DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 150-38
DROPS design: Model nr. la-017
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: ongeveer 65 cm hoog vanaf de hals naar beneden gemeten langs de middelste st.
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 0501, lichtgrijs

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – LET OP: lees STEKENVERHOUDING onder.

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

KANTPATROON:
Nld 1-7: recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Nld 8 (aan de verkeerde kant): * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-*.
Nld 9-12: recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Herhaal steeds deze 12 nld.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 4 st (1 st aan elke kant, 2 st in het midden) elke nld aan de goede kant als volgt: 3 st in ribbelst, 1 omsl, brei tot de st met de markeerder (= mid st), 1 omsl, 1 st r (= mid st), 1 omsl, brei tot er 3 st over zijn op de nld, 1 omsl, 3 st in ribbelst. Brei in de volgende nld (aan de verkeerde kant) alle st recht incl. de omsl.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. De omslagdoek wordt vanaf middenachter naar beneden en naar de zijkanten gebreid.
Zet 7 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Plaats 1 markeerder in de 4e st (= mid st) en neem de markeerder in de mid st steeds mee naar boven. Brei 1e nld als volgt (= goede kant): 3 st in RIBBELST - lees uitleg boven, 1 omsl, 1 st r (= mid st met markeerder), 1 omsl, 3 st in ribbelst = 9 st. Brei dan in KANTPATROON – zie boven – met 3 st in ribbelst aan elke kant en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st elke nld aan de goede kant - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Ga verder met meerderen tot er 229 st op de nld staan. Het werk meet ongeveer 37 cm gemeten in de breirichting vanaf de opzetrand tot de nld. Brei nu als volgt: 3 st in ribbelst, A.1, A.2 over de volgende 108 st, brei tot er 2 st over zijn voor de mid st, brei A.3, 1 st in ribbelst (= mid st), A.1, A.2 over de volgende 108 st tot er 5 st over zijn, brei A.3 en 3 st in ribbelst. Ga verder en brei volgens A.1/A.2/A.3 tot de telpatronen in totaal 4 keer in de hoogte zijn gebreid. Elke keer dat A.1/A.2/A.3 een keer in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.2 tussen A.1 en A.3 aan elke kant van de mid st – meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van de laatste herhaling (= verkeerde kant) 8 st gelijkmatig door 2 st te breien in 1 st = 301 st. Brei 2 ribbels in ribbelst over alle st (denk erom te meerderen als hiervoor aan elke kant en in het midden), er zijn 309 st op de naald. Kant dan alle st af.

KANTEN RAND:
Zet 8 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Brei heen en weer volgens A.4, brei TEGELIJKERTIJD de rand samen met de omslagdoek – begin aan de bovenkant van de omslagdoek en zet de rand vast langs de linker schuine rand tot de punt. Brei de rand als volgt aan de omslagdoek vast - elke nld aan de goede kant: neem de buitenste st in de voorste lus van de omslagdoek op met de rechter nld, brei de eerste st van de linker nld (1e st in A.4), haal de nieuwe st hierover en brei de rest van de nld.
Brei als de kanten rand langs de hele schuine rand gebreid is tot aan de punt onder in ribbelst over alle st en kant TEGELIJKERTIJD 1 st af aan begin van elke nld aan de verkeerde kant; ga verder in ribbelst tot alle st afgekant zijn.

Herhaal langs de rechterkant van de omslagdoek maar brei nu volgens A.5. Brei de rand aan de omslagdoek als volgt - elke nld aan de verkeerde kant: neem de buitenste st op in voorste lus van omslagdoek met rechter nld, brei eerste st van linker nld (1e st van A.5), haal de nieuwe st hierover, brei de rest van de nld.
Naai de afkantranden van A.4 en A.5 aan elkaar aan de onderkant van de punt.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. LET OP: plaats eerst een speld aan de uiteinden van de lange zijde, en dan een speld in elke patroonherhaling van de rand en in de middelste steek aan de onderkant; zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = kant af 1 st
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 150-38

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Sara wrote:

Jag förstår inte hur jag ska göra från att diagrammen börjar.. Det står att det ska va 229 maskor, men enligt resten av beskrivningen verkar det bli 221 (108 st m på vardera sida + 2 extra m om mittm)? Sen undrar jag, blir det inte mönstret assymetriskt när jag stickar A1, A2 o sist A3 på båda sidor om mittmaskan? Borde inte sidorna spegla varandra så att A3 finns båda ggr närmast mittmaskan?

01.06.2014 - 07:25

DROPS Design answered:

Hej Sara. Mönstret stemmer og bliver 229 hvis du fölger det: 3 rille, A.1 (=1 m), A.2 (= 108 m), A.3 (= 2 m), midtermaske (= 1), A.1 (=1 m) A.2 (=108 m), A.3 (=2 m) og 3 rille = 3+1+108+2+1+1+108+2+3 = 229. Hvis du strikker A.3 paa den anden sidde af midten spejler du ikke. Men strik som beskrevet og det skal gaa fint ;-)

03.07.2014 - 15:26

country flag Kathleen wrote:

I am interested in using this pattern but I can't find the information on how wide the long edge will be or how many balls of yarn I will need. Can you help me out with this info?

10.04.2014 - 22:58

DROPS Design answered:

Dear Kathleen, for a shawl measuring approx. 65 cm at the back of neck and down along mid back (as on the picture), you will need 100 g DROPS Lace, i.e. 1 skein. Happy knitting!

11.04.2014 - 08:54

country flag Geke wrote:

Moet ik bij de kanten rand afkanten precies in de eerste naald van A4? Briei ik eerst door tott precies aan de punt? En dan nog die ribbels en ook die van A5 erbij? Wordt dat niet een gebobbel bij de punt? Bij het opspannen moet dit waar 3 steken samen zijn gebreid. Maar waar is dit,ik heb nergens 3 St. Samen gebreid.

03.02.2014 - 12:56

DROPS Design answered:

Hoi Geke. U breit A.4 tot de punt. Dan breit u ribbelsteek over alle steken en kant u elke keer aan de goede kant een st af zodat u een schuin stuk krijgt. Dit doet u ook met A.5 en de schuine randen van beide delen naait u later aan elkaar. U hebt twee schuine delen, dus geen bobbels.

07.02.2014 - 10:26

country flag Geke Kunst wrote:

Ik heb 229 steken. Nu snap ik de volgende zin niet: Elke keer dat A.1/A.2/A.3 een keer in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.2 tussen A.1 en A.3. enz.? En ik meerder net als tot nu toe aan begin en eind en voor en achter de midden steek met een omslag?

17.01.2014 - 19:21

DROPS Design answered:

Hoi Geke. Je gaat steeds door met de meerderingen zoals beschreven. Het betekent dat als je de A.1/A.2 en A.3 1 keer in de hoogte hebt gebreid dan is er ruimte (de nieuwe st) voor meer herhalingen van A.2, tussen A.1 en A.3 enz.

22.01.2014 - 17:27

country flag Geke Kunst wrote:

Ik heb gisteren om uitleg gevraagd maar denk dat ik misschien niet het juiste emailadres had gegeven.

16.01.2014 - 19:42

DROPS Design answered:

Hoi Geke. Ik stuur geen mails, het antwoord staat onder uw vraag.

17.01.2014 - 08:42

country flag Geke Kunst wrote:

Moet ik na dé mid.den steek Niet eerst A2 en dan A 1 breien. Dus het spiegelbeeld?

15.01.2014 - 18:41

DROPS Design answered:

Nee, u breit zowel voor als na de middelste st A.1, A.2 een aantal keer en u eindigt met A.3

16.01.2014 - 11:47

country flag Geke Kunst wrote:

Ik heb 229 steken en moet nu verder met A.1. A.2 A.3.. Wat wordt er bedoelt met de zin:Elke keer dat A.1/A.2/A.3 een keer in de hoogte is gebreid,is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.2 tussen A.1 en A.3 aan elke kant van de mid St.- meerder TEGELIJKERTIJD. Etc.? Moet ik 4x het patroon herhalen? Moet ik in iedere heengaande Ndl. Meerderen? Meerderen met een omslag voor en na de midden steek?

15.01.2014 - 17:27

DROPS Design answered:

Hoi Geke. U breit deze patronen A.1, 2 en 3 tot alle naalden die getekend zijn een keer in de hoogte zijn gebreid. U meerdert in deze patronen A.1 en A.3 automatisch elke heengaande nld, zodat er na 8 naalden 2 keer 4 st extra zijn voor de middelste st en na de middelste st. Dat is dus ruimte voor 2 keer extra A.2 voor en na de middelste st. U begint opnieuw met A.1, A.2 en A.3, maar u breit A.2 twee keer vaker omdat u 8 st meer hebt voor en na de middelste st

16.01.2014 - 11:47

country flag Tremblais Christiane wrote:

Ne comprends pas où débute le tricot y a t'il une vidéo explicative ? Ou un schéma plus éxplicite?

08.01.2014 - 23:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Tremblais, le châle se commence au niveau de l'encolure dos, on monte 7 m et on va augmenter 4 m tous les 2 rangs pour former le triangle : 1 au début et 1 à la fin du rang + 2 au milieu du châle (de chaque côté de la m centrale). Bon tricot!

09.01.2014 - 09:01

country flag Christy wrote:

Buenas noches, les agradezco que me hayan contestado, ya terminé ahora comienzo con el borde, estoy haciendo el tejido con calma. Saludos.

17.08.2013 - 02:03

country flag Siv Marberg wrote:

Har börjat sticka sjal Silver Mist i Lace. Jag undrar, skall antalet maskor hela tiden vara samma till antalet på båda sidor om mittmaskan där man sätter märktråd (MT)

31.07.2013 - 22:47

DROPS Design answered:

Ja du ökar samma antal m i varje sida om mittmaskan hela tiden :)

04.10.2013 - 09:53