DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 150-38
DROPS design: Model nr. la-017
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: ongeveer 65 cm hoog vanaf de hals naar beneden gemeten langs de middelste st.
Materiaal:
DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 0501, lichtgrijs

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – LET OP: lees STEKENVERHOUDING onder.

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

KANTPATROON:
Nld 1-7: recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Nld 8 (aan de verkeerde kant): * 2 st r samen, 1 omsl *, herhaal van *-*.
Nld 9-12: recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Herhaal steeds deze 12 nld.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 4 st (1 st aan elke kant, 2 st in het midden) elke nld aan de goede kant als volgt: 3 st in ribbelst, 1 omsl, brei tot de st met de markeerder (= mid st), 1 omsl, 1 st r (= mid st), 1 omsl, brei tot er 3 st over zijn op de nld, 1 omsl, 3 st in ribbelst. Brei in de volgende nld (aan de verkeerde kant) alle st recht incl. de omsl.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. De omslagdoek wordt vanaf middenachter naar beneden en naar de zijkanten gebreid.
Zet 7 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Plaats 1 markeerder in de 4e st (= mid st) en neem de markeerder in de mid st steeds mee naar boven. Brei 1e nld als volgt (= goede kant): 3 st in RIBBELST - lees uitleg boven, 1 omsl, 1 st r (= mid st met markeerder), 1 omsl, 3 st in ribbelst = 9 st. Brei dan in KANTPATROON – zie boven – met 3 st in ribbelst aan elke kant en meerder TEGELIJKERTIJD 4 st elke nld aan de goede kant - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Ga verder met meerderen tot er 229 st op de nld staan. Het werk meet ongeveer 37 cm gemeten in de breirichting vanaf de opzetrand tot de nld. Brei nu als volgt: 3 st in ribbelst, A.1, A.2 over de volgende 108 st, brei tot er 2 st over zijn voor de mid st, brei A.3, 1 st in ribbelst (= mid st), A.1, A.2 over de volgende 108 st tot er 5 st over zijn, brei A.3 en 3 st in ribbelst. Ga verder en brei volgens A.1/A.2/A.3 tot de telpatronen in totaal 4 keer in de hoogte zijn gebreid. Elke keer dat A.1/A.2/A.3 een keer in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor 2 patroonherhalingen meer van A.2 tussen A.1 en A.3 aan elke kant van de mid st – meerder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van de laatste herhaling (= verkeerde kant) 8 st gelijkmatig door 2 st te breien in 1 st = 301 st. Brei 2 ribbels in ribbelst over alle st (denk erom te meerderen als hiervoor aan elke kant en in het midden), er zijn 309 st op de naald. Kant dan alle st af.

KANTEN RAND:
Zet 8 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Brei heen en weer volgens A.4, brei TEGELIJKERTIJD de rand samen met de omslagdoek – begin aan de bovenkant van de omslagdoek en zet de rand vast langs de linker schuine rand tot de punt. Brei de rand als volgt aan de omslagdoek vast - elke nld aan de goede kant: neem de buitenste st in de voorste lus van de omslagdoek op met de rechter nld, brei de eerste st van de linker nld (1e st in A.4), haal de nieuwe st hierover en brei de rest van de nld.
Brei als de kanten rand langs de hele schuine rand gebreid is tot aan de punt onder in ribbelst over alle st en kant TEGELIJKERTIJD 1 st af aan begin van elke nld aan de verkeerde kant; ga verder in ribbelst tot alle st afgekant zijn.

Herhaal langs de rechterkant van de omslagdoek maar brei nu volgens A.5. Brei de rand aan de omslagdoek als volgt - elke nld aan de verkeerde kant: neem de buitenste st op in voorste lus van omslagdoek met rechter nld, brei eerste st van linker nld (1e st van A.5), haal de nieuwe st hierover, brei de rest van de nld.
Naai de afkantranden van A.4 en A.5 aan elkaar aan de onderkant van de punt.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. LET OP: plaats eerst een speld aan de uiteinden van de lange zijde, en dan een speld in elke patroonherhaling van de rand en in de middelste steek aan de onderkant; zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = kant af 1 st
symbols = 1 omsl tussen 2 st
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 150-38

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

Christel Zondagh wrote:

Thanks for the previous answer. I am still battling with the lace edge. Do I have to attach the last stitch of the wrong side row to the edge as well or only the first stitch of the RS row?

15.12.2017 - 10:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs Zondagh, when working lace edge together with shawl, at the beginning of RS rows worked on lace edge, pick up 1 st from shawl with right needle, work the first st on left needle (= 1st st in A.4 for the lace edge) and pass the picked up st from shawl over the worked stitch, work remaining sts on row, turn and work WS row. Along right side of shawl, from WS: pick up a stitch from shawl, work 1st st on lace edge (= 1st st in A.5) and pass the picked up st over the worked st, work remaining st on row, turn and work next row from RS. Happy knitting!

15.12.2017 - 11:06

Christel wrote:

Hi, regarding the lace edge: 1.How many "leaves on one side of the shawl? 2. Are there 154 stitches on each side of the shawl? 3. Do you have to attach every row to the edge of the shawl? 4. Is there a tutorial on something similar?

29.10.2017 - 21:01

DROPS Design answered:

Dear Christel, according to the pattern, after the last row of the body of the shawl, you should have 301 stitch on the row, that makes 150 stitch on both side and the middle stitch. Yes, you have to attach the edge to the body by knitting the first stitch of every RS row together a stitch from teh body. I hope this helps. Happy knitting!

26.11.2017 - 17:21

country flag Hilde wrote:

Er staat: Ga verder en brei volgens A.1/A.2/A.3 tot de telpatronen in totaal 4 keer in de hoogte zijn gebreid. houden we nog rekening met de middenste steek? wordt daar nog een omslag gebreid?

29.08.2017 - 09:45

DROPS Design answered:

Hallo Hilde, Jazeker, de middensteek brei je daarnaast ook gewoon verder zoals in de tekst staat.

04.11.2017 - 16:07

Christel wrote:

Hi! 1. I understand that there is an increase of 8 stitches after every A1, A2, A3 repetition. So after 4 times in total, I would have increased it by 32 stitches. And then 8 more before I start the lace edge. But where do the rest come from to get to 301 stitches? 2. When doing A1, A2, A3, must I start every row with 3 sts in garter stitch? Even the pearl rows? Thanks!

25.05.2017 - 21:55

DROPS Design answered:

Dear Christel, you are working A.1, A.2 and A.3 on both sides of the middle st, ie you will inc 8 sts in diagrams on each side = 16 sts inc for every repeat in height. You work diagrams 4times in height x 16 sts inc = 64 sts inc + 229 sts + 8 sts inc evenly on last row from WS = 301 sts. Happy knitting!

26.05.2017 - 11:03

country flag Jacqueline Caillot wrote:

Je comprends que ma question à déjà été posée mais je ne sais pas traduire...mon problème concerne le point fantaisie et le rang 8 car je n' ai pas un nombre pair: 3 mousse + 7m +1 m centrale +7m + 3 mousse Merci pour votre aide

29.05.2016 - 09:31

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Caillot, vous augmentez 4 m tous les 2 rangs (= tous les rangs sur l'endroit), au rang 8, vous avez augmentez 4 x (rangs 1,3,5 et 7) et vous avez 25 m, tricotez: 3 m end, (*2 m ens à l'end, 1 jeté* répétez de *-* et terminez par 1 m end)), la m centrale, répétez de (à) et 3 m end. Bon tricot!

30.05.2016 - 09:44

country flag Reidun Pettersen wrote:

I sjal nr150-38 skal blonden strikkes sammen meb sjalet. Det står at det skal plukke opp 1m fra høyre og så strikke det sammen med 1 maske fra venstre. Jeg fårstår det, men hva gjør jeg videre??

14.08.2015 - 16:46

DROPS Design answered:

Hej, Jo men så vender du bare og strikker tilbage over blonden. Således strikker du frem og tilbage over blonden og strikker den sammen med kanten på andenhver p. God fornøjelse!

01.10.2015 - 16:51

country flag Eva wrote:

Ich komme mit dem Lochmuster nicht klar. Ich habe 3 M kraus rechts als Rand, dann eine ungerade Zahl M, dann 1 Mittelmasche, wieder eine ungerade Zahl M und dann die 3 M Rand. Wie kann ich da Lochmuster *2 M re zusammen, 1 Umschlag* stricken? Dafür brauche ich doch eine gerade Anzahl M.

05.07.2015 - 14:07

DROPS Design answered:

Sie stricken die M, die übrig bleibt, einfach re. Auf diese Weise erscheint das Muster dann auch jeweils beidseitig symmetrisch.

06.07.2015 - 11:11

country flag Monique Hannay wrote:

I am confused about the Lace Edge: are we talking about the left side looking from the top down towards the tip or the other way around? It looks to me like pattern A4 should come down the right side if holding the shawl with the RS facing me and the tip pointing down? (working A4 upside down)

19.05.2015 - 18:15

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hannay, you work A.4 along the left side of shawl, seen from RS starting on top edge of shawl towards the tip, cast on 8 sts and work A.4 starting from bottom corner on the right side, and every row from RS pick up 1 st from shawl, work 1st st in A.4 and pass the st picked up from shawl over the 1st st in A.4, work remaining sts in A.4. Happy knitting!

20.05.2015 - 09:48

country flag Hilde wrote:

Sliter med å forstå pinne nr 8. Jeg har nå 25 masker på pinnen etter pinne 7. Hvis jeg leser øketips riktig skal jeg strikke kastene rett. Dermed blir det på pinne 8 (som er fra vrangen) slik: 4 rette, 2 rett sammen, kast, 2 rett sammen, kast, 2 rett sammen, kast, men så har jeg bare en maske før neste kast fra forrige pinne før midtmasken og det virker rart. Det er åpenbart at jeg gjør noe galt, men hva?

17.04.2015 - 21:43

DROPS Design answered:

Hej Hilde, Nej men det gør ikke noget, den strikker du bare ret. God fornøjelse!

15.05.2015 - 11:06

country flag Anne Marie Olsen wrote:

På 8. Pinne med hullmønster skal det strikkes 2 rette sammen + kast , ut pinnen. Skal jeg starte etter de tre rillemasker? Skal midtmaske strikkes rett også på denne pinnen? Altså holdes utenom sammenstrikkinga?

06.04.2015 - 19:40

DROPS Design answered:

Hej Anne Marie, Det stemmer, du holder de 3 rillemasker og midtmaskerne udenfor mønsteret. God fornøjelse!

15.05.2015 - 10:18