DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 139-12
DROPS design: Model nr. R-616
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS MUSKAT van Garnstudio
450-500-550-600-700-750 gr. kleur nr. 47, oranje

DROPS RECHTE BREINLD 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in patroon = 10 x 10 cm.
DROPS RECHTE BREINLD 3 mm – voor de ribbelst.
DROPS PARELMOER KNOPEN NR. 522: 7 stuks
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1. 1e nld = goede kant. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant. 1 Knoopsgat = Brei de 3e en 4e st vanaf middenvoor samen, maak dan 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 3, 10, 16, 23, 30, 37 en 43 cm
MAAT M: 3, 10, 17, 24, 31, 38 en 44 cm
MAAT L: 3, 10, 17, 24, 31, 38 en 45 cm
MAAT XL: 3, 11, 18, 25, 32, 39 en 46 cm
MAAT XXL: 3, 11, 18, 25, 32, 40 en 47 cm
MAAT XXXL: 3, 11, 18, 26, 33, 41 en 48 cm
(LET OP: Maak het laatste knoopsgat als er nog 2 nld gebreid moeten worden voor het minderen voor de hals begint.)
--------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 86-94-102-114-126-138 st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met nld 3 mm en Muskat. Brei 10 nld in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met nld 4 mm en brei als volgt (gezien aan de goede kant): 6 st in ribbelst, telpatroon M.1A (= 3 st), telpatroon M.1B tot er 9 st over zijn, telpatroon M.1C en 6 st in ribbelst. Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan iedere kant door de 2 st naast de buitenste 2 st in ribbelst aan iedere kant samen te breien. Herhaal dit minderen nog 3 keer iedere 4 cm = 78-86-94-106-118-130 st (er zijn nu nog 2 st in ribbelst over aan iedere kant).

Meerder bij een hoogte van 20 cm 1 st aan iedere kant door 2 st te breien in de een na laatste st in ribbelst aan iedere kant. Herhaal dit meerderen nog 3 keer iedere 4 cm (brei de gemeerderde st in ribbelst) = 86-94-102-114-126-138 st (er zijn nu weer 6 st in ribbelst aan iedere kant). Kant bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm 1 st af aan iedere kant voor de armsgaten = 84-92-100-112-124-136 st. Brei dan telpatroon M.1 met 5 st in ribbelst aan iedere kant. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm de middelste 30-30-30-34-38-42 st af voor de hals in de volgende nld aan de verkeerde kant. Eindig iedere schouder (= 27-31-35-39-43-47 st) apart - ga verder in patroon als volgt:

LINKER SCHOUDER (gezien aan de goede kant): Telpatroon M.1A (langs de hals), telpatroon M.1B tot er 8 st over zijn, telpatroon M.1C en 5 st in ribbelst langs het armsgat. Kant bij een hoogte van ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm alle st af aan de verkeerde kant.
RECHTER SCHOUDER: Brei als volgt (gezien aan de goede kant): 5 st in ribbelst langs het armsgat, telpatroon M.1A, telpatroon M.1B tot er 3 st over zijn, telpatroon M.1C (langs de hals). Kant af bij dezelfde hoogte als de linker schouder.

RECHTER VOORPAND:
Zet 50-54-58-62-70-78 st op (incl 1 kant st aan de zijkant en 6 voorbies st middenvoor) met nld 3 mm en Muskat. Brei 10 nld in ribbelst. Ga verder met nld 4 mm en brei als volgt (gezien aan de goede kant): 6 voorbies st in ribbelst, telpatroon M.1A, telpatroon M.1B tot er 9 st over zijn, telpatroon M.1C en 6 st in ribbelst. Ga zo verder – maak TEGELIJKERTIJD vanaf een hoogte van 3 cm knoopsgaten – zie uitleg boven! Begin bij een hoogte van 4 cm met minderen aan de zijkant als op het achterpand en begin bij een hoogte van 20 cm met meerderen aan de zijkant als op het achterpand. Na alle meerderen en minderen staan er 50-54-58-62-70-78 st op de nld.

Kant bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm 1 st af aan de zijkant voor het armsgat = 49-53-57-61-69-77 st. Ga verder in telpatroon M.1 met 5 st in ribbelst aan de zijkant en 6 st in ribbelst middenvoor. Zet bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm de 12-12-12-12-16-20 st middenvoor op een hulpdraad voor de hals (brei ze eerst). Kant dan af aan het begin van iedere nld langs de hals: 1 keer 4 st, 2 keer 2 st en 2 keer 1 st = 27-31-35-39-43-47 st over op de schouder. Ga verder in patroon als volgt (gezien aan de goede kant): Telpatroon M.1A (langs de hals), telpatroon M.1B tot er 8 st over zijn, telpatroon M.1C en 5 st in ribbelst (richting het armsgat). Kant alle st af aan de verkeerde kant bij een hoogte van ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm.

LINKER VOORPAND:
Zet op en brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld. Brei de schouder als volgt (gezien aan de goede kant): 5 st in ribbelst (richting het armsgat), telpatroon M.1A, telpatroon M.1B tot er 3 st over zijn, telpatroon M.1C (langs de hals).

MOUW:
Zet 56-56-56-60-60-64 st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met nld 3 mm en Muskat. Brei 10 nld in ribbelst. Ga verder met nld 4 mm en brei als volgt (gezien aan de goede kant): 1 st in ribbelst, telpatroon M.1A, telpatroon M.1B tot er 4 st over zijn, telpatroon M.1C en 1 st in ribbelst. Ga zo verder. Meerder bij een hoogte van 9 cm 1 st aan iedere kant en brei die in ribbelst. Herhaal dit meerderen iedere 4-3-2½-2½-2-2 cm in totaal 11-13-15-15-17-17 keer (brei alle gemeerderde st in ribbelst) = 78-82-86-90-94-98 st. Kant bij een hoogte van 51-50-49-47-45-43 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

HALSRAND:
Neem ongeveer 90 tot 120 st op langs de hals met nld 3 mm en Muskat (incl de st op de hulpdraden aan het voorpand). Brei 3 nld recht heen en weer op de nld, kant af met rechte st.

AFWERKING:
Naai de mouwen in het vest en naai de mouw- en zijnaden samen naast de kant st. Naai de knopen aan.


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 dubbele omsl (= 2 omsl) tussen 2 st
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = brei als volgt aan de verkeerde kant: 1 st r in de eerste omsl en 1 st gedraaid r in de tweede omsl
symbols = zet 1 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 1 st r, 1 st r van de kabelnld
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 139-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (37)

country flag Robin Joss wrote:

Is the gauge done in stockinette stitch.

28.02.2024 - 01:45

DROPS Design answered:

Hi Robin, No, the gauge is taken with the lace pattern (M.1) Happy knitting!

28.02.2024 - 06:48

country flag Bree wrote:

Wie lese ich die Gesamtlänge? Sind das 54 cm insgesamt (Grösse S) oder 54 cm plus 18 cm, also 72 cm Gesamtlänge?

27.02.2019 - 09:42

DROPS Design answered:

Liebe Bree, die Gesamtlänge ist 54 cm (Grösse S), dh 36 cm bis zum Armloch + 18 cm vom Armloch bis Schulter. Viel Spaß beim stricken!

27.02.2019 - 11:06

country flag Greta Lamberts wrote:

Vraag over patroon 139-12 (S) telpatroon is ingedeeld in A B en C. M1b herhaal je 8,5 maal hoe maak je dan in de 3de naald (goede kant) de kruising vd 3de st v M1a en de 1ste st v M1b in de herhalingen van M1b? hetzelfe met de kruising vd 8ste st v M1b met de 1st st v M1c. En wat met de dubbele omslagen in nld 5 (goede kant)? kan u mij helpen aub

09.05.2016 - 18:04

DROPS Design answered:

Hoi Greta. Het patroon is hetzelfde over de hele nld, en je gaat in de derde nld dan alleen even 1 st eerder "beginnen" met M.1B en C. Dus, brei M.1A over 2 st, dan brei je de kruising en herhaalt over x antaal st tot aan het einde (M.1C) en breit de "kruising" (en hebt 2 st over in M.1C ipv 3) en breit deze zoals aangegeven.

10.05.2016 - 15:43

country flag Herve Catherine wrote:

Modele : Sunbeam by DROPS Design Je ne comprends pas à quoi correspond "jusqu'à ce qu'il reste 9 mailles" lors du montage des mailles du dos. je ne réussis pas à tomber sur les 86mailles : 2*6 + 5*14=82 ! Merci

18.04.2016 - 14:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Herve, en taille S, on a 86 m que l'on tricote ainsi: 6 m point mousse, 3 m de M.1A, puis on répète 8 fois et demi les 8 m de M.1B ainsi: 8 fois les 8 m de M.1B puis 1 fois les 4 premières m de M.1B, il reste 9 m que l'on tricote ainsi: 3 m de M.1C et 6 m point mousse. Bon tricot!

18.04.2016 - 14:33

country flag Nina wrote:

Das Muster sieht bei mir nicht genau gleich aus, irgendetwas scheine ich nicht richtig zu machen. Liest man das Diagramm Hinreihe von links nach rechts, Rückreihe von rechts nach links? Danke.

31.01.2016 - 22:53

DROPS Design answered:

Nein, Sie lesen Strickschriften grundsätzlich immer genau umgekehrt: Die Hin-R von rechts nach links und die Rück-R von links nach rechts, Sie beginnen ganz unten und arbeiten nach oben.

03.02.2016 - 20:08

country flag Eva Petersson wrote:

Hej! Jag har stickat denna underbara kofta till min dotter som blev förtjust i den.Jag måste bara påpeka att garnmängden som angivits på mönstret måste vara fel eftersom jag fick köpa till fyra mystan till för att det skulle räcka.Jag stickade storlek m.Jag har använt storlek på stickor som står på beskrivningen.Hälsningar Eva.

02.11.2015 - 13:10

country flag Brigitta Studer wrote:

Stricke die schöne Jacke im original Garn, Muskat Nr. 51, mit den angegebenen Stärken der Stricknadeln! Das Garn reicht aber nicht aus. habe gerade noch 2 1/2 Knäuel für die langen Aermel! Danke für eine rasche Antwort. Grüsse

25.10.2015 - 11:03

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten!

05.11.2015 - 12:11

country flag Brigitta Studer wrote:

Wie kann ich kurze Aermel stricken? bitte geben Sie mir schnell Bescheid. Danke

25.10.2015 - 11:00

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten!

05.11.2015 - 12:10

country flag Studer Brigitta wrote:

Wie kann ich kurze Aermel stricken?

25.10.2015 - 10:59

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten!

05.11.2015 - 12:10

country flag Brigitta Studer wrote:

Mir reicht die Menge Garn wohl nicht welches Sie für Grösse S angegeben haben! Für die Aermel habe ich nun nur noch 2 1/2 Knäuel, was wohl nicht reichen wird! Was mache oder habe ich falsch gemacht? Grüsse

25.10.2015 - 10:56

DROPS Design answered:

Haben Sie die Maschenprobe genau eingehalten? Das ist immer wichtig, damit die Garnmenge reicht. Für kürzere Ärmel müssten Sie etwas rechnen, Sie können ja anhand der Zunahmen ausrechnen, bei welcher Ärmellänge wie viele Maschen vorhanden sind. Dann messen Sie, wie viel Ärmellänge Sie kürzen möchten und beginnen mit der Maschenzahl, die in etwa für diese Stelle zutrifft. Die 5 Krausrippen als Ärmelblende stricken Sie dann ebenfalls.

05.11.2015 - 12:10