DROPS Children 9-2
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden
Maat: 2 (3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10) jaar
Maten in cm: 50/56 - 62/68 - 74/78 - 86/92 (98/104 - 110/116 - 122/128 -
134/140).

Materiaal:
DROPS Den-M-nit van Garnstudio
Kleur nr 51 middenblauw 350-400-400-450 (500-550-600-650) gr.

Of gebruik: DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio,
350-400-400-400 (450-500-550-600) gr nr. 26, denimblauw.

DROPS rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 mm en 3.5 mm.
DROPS houten knoop licht nr 503: 2 stuks. (alleen voor de 3 kleinste maten).

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 22 st x 30 nld op naalden 3.5 mm in M.4 = 10 x 10 cm.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.
Ribbelsteek, in de rondte gebreid: *naald 1: recht, naald 2: averecht *. Herhaal van * - *.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven.


Achterpand en Voorpand: Het kabeldeel van de 2 grootste maten is breder dan bij de andere maten. Zet 120-132-144-160 (176-192-200-216) st op met rondbreinaalden 3 mm en Den-M-nit of Cotton-Light en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen, brei 2-2-2-2 (3-3-3-3) cm boordsteek. Ga verder met rondbreinaalden 3.5 mm en brei 2 naalden in ribbelsteek, meerder 36-36-36-36 (36-36-60-60) st gelijkmatig verdeeld over de eerste naald = 156-168-180-196 (212-228-260-276) st.

Brei de volgende naald als volgt: *18-24-30-38 (46-54-34-42) st van M.4, 18-18-18-18 (18-18-36-36) st van M.1, 24-24-24-24 (24-24-24-24) st van M.2, 18-18-18-18 (18-18-36-36) st van M.3*, herhaal van *-*. Ga zo verder in patroon. Denk om de stekenverhouding! Brei bij een hoogte van 23-24-27-28 (29-31-35-36) cm de volgende naald als volgt: 6-9-12-16 (20-24-14-18) st, kant 6 st af voor het armsgat, 72-78-84-92 (100-108-124-132) st, kant 6 st af voor het armsgat, 66-69-72-76 (80-84-110-114) st (Het patroon gelijk plaatsen op het voor- en achterpand). Laat het werk rusten en brei de mouwen.

Mouw: Zet 36-40-40-44 (44-48-48-52) st op met breinaalden zonder knop 3 mm en Den-M-nit of Cotton-Light en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen
en brei 2-2-2-2 (3-3-3-3) cm boordsteek. Ga verder met breinaalden zonder knop 3.5 mm en 2 nld ribbelsteek. Ga verder in M.4, meerder tegelijkertijd 2 st aan weerskanten van de markeerdraad in totaal 4-4-6-6 (12-12-14-16) keer iedere 11e -13e -9e -12e (6e -7e -6e-6e) naald = 44-48-52-56 (68-72-76-84) st.
Kant bij een hoogte van 17-19-21-26 (27-31-34-38) cm 6 st af aan de onderkant van de mouw (3 st aan iedere kant van de markeerdraad) = 38-42-46-50 (62-66-70-78) st.

Achterpand en voorpand en mouwen: Plaats de mouwen op dezelfde rondbreinaald als de trui tussen de minderingen voor de armsgaten = 220-240-260-284 (324-348-388-420) st op de naald. plaats een markeerdraad tussen alle overgangen van mouwen en lijf = 4 markeerdraden. Ga verder in patroon maar brei de eerste en laatste st aan elke kant van de markeerdraden in tricotsteek (= 2 tricotsteek in de overgangen tussen trui en mouw).

Raglanminderingen: Lees het hele gedeelte hieronder voor u verder breit eerst helemaal door!
Er zijn 8 st minder per naald (1 mindering aan elke kant van de 2 tricotsteken). Brei 2 naalden voordat u begint te minderen. Minder nu 1 st aan iedere kant van de markeerdraden: 12-14-16-17 (22-23-22-22) keer om de naald, daarna 6-5-4-5 (4-5-10-13) keer 1 st iedere naald (een totaal van 144-152-160-176 (208-224-256-280) st geminderd voor de raglan).
Minder als volgt voor de 2 tricotsteken:
Aan de GOEDE KANT: 2 st r samenbreien.
Aan de VERKEERDE KANT: (dit geldt pas na het minderen voor de hals): Haal de volgende 2 st van de naald, draai ze en plaats ze terug op de linkernaald (één voor één), brei deze 2 st av samen achter in de st.
Minder als volgt na de 2 tricotsteken:
Aan de GOEDE KANT: Haal 1 st af, brei een st en haal de afgehaalde st over de gebreide st (Afhalen, Recht, Overhalen, ARO)
Aan de VERKEERDE KANT: (dit geldt pas na het minderen voor de hals): 2 st av samenbreien.

Kant tegelijkertijd als er nog 6-6-6-6 (8-8-8-8) naalden met raglanminderingen gebreid moeten worden af voor de hals middenvoor (voor alle maten) en voor de achterpand split (voor de 3 kleinste maten) als volgt:
Zet de middelste 20-22-24-26 (28-30-34-36) st op het voorpand op een hulpdraad voor de hals en brei het werk verder heen en weer op de naalden. Kant tegelijkertijd de middelste 6 st af op het achterpand voor de split voor de 3 kleinste maten.

Vorm de hals door steken op een hulpdraad te zetten op iedere andere naald als volgt: de 4 kleinste maten: 2 keer 2 st, de 4 grootste maten: 1 keer 3 st, 1 keer 2 st, 1 keer 1 st (een totaal van 28-30-32-34 (40-42-46-48) st staan nu op de hulpdraad voor de hals aan de voorkant). Na de laatste mindering (door steken weg te zetten) zijn er 42-52-62-74 (76-82-86-92) st over op de naald en is de trui ongeveer 33-35-39-41 (45-48-53-55) cm hoog.

Afwerking:
De 3 kleinste maten: Neem ongeveer 10 st op langs de split aan het linker achterpand op naalden 3 mm. Brei 1 naald av (gezien vanaf de GOEDE KANT) en brei dan 2.5 cm boordsteek. Kant alle st af. Herhaal langs de rechterkant van de split maar kant af voor een knoopsgat na ongeveer 1 cm op 0.5 cm van de bovenkant - 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op boven de afgekant st in de volgende naald. Kant alle st af. Zet alle hals st op de breinaalden zonder knop 3 mm en neem nog 6 st op van iedere splitbies aan het achterpand. Brei 1 naald r en minder tegelijkertijd 12 st gelijkmatig over het kabeldeel op het voorpand en minder 12 st gelijkmatig over het kabeldeel op het achterpand (achterpand = kant 6 st af aan iedere kant van de split) = 58-70-82 st. Brei 1 naald av op de VERKEERDE KANT, brei 3 cm boordsteek – maak tegelijkertijd als het boord 2 cm hoog is 1 knoopsgat boven het andere knoopsgat. Kant af in boordsteek. Naai de opening onder de armen dicht en naai de knopen op het achterpand bij de split.
De 5 grootste maten: Zet alle hals st op naalden zonder knop 3 mm. Brei een naald r en minder tegelijkertijd 12 (12-12-15-15) st gelijkmatig over het kabeldeel op het voorpand en minder 12 (12-12-15-15) gelijkmatig boven het kabeldeel op het achterpand = 84 (92-100-102-110) st. Brei 1 naald av, brei dan 4 (4-5-5-5) cm boordsteek. Kant af in boordsteek. Naai de opening onder de armen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Laatste zin voor de mouw: Kant bij een hoogte van 17-19-21-26 (27-31-34-38) cm 6 st af aan de onderkant van de mouw = 38-42-46-50 (62-66-70-78) st.
Gewijzigd online: 27.01.2022
Raglan:...Vorm de hals door steken op een hulpdraad te zetten op iedere andere naald als volgt: de 4 kleinste maten: 2 keer 2 st, de 4 grootste maten: 1 keer 3 st, 1 keer 2 st, 1 keer 1 st (een totaal van 28-30-32-34 (40-42-46-48) st staan nu op de hulpdraad voor

Telpatroon

symbols = Recht
symbols = Averecht
symbols = Zet 2 st op kabelnaald en hou deze voor het werk, 2R, 2R van de kabelnaald.
symbols = Zet 2 st op kabelnaald en hou deze achter het werk, 2R, 2R van de kabelnaald.
symbols = Zet 3 st op kabelnaald en hou deze voor het werk, 1 av, 3 r van de kabelnaald.
symbols = Zet 1 st op kabelnaald en hou deze achter het werk, 3 r, 1 av van de kabelnaald.
symbols = Zet 3 st op kabelnaald en hou die voor het werk, 3r, 3r van de kabelnaald.
symbols = Zet 3 st op kabelnaald en hou die achter het werk, 3r, 3r van de kabelnaald.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 9-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Hanny wrote:

Ik volg het patroon, doe de minderingen voor de raglan zoals genoemd 2 st. R samenbreien en ARO., maar krijg zo’n onregelmatige raglan. Wat doe ik niet goed of hoort dit zo?

08.04.2023 - 13:18

DROPS Design answered:

Dag Hanny,

Zoals je de minderingen maakt voor de raglan is helemaal goed. De 2 tricotsteken aan elke kant van de markeerdraden blijven in tact, dus je mindert aan beide kanten van deze 2 tricotsteken.

12.04.2023 - 20:27

country flag Linda Højsgaard wrote:

Hejsa. Jeg sidder med 9-2 i str 2 år. Kan ikke få maske tallet til at passe ved halsen. Der står 26 m på en tråd plus 1*3, 1*2, og 1*1=38 m. Opskriften siger der skal være 34m. Pft Linda

26.01.2022 - 18:01

DROPS Design answered:

Hej Linda, det ser ud til at det skal stå de 4 mindste størrelser. Vi laver en rettelse. Tak for info :)

27.01.2022 - 11:27

country flag DANILIN Michèle wrote:

Est-il possible d'avoir les explications en taille 2 ans pour tricoter ce pull de haut en bas (en top-down) ? Merci d'avance

21.03.2020 - 12:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Danilin, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter individuellement chacun de nos modèles à chaque demande - vous pouvez tricoter ce modèle en taille 2 ans de bas en haut comme dans les explications ou bien choisir un autre modèle tricoté de haut en bas parmi les modèles enfant. Bon tricot!

23.03.2020 - 09:21

country flag Carol Rudman wrote:

Please can I convert a pattern using drops Nepal to drops cotton light .

29.12.2018 - 23:05

DROPS Design answered:

Dear Carol, Cotton Light is from yarn group B, while Nepal il from yarn group C, so they're different. You can try doing a swatch and check if you reach the gauge required. Happy crafting!

30.12.2018 - 11:25

Zorica wrote:

Hello, I have a question. If Gauge is 22 sts x 30 rows, I can't understand how to get 80 cm (size 3/4 years) if I have 212 sts. (212: 2.2 = 96 cm) Please help. Thank you

19.12.2018 - 10:24

DROPS Design answered:

Dear Zorica, gauge is worked in diagram M.4 - if you have this tension, your work should get the correct measurements. You start with 216 sts but work then ribbing (rib tighten work), then inc on the ridge to 276 sts. You will need more sts for cable than for M.4 in width, so please just check your tension worked with diagram M.4 and keep this tension, your measurements should then be correct. Happy knitting!

19.12.2018 - 13:42

country flag Patricia Robelia wrote:

I love to do cables so I would always love a sweater like this. Also, my favorite is to do children\'s clothing or toys. You said the pattern had no name. When I took my first glance at it the first thing that came to me was Blue Boy. I guess at first look that is what I thought. I do not know if you would like that or not, but that is what struck my eye when I saw it. It is a really nice looking sweater and I will love making it.

06.07.2018 - 03:45

Linda Fourie wrote:

Hello. Thank you so much for your kind assistance. I managed to cast off successfully. Now I'm stumped again! I put all neck stitches onto double sided needles, have decreased 12 front and 12 back stitches, have 100 st. Now can't figure out how to knit neck further with the cast off neck. Please help my grandson says " granny when can I have my jersey". Thank you so much! Kind Regards Linda

29.07.2016 - 11:01

DROPS Design answered:

Dear Mrs Fourie, you are almost done: P 1 round over all sts then continue with rib K2/P2 for 5 cm then cast off sts with K over K and P over P. Happy knitting!

29.07.2016 - 11:51

Linda wrote:

Hi there. Please can you help me. I am knitting DR0PS Children 9-2 sweater for 5-6yrs. My problem is from raglan decreases, neckline. Does not make sense, number of stitches do not correspond. I get mixed up with small sizes and largest sizes. Thank you Linda

26.07.2016 - 12:18

DROPS Design answered:

Dear Linda, in size 5/6 years, dec 8 sts: every other row a total of 23 times (= 184 sts dec) + every row a total of 5 times (= 40 sts dec) ie a total of 224 sts are dec for raglan. When you have dec a total of 20 times (8 dec for raglan remain), slip the middle 30 sts on front piece on a st holder and bind off for neckline on each side 1x3 sts + 1x2 sts + 1x1 st (= 6 sts on each side of neckline x 2 sides= 12 sts). There were a total of 348 sts before raglan - 224 sts for raglan - 30 sts for neckline - 12 sts for neckline = 82 sts remain. Happy knitting!

26.07.2016 - 13:21

country flag Line Verville wrote:

Bonjour Mais çe que vous m'avez explique s'applique pour les 5 plus grandes moi ce que je ne comprends pas c est les grandeurs avec la fente pour en arriver à 57-70-82. Quand on diminue 2dois 2 m tous les 2rgs soit 8 m en moins il nous disent Les mettre en attente et toi tu sembles dire de les rabattre? J aimerais svp avoir les explications à partir de 6-6-6- diminutionspour le raglan chaque étape avec les quantités restantes pour chaque étapes (avec la fente) merci

25.05.2016 - 20:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Verville, si vous tricotez la taille 12/18 mois, il reste 62 m après les dim. du raglan et vous avez en attente les 24 m de l'encolure devant + 4 m de chaque côté (=32 m pour l'encolure), vous relevez 6 m de chaque côté des bordures dos = 62+32+2x6=106 m et diminuez 2 x 12 m (dos et devant) = il reste 82 m. Bon tricot!

26.05.2016 - 09:43

country flag Line Verville wrote:

Bonjour Pour çe modele quand on est rendu à reprendre les mailles ils nous disent de relever 6 mailles de chaque côté de la fente ensuite apres un rg on doit les rabattre? Et comment ils font le calcul pour arriver à 82 m après les diminutiions? ( on ajoute 6+6 on enlève 24 = moins 12 donc 100 moins 12= 88 et non 82 Pour les diminutiions du raglan il faut rabattre ou mettre en attente les mailles pour l encolure ce n' est pas clair Merci et j attends de vos nouvelles

24.05.2016 - 17:16

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Verville, on commence l'empiècement avec 348 m et on diminue 224 m pour le raglan (= 23 x 8 m tous les 2 rangs + 5 x 8 m tous les rangs) + 42 m au total pour l'encolure (= 30 m du milieu devant en attente + rabattre de chaque côté 1 x 3 m + 1 x 2 m + 1 x 1 m (soit 6 m de chaque côté)). 348-224-42= 82 m. Bon tricot!

24.05.2016 - 17:59