DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 137-29
DROPS design: Model nr. BS-018
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Afmetingen:
Hoogte middenachter: ongeveer 70 cm
Breedte aan bovenkant: ongeveer 150 cm
Materiaal: DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
200 gr. kleur nr. 8112, ijsblauw
100 gr. kleur nr. 1760, licht grijs/paars

DROPS HAAKNLD 3.5 mm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2, beide patronen worden ook hieronder beschreven.

BOBBEL:
1 bobbel = haak 3 stk samen. Doe dit als volgt: haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling, haak nog 1 stk, wacht met de laatste doorhaling, haak nog 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling, maak 1 omsl en haal de draad door alle 4 lussen op de haak.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Het werk wordt vanaf boven naar beneden gehaakt tot in de punt.

Zie ook telpatroon M.1.
Haak 11 l met ijsblauw en haaknld 3.5 mm.
TOER 1:
Keer en haak 1 stk in de 7e l van de haak (= 1 stk en 3 l), haak dan 1 stk in iedere van de laatste 4 l, 3 l en nog 1 stk in de laatste l, keer het werk.
TOER 2:
6 l, 7 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 2 stk over, 1 stk in het volgende stk, 2 l, sla 2 stk over, 7 stk in de volgende l-lus, 3 l en nog 1 stk in dezelfde l-lus, keer het werk.
TOER 3:
6 l, 1 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 2 stk over, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, sla 2 stk en 2 l over, haak in het volgende stk 1 stk en 3 l en 1 stk, 2 l, sla 2 l en 2 stk over, haak 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, sla 2 stk over, haak in de laatste l-lus 1 stk en 3 l en 1 stk, keer het werk.

TOER 4:
6 l, 7 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, 1 stk in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, haak in de middelste l-lus: [7 stk, 2 l, 1 stk, 2 l en 7 stk], 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, 1 stk in het volgende stk, 2 l, 7 stk in de laatste l-lus, 3 l en nog 1 stk in de laatste l-lus, keer het werk.
TOER 5:
6 l, 1 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 2 stk over, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, * sla 2 stk en 2 l over, haak in het volgende stk 1 stk en 3 l en 1 stk, 2 l, sla 2 l en 2 stk over, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l *, herhaal van *-* tot het middelste stk op het werk, sla 2 stk en 2 l over, haak in het middelste stk op het werk 1 stk en 3 l en 1 stk, sla 2 l en 2 stk over, 2 l, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, ** sla 2 stk en 2 l over, haak in het volgende stk 1 stk en 3 l en 1 stk, sla 2 l en 2 stk over, 2 l, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l **, herhaal van **-** tot er 1 l-lus overblijft op de toer, haak hierin 1 stk en 3 l en 1 stk, keer het werk.

TOER 6:
6 l, * 7 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, 1 stk in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over *, herhaal van *-* tot de middelste l-lus, haak hierin: [7 stk, 2 l, 1 stk, 2 l en 7 stk], ** 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, 1 stk in het volgende stk, 2 l, sla 1 stk en 2 l en 1 stk over, 7 stk in de volgende l-lus **, herhaal van **-** de rest van de toer, eindig met 3 l en nog 1 stk in de laatste l-lus, keer het werk.
Herhaal de 5e en 6e toer tot het werk ongeveer 60 cm meet in het midden en 120 cm in de breedte - eindig na de 5e toer, knip de draad af. Ga verder met de RAND - zie uitleg onder.

RAND – zie ook telpatroon M.2:
Ga verder met licht grijs/paars. Haak de 1e toer met v als volgt:
1 l, 2 v in iedere van de eerste 2 l-lussen, 1 v in iedere van de volgende 3 stk, * 2 v in de volgende lus, 3 v in de volgende lus, 2 v in de volgende lus, 1 v in iedere van de volgende 3 stk *, herhaal van *-* tot de middelste 3 l-lussen, haak 2 v in de eerste lus, 7 v in de tweede lus (= middelste lus) en 2 v in de laatste lus, 1 v in iedere van de volgende 3 stk, herhaal van *-* de rest van de toer, eindig met 2 v in iedere van de laatste 2 l-lussen. Keer het werk.

TOER 1:
5 l, haak in de eerste v: 1 dstk, 1 l, 1 dstk en 1 l, * sla 4 v over, 1 v in de volgende v, 1 l, sla 4 v over, haak in de volgende v: [1 dstk, 1 l] 5 keer *, herhaal van *-* tot er 5 v over zijn in de punt van de omslagdoek (= in het midden), sla 2 v over, 1 v in de volgende v, 1 l, sla 2 v over, ** haak in de volgende v: [1 dstk, 1 l] 5 keer, sla 4 v over, 1 v in de volgende v, 1 l, sla 4 v over **, herhaal van **-** tot er 5 v over zijn, sla de eerste 4 v over, haak in de laatste v: 1 dstk, 1 l, 1 dstk, 1 l en 1 dstk. Keer het werk.
TOER 2:
1 l, 1 v in het eerste dstk, * 2 l, haak in de volgende v: [1 triple stk, 2 l] 4 keer, sla 2 dstk over, haak 1 v in het volgende dstk *, herhaal van *-* de rest van de toer maar eindig met 1 v in de 4e l van het begin van de vorige toer. Keer het werk.
TOER 3:
1 l, 1 v in de eerste v, * 4 l, sla 1 l-lus over, haak in de volgende l-lus 1 BOBBEL – zie uitleg boven, 3 l, 1 bobbel in de volgende l-lus, 3 l, 1 bobbel in de volgende l-lus, 4 l, 1 v in de volgende v *, herhaal van *-* de rest van de toer. Keer het werk.
TOER 4:
1 l, 3 v in de eerste l-lus, * 4 l, 1 stk in de eerste van de 4 l (= 1 picot), 3 v in de volgende l-lus *, herhaal van *-* de rest van de toer. Knip de draad af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.05.2014
Onder SJAAL en TOER 5: 6 l, 1 stk in de eerste l-lus, 2 l, sla 2 stk over, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, * sla 2 stk en 2 l over, haak in het volgende stk 1 stk en 3 l en 1 stk, 2 l, sla 2 l en 2 stk over, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l *, herhaal van *-* tot het middelste stk op het werk, sla 2 stk en 2 l over, haak in het middelste stk op het werk 1 stk en 3 l en 1 stk, sla 2 l en 2 stk over, 2 l, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l, ** sla 2 stk en 2 l over, haak in het volgende stk 1 stk en 3 l en 1 stk, sla 2 l en 2 stk over, 2 l, 1 stk in iedere van de volgende 3 stk, 2 l **, herhaal van **-** tot er 1 l-lus overblijft op de toer, haak hierin 1 stk en 3 l en 1 stk, keer het werk.

Telpatroon

symbols = 1 l
symbols = 1 v
symbols = 1 stk
symbols = 1 dstk
symbols = 1 triple stk
symbols = 1 bobbel: zie uitleg in patroon
symbols = 1 picot: 4 l, 1 stk in de eerste l
symbols = begin hier
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Shawl

Tina, Norway

Tranquility Trio

Mary, United States

Laat een opmerking achter voor DROPS 137-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (56)

country flag Staessens Marleen wrote:

Heb ondertussen én de wol én de video( sjaal beginnen met de punt) en alles is duidelijk. Dit garen is prachtig om mee te werken en de kleuren zoals ze worden aanbevolen zijn helemaal wat ik wou! Is er een groot verschil in gewone Alpaca en deze ?

07.12.2013 - 13:11

country flag Marleen Staessens wrote:

Bestaat er een video van deze werkwijze ? want ook ik zie het niet middenvoor beginnen. Het wordt ook ontzettend moeilijk om hier een andere kleurcombinatie te vinden. Hebben jullie ideeën ?

01.12.2013 - 21:48

DROPS Design answered:

Hoi Marleen. Nee, we hebben helaas geen video van het haken van dit motief. Ik zal het wel op onze werklijst zetten. Neem in de tussentijd eventueel contact op met jouw verkooppunt voor ondersteuning.

04.12.2013 - 17:10

country flag Sandra B wrote:

Hallo, Ik vind dit een zeer mooi patroon en had er graag een babydeken van gemaakt, dus 2-maal de driehoek. Krijg ik hetzelfde resultaat als ik in het rond haak, ipv na elke toer het werk te keren? Dien ik dan bepaalde steken aan het begin/eind van de toer niet te haken? Zou dit lukken of wordt het dan te ingewikkeld?

25.09.2013 - 16:58

DROPS Design answered:

Hoi Sandra. Als je twee keer driehoeken gaat haken, denk ik dat het makkelijkste is om na elke toer te keren.

26.09.2013 - 21:15

country flag Willemieke Reijnoudt wrote:

Ik ben begonnen met het haken van de omslagdoek. Vanaf tour 7 moet ik tour 5 en 6 herhalen. Nu is mijn vraag: moet de meerdering van tour 6 recht onder elkaar komen? Dus dat zou betekenen per tour één meerdering recht achter? Denk ik zo goed? Of is het het patroon van tour 6: 2x7 stokjes en dan de meerdering en dat steeds herhalen.... dan krijg je meerdere meerderingen in één tour. Hopelijk is m'n vraag duidelijk. Hartelijk bedankt voor de reactie.

12.07.2013 - 10:40

DROPS Design answered:

Hoi Willemieke. Misschien is het duidelijker als je op de teltekening M.1 kijkt. In toer 5 haak je 1 stk extra aan het begin en eind van de toer en je meerdert in het midden. In het nieuwe stk aan het begin en eind haak je in toer 6 een "waaier" van 7 st en in het midden ook 7 stk + 2 l + 1 stk + 2 l + 7 stk in de twee nieuwe stokjes van toer 5. Je moet hier blijven meerderen op deze manier. Ik hoop dat het zo duidelijk is.

17.07.2013 - 16:42

country flag María Rosa wrote:

Si lo hago con Safran ¿necesitaré tambien seis madejas? Gracias.

25.05.2013 - 23:05

DROPS Design answered:

Hola Maria Rosa, Safran es del grupo de lanas A, al igual que Baby Alpaca Silk ( tiene aprox el mismo largo el ovillo de 50 gr), así que para realizar la labor necesitarás la misma cantidad de ovillos.

26.05.2013 - 00:33

country flag María Rosa wrote:

Si lo hago con Safran ¿necesitaré tambien seis madejas? Gracias.

25.05.2013 - 23:04

country flag Trujillo Dominique wrote:

Bonjour, j'aimerais savoir s'il faut vraiment que 200g de coloris glacier cela me parait très peu étant donné que j'ai fait le gilet 137.13 pour lequel j'ai utilisé 7 pelotes de coloris principal. J'aimerais commander mais je ne voudrais pas me tromper à cause des frais d'envoi à chaque fois. Merci pour votre réponse et bonne journée. Dominique.

11.04.2013 - 11:09

DROPS Design answered:

Bonjour Madame Trujillo, ce châle a déjà été fait de nombreuses fois avec succès, sans retour sur la quantité. Il faut un total de 300 g : 200 de la couleur principale et 100 pour la bordure. Bon crochet !

11.04.2013 - 13:44

country flag Claudia wrote:

Hallo, eine Frage: wenn ich 11 Luftmaschen anschlage, dann ein Stäbchen in die 7. Masche mache und dann weitere 4 Stäbchen plus drei LM und ein Stb in die letzte Masche, dann komme ich aber rechnerisch auf 12 Maschen, die ich haben müsste, oder habe ich hier einen Denkfehler? Danke, Claudia

28.12.2012 - 10:27

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, ja, ich denke, es müsste heissen : … je 1 Stb in die 3 nächsten Lm, dann 3 Lm und 1 Stb in die letzte Masche. Wenn Sie die 1. R gehäkelt und vor sich haben sehen Sie 4 Stb in der Mitte, daneben beidseitig 3 Lm und 1 Stb (wobei das Stb auf der rechten Seite durch 3 Lm ersetzt ist). Ich werde in unserer Designabteilung für eine Korrektur nachfragen; Danke für den Hinweis.

28.12.2012 - 16:13

country flag Merce wrote:

Fabuloso, muy bien explicado, me ha quedado genial.

30.10.2012 - 23:05

country flag Jorunn wrote:

Det trengs 5-6 nøster, ikke 4, for å få sjalet så stort som på bildet. Fikk tak i mer garn i samme innfarging av farge 1, men ikke farge 2. Får heller ikke byttet de to nøstene jeg har av farge 2, så da må jeg kjøpe nye. Surt at oppskriften ikke er godt nok bearbeidet, det forventer man.

26.10.2012 - 19:21