DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 140-10
DROPS design: Model nr. u-677
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
250-300-300-350-350-400 gr. kleur nr. 48, donkerrood
50-50-50-100-100-100 gr. kleur nr. 01, naturel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 11, oranje
50 gr voor alle maten in kleur nr. 52, mosterdgeel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – voor de boordsteek.
DROPS HOUTEN KNOOP LICHT NR. 501: 5-5-6-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 184-200-220-240-268-292 st op met rondbreinld 3 mm en donkerrood. Brei boordsteek als volgt (1e nld = goede kant): 1 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven - * 2 st r/2 st av *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn, 2 st r en 1 kant st in ribbelst. Ga bij een hoogte van 8 cm verder met rondbreinld 4 mm, brei 1 nld in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 24-24-28-28-32-36 st gelijkmatig = 160-176-192-212-236-256 st. Plaats 2 markeerders in het werk; 40-44-48-53-59-64 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 80-88-96-106-118-128 st tussen de markeerders voor het achterpand). Ga verder in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder bij een hoogte van 10 cm in totaal 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkanten. Herhaal dit meerderen elke 5 cm nog 3 keer = 176-192-208-228-252-272 st.
Brei bij een hoogte van 31-32-33-34-35-36 cm de volgende nld als volgt aan de goede kant: 39-43-47-52-58-63 st (= rechter voorpand), kant 10 st af voor het armsgat, brei 78-86-94-104-116-126 st (= achterpand), kant 10 st af voor het armsgat, brei de rest van de nld (= 39-43-47-52-58-63 st op het linker voorpand), knip de draad niet af.
Laat het werk rusten en brei de mouwranden.

MOUWRAND:
Wordt heen en weer gebreid op rondbreinld 3 mm.
Zet 70-72-76-80-84-88 st op met donkerrood. Brei 5 nld recht (1e nld = verkeerde kant), brei de volgende nld als volgt: kant de eerste 5 st af, brei 60-62-66-70-74-78 st en kant de laatste 5 st af, knip de draad af. Laat het werk rusten en brei nog een mouwrand.

PAS:
Zet de mouwranden op dezelfde rondbreinld 4 mm als het lijf = 276-296-320-348-380-408 st (brei ze niet voor u ze op de nld zet).
Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 1-5-13-9-9-5 st gelijkmatig = 275-291-307-339-371-403 st. Brei nog 0-2-4-0-2-4 nld met donkerrood in tricotst. Ga verder met telpatroon A.1 (zie het telpatroon voor uw maat) met 1 kant st aan elke kant in ribbelst, brei de een na laatste st op de nld als de eerste st in A.1, maar minder niet in deze st. Na alle minderen staan er nog 88-93-98-108-118-128 st op de nld en meet het werk ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm tot de schouder. Brei dan een ronding op het achterpand vanaf de hals middenachter met donkerrood als volgt (1e nld = goede kant): brei 51-54-56-61-66-71 st r, keer, brei 14-15-14-14-14-14 st st av, keer, brei 21-22-21-21-21-21 st r, keer, brei 28-29-28-28-28-28 st av, ga zo verder en brei steeds 7 st meer elke keer tot er in totaal 70-71-70-84-84-84 st zijn gebreid na het laatste keerpunt, keer en brei de rest van de nld, knip de draad af.
Zet de st op een hulpdraad, de halsrand wordt na de voorbiezen gebreid.

LINKER VOORBIES:
Neem ongeveer 105-125 st op naast de kant st langs het linker voorpand met rondbreinld 3 mm en donkerrood. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en brei dan 1 nld recht aan de goede kant en meerder het aantal st gelijkmatig tot 128-132-136-140-144-148 st. Brei in boordsteek als volgt (1e nld = verkeerde kant): 1 kant st in ribbelst, * 2 st av/2 st r *, herhaal van *-* en eindig met 2 st av en 1 kant st in ribbelst. Ga verder met recht boven recht en averecht boven averecht tot de boordsteek 3 cm meet, kant losjes alle st af.

RECHTER VOORBIES:
Maak als de linker voorbies 1 cm meet 5-5-6-6-6-6 knoopsgaten gelijkmatig verdeeld (de knoopsgaten worden gemaakt in de av-delen gezien aan de goede kant). 1 KNOOPSGAT = brei 2 st av samen en maak 1 omsl – het bovenste knoopsgat komt in het eerste av-deel aan de bovenkant en het onderste knoopsgat komt ongeveer 5-6 cm vanaf de onderkant.

HALSRAND:
De halsrand wordt met donkerrood gebreid op rondbreinld 3 mm als volgt: neem 6 st op over de rechter voorbies (naast de kant st), brei de 88-93-98-108-118-128 st van de hulpdraad langs de hals op de nld en neem 6 st op over de linker voorbies = 100-105-110-120-130-140 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig naar 90-94-98-102-106-110 st. Brei 4 nld recht heen en weer, kant dan alle st af.

AFWERKING:
Naai de mouwranden samen met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st. Naai de openingen onder de mouwen samen en naai de knopen aan.




----------------------------------------------------------
Muts & wanten – zie DROPS: 140-8
----------------------------------------------------------
Sokken – zie DROPS: 140-9
----------------------------------------------------------

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 13.10.2016
Kleine correctie in telpatroon A.1, alle maten.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = donkerrood
symbols = mosterdgeel
symbols = oranje
symbols = 2 st r samen in de kleur die in het patroon past
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 140-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Kirstin wrote:

I know others have asked this but I don't understand the answer!! Please explain work next to last st on row as first st in A1 but do not dec in this st. Does this mean no matter where I am up to in the pattern when I get to the 2nd last st, always knit what would be first stitch in A1? Won't this look weird if it's out of kilter with the pattern? And do I just skip the dec if it falls due in this st? Thank you!!

20.03.2022 - 07:17

DROPS Design answered:

Dear Kirstin, this stitch is worked as the first stitch in A.1 so that the pattern is symmetrical. In some rows, there should be a decrease in that stitch; in this case you just work the stitch in the corresponding color (according to A.1) without working 2tog. Happy knitting!

20.03.2022 - 17:50

country flag Susan Browder wrote:

I don’t understand how to slip the sleeve edges onto the same circular needle as the body. Do I slip one sleeve edge on each side of the body?

13.03.2022 - 05:57

DROPS Design answered:

Dear Susan, first, you slip the stitches from one of the fronts, then you introduce the stitches from one sleeve edge over the stitches cast off for the armhole in the body, then you add the stitches for the back, then the other sleeve edge, and finally the stitches of the other front. All of the stitches in the garment should be on the same side (Right side). Happy knitting!

13.03.2022 - 22:34

country flag Sissi wrote:

Liebes Team, für die Zunahme der Seitenschrägung im Rumpfteil heißt es bei einer Gesamtlänge 10 cm. Wird das Bündchen (8cm) mitgemessen? Oder nach Bündchen 10 cm messen und dann die jeweiligen Zunahme stricken? Vielen 💜 Dank💜 🙏im Vorraus🙇

09.01.2020 - 18:34

DROPS Design answered:

Liebe Sissi, diese 10 cm werden von der Anschlagskante gesmessen. Viel Spaß beim stricken!

10.01.2020 - 08:36

country flag Vera wrote:

Hallo liebes Drops Team Sind im Diagramm nur die Hinreihen eingezeichnet oder wird das Muster schon in der Rückreihe erweitert ? Das habe ich nicht verstanden. LG Vera Bartkowiak

03.03.2019 - 12:36

DROPS Design answered:

Liebe Vera, alle Reihen sind im Diagram gezeigt, dh die Hin- sowie die Rückreihen. Hier lesen Sie wie man Strick-Diagramme liest. Viel Spaß beim stricken!

04.03.2019 - 10:09

country flag Stephanie wrote:

I have just finished the sleeves and am ready to work on the yoke. The directions say to slip the sleeves onto the same needle as the body and then purl 1 row. Do I add both sleeves to the end (not where I stopped knitting before)? But, the sleeves would be knitted together???? Please clarify. Thank you!

03.06.2018 - 08:49

DROPS Design answered:

Dear Stephanie, this video shows how to slip both sleeves above sts bound off for armholes on the sides. You will then work a total of 1-3-5 rows (see size) and now start A.1 including decrease for circular yoke. Happy knitting!

04.06.2018 - 09:16

country flag Mette Pedersen wrote:

Hej:) Jeg kan ikke se hvor langt oppe på vesten, at jeg skal starte med mønstret. På forhånd tak for hjælpen.

14.02.2018 - 10:27

DROPS Design answered:

Hei Mette. Hei. Når du er ferdig med bærestykket og har strikket begge ermkantene og satt disse sammen med bærestykket, strikkes det 1 pinne vrang fra vrangen samtidig som det felles 1-5-13-9-9-5 m jevnt fordelt = 275-291-307-339-371-403 m. Deretter strikkes 0-2-4-0-2-4 pinner til med vinrød og glstrikk. Så starter du med diagram A.1 (se diagram for din størrelse). God Fornøyelse!

14.02.2018 - 13:18

country flag Hildegard Brake wrote:

Hallo, kann ich die Weste auch als Pullover stricken? Wie geht das? Kann ich die jeweils angegebenen Maschenzahlen nehmen und alles auf einer Rundstricknadel im Kreis stricken? MfG Hildegard Brake

27.11.2017 - 15:09

DROPS Design answered:

Liebe Frau Brake, so können Sie wahrscheinlich stricken, passen Sie mal auf, daß die Farbenmuster mit den gesamten Maschenanzahl passt. Viel Spaß beim stricken!

27.11.2017 - 15:21

country flag Le Derf wrote:

Merci beaucoup pour votre réponse rapide. Pouvez-vous me donner plus de détails car je ne comprends toujours pas ce que je dois faire. D'avance merci. C'est mon premier empiècement jacquard. Excusez-moi de vous solliciter à nouveau.

05.10.2017 - 14:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Le Derf, vous allez tricoter A.1 ainsi: 1 m lis au point mousse, puis vous répétez A.1 en largeur jusqu'à ce qu'il reste 2 mailles, tricotez l'avant-dernière maille de A.1 (pour que le motif soit symétrique) et terminez par 1 maille lisière. Lisez A.1 en commençant en bas à droite et de droite à gauche sur l'endroit, et de gauche à droite sur l'envers (sur l'envers, commencez par 1 m lis au point mousse, la 1ère m de A.1 à droite, puis répétez A.1 en lisant de gauche à droite) et terminez par 1 m lis au point mousse. Bon tricot!

05.10.2017 - 16:10

country flag Le Derf Claudine wrote:

Bonjour, J'ai commencé ce joli modèle Sweet Scarborough taille M. J'ai 291 mailles. Je commence le diagramme A1 avec 1 m lisière de ch. côté au point mousse. Je ne comprends pas la suite : tricoter l'avant dernière m. du rang comme la 1ère m. de A-m mais ne pas faire de diminution sur cette maille. Pouvez-vous détailler ? D'avance merci

04.10.2017 - 19:35

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Le Derf, pour que le motif soit identique de chaque côté, vous tricotez la 1ère maille de A.1, mais sur les rangs de diminutions, tricotez bien 1 m end et pas 2 m ens à l'end, et vous terminez par 1 m lis. Bon tricot!

05.10.2017 - 09:05

Diana wrote:

I am having the same problem as Linda brush, as noted in the comment section. I still don't understand what the pattern means. Can you explain in more detail or show in a video?

04.02.2017 - 06:13

DROPS Design answered:

Dear Diana, you are working diagram repeating A.1 in width as many times as stated for your size, then finish with the 1st st shown in A.1 to make pattern symetrical on both sides inside the edge sts. When 1st st in A.1 is K2 tog, just work the last st from RS in the main colour of this row. Happy knitting!

06.02.2017 - 09:10