DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 137-4
DROPS design: Model nr. LA-005
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Breedte aan de bovenkant: ongeveer 160 cm na het opspannen
Hoogte in het midden: ongeveer 70 cm na het opspannen
Materiaal: DROPS LACE van Garnstudio
100 gr. kleur nr. 3112, poederroze

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm - lees STEKENVERHOUDING - onder.

STEKENVERHOUDING:
Deze omslagdoek wordt nat gemaakt en opgerekt tot de juiste maat na het breien. De stekenverhouding is niet zo belangrijk, maar om een idee te krijgen wanneer u te los of te vast breit, kunt u ongeveer een stekenverhouding aanhouden van 23 st x 30 nld in tricotst met nld 3.5 mm = ongeveer 10 x 10 cm.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lace
DROPS Lace
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET BREIEN:
In telpatronen M.2 en M.3 is 1 patroonherhaling in de breedte gemarkeerd met een ster – zorg dat u steeds evenveel omslagen maakt als dat u steken mindert per patroonherhaling met ster, zodat het aantal st per patroonherhaling gelijk blijft.
--------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.
Zet 3 st op met rondbreinld 3.5 mm en Lace. Brei 6 nld recht. Keer aan het einde van de 6e nld het werk niet, maar draad het 90 graden met de klok mee (een kwart slag), neem dan 3 st op langs de zijkant (dus 1 st in iedere ribbel (1 ribbel = 2 nld in ribbelst)), draai het werk nog 90 graden met de klok mee en neem 3 st op langs de opzetrand (dus 1 st in iedere st) = 9 st op de nld. Brei dan als volgt:
Nld 1 (= verkeerde kant): 3 st recht, 3 st av en 3 st recht.
Nld 2 (= goede kant): 3 st recht, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 1 st r, 1 omsl, 3 st recht = 13 st op de nld.
Nld 3 (= verkeerde kant): 3 st recht, 7 st av en 3 st recht.

Brei in het kantpatroon volgens het telpatroon. Brei iedere nld aan de goede kant als volgt: brei telpatroon M.1 (dus 3 kant st in ribbelst en het kantpatroon met meerderingen), brei 1 st in tricotst (= middelste st) en brei dan weer telpatroon M.1 maar in spiegelbeeld van de eerste herhaling, dus eindig met 3 st in ribbelst. Brei iedere nld aan de verkeerde kant als volgt: 3 kant st in ribbelst, brei av tot er 3 st over zijn en eindig met 3 kant st in ribbelst. Als telpatroon M.1 in totaal 1 keer in de hoogte is gebreid, zijn er in totaal 44 st gemeerderd (= 57 st in totaal op de nld) en heeft u genoeg st voor een extra patroonherhaling – dit gebeurt automatisch als u het telpatroon blijft volgen.

Brei als telpatroon M.1 een keer in de hoogte is gebreid verder in telpatroon M.2 op dezelfde manier tot de omslagdoek de gewenste hoogte heeft (de omslagdoek op de foto heeft 14 patroonherhalingen van telpatroon M.2 in de hoogte) – LEES TIP VOOR HET BREIEN. Brei dan telpatroon M.3 een keer in de hoogte (zorg dat u eindigt na 1 hele herhaling van telpatroon M.2 voor u begint aan telpatroon M.3). Kant dan losjes af als volgt – LET OP: het is zeer belangrijk dat u op deze manier losjes afkant, anders zal het niet lukken om de puntjes aan het einde mooi op te spannen: brei 2 st r, zet ze terug op de linker nld, * 2 st recht samen (brei ze losjes samen), trek de st lang, zet de st terug op de linker nld *, herhaal van *-* tot alle st zijn afgekant. Knip de draden af en zet vast.

OPSPANNEN:
Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is.
Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat.
Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat en zet vast met spelden. LET OP: plaats eerst speld langs beide schuine zijden in iedere herhaling van het telpatroon waar 3 st samen zijn gebreid, zo krijgt u de mooie puntjes. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit opspannen iedere keer als de omslagdoek gewassen is.


Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.03.2012
Omslagdoek: ...Als telpatroon M.1 in totaal 1 keer in de hoogte is gebreid, zijn er in totaal 44 st gemeerderd...

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 herhaling
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = haal 2 st af alsof u ze recht samen breit, 1 st r en
haal dan de 2 afgeh st samen over deze st
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 137-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (63)

country flag Hélène wrote:

Bonjour! J'ai une interrogation concernant le repère étoile pour les sections M2M3. Je ne comprends pas car dans cette section de repère il y a 1diminution pour 2jetés. Est-ce que la maille centrale demeure toujours à la même place? Espérant vous lire pour sous peu. Hélène

18.09.2017 - 01:34

DROPS Design answered:

Bonjour Hélène, M.2 et M.3 se lisent comme M.1, mais la partie avec l'étoile est celle qu'il faudra répéter en largeur avant et après la m centrale. Bon tricot!

18.09.2017 - 09:27

country flag Loly Aguilar wrote:

Ahy algún truco para trabajar con lace porque me cuesta mucho ver lo que estoy tejiendo al poner las agujas del 3.5

06.05.2017 - 09:19

DROPS Design answered:

Hola Loly. La calidad Lace es superfina y no es fácil de trabajar. Para facilitar el trabajo puedes, por ejemplo, usar marcapuntos para separar cada repetición del dibujo del chal. Esto te ayuda a controlar el número de puntos dentro de cada repetición .

07.05.2017 - 18:09

country flag Gro Svennar Westlie wrote:

Jeg ser av spørsmål som er stilt tidligere at flere sier at "bregnene" vender motsatt vei av det bildet viser. Sjalet strikkes ovenfra og nedover, - rillekanten er øverste "linje" ( dvs. øverst ved nakken!) Dermed vil M3 og avfelling være skråkantene og spissen nederst på sjalet (og "bregnene" vender riktig vei!) En presisering i oppskriften: "sjalet strikkes OVENFRA OG NEDOVER" hadde vært å foretrekke! Mvh. Gro Svennar Westlie

30.04.2016 - 14:11

country flag Gro Svennar wrote:

Spørsmål ang. oppskrift DROPS 137-4(sjal i LACE) Jeg kan ikke se at det framkommer i mønsteret om avslutningen, M.3, skal strikkes kun som avslutning i høyden, eller rundt hele arbeidet (skråkantene + spissen nederst.) På forhånd takk for hjelpen! Mvh. Gro Svennar Westlie

28.04.2016 - 19:58

DROPS Design answered:

Hei Gro. Du strikker M.3 over alle masker som du ogsaa strikkede M.2 over, det strikkes één gang i höjden. Du har da M.3 over alle masker = skråkantene + spissen

11.05.2016 - 17:20

country flag Catherine wrote:

Je viens de le finir en turquoise, magnifique est très doux, à faire, à refaire pour l'offrir

25.11.2015 - 21:13

country flag Carla wrote:

Liebes Drops-Team, ich habe erfolgreich M1 fertig gestrickt und habe nun 57 Maschen auf der Nadel. nun soll ich mit M2 weitermachen. Ich habe hin und her gerechnet, aber ich verstehe nicht, wie ich das Muster M2 stricken soll und dabei alle 57 machen unterkriege. Wiederhole ich den Rapport 4mal, so zieht sich das Muster nur über 51 Maschen... Vielen Dank im Vorraus!

11.10.2015 - 12:29

DROPS Design answered:

So sollte es aufgehen: 3 M kraus re, die ersten 4 M von M.2, dann 2x den Rapport von 10 M (beachten Sie die eckige Klammer im Diagramm) von M.2 (= 20 M), dann die letzte M von M.2, dann die Mittel-M, dann die Maschen von M.2 wie in der ersten Hälfte aber spiegelverkehrt und zuletzt 3 M kraus re. Dann haben Sie 3 M + 25 M + 1 M + 25 M + 3 M = 57 M.

13.10.2015 - 17:51

country flag DROPS DESIGN wrote:

Her ser i starten af mønsteret til det flotte sjal - God fornøjelse!:

DROPS Knitting Tutorial: How to work the beginning of the shawl in DROPS 137-4 from Garnstudio Drops design on Vimeo.

28.05.2015 - 15:52

country flag Catherine wrote:

Bonsoir, je ne comprends pas comment lire le diagramme...je compte 9 mailles et 2 augmentations (2 jetés) ce qui fait 11 mailles alors qu'il est indiqué d'en avoir 13 au rang 3. Par ailleurs il est noté qu'une fois le M1 terminé il doit y avoir 57mailles, je n'en avais que 31 sur mon échantillon ????? Merci de m'expliquer comme faire pour commencer le point fantaisie S.V.P. Cordialement Catherine

13.05.2015 - 19:58

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, M1 se tricote 2 fois en largeur sur les 13 m: M1, 1 m centrale, M1 en sens inverse, soit 28 m + 1 + 28 = 57 m. Bon tricot!

15.05.2015 - 09:06

country flag Katrin wrote:

Ich habe noch nicht begonnen, aber beim Durchlesen verstehe ich nicht, wie man nach M1 total 44 Maschen auf der Nadel haben kann, wenn in der Mustergrafik oben am Ende auf einer Seite 28 Maschen zu sehen sind? Dann müssten es doch 56 sein, oder? Und M1 spiegeln bedeutet doch, das Muster von links nach rechts lesen, oder?

19.03.2015 - 19:24

DROPS Design answered:

Liebe Katrin, es hat sich ein Fehler in der Übersetzung eingeschlichen - es sind nicht 44 M auf der Nadel, sondern zugenommen. Das wird gleich korrigiert. Spiegelverkehrt heißt tatsächlich, dass Sie das Muster von links nach rechts statt von rechts nach links lesen. Es bedeutet also, dass Sie normal mit M.1 beginnen (= 3 M kraus re und dann das Lochuster), die Mittelmasche stricken und dann zuerst das Lochmuster und dann die 3 M kraus re. Das Lochmuster in sich selbst (also ohne die 3 M kraus re) ist schon symmetrisch.

20.03.2015 - 09:24

country flag Ivalu wrote:

Vil det så sige at jeg starter nederst til højre og strikker hele rækken, og derefter strikker det der er mærket som rapport fra højresiden 2 gange og til sidste strikker fra venstre mod højre?

25.02.2015 - 15:01

DROPS Design answered:

Ja det stemmer :)

25.05.2015 - 15:39