DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Honey Suckle

Set van gebreid gilet en slofjes in ribbelsteek met gehaakte randen voor baby en kinderen in DROPS BabyMerino.

DROPS Baby 21-12
DROPS design: Model nr. BM-040-by
Garengroep A
---------------------------------------------------------
GILET:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
100-100-100 (100-150) gr. kleur nr. 03, lichtgeel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 04, geel (voor de gehaakte rand)

DROPS RECHTE BREINLD 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 2 mm.

SLOFJES:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
50 gr voor alle maten in kleur nr. 04, geel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 03, lichtgeel

DROPS RECHTE BREINLD 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 52 nld in ribbelst en 26 x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 2 mm - voor de gehaakte rand
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het voorpand):
Meerder elke 2e en 3e nld als volgt: Brei * 1 nld zonder te meerderen, 1 nld met meerderen middenvoor, 2 nld zonder te meerderen, 1 nld met meerderen middenvoor *, herhaal van *-*.
Meerder 1 st door 2 st te breien in de laatste st middenvoor.
---------------------------------------------------------

GILET:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Begin met een voorpand, brei dit tot de schouder. Brei dan het andere voorpand, plaats vervolgens beide voorpanddelen samen op de nld en brei dan het achterpand naar beneden.

RECHTER VOORPAND:
Zet LOSJES 26-30-34 (37-41) st op met nld 3 mm en lichtgeel. Brei in RIBBELST - zie uitleg boven. Meerder TEGELIJKERTIJD in de 2e nld 1 st middenvoor. Herhaal dit meerderen middenvoor afwisselend elke 2e en 3e nld – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN - in totaal 18-19-24 (28-30) keer = 44-49-58 (65-71) st. Brei 10 nld recht na de laatste meerdering. Het werk meet hierna ongeveer 11-12-15 (17-18) cm.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT
Minder in de volgende nld 1 st middenvoor door de 2 buitenste st samen te breien. Herhaal dit minderen elke nld (dus aan het einde van de nld aan de goede kant en aan het begin van de nld aan de verkeerde kant): in totaal 0-0-11 (19-21) keer en dan om de nld (dus aan het einde van nld aan de goede kant): in totaal 28-29-25 (21-23) keer (28-29-36 (40-44) st geminderd in totaal). Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 17-18-19 (20-21) cm af voor de armsgaten, kant af aan het begin van iedere nld vanaf de zijkant: 1 keer 3 st, 1 keer 2 st en 2 keer 1 st. Na alle afkanten staan er 9-13-15 (18-20) st op de nld voor de schouder, brei verder over deze st.
Plaats bij een hoogte van 25-27-29 (31-33) cm een markeerder = midden bovenkant van de schouder. Ga verder en brei het achterpand naar beneden – zet TEGELIJKERTIJD 2 nieuwe st op aan het einde van de nld langs de hals, herhaal dit meerderen aan het einde van de volgende nld langs de hals = 13-17-19 (22-24) st. Zet alle st op een hulpdraad – de 1e nld van het achterpand begint straks aan de goede kant.

LINKER VOORPAND:
Zet op en brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld – pas zo aan dat de eerste nld op het achterpand aan de goede kant wordt gebreid.

ACHTERPAND:
Brei een voorpand op de nld (brei vanaf het armsgat richting de hals), zet 12-12-16 (16-20) nieuwe st op (= hals op het achterpand) en brei het andere voorpand op de nld (brei vanaf de hals richting het armsgat) = 38-46-54 (60-68) st.
MEET HET WERK NU VANAF DE MARKEERDERS OP DE SCHOUDERS.
Ga verder en brei in ribbelst heen en weer op de nld.
Zet bij een hoogte van 6½-7½-8½ (9½-10½) cm nieuwe st op aan het einde van iedere nld aan elke kant voor de armsgaten: 2 keer 1 st, 1 keer 2 st en 1 keer 3 st = 52-60-68 (74-82) st op de nld. Ga verder tot een hoogte van ongeveer 25-27-29 (31-33) cm – vouw het werk dubbel bij de markeerders op de schouders en zorg dat het voorpand en achterpand even lang zijn – kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de zijnaden samen met de zijkanten tegen elkaar in de buitenste lusjes van de buitenste st.

GEHAAKTE RAND:
Haak met geel en haaknld 2 mm langs de hele opening van het gilet als volgt (haak niet langs de onderkant): 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de eerste l, sla 2 st/ 4 nld in ribbelst over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*, haak als u bij de punt op het voorpand komt een koordje als volgt: 1 v in de punt, haak dan ongeveer 25 cm l, keer en haak 1 hv in iedere l op de teruggaande toer, haak dan weer 1 v in de punt van het voorpand, vervolg de gehaakte rand langs de hals van het gilet tot de punt van het andere voorpand, haak nog een koordje als op het eerste voorpand en ga verder tot de onderkant.
Haak op dezelfde manier langs beide armsgaten.
Haak dan nog twee koordjes, gelijk aan die aan de punten van de voorpanden en bevestig deze koordjes aan de binnenkant van de rechter zijnaad van het gilet en aan de buitenkant van de linker zijnaad van het gilet – zorg dat ze op dezelfde hoogte komen als de strikbandjes aan de punten.

SLOFJE:
Het slofje wordt heen en weer gebreid van middenachter naar middenachter.
Zet 48-52-56 (56) st op met nld 2.5 mm en 2 draden geel Baby Merino. Knip 1 draad af en brei verder met 1 draad. Brei 5-6-6 (7) cm boordsteek (= 2 st r/2 st av)– pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant wordt gebreid. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 14-14-18 (14) st gelijkmatig = 34-38-38 (42) st. Brei in de volgende nld een gaatjesrand als volgt aan de goede kant: 1 st r, *2 st recht samen, 1 omsl *, herhaal van *-* en eindig met 1 st r. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Zet nu de buitenste 12-13-13 (15) st aan iedere kant op een hulpdraad. Brei 4 - 4½ - 5½ (6½) cm in tricotst over de middelste 10-12-12 (12) st. Zet de st van de hulpdraden terug op de nld en neem 10-11-13 (16) st op aan iedere kant van het midden van het werk = 54-60-64 (74) st op de nld. Brei 3-4-5 (5) cm Ribbelst over alle st en minder TEGELIJKERTIJD na 1½ - 2 - 2½ (3) cm om de nld als volgt tot het werk klaar is: minder 1 st aan het begin en het einde van de nld en brei 2 st recht samen aan iedere kant van de 2 middelste st. Kant af en naai samen midden onder de voet en naai verder omhoog middenachter in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen.
Brei nog een slofje op dezelfde manier.

STRIKBANDEN:
Knip 3 draden lichtgeel af van ongeveer 1 meter lang, draai ze samen tot ze beginnen te krullen, vouw ze dubbel en laat ze om elkaar heen krullen, leg dan een knoopje in ieder uiteinde. Rijg een strikbandje door de gaatjesrij op elk slofje.
GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs de bovenkant van het slofje met haaknld 2.5 mm en lichtgeel als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de 1e l, 1 v in iedere van de 3 volgende st op het slofje *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de v van het begin van de toer.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 21-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (45)

country flag Laura Menegatti wrote:

Buon pomeriggio. Per favore, cosa significa aumentare 1 m. verso il centro? Vuol dire lavorare 2 volte 1 m. davanti e dietro (con un kf&b o altro tipo di aumento) in modo che il davanti (la parte che sta sopra, per intenderci) deve andare ad allargarsi fino ad un certo punto, che si comincerà diminuire? Grazie e buon lavoro

29.06.2017 - 18:50

DROPS Design answered:

Buonasera Laura. Sì è corretto. Devo aumentare come indicato nel suggerimento per gli aumenti in modo da formare la punta. Buon lavoro!

29.06.2017 - 21:02

country flag Marie wrote:

Die ersten 19 Maschen, die man aufnehmen soll ab der 2. Reihe, sind die dann jede Reihe oder alle Zwei Reihen? Danke

23.06.2017 - 19:22

DROPS Design answered:

Liebe Marie, diese Zunahmen (gegen die Mitte) sollen abwechselnd in jeder 2. und 3. Reihe gestrickt (siehe hier. Anleitung wird korrigiert, danke. Viel Spaß beim stricken!

26.06.2017 - 09:30

country flag Nicki wrote:

Hallo, beim rechten Vorderteil, nach den 18 cm soll man an der Seite Maschen abketten. Ist damit der Seitenrand und nicht hin zur vorderen Mitte gemeint? Sollen die letzten 2 Maschen am Rand abgkettet werden? Und in welchem Abstand? 1 Mal 2M, 1 Mal 3M.. wieviele Reihen soll dazwischen normal gestrickt werden? Ich freue mich auf badige Antwort.

15.05.2017 - 23:16

DROPS Design answered:

Liebe Nicki, die Abnahmen werden gegen die vordere Mitte gearbeitet, bei jeder R. (also bei der Hin- und Rückreihe = dh die 2 ersten oder die 2 letzten M. zs stricken) wiederholen: Total 0-0-11 (19-21) Mal. Dann bei jeder 2. R. (auf der Vorderseite = die 2 ersten M zs stricken)) total 28-29-25 (21-23) Mal. Viel Spaß beim stricken!

16.05.2017 - 08:46

Maria Gold-Tajalli wrote:

Ich habe zwei Fragen:am Ende der Anleitung für die rechten Seite was heißt das mit dem markieren, auf welcher Seite? und wo soll ich die zusätzlichen 4 Maschen anschlagen, in der Mitte oder an einem Ende? Danke, Maria

15.03.2017 - 11:59

DROPS Design answered:

Liebe Frau Gold-Tajalli, der Markierer muss die Länge markieren, so er muss zwischen den Maschen eingesetzt werden. Die 2 x 2 M sollen gegen den Halsausschnit angeschlagen, dh bei dem rechten Vorderteil schlagen Sie diese Maschen am Ende einer Rückreihe an. Viel Spaß beim stricken!

15.03.2017 - 12:03

country flag Stephanie wrote:

Hallo Drops-Team, bitte erklärt mir doch kurz die Zunahmen - ist es richtig, dass sich sich die Zunahmen mal am Anfang einer Hin-Reihe befinden und mal am Ende einer Rück-Reihe? Oder nimmt man am Anfang jeder 2. und 3. Hin-Reihe auf? Danke und liebe Grüße!

03.08.2016 - 10:55

DROPS Design answered:

Liebe Stephanie, ja, da abwechselnd 1 und 2 Reihen ohne Zunahmen über die Zunahmereihe gestrickt werden, muss die Zunahme auch je nachdem in der Hin- oder Rück-R gemacht werden.

08.08.2016 - 09:38

country flag Selam wrote:

Thanks Then does that mean it can be done from both RS or WS?

01.07.2015 - 10:18

DROPS Design answered:

Yes Selam, that's correct, you will inc towards mid front, so that it can be either from RS or from WS, depending on the inc row (every 3rd row). Happy knitting!

01.07.2015 - 12:47

Selam wrote:

Hi does the increase on the front piece occur on the first stich? Thanks

01.07.2015 - 08:26

DROPS Design answered:

Dear Selam, that's right, you inc 1 st by working 2 sts in the outermost st towards mid front (see also Increase tip). Happy knitting!

01.07.2015 - 09:57

country flag Aurelie wrote:

Bonjour, Vaut-il mieux tricoter ce modèle avec le petit pull en baby merinos ou en babysilk alpaga pour la douceur? Le nombre de pelote reste t il le même? Merci

01.05.2015 - 08:08

DROPS Design answered:

Bonjour Aurélie, tout est question de choix personnel, Baby Alpaca Silk conviendrait également (Groupe A toutes les 2), demandez conseil à votre magasin, il pourra vous aider et vous orienter. Cliquez ici pour savoir comment calculer la quantité d'une équivalence.. Bon triccot!

02.05.2015 - 14:21

country flag Stefanie Schreiber wrote:

Was bedeutet: Aufnahme gegen die vordere Mitte? Das habe ich noch nie gehört. Hoffe auf eine schnelle Antwort. LG Steffi

14.01.2015 - 16:17

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten! :-)

15.01.2015 - 00:18

country flag Stefanie Schreiber wrote:

Was bedeutet: Aufnahme gegen die vordere Mitte? Das habe ich noch nie gehört. Hoffe auf eine schnelle Antwort. LG Steffi

14.01.2015 - 16:15

DROPS Design answered:

Antwort siehe unten! :-) Gutes Gelingen und viel Spaß beim Stricken!

15.01.2015 - 00:18