem aan de goede kant st op met grijspaars als volgt: neem 1 st op in de punt van deel A (gemarkeerd met een ster op de tekening), neem 1 st op door het eerste gaatje, dus steek nld door gaatje, pak de draad op en haal draad terug door het gaatje, * 1 omsl op de nld, neem 1 st op door volgend gaatje (= 2 nieuwe st op de nld) *, herhaal van *-* langs de hele rand met gaatjes tot de markeerder zodat er 190 st op de nld staan (als u meer st op moet nemen om aan het correcte aantal st te komen, neem dan gelijkmatig extra st op tussen de gaatjes).

Brei dan als volgt:
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): brei recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r (= 1 st geminderd).
Nld 3 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 4 (= goede kant): 1 st r, 1 omsl, brei recht tot er 4 st over zijn op de nld, 3 st r samen, 1 st r (= 1 st gemeerderd en 2 st geminderd).
Nld 5 (= verkeerde kant): brei recht tot er 2 st over zijn op de nld, brei omsl gedraaid en eindig met 1 st r.
Nld 6 (= goede kant): brei recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r (= 1 st geminderd).
Nld 7 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 8 (= goede kant): ga verder met licht grijs/paars en 1 st r, 1 omsl, recht tot er 4 st over zijn op de nld, 3 st r samen en 1 st r (= 1 st gemeerderd en 2 st geminderd).
Nld 9 (= verkeerde kant): brei recht tot er 2 st over zijn op de nld, brei omsl gedraaid en eindig met 1 st r.
Nld 10 (= goede kant): ga verder met grijspaars en brei recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r (= 1 st geminderd).
Nld 11 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 12 (= goede kant): 1 st r, 1 omsl, brei recht tot er 4 st over zijn op de nld, 3 st r samen en 1 st r (= 1 st gemeerderd en 2 st geminderd).
Nld 13 (= verkeerde kant): brei recht tot er 2 st over zijn op de nld, brei omsl gedraaid en eindig met 1 st r.
Herhaal nld 6-13 tot het werk ongeveer 15 cm meet vanaf rand waar st opgenomen zijn - eindig na 3 ribbels met grijspaars.

Brei dan als volgt:
Nld 1 (= goede kant): ga verder met licht grijs/paars en brei recht tot er 3 st over zijn op de nld, 2 st r samen en 1 st r (= 1 st geminderd).
Nld 2 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 3 (= goede kant): ga verder met grijspaars en 1 st r, 1 omsl, brei recht tot er 4 st over zijn op de nld, 3 st r samen en 1 st r (= 1 st gemeerderd en 2 st geminderd).
Nld 4 (= verkeerde kant): brei recht tot er 2 st over zijn op de nld, brei omsl gedraaid en eindig 1 st r.
Herhaal nld 1-4 tot het werk meet ongeveer 31 cm meet vanaf rand waar st opgenomen zijn - eindig na 1 ribbel met licht grijs/paars.

Brei dan als hiervoor maar alleen met grijspaars, dus minder afwisselend 1 en 2 st aan het einde van elke nld aan de goede kant en meerder 1 st om de nld aan begin van de nld aan de goede kant. Brei door tot alle st geminderd zijn, knip de draad af en zet vast.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 149-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Silkelana wrote:

What are the replacing color numbers for Babyalpaca Silk 4314 and 1760? I love this colors but they didn't exist anymore. Thanks for your answer. Kind regards.

03.03.2022 - 11:05

DROPS Design answered:

Dear Silkelana, please contact your DROPS store for any assistance choosing the best matching colours, they will help you even per mail or telephone. Happy knitting!

03.03.2022 - 14:12

country flag Monika Schafus wrote:

Modell DROPS 149-2 - Teil B - habe 190 Maschen aufgenommen und Reihe 1 bis 13 gestrickt. Reihe 8 und 9 hellgraulila gestrickt. Es ergibt sich eine Rippe auf der rechten Seite. Wenn ich die Reihen 6-13 wiederhole, erscheint die hellgraulila Rippe nicht, d.h. Es sieht wie links aus. Was mache ich falsch❓ Danke für schnelle Hilfe Monika Schafus

01.10.2020 - 14:29

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schafus, die Reihen 6 +7 und 10 bis 13 sind mit graulila gestrickt und die Reihen 8 und 9 sind mit hellgraulila gestrickt so haben Sie mit Reihen 6 bis 13: 1 Krausrippe mit graulila, 1 krausrippe mit hell graulila und 2 Krausrippen mit graulila (= 1 kraus rippe mit hellgraulila nach 4 krausrippen graulila). Viel Spaß beim stricken!

01.10.2020 - 16:13

country flag Christiane Grenier wrote:

Pour le modèle 149-2 pour débuter la deuxième partie je fais une maille dans chaque trou et entre les trous je fais une jeté pour atteindre 190 mailles c’est ce que je comprends juste me confirmer merci

15.04.2018 - 21:54

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Grenier, tout à fait, vous relever 1 m dans chacun des jours le long du côté et vous faites 1 jeté entre les mailles relevées. Si vous n'arrivez pas à 190 m ainsi, relevez des mailles entre les jours à intervalles réguliers. Bon tricot!

16.04.2018 - 09:51

country flag Amandine wrote:

Bonjour je voudrais le faire beaucoup plus grand . comment faire sil vous plait ? merci

02.01.2015 - 17:03

DROPS Design answered:

Bonjour Amandine, vous pouvez ajuster la longueur souhaitée dès la réalisation de la partie A - pensez à ajuster également la quantité de fil - votre magasin DROPS pourra volontiers vous aider et vous conseiller. Bon tricot!

02.01.2015 - 17:08

country flag Bärbl Rupp wrote:

Der Schluß (einfärbiger Teil) funktioniert nicht, da in der deutschen Anleitung in der letzten Reihe steht, dass man in jeder zweiten Hin-Reihe 1 Masche ABNEHMEN soll. Es sollte jedoch wie in der englischen Fassung 1 Masche AUFNEHMEN heißen (siehe auch jenen Teil, wo abwechselnd nach jeder Krausrippe der Farbwechsel gemacht wird.). Das Tuch macht sonst einen ziemlichen Hacken.

08.11.2014 - 13:12

DROPS Design answered:

Sie haben Recht, vielen Dank für den Hinweis, das wird gleich korrigiert!

09.11.2014 - 22:26

country flag Sabine Habke wrote:

Vielen lieben Dank für Eure Hilfe. Jetzt klappt alles wunderbar.

02.07.2014 - 15:56

country flag Sabine Habke wrote:

Bitte um genaue angabe für die zweiten 11 reihen. meine löcher sind nicht da wo sie sein sollen

21.06.2014 - 12:01

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, Sie wdh. die 4.-11. (das was leider etwas falsch angegeben, es stand dort, dass Sie die 11 R wdh, das wurde nun korrigiert). Sie stricken den LETZTEN Umschlag jeder 2. Rück-R immer re, sodass sich ein Loch ergibt. Also: 12.R (= 4.R = Hin-R): re stricken, 13.R (= 5.R = Rück-R): re stricken, 14.R (= 6.R = Hin-R): 1 re, 1 Umschlag, re bis zur letzten M, 1 Umschlag, 1 M re, 15.R (= 7.R = Rück-R): 1 re, 1 re veschr., die R re zu Ende stricken (der LETZTE Umschlag = Loch) usw.

23.06.2014 - 17:50

country flag Sabine Habke wrote:

Leider komme ich nicht mit der Anleitung klar. Die ersten 11 R. und dann wiederholen. Die Löcher sind dann nicht da wo sie sein sollen. Ich bitte um Hilfe

12.06.2014 - 08:23

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, die Zunahmen (= Umschläge) erfolgen in jeder 4. R immer nur nach der ersten und vor der letzten M(also 2 Umschläge pro Zunahme-R), dazwischen stricken Sie einfach rechts. In der darauffolgenden Rück-R stricken Sie den 1. Umschlag verschränkt, damit sich kein Loch ergibt, und den 2. Umschlag normal, damit sich ein Loch ergibt. Die Streifenfolge stricken Sie wie in R 4-11 beschrieben.

13.06.2014 - 15:14

country flag Ruth wrote:

Der einfarbige Schluss funktioniert nicht wie beschrieben. Auch nach drei Interpretationsvarianten wurde das Tuch nicht symetrisch. Trotzdem schön.

19.05.2014 - 07:23

country flag Johanna wrote:

Jag har precis stickat färdigt min och den blev fin. Jag behövde dock bara 4 nystan av den färg som motsvarar grålila och har mycket kvar på de sista använda nystanen av båda färgerna, så det blir till att göra tillbehör med allt överblivet garn. Det gör i och för sig absolut ingenting =)

05.02.2014 - 15:04