DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 122-31
DROPS design: Model nr. X-356
---------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALASKA
650-700-800-850-950-1050 gr. kleur nr. 04, grijs

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in patroon = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4.5 mm - voor de boordsteek.
DROPS BUFFELHOORNKNOOP nr. 538, 5-6-6-6-6-7 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.47€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Nld 1 (aan de goede kant): * 1 st recht, 1 ribbelst *, herhaal van *-*.
Nld 2 (aan de verkeerde kant): * 1 ribbelst, 1 st av *, herhaal van *-*.
Herhaal nld 1 en 2 (= ribbelst boven ribbelst en recht boven recht)

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de raglan):
Aan de goede kant:
Minder als volgt voor de markeerdraad:
Begin 4 st voor de st met de markeerdraad: 2 st recht samen, 1 st av, 3 st recht (markeerdraad zit in de tweede van deze 3 st), 1 st av
Minder als volgt na de markeerdraad:
Begin 2 st voor de markeerdraad: 1 st av, 3 st recht (markeerdraad zit in de tweede van deze 3 st), 1 st av, 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

Aan de verkeerde kant:
Voor de markeerdraad:
Begin 4 st voor de st met de markeerdraad: 2 st av samen achter in de st, 1 st recht, 3 st av (markeerdraad staat in de tweede van deze 3 st), 1 st recht.
Na de markeerdraad:
Begin 2 st voor de markeerdraad:
1 st recht, 3 st av (markeerdraad staat in de tweede van deze 3 st), 1 st recht, 2 st av samen.
(Brei de 5 st tussen het minderen door ook zo als er niet geminderd wordt, dus recht boven recht en av boven av en brei de overige st verder in patroon).

TIP VOOR HET BREIEN:
Als uw stekenverhouding te krap is in de hoogte (aantal nld per 10 cm) zal de raglan te kort zijn en de armsgaten te nauw. U kunt dit compenseren door af en toe 2 extra nld zonder minderingen te breien.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 4e en 5e st samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 5, 15, 25, 35 en 45 cm.
Maat M: 5, 13, 21, 29, 38 en 47 cm.
Maat L: 5, 13, 22, 31, 40 en 49 cm.
Maat XL: 5, 13, 22, 31, 40 en 49 cm.
Maat XXL: 5, 14, 23, 32, 41 en 51 cm.
Maat XXXL: 5, 13, 21, 29, 37, 45 en 54 cm.
---------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 177-191-201-223-241-263 st op met rondbreinld 5 mm en Alaska. Brei 3 nld recht en brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 10 RIBBELST – zie boven, PATROON – zie boven – over de volgende 29-33-35-41-45-51 st, 20 ribbelst, patroon over de volgende 59-65-71-81-91-101 st, 20 ribbelst, patroon over de volgende 29-33-35-41-45-51 st en eindig met 10 ribbelst. Brei de 10 st aan iedere zijkant steeds in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 5 cm KNOOPSGATEN – zie boven – op de rechter voorbies. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Plaats 2 markeerders in het werk, 49-53-55-61-65-71 st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 79-85-91-101-111-121 st). Minder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders door 2 st recht samen te breien aan de goede kant.

Herhaal dit minderen iedere 4-4-4.5-4.5-5-5 cm in totaal 5 keer = 157-171-181-203-221-243 st. Kant bij een hoogte van 29-30-31-32-33-34 cm - pas zo aan dat volgende nld aan de verkeerde kant is –10 st af midden onder de mouw aan iedere kant (= 5 st aan iedere kant van elke markeerdraad) = 137-151-161-183-201-223 st. Laat het werk rusten.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 115-117-121-125-127-131 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 5 mm. Brei 3 nld recht en brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 1 kant st in ribbelst, 1 ribbelst, patroon tot er 1 st over is en eindig met 1 kant st in ribbelst. Kant bij een hoogte van 13-13-12-12-11-11 cm 6 st af aan het begin van de volgende 2 nld, begin aan de goede kant = 103-105-109-113-115-119 st. Laat het werk rusten en brei de andere mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 343-361-379-409-431-461 st. Plaats een markeerdraad in de eerste en de laatste st op het achterpand en in de laatste st op elk voorpand (richting de mouwen) = 4 markeerders. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder in Patroon, minder TEGELIJKERTIJD voor de RAGLAN als volgt – Zie TIP VOOR HET MINDEREN en TIP VOOR HET BREIEN:

OP HET LIJF (maak alle minderingen aan de goede kant): Minder elke 6e nld in totaal 8-5-2-0-0-0 keer, elke 4e nld 3-8-13-14-11-10 keer en om de nld 0-0-0-4-11-15 keer.

OP DE MOUW (maak minderingen aan de goede kant en aan de verkeerde kant): Minder om de nld (dus elke nld aan de goede kant) in totaal 17-18-18-19-19-20 keer, dan elke nld in totaal 22-22-24-25-26-27 keer.

Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 46-48-50-50-52-54 cm 10-12-12-12-12-15 st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant af voor de hals aan het begin van de nld aan iedere kant als volgt: 5 x 2 st en 2-2-2-5-5-5 x 1 st. Als alle minderingen gedaan zijn, zijn er 6 st over voor elk voorpand, 37-39-41-45-47-51 st over voor het achterpand en 25 st over voor elke mouw = in totaal 99-101-103-107-109-113 st. Knip de draad af. Brei de volgende nld aan de goede kant en middenvoor als volgt: brei alle st recht en neem TEGELIJKERTIJD 14-14-14-18-18-18 st op langs elke halsrand en zet de st op de hulpdraden terug op de nld = 147-153-155-167-169-179 st (inclusief de st op de hulpdraden). Brei in de volgende nld aan de verkeerde kant alle st recht en minder TEGELIJKERTIJD 41-43-41-49-47-53 st gelijkmatig = 106-110-114-118-122-126 st.

Brei 3 nld recht over alle st. Ga verder met rondbreinld 4.5 mm. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en meerder TEGELIJKERTIJD 31-33-35-37-39-41 st gelijkmatig (meerder niet op de voorbiezen) = 137-143-149-155-161-167 st. Brei de volgende nld als volgt - aan de goede kant: 10 ribbelst, boordsteek 3 st recht/3 st av tot er 13 st over zijn en eindig met 3 st recht en 10 ribbelst. Ga verder in boordsteek en ribbelst. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de hals 14-14-14-15-15-15 cm meet.

AFWERKING:
Naai de mouwnaden dicht in de kant st. Naai de opening onder de mouwen dicht. Naai de knopen op het linker voorpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 20.08.2010
Brei de volgende nld aan de goede kant en middenvoor als volgt: brei alle st recht en neem TEGELIJKERTIJD 14-14-14-18-18-18 st op langs elke halsrand en zet de st op de hulpdraden terug op de nld = 147-153-155-167-169-179 st (inclusief de st op de hulpdraden). Brei in de volgende nld aan de verkeerde kant alle st recht en minder TEGELIJKERTIJD 41-43-41-49-47-53 st gelijkmatig = 106-110-114-118-122-126 st.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 122-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (57)

Selma wrote:

Bonsoir.une question concernant les manches:a 13cm de hauteur totale on rabat 6m. sur l'endroit en dbt de rg puis une 2eme fois ,soit au totale 12m.Donc si j'ai bien compris le rabat est fait que d'un seul cote de la manche,ou doit on le faire de chaque cote de la manche.Merci d'avance pour vos explications.

01.03.2015 - 15:32

DROPS Design answered:

Bonjour Selma, on rabat 6 m au début des 2 rangs suivants, c'est-à-dire que l'on rabat 6 m au début du rang suivant sur l'endroit, puis au début du rang suivant sur l'envers, on rabat les 6 premières m (= 6 m rabattues de chaque côté= 12 m rabattues au total). Bon tricot!

02.03.2015 - 09:52

Selma wrote:

Bonsoir. pour le commencement de la veste,juste apres les 3Rgs end,je doit tricoter le Rg suivant en faisant:pt mousse(10),pt fantaisie(33m),20m pt. mousse,pt fantaisie sur 65m,........et je termine par 10m pt. mousse.Ma question est:si cette alternance Pt mousse,Pt fantaisie ne concerne que le rang apres les 3 premiers rangs end.,ou dois-je tricoter tous les rgs de la veste ainsi en alternant?merci d'avance pour votre aide.

29.01.2015 - 16:59

DROPS Design answered:

Bonjour Selma, on continue ainsi, c'est-à-dire avec les bordures des devants + 20 m sur les côtés au point mousse et 33 m (taille M) pour chaque devant + 65 m pour le dos en point fantaisie. À partir de 8 cm de hauteur totale, on diminue sur les côtés, dans les sections point mousse. Bon tricot!

29.01.2015 - 17:48

Selma wrote:

Merci pour votre reponse!

27.01.2015 - 17:31

Selma wrote:

Bonjour a vous!je vous ai ecrit precedement au sujet du point fantaisie.En suivant vos explications,j'ai realise un echantillon et j'aurai besoin de votre aide: le 1er Rg tout est tricote a l'endroit,ou au pt mousse,le 2o Rg on tricote en alternant 1m.mousse-1m.env,1m.mousse-1m.env......jusqu'a la fin du rang? Sur mon echantillon le point obtenu ressemble a des cotes avec une petite "vague"entre les cotes. je voudrais savoir si le point fait sur mon echantillon est exact?merci d'avance.

27.01.2015 - 12:24

DROPS Design answered:

Bonjour Selma, vous tricotez les m end sur l'end en jersey end (donc à l'env sur l'env) et une maille au point mousse entre ces m end, donc vu sur l'endroit, vous avez 1 m end (jersey end)/1 m point mousse, un peu comme des côtes 1/1 sauf que vous n'avez pas de m env entre les m end mais 1 m point mousse. Bon tricot!

27.01.2015 - 13:54

country flag Sylvie wrote:

Je ne comprend pas l explication pour commencer le col, pouvez vous m'aider ? Merci :)

13.08.2014 - 19:39

DROPS Design answered:

Bonjour Sylvie, quand les diminutions pour l'encolure sont faites et qu'il vous reste 99-113 m (cf taille), coupez le fil et relevez les mailles de chaque côté de l'encolure en reprenant celles en attente entre les 2 et tricote 3 rangs end sur toutes ces mailles, puis répartissez des augmentations et tricotez en côtes 3/3 avec 10 m point mousse de chaque côté pendant 14-15 cm. Bon tricot!

14.08.2014 - 12:52

Selma wrote:

Bonjour. je ne comprends pas tres bien le point fantaisie.rg 1:quelle est la difference entre la m. jersey endroit et la m.mousse?parce qu en lisant vos explications j ai compris que le rg 1 est entierement a l endroit ou au point mousse.c est le rg 1 qui me pose des problemes. merci d avance.

05.05.2014 - 12:25

DROPS Design answered:

Bonjour Selma, 1 m jersey end se tricote à l'env sur l'envers, la m point mousse se tricote à l'end tous les rangs (sur l'endroit et sur l'envers). Ainsi, le 1er rang sera en effet tricoté tout à l'end, mais la m point mousse se tricotera tous les rangs à l'end et la m jersey end à l'env sur l'env. Bon tricot!

05.05.2014 - 13:32

country flag Vinini wrote:

Qq un voudrait il que l'on echange plus longuement via nos mails ? merci

25.01.2013 - 10:29

DROPS Design answered:

Je vous recommande de vous inscrire sur le forum DROPS où vous pourrez obtenir de l'aide si nécessaire. Bon tricot !

25.01.2013 - 14:17

country flag Vinini wrote:

Doit on diminuer en plus des diminutionS comprises dans le raglan ? SI OUI ? JUSTE AVANT ALORS? les explications ne sont pas assez detaillées , si qq veut bien m expliquer je voudrai pas rater mon pull!!!

25.01.2013 - 10:17

DROPS Design answered:

On diminue pour le raglan comme indiqué dans les diminutions (raglan) au début des explications, soit avant, soit après le marqueur, soit sur l'endroit (dos et devants et manches), soit sur l'envers (manches).

25.01.2013 - 14:16

country flag Vinini wrote:

Je bloque , help. qq un peut il m expliquer cette histoire de raglan et de diminution en // ???? merci bien . meme ma vendeuse de laine n'y comprend rien

25.01.2013 - 10:12

DROPS Design answered:

Bonjour Madame Vinini, les diminutions des raglans ne se font pas de la même façon pour le dos/devants et pour les manches. Vos marqueurs doivent être comme indiqués au niveau du dos et des devants. Vous diminuez ensuite différemment sur le dos/devants (tous les 6-4 puis 2 rangs) et sur les manches (tous les 2 rangs puis tous les rangs).

25.01.2013 - 14:15

country flag Vinini wrote:

Je viens de lire le modéle et avant de me lancer je souhaite savoir: pt fantaisie : 1 jersey en puis 1 pt mouusse ( mais le pt mousse c'est tous les rangs à l end ) rg 2 : 1m mousse ( soit end ) et 1 m env ? apres c'est quoi un marqueur ? EST CE UN BOUT DE FIL QUE L ON GLISSE ENTRE 2 MAILLES POUR REPERER L ENDROIT ? EST CE UN MODELE DIFFICILE OU PAS ? merci bien

14.12.2012 - 12:46

DROPS Design answered:

Bonjour Vinini, Le point fantaisie se tricote bien ainsi. Un marqueur est un fil de couleur contrastée de grosseur inférieure ou égale au fil tricoté ou bien un anneau (on en trouve en magasin). Vous trouverez dans notre vidéothèque des vidéos qui expliquent comment utiliser les 2. Pour toute aide individuelle sur ce modèle, n'hésitez pas à contacter votre magasin DROPS et / ou à demander de l'aide sur le forum DROPS. Bon tricot !

14.12.2012 - 13:43