DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 23-19
DROPS design: Model nr. Z-031-bn
Garengroep A
---------------------------------------------------------
Maat: 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal: DROPS ALPACA van Garnstudio
200-200-250-250-300 gr. kleur nr. 7120, licht grijsgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst en 34 st x 32 nld in honingraatpatroon = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOER KNOPEN MET GATEN, NR. 521: 3-3-4-4-4 stuks
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte):
1 ribbel = 2 nld * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 3e st vanaf middenvoor af. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat 3/4: 21, 27 en 33 cm
Maat 5/6: 24, 30 en 36 cm
Maat 7/8: 25, 30, 35 en 40 cm
Maat 9/10: 27, 32, 37 en 42 cm
Maat 11/12: 29, 34, 39 en 44 cm

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de armsgaten):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt. Minder naast 3 st in ribbelst. Brei st die niet in A.1 passen in tricotst.
Minder na 3 st in ribbelst als volgt: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder voor 3 st in ribbelst als volgt: 2 st r samen.
---------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 202-202-226-226-250 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Brei dan 6 nld in ribbelst - zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei dan in tricotst maar brei de 5 buitenste st (= voorbies) aan elke kant in ribbelst tot het werk klaar is. Brei bij een hoogte van 24-26-28-29-30 cm 2 nld in ribbelst en meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 34-34-42-42-50 st gelijkmatig = 236-236-268-268-300 st op de nld. Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 st in ribbelst, 1 r, A.1 over de volgende 224-224-256-256-288 st, eindig met 1 st r en 5 st in ribbelst. Denk erom de knoopsgaten te maken - zie uitleg boven. Plaats 2 markeerders in het werk; 62-62-70-70-78 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 112-112-128-128-144 st). Brei bij een hoogte van 27-29-32-33-34 cm 2 nld in ribbelst over 8 st aan elke kant van de markeerders, brei de andere st als hiervoor. Kant in de volgende nld 4 st af aan elke kant van elke markeerder en brei ieder deel apart verder.

ACHTERPAND:
= 104-104-120-120-136 st.
Brei als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, 1 st r, A.1 over de volgende 96-96-112-112-128 st, eindig met 1 st r en 3 st in ribbelst. Minder voor de armsgaten aan elke kant om de nld als volgt - lees TIP VOOR HET MINDEREN: 8 keer 1 st = 88-88-104-104-120 st. Kant bij een hoogte van 38-41-45-47-49 cm de middelste 40-40-40-40-56 st af voor de hals = 24-24-32-32-32 st over op elke schouder. Brei ieder deel apart verder. Kant af bij een hoogte van 40-43-47-49-51 cm.

RECHTER VOORPAND:
= 58-58-66-66-74 st.
Brei als volgt aan de goede kant: 5 st in ribbelst, 1 st r, A.1 over de volgende 48-48-56-56-64 st, eindig met 1 st r en 3 st in ribbelst. Minder voor het armsgat aan de zijkant als op het achterpand. Denk erom de knoopsgaten te maken. Plaats TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 34-37-41-43-45 cm 14-14-14-14-22 st middenvoor op een hulpdraad. Kant dan af voor de hals om de nld als volgt: 4 keer 2 st en 4 keer 1 st – brei de st die niet in A.1 passen in tricotst. Na alle afkanten zijn er 24-24-32-32-32 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 40-43-47-49-51 cm.

LINKER VOORPAND:
Brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 44-48-48-52-52 st op met breinld zonder knop 3 mm en Alpaca. Plaats een markeerder aan het begin van de nld. Brei 6 nld in ribbelst, brei dan in tricotst tot het werk klaar is. Meerder bij een hoogte van 5 cm 1 st aan elke kant van de markeerder, herhaal elke 3½-4-3½-4½-4 cm in totaal 7-7-8-8-9 keer = 58-62-64-68-70 st. Kant bij een hoogte van 29-33-34-39-43 cm 3 st af aan elke kant van de markeerder, brei dan het werk heen en weer. Kant nu af voor de mouwkop aan elke kant aan het begin van elke nld als volgt: 3 keer 2 st en 0-1-3-5-6 keer 1 st en kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 33-38-40-46-51 cm meet, kant 1 keer 3 st af aan elke kant. Kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 34-39-41-47-52 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het vest. Naai de knopen op het linker voorpand.

HALSRAND:
Neem 74 tot 94 st op (incl. de st op de hulpdraden) langs de hals met rondbreinld 3 mm. Brei 6 nld in ribbelst. Kant alle st af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 30.10.2012
VEST:... = 236-236-268-268-300 st op de nld. Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 5 st in ribbelst, 1 r, A.1 over de volgende 224-224-256-256-288 st, eindig met 1 st r en 5 st in ribbelst.
Gewijzigd online: 07.12.2012
ACHTERPAND:
= 104-104-120-120-136 st.
Brei als volgt aan de goede kant: 3 st in ribbelst, 1 st r, A.1 over de volgende 96-96-112-112-128 st, eindig met 1 st r en 3 st in ribbelst.

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

My honey

Kelly, United States

My honey

Kelly, United States

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 23-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (138)

country flag Irene Kirchner wrote:

Thank you so much for your help

05.01.2021 - 09:21

country flag Irene Kirchner wrote:

How far do I space the buttonholes on size 3/4

02.01.2021 - 23:41

DROPS Design answered:

Dear Irene Kirchner! Cast off for button holes when piece measures for size 3/4: 21, 27 and 33 cm from the bottom row. Happy knitting!

03.01.2021 - 02:14

country flag Elke wrote:

Hallo liebe Strickereien, ich habe das Jäckchen fast vollendet und dabei ein Problem: Das kraus rechts gestrickte Bündchen rollt sich nach oben. Gibt es einen Trick, wie man es abeheben kann? Herzliche Grüße Elke

02.12.2020 - 16:19

DROPS Design answered:

Liebe Elke, Sie können die Jacke mit Stecknadeln auf einer geeigneten Unterlage spannen, anfeuchten (z.B. mit einer Sprühflasche für Blumen) und trocknen lassen, danach entfernen Sie die Stecknadeln, dann sollte sich der Rand nicht mehr rollen. Viel Spaß beim stricken!

03.12.2020 - 08:52

country flag Anna wrote:

Non mi è chiaro perché sidebbano fare quegli aumenti in corrispondenza del cambio da maglia rasata a lavorato...forse perché il nido d\'ape ha bisogno di più punti per lavorarlo. Vorrei capire.\r\nGrazie mille

26.10.2020 - 13:32

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna. Si suggerisce di aumentare perchè il punto nido d'ape stringe un po' il lavoro rispetto alla maglia rasata. Buon lavoro!

26.10.2020 - 22:09

country flag Vasiliki wrote:

How i will cast off 4 sts on each side of every marker before separate each part? I have to decrease 16 sts in one row and then separate in three parts?

07.10.2020 - 23:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Vasiliki, at the end of bottom of jacket, you should have inserted markers 62-62-70-70-78 sts in from each side so that you have 62-62-70-70-78 sts for each front piece and 112-112-128-128-144 sts for back piece. Now work front piece until 4 sts remain before marker, cast off the next 8 sts (= 4 sts before marker + 4 sts after marker), work back piece and repeat cast off for 2nd armhole on next marker. Work is now divided in 3 parts; Happy knitting!

08.10.2020 - 11:07

country flag Lelletta wrote:

Ora è tutto chiarissimo! Grazie ancora e buon lavoro anche a Voi!

07.10.2020 - 16:53

country flag Lelletta wrote:

Buongiorno! Grazie per la risposta ma sono i suggerimenti per le diminuzioni che parla di 8m a legaccio,(4+4) mentre nel giacchino 3+3=6.vi incollo le parti che non mi sono chiare: "Quando il lavoro misura 27-29-32-33-34 cm, lavorare 2 f. a m. legaccio su *8* m. da ogni lato dei segnapunti". E poi per il dietro " sulle 96-96-112-112-128 m. successive, finire con 1 m. dir. e *3* m. a m. legaccio. Grazie per la vostra disponibilità e pazienza.... 😁

07.10.2020 - 12:24

DROPS Design answered:

Buongiorno Lelletta. Lavora 2 ferri a legaccio sulle 8 m che precedono e che seguono il segnapunti. Poi intreccia le 4 m che precedono e che seguono il segnapunti (quindi rimangono 4 m a legaccio). Le 3 m più esterne continua a lavorarle a legaccio. Diminuisce poi per gli scalfi prima / dopo queste 3 m a legaccio seguendo le indicazioni del suggerimento per le diminuzioni. La fotografia che mostra il dietro del cardigan può aiutarla a capire la posizione delle diminuzioni. Buon lavoro!

07.10.2020 - 13:22

country flag Lelletta wrote:

Buon pomeriggio! Vorrei un chiarimento per le diminuzioni degli scalfi: nella spiegazione per le diminuzioni parlate di 3 maglie a legaccio, ma nella schema sono 4,(4+4)!Inoltre le 8 diminuzioni devo farle lasciando intatte queste 3 (4) maglie? Spero di essere riuscita a farmi capire! Grazie in anticipo e buon lavoro!

06.10.2020 - 16:05

DROPS Design answered:

Buonasera Lelletta, per lavorare gli scalfi deve leggere il suggerimento per le diminuzioni: le diminuzioni vanno fatte prima/dopo le 3 maglie di vivagno, che vengono lavorate a maglia legaccio. Buon lavoro!

06.10.2020 - 19:28

country flag Grete wrote:

Wieviel Arbeitszeit wird für diese Jacke gebraucht?

03.10.2020 - 07:35

DROPS Design answered:

Liebe Grete, je nach der Erfahrung der Strickerin und je nach jeder Strickerin wird diese Angabe unterschiedlich sein; Viel Spaß beim stricken!

05.10.2020 - 08:59

country flag Donna Fleischer wrote:

I don't understand why there are Jacket instructions and then back and front instructions. Please explain. Wouldn't I just use the back and front instructions?

15.09.2020 - 05:47

DROPS Design answered:

Dear Mrs Fleischer, the jacket is worked first in one piece from bottom edge to the armholes (= front and back pieces together), this part is explained under JACKET, then you will cast off stitches for armholes and continue each piece separately - follow then BACK PIECE, RIGHT FRONT PIECE and LEFT FRONT PIECE. Happy knitting!

15.09.2020 - 09:41