DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
DROPS SS24

Lacy Dream

Gebreid DROPS vest van ”BabyAlpaca Silk” en ”Kid-Silk” met kantpatroon. Maat: XS - XXXL.

DROPS 137-18
DROPS design: Model nr. BS-020
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Maat: XS - S/M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
250-300-300-350-400-450 gr. kleur nr. 3125, lichtroze
En gebruik: DROPS KID-SILK van Garnstudio
125-125-150-150-175-200 gr. kleur nr. 03, lichtroze

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in patroon met 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm – voor de ribbelst en de ruche.
DROPS PARELMOER KNOPEN NR. 522: 7 stuks.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen M.1, M.2 en M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant.
1 KNOOPSGAT = brei de tweede en derde st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT XS: 8, 14, 19, 25, 31 en 37 cm.
MAAT S/M: 8, 14, 20, 26, 32 en 38 cm.
MAAT L: 8, 15, 21, 27, 33 en 39 cm.
MAAT XL: 8, 15, 22, 28, 34 en 40 cm.
MAAT XXL: 8, 15, 22, 28, 34 en 41 cm.
MAAT XXXL: 8, 15, 22, 29, 36 en 43 cm.
LET OP: Maak ook 1 knoopsgat op de halsrand.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 140-151-162-184-206-228 st op (incl 4 voorbies st aan iedere kant) met rondbreinld 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk. Brei 3 nld recht (1e nld = verkeerde kant). Ga verder met rondbreinld 5 mm. Brei 2 nld in tricotst met 4 voorbies st aan iedere kant in RIBBELST tot het werk klaar is – zie uitleg boven. Brei dan telpatroon M.1 met 4 voorbies st aan iedere kant. Brei als telpatroon M.1 klaar is 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 6-3-7-8-9-10 st gelijkmatig (minder niet over de voorbies st) = 134-148-155-176-197-218 st. Brei dan 3 nld recht heen en weer (= 2 ribbels) en brei 2 nld in tricotst. Maak TEGELIJKERTIJD vanaf een hoogte van 8 cm knoopsgaten – zie uitleg boven! Brei dan telpatroon M.2 met 4 voorbies st aan iedere kant.

Brei als telpatroon M.2 klaar is 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 6-8-3-6-3-6 st gelijkmatig (minder niet over de voorbies st) = 128-140-152-170-194-212 st. Brei 3 nld recht heen en weer over alle st, het werk meet nu ongeveer 20 cm. Ga verder in tricotst. Plaats 2 markeerders in het werk; 34-37-40-44-50-55 st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 60-66-72-82-94-102 st tussen de markeerders voor het achterpand). Meerder bij een hoogte van 21 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders. Herhaal dit meerderen iedere 6e-6e-4e-4e-4e-4e nld in totaal 3-3-6-6-6-6 keer = 140-152-176-194-218-236 st.

Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 28-29-30-31-32-33 cm (pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is) 3 nld recht heen en weer op de nld. Brei dan 2 nld in tricotst en ga dan verder met telpatroon M.3 en 4 voorbies st aan iedere kant als hiervoor. Brei als telpatroon M.3 een keer in de hoogte is gebreid 2 nld recht heen en weer op de nld (1e nld = goede kant). Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 35-38-43-47-52-57 st r, kant 4-4-6-6-8-8 st af voor het armsgat, 62-68-78-88-98-106 st r, kant 4-4-6-6-8-8 st af voor het armsgat en brei 35-38-43-47-52-57 st r. Het werk meet nu ongeveer 36-37-38-39-40-41 cm.
Brei ieder deel apart verder.

LINKER VOORPAND:
= 35-38-43-47-52-57 st.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
PATROON: brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei 1 nld recht aan de goede kant en brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Ga verder met telpatroon M.3 tot het werk klaar is met 1 kant st richting de armsgaten en 4 voorbies st middenvoor (brei de st die niet in telpatroon M.3 passen richting de armsgaten in tricotst).

ARMSGATEN: minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld vanaf de zijkant 1 st voor de armsgaten (minder niet voor maat S). Herhaal dit minderen nog 0-0-1-3-4-5 keer om de nld = 35-37-41-43-47-51 st.

VERBREDING VAN DE SCHOUDER: Meerder bij een hoogte van 2-3-4-5-6-7 cm (na het splitsen voor de armsgaten, dus 2 cm nadat het minderen voor de armsgaten klaar is) 1 st naast de kant st richting de armsgaten door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen (dus brei achter in de st in plaats van voor in de st). Herhaal dit meerderen iedere 2 cm in totaal 6-4-3-3-2-2 keer – brei de gemeerderde st in tricotst tot ze in telpatroon M.3 passen.

MINDEREN VOOR DE HALS: Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 42-44-45-47-48-50 cm de buitenste 10-10-11-11-11-13 st middenvoor op een hulpdraad voor de hals (brei ze aan de verkeerde kant en zet ze dan op de hulpdraad). Kant dan af aan het begin van iedere nld langs de hals (= verkeerde kant): 2 keer 2 st en 3 keer 1 st (brei in tricotst over de st die niet in het patroon passen tijdens het minderen).
Na alle meerderen en minderen zijn er 24-24-26-28-31-33 st over op de nld.
Kant bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm alle st af.

RECHTER VOORPAND:
Brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld – denk om de knoopsgaten.

ACHTERPAND:
= 62-68-78-88-98-106 st.
Brei in patroon, kant af voor de armsgaten en meerder voor de schouders aan iedere kant als op het voorpand. Na alle meerderen en minderen zijn er 74-74-80-86-92-98 st over op de nld. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm de middelste 24-24-26-28-28-30 st af voor de hals en eindig iedere schouder apart. Ga verder en kant 1 st af in de volgende nld richting de hals = 24-24-26-28-31-33 st over op de schouders. Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 164-172-184-184-192-200 st op met rondbreinld 4 mm en alleen 1 draad Kid-Silk. Brei 3 nld recht heen en weer op de nld (1e nld = verkeerde kant). Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 r samen = 82-86-92-92-96-100 st. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Neem nu ook 1 draad BabyAlpaca Silk (dus brei vanaf nu met 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk) en brei weer alle st 2 aan 2 r samen = 41-43-46-46-48-50 st. Brei 3 nld recht heen en weer. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei 2 nld in tricotst. Ga verder als volgt: 1 kant st in ribbelst, 3-4-0-0-1-2 st in tricotst, brei telpatroon M.1 3-3-4-4-4-4 keer, 3-4-0-0-1-2 st in tricotst en 1 kant st in ribbelst.

Brei als telpatroon M.1 een keer in de hoogte is gebreid 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 3-1-5-5-3-1 st gelijkmatig = 44-44-51-51-51-51 st. Brei 3 nld recht heen en weer, brei dan 2 nld in tricotst en brei dan telpatroon M.2 een keer in de hoogte met 1 kant st aan iedere kant in ribbelst. Brei 4 nld recht heen en weer (= 2 ribbels), brei dan in tricotst tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld in tricotst (het werk meet nu ongeveer 19 cm) 1 st aan iedere kant. Herhaal dit meerderen 7-9-8-9-11-12 keer iedere 4-3-3½-3-2-2 cm = 58-62-67-69-73-75 st.

Kant bij een hoogte van 47-47-46-45-44-43 cm (Minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders ) 2 keer 5 st af aan het begin van iedere nld aan iedere kant, kant dan alle st af. Het werk meet ongeveer 49-49-48-47-46-45 cm.

HALSRAND:
Naai de schoudernaden samen. Neem ongeveer 90 tot 110 st op langs de hals (incl de st op de hulpdraden aan de voorpanden) met rondbreinld 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk en 1 draad Kid-Silk. Brei 7 nld recht heen en weer – maak tegelijkertijd in de 4e nld 1 knoopsgat boven de anderen op de voorbies. Kant losjes af aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de mouwnaden samen in de kant st en naai de mouwen in het vest. Naai de knopen aan.


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh, 1 omsl
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 137-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (51)

country flag Ann wrote:

" bind off 5 sts at beg of every row 2 times in each side". Does this mean you are binding off 5 stitches two times on each side? Thanks

25.10.2018 - 03:13

DROPS Design answered:

Hi Ann, Yes 5 stitches at the beginning of the next 4 rows, a total of 20 stitches bound off. Happy knitting!

25.10.2018 - 08:10

country flag Carol wrote:

I keep rereading the neck decrease over and over and still don't get it. How can I be binding off stitches 10 stitches from the edge for the neck? Please explain in great detail, as I really can't understand this! Thank you so much!

15.10.2018 - 03:37

Carol wrote:

I have a question about the neck decrease. Why are you slipping the outermost 10 sts on the stitch holder. Can't you just keeping working in the pattern while doing the decreases? Also, if i just slip 10 stitches on the stitch holder the pattern is in groups of 3 plus the 4 band stitches. It would cause issues with the pattern. Thanks

15.10.2018 - 00:52

DROPS Design answered:

Dear Carole, you slip the 10 outermost st on front piece aside and then cast off to shape neck. Afterwards you will knit these sts back on needle and pick up stitches all around the neck - see NECK EDGE. Happy knitting!

15.10.2018 - 10:49

country flag Katarzyna wrote:

Witam Sweterek przepiekny Chcialabym zapytac czy jest mozliwosc modyfikacji tak aby zrobic go wkladanego przez glowe ,bez rozpiecia Ile trzebaby nabrac oczek?

02.08.2018 - 13:50

DROPS Design answered:

Witaj Kasiu, trzeba będzie pomniejszyć ogólną liczbę oczek w twoim rozmiarze o 4 oczka obszycia przodu (tylko jednego obszycia). Miłej pracy i pozdrawiam

03.08.2018 - 05:37

country flag Cimarron wrote:

Exquisite...absolutely gorgeous.

24.07.2016 - 08:43

Barbara wrote:

How many balls of each yarn is required to knit this?

21.06.2016 - 04:23

DROPS Design answered:

Dear Barbara, you will find the total weight of yarn required in each size under tab "Materials", eg in size XS, you need 250 g Baby Alpaca Silk / 50 g a ball = 5 balls + 125 g Kid-Silk / 25 g a ball = 5 balls. Happy knitting!

21.06.2016 - 08:44

Barbara wrote:

I wish the pattern indicated how many balls of each yarn is required

21.06.2016 - 04:22

country flag C. Martin wrote:

Pour ma taille, on préconise 6 pel. baby alpaca silk soit 1002m de fil, et 3 pel. kid silk soit 600m de fil et tricoter les deux fils ensemble. Quelle prodigieuse équation mathématique permettrait ce miracle ? Fort mécontente.

28.02.2013 - 16:02

DROPS Design answered:

Chère Madame Martin, DROPS Kid-Silk est présentée en pelote de 25 g pour environ 200 m, donc 125 g = 5 pelotes soit env 1000 m, et 150 g = 6 pelotes soit env 1200 m. Bon tricot !

28.02.2013 - 16:12

country flag Linda wrote:

Delicate and feminine, this would be fun to knit up.

26.01.2012 - 16:05

country flag Kjersti Danielsen wrote:

Virkelig nydelig! som en myk sommerdrøm:)

14.01.2012 - 19:11