DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 134-1
DROPS design: Model nr. U-619
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS KARISMA van Garnstudio
Kleur nr. 65, jeansblauw:
750-800-900-1000-1100-1200 gr

DROPS RECHTE BREINLD 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RECHTE BREINLD 3.5 mm – voor de randen.
DROPS Hoekige buffelhoorn knoop nr. 538: 5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon M.1 tot en met M.4 – De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. (1e nld = goede kant). Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

TIP VOOR HET BREIEN (voor de voorbies):
Brei de 5 voorbies st steeds in ribbelst met dubbele garen, dus gebruik een klein bolletje garen dat u alleen gebruikt voor de voorbies. Brei als u meerdert voor de kraag de gemeerderde st met dubbele draad. Dit doet u zodat de kraag stevig wordt en mooi valt.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant. 1 KNOOPSGAT = kant de 3e en 4e voorbies st vanaf middenvoor af, zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven deze st.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 18, 25, 32, 39 en 46 cm
MAAT M: 19, 26, 33, 40 en 47 cm
MAAT L: 20, 27, 34, 41 en 48 cm
MAAT XL: 21, 28, 35, 42 en 49 cm
MAAT XXL: 22, 29, 36, 43 en 50 cm
MAAT XXXL: 23, 30, 37, 44 en 51 cm

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de kraag):
Meerder naast buitenste voorbies st door 1 omsl te maken, Brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hals):
Minder aan de goede kant naast de 5 voorbies st en de gemeerderde st voor de kraag en de eerste 3 st in tricotst naast de voorbies.
Minder als volgt NA deze st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Minder als volgt VOOR deze st: 2 st recht samen.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 126-136-146-156-174-184 st op met RECHTE BREINLD 3.5 mm en Karisma. Brei 2 nld recht (1e nld = goede kant), ga verder met nld 4 mm.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT:
PATROON: Ga verder als volgt (aan de goede kant): 1 kant st in RIBBELST – zie uitleg boven, 12-17-22-27-16-21 st in averechte tricotst, 1-1-1-1-2-2 keer telpatroon M.2 (= 20 st), telpatroon M.1A (= 60 st), 1-1-1-1-2-2 keer telpatroon M.2 (= 20 st), 12-17-22-27-16-21 st in averechte tricotst en 1 kant st in ribbelst.
Brei bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm telpatroon M.1B boven telpatroon M.1A, brei de andere st als hiervoor (minder 12 st in telpatroon M.1B volgens de aanwijzingen in het telpatroon). Ga na telpatroon M.1B verder en brei telpatroon M.1C boven telpatroon M.1B.

MINDEREN EN MEERDEREN AAN DE ZIJKANTEN:
Minder bij een hoogte van 12 cm 1 st aan iedere kant. Herhaal dit minderen iedere 2½ cm in totaal 10 keer. Meerder bij een hoogte van 40 cm 1 st aan iedere kant. Herhaal dit meerderen iedere 3 cm in totaal 4 keer (brei de gemeerderde st in averechte tricotst).
Als alle minderingen en meerderingen gedaan zijn, staan er 102-112-122-132-150-160 st op de nld.

ARMSGATEN: Kant bij een hoogte van 55-56-57-58-59-60 cm af en minder voor de armsgaten aan het begin van iedere nld aan iedere kant als volgt: 1 keer 5 st voor alle maten 0-1-1-2-3-4 keer 3 st, 1-2-4-4-5-5 keer 2 st en 3-2-2-3-5-5 keer 1 st = 82-84-86-88-92-96 st. Ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Brei bij een hoogte van 70-72-74-76-78-80 cm 4 nld recht over de middelste 40 st (brei de andere st als hiervoor). Kant dan de middelste 30 st af voor de hals. Eindig iedere schouder (= 26-27-28-29-30-31 st) apart. Ga verder in patroon met 5 st in ribbelst richting de hals. Brei bij een hoogte van 74-76-78-80-82-84 cm de 8 st van de kabel in telpatroon M.2, 2 aan 2 recht samen = 22-23-24-25-26-27 st over op de nld. Kant in de volgende nld alle st af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 68-73-78-83-92-97 st op (incl 5 voorbies st middenvoor en 1 kant st aan de zijkant) met nld 3.5 mm en Karisma. LEES TIP VOOR HET BREIEN!
Brei 2 nld recht (1e nld = goede kant), ga verder met nld 4 mm.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT
PATROON: Ga verder als volgt (= aan de goede kant):
MAAT S, M, L en XL: 5 voorbies st in ribbelst, 4 st in tricotst, 6 st in averechte tricotst, telpatroon M.3A (= 40 st), 12-17-22-27 st in averechte tricotst en 1 kant st in ribbelst.
Maat XXL en XXXL: 5 voorbies st in ribbelst, 4 st in tricotst, 6 st in averechte tricotst, telpatroon M.3A (= 40 st), telpatroon M.2 (= 20 st), 16-21 st in averechte tricotst en 1 kant st in ribbelst.
Brei bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm telpatroon M.3B boven telpatroon M.3A, brei de andere st als hiervoor (minder 6 st in telpatroon M.3B volgens het telpatroon). Ga na telpatroon M.3B verder en brei telpatroon M.3C over deze st.

MINDEREN EN MEERDEREN AAN DE ZIJKANT:
Minder bij een hoogte van 12 cm 1 st aan de zijkant. Herhaal dit minderen iedere 2½ cm in totaal 10 keer. Meerder bij een hoogte van 40 cm 1 st aan de zijkant. Herhaal dit meerderen iedere 3 cm in totaal 4 keer (brei de gemeerderde st in averechte tricotst).

KNOOPSGATEN: maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 18-19-20-21-22-23 cm knoopsgaten - zie uitleg boven.
KRAAG: meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 47-48-49-50-51-52 cm 2 st voor de kraag als volgt: Maak 1 omsl naast de buitenste st en 1 omsl naast de 2e kraag st, brei in de volgende nld beide omsl gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Ga verder en meerder 1 st voor de kraag om de nld in totaal 12 keer en dan iedere 4e nld in totaal 6 keer – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Als alle meerderingen voor de kraag gedaan zijn, zijn er 20 st gemeerderd voor de kraag en 25 st in ribbelst in totaal (al deze st worden met dubbele draad gebreid).
HALS: minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 49-50-51-52-53-54 cm 1 st richting de hals - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen om de nld in totaal 12 keer en dan elke 4e nld in totaal 8 keer.

ARMSGAT: Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 55-56-57-58-59-60 cm af en minder voor de armsgaten aan de zijkant als op het achterpand.
Als alle meerderingen en minderingen gedaan zijn, staan er 46-47-48-49-51-53 st op de nld. Brei tot het werk 74-76-78-80-82-84 cm meet, pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is. Ga verder en brei de 8 st van de kabel 2 aan 2 recht samen = 42-43-44-45-47-49 st op de nld. Kant in de volgende nld (= verkeerde kant), de eerste 22-23-24-25-27-29 st af voor de schouder, brei de rest van de nld recht. Ga zo verder over de overgebleven 20 kraag st: * Brei 2 nld recht over alle st, Brei 2 nld recht over alleen de buitenste 14 st (middenvoor) *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 7-8 cm meet aan de schouderkant (de kraag meet dan ongeveer 14-16 cm aan de buitenkant). Kant alle st af.

LINKER VOORPAND:
Zet op en brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld. Dus brei na 2 nld recht in patroon als volgt (aan de goede kant):
MAAT S, M, L en XL: 1 kant st in ribbelst, 12-17-22-27 st av, telpatroon M.4A (= 40 st), 6 st av, 4 st recht en 5 voorbies st in ribbelst.
Maat XXL en XXXL: 1 kant st in ribbelst, 16-21 st av, telpatroon M.2 (= 20 st), telpatroon M.4A (= 40 st), 6 st av, 4 st r en 5 voorbies st in ribbelst.
Brei dan telpatroon M.4B en telpatroon M.4C in plaats van telpatroon M.3B en telpatroon M.3C.
De st over de kabel op de schouder worden geminderd aan de verkeerde kant en de schouder st worden afgekant aan de goede kant; u doet dit in spiegelbeeld ten opzichte van het rechter voorpand om te voorkomen dat u de draad af moet knippen voor u met de kraag verder gaat..

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 100-100-100-116-116-132 st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met nld 3.5 mm en Karisma. Brei 1 nld recht (1e nld = goede kant) en brei 1 nld av, brei dan alle st 2 aan 2 recht samen = 50-50-50-58-58-66 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant.
Brei dan boordsteek = 4 st r/4 st av met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Ga bij een hoogte van 10 cm verder met nld 4 mm in averechte tricotst.
Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 13-13-13-13-11-11 cm 1 st aan iedere zijkant, herhaal dit meerderen iedere 3-2½-2-2-2-2 cm in totaal 12-14-16-15-17-16 keer = 74-78-82-88-92-98 st. Kant bij een hoogte van 49-48-47-46-45-44 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) af en minder voor de mouwkop aan het begin van iedere nld aan iedere kant: 1 keer 4 st, 3 keer 2 st, 5-6-7-9-10-12 keer 1 st en kant dan 2 st af aan iedere kant tot het werk 57 cm meet. Ga verder en kant 1 keer 3 st af aan iedere kant, kant dan de overgebleven st af. De mouw meet ongeveer 58 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de kraag samen middenachter, met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen. Naai de kraag aan het achterpand langs de hals. Naai de mouwen in het vest en naai de onderarm- en zijnaden samen naast de kant st. Naai de knopen aan.


Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 12.09.2011
Nieuwe teltekening M.1 B.
Gewijzigd online: 26.09.2011
RECHTER VOORPAND:
...Maat XXL en XXXL: 5 voorbies st in ribbelst, 4 st in tricotst, 6 st in averechte tricotst, telpatroon M.3A (= 40 st), telpatroon M.2 (= 20 st), 16-21 st in averechte tricotst en 1 kant st in ribbelst....

LINKER VOORPAND:
...Maat XXL en XXXL: 1 kant st in ribbelst, 12-17 st av, telpatroon M.2 (= 20 st), telpatroon M.4A (= 40 st), 6 st av, 4 st r en 5 voorbies st in ribbelst...
Gewijzigd online: 04.11.2011
LINKER VOORPAND:...Maat XXL en XXXL: 1 kant st in ribbelst, 16-21 st av, telpatroon M.2 (= 20 st), telpatroon M.4A (= 40 st), 6 st av, 4 st r en 5 voorbies st in ribbelst.
Gewijzigd online: 20.03.2014
Nieuwe teltekeningen M.3B en M.4B zijn toegevoegd

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st av, 4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 st r, 2 st av van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 st r, 4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 st r, 4 st r van de kabelnld
symbols = 2 st av samen
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 134-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (639)

country flag Kelly Minton wrote:

How many rows or inches are there between each buttonhole?

25.10.2018 - 02:21

DROPS Design answered:

Hi Kelly, The measurements for working each buttonhole are given under Instructions - buttonholes at the top of the pattern. Happy knitting!

25.10.2018 - 08:12

country flag Aranzazu wrote:

Muchas gracias por la rápida respuesta. Ya me queda menos para terminar la chaqueta. Saludos :)

31.08.2018 - 12:31

country flag Aránzazu Hernández wrote:

No entiendo cómo se teje el cuello: "Continuar de esta manera sobre los 20 pts restantes para el cuello: * Tejer 2 vtas de derecho sobre todos los pts, tejer 2 vtas de derecho solamente sobre los 14 pts externos (en el centro del frente) *, repetir de *a* hasta que el cuello mida aprox 7-8 cm en el lado interno (medirá aprox 14-16 cm en la orilla). Rem." ¿Cómo se tejen los 6 puntos restantes?

27.08.2018 - 14:50

DROPS Design answered:

Hola Aránzazu. El cuello se trabaja con filas acortadas. Mira cómo trabajarlas en este vídeo:

28.08.2018 - 19:34

country flag Marialuisa wrote:

E' possibile realizzare il cardigan in un solo pezzo. senza cuciture ai lati e dividere davanti e dietro all'altezza degli scalfi?

15.03.2018 - 07:28

DROPS Design answered:

Buongiorno Maria Luisa. Sì può lavorare in un unico pezzo. Tolga solo le maglie vivagno ai lati e se le è comodo inserisca un segnapunti per individuare i davanti e il dietro e per rendere più agevole la divisione agli scalfi. Buon lavoro!

15.03.2018 - 08:26

Jennifer wrote:

I have another question :). On the chart for the front pieces near the top of the chart there is a gape on the chart. Do I knit this separately with it forming two pieces at the top. Then joining these together at the end sewing them together? I am lovin this pattern, looking forward to finishing and wearing

30.12.2017 - 00:52

DROPS Design answered:

Dear Jennifer, the "gape" at the top of the chart is there because there are less stitches in the row as a result of decreasing stitches in the previous row. It is there because this way you can still see how stitches should be paced above each other. No sewing up later there needed, just when you come to there jump to the next stitch, and knit that one. I hope this helps. Happy Knitting!

30.12.2017 - 15:42

Jennifer wrote:

Thank you for your prompt answer. I have another question :). The charts right side does this start on the right or left hand of the chart? Thank you in advance

22.12.2017 - 21:38

DROPS Design answered:

Hi Jennifer, the charts are as a rule read from right to left, unless it tells you otherwise in the text. Happy Christmas!

24.12.2017 - 07:05

Jennifer wrote:

I am very excited to start this beautiful sweater. I am starting the back piece. After I finish M.1C then it comes to Side dec and side inc. when piece measures 12 cm dec1 st in each side. Now I am unsure about the measurement to start the decreases I will have more than 12cm when I get here. Please can you clarify how long should the back be when I start these decreases. I am doing the smallest size. Thank you for your attention

22.12.2017 - 04:55

DROPS Design answered:

Hi Jennifer, The decreases start while you are working M.1 - so when the piece measures 12cm; and then the increases start when the piece measures 40 cm, again while you are working pattern. This is why we recommend that the whole section is read before working, as there are a number of things which need to be worked at the same time. Happy knitting and a Merry Christmas to you!

22.12.2017 - 06:21

country flag Lisettetrottier wrote:

Un gros merci pour la rapidité de réponse. Vous m'avez réglé mon problème. La veste avance bien et rapidement.

26.10.2017 - 23:54

country flag Lisette Trottier wrote:

Drops 134-1. pour ma compréhension (augmentation col). Sur end. de l'ouvrage, coté bordure, je tricote 1 m. lis, 1 jeté, 1 m, 1 jeté. Par la suite, aux 2 rangs, 1 m. lis. 1 jeté (12 fois au 2 Rg) (Diminution encolure), sur côté end. de l'ouvrage, je diminue 1 m. seulement après les m. end de la bordure et des augm. pour le col (donc à partir du jersey end.) je tricote les 3 prem. m. en jersey et 1 dim.

24.10.2017 - 00:02

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Trottier, vous augmentez pour le col et diminuez pour l'encolure sur l'endroit, tous les 2 rangs, donc sur l'endroit, tricotez l'augmentation en début de rang, puis la diminution pour l'encolure après les mailles indiquées, tricotez le rang sur l'envers et répétez ces 2 rangs autant de fois que vous devez encore augmenter/diminuer. Bon tricot!

24.10.2017 - 08:48

country flag Lisette Trottier wrote:

Modèle 134-1 Je suis à l'étape de faire les diminutions pour l'encolure ainsi que les augmentations côté du col. Les augmentations vont bien (je les fais en début de rang, coté bordure. Mais à 52 cm, je dois aussi diminuer côté encolure. "Diminuer sur l'endroit après/avant les mailles augmentées pour le col + 5 m de bordure devant + les 3 premières m en jersey end de la bordure. Merci à l'avance

22.10.2017 - 18:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Trottier, les diminutions de l'encolure vont se faire (devant droit) après les mailles que vous augmentez pour le col + les 5 m de bordure devant et les 3 premières m jersey end = continuez à augmenter pour le col comme avant et diminuez après les mailles du col et les 3 premières m end. Bon tricot!

23.10.2017 - 11:50