DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Theodora

Gebreid DROPS lang, getailleerd vest van 2 draden ”Delight”. Maat S tot en met XXXL.

DROPS 124-16
DROPS design: Model nr. DE-017
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS DELIGHT
600-650-750-800-900-950 gr. kleur nr. 05, beige/grijs/roze mix

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 2 draden = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD 4.5 mm - voor de boordsteek.
DROPS BUFFELHOORNKNOOP, nr. 538:
4-4-4-5-5-5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld): brei alle nld recht.

TIP VOOR HET BREIEN:
Om te voorkomen dat de voorbies te strak wordt in de hoogte vanwege de ribbelst, breit u een extra naald alleen over de voorbiezen van tijd tot tijd:
* Begin vanaf middenvoor en brei de 9 voorbies st recht, keer het werk, haal de eerste st recht af, trek de draad aan en brei de teruggaande naald over de voorbies *. Ga verder over alle st als hiervoor. Herhaal van *-* van tijd tot tijd.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hals):
Minder voor de hals naast de 9 voorbies st.
Maak alle minderingen aan de goede kant!
Minder als volgt na 9 voorbies st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor 9 voorbies st: 2 st recht samen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op het rechter voorpand.
1 KNOOPSGAT = brei de 4e en 5e st samen vanaf middenvoor en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 24, 36, 48 en 60 cm.
MAAT M: 24, 36, 48 en 60 cm.
MAAT L: 24, 36, 48 en 60 cm.
MAAT XL: 22, 32, 42, 52 en 62 cm.
MAAT XXL: 22, 33, 43, 54 en 64 cm.
MAAT XXXL: 23, 33, 44, 54 en 65 cm.
--------------------------------------------------------

VEST:

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 134-142-150-166-174-190 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Delight. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant:
MAAT S en L en XL: 1 kant st in RIBBELST, * 4 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* tot er 5 st over zijn en eindig met 4 st recht en 1 kant st in RIBBELST.
MAAT M en XXL en XXXL: 1 kant st in RIBBELST, * 4 st av, 4 st recht *, herhaal van *-* tot er 5 st over zijn en eindig met 4 st av en 1 kant st in RIBBELST.

Ga zo verder in boordsteek tot het werk 12 cm meet. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei tricotst (brei de kant st steeds in ribbelst) – minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 46-48-48-54-52-58 st gelijkmatig = 88-94-102-112-122-132 st. Minder bij een hoogte van 13 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit minderen aan iedere kant elke 3.5 cm in totaal 11 keer = 66-72-80-90-100-110 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 53 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen aan iedere kant elke 4 cm in totaal 4 keer = 74-80-88-98-108-118 st.

Kant bij een hoogte van 67-69-71-73-75-77 cm af voor de armsgaten aan het begin van iedere nld aan iedere kant: 1-1-1-1-2-3 x 3 st, 0-1-2-3-4-5 x 2 st en 3-3-4-6-5-4 x 1 st = 62-64-66-68-70-72 st. Kant bij een hoogte van 85-88-91-94-97-100 cm de middelste 18-18-20-20-22-22 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 1 st af aan weerskanten langs de hals in de volgende nld = 21-22-22-23-23-24 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 87-90-93-96-99-102 cm.

RECHTER VOORPAND:
Zet 74-78-82-90-94-102 st op (inclusief 9 voorbies st langs de voorpand rand en 1 kant st aan de zijkant) met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Delight. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei dan de volgende nld als volgt aan de goede kant – Zie TIP VOOR HET BREIEN:

MAAT S en L en XL: 9 voorbies st in RIBBELST - zie boven – (worden steeds in ribbelst gebreid), * 4 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* tot er 1 st over is en eindig met 1 kant st in ribbelst.

MAAT M en XXL en XXXL: 9 voorbies st in RIBBELST – zie boven - (worden steeds in ribbelst gebreid), * 4 st recht, 4 st av *, herhaal van *-* tot er 5 st over zijn en eindig met 4 st recht en 1 kant st in ribbelst.

Ga zo verder in boordsteek tot het werk 12 cm meet. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei tricotst (brei de voorbies en de kant st in ribbelst als hiervoor) – minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 21-22-22-25-24-27 st gelijkmatig in het boordsteek deel = 53-56-60-65-70-75 st. DENK OM DE KNOOPSGATEN OP DE VOORBIES – zie boven.
Minder bij een hoogte van 13 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand = 42-45-49-54-59-64 st. Meerder bij een hoogte van 53 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.

Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 62-62-62-64-66-67 cm 2 nld ribbelst heen en weer over alleen de 9 voorbies st (brei de overige st niet), ga dan weer verder over alle st. Minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld aan de goede kant voor de hals – Zie TIP VOOR HET MINDEREN: 1 st elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) in totaal 8-8-8-8-9-9 keer en dan elke 6e nld in totaal 2-2-3-3-3-3 keer.

Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 67-69-71-73-75-77 cm af voor de armsgaten aan de zijkant als beschreven voor het achterpand (kant af aan het begin van iedere nld vanaf de zijkant).
Als alle minderingen gedaan zijn, staan er 30-31-31-32-32-33 st op de nld. Ga verder in tricotst met de voorbies in ribbelst tot het werk 87-90-93-96-99-102 cm meet.

Kant in de volgende nld aan de verkeerde 21-22-22-23-23-24 st af vanaf de schouder richting de hals = 9 voorbies st over op de nld, brei deze 9 st en keer het werk. Ga nu verder in ribbelst over deze 9 st vanaf middenvoor als volgt: * 2 nld ribbelst heen en weer over de eerste 7 st, 2 nld ribbelst heen en weer over alle st *, herhaal van *-* tot de hals ongeveer 8-8-8.5-8.5-9-9 cm meet op het kortste deel, kant dan alle st af.

LINKER VOORPAND:
Zet op en brei als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld. LET OP: Maak geen knoopsgaten op de linker voorbies!

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 58-58-58-66-66-66 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met rondbreinld 4.5 mm en 2 draden Delight. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, ga dan verder in boordsteek, 4 st recht/ 4 st av, met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Ga bij een hoogte van 12 cm verder met rondbreinld 5 mm. Brei tricotst heen en weer op de nld (brei de kant st steeds in ribbelst) – minder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 14-13-11-15-13-10 st gelijkmatig = 44-45-47-51-53-56 st.

Meerder bij een hoogte van 13 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 4-3.5-3-3-2.5-2 cm in totaal 9-10-12-12-13-14 keer = 62-65-71-75-79-84 st. Kant bij een hoogte van 48-48-48-47-45-43 cm - LET OP! Minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders- af voor de mouwkop aan het begin van iedere nld aan iedere kant als volgt: 1 x 3 st, 3 x 2 st en 1-2-2-4-6-8 x 1 st, kant dan 2 st af aan het begin van iedere nld aan iedere kant tot het werk 55-56-56-57-57-57 cm meet. Kant nu 3 st af aan het begin van de volgende 2 nld. Kant de overgebleven st af, het werk meet ongeveer 56-57-57-58-58-58 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Maas de halsboord samen middenachter (naai naast de st van de opzetnld) en naai de boord aan de hals op het achterpand – naai met de zijkanten tegen elkaar met nette, kleine st. Naai de mouwen in het lijf. Naai de mouw- en zijnaden dicht in de kant st. Naai de knopen op het linker voorpand.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 124-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Wilma wrote:

Op de afbeelding is een knoopsgat gemaakt vlak boven de boord op 12 cm, terwijl het patroon aangeeft dat er pas bij 22 cm het 1e knoopsgat gebreid moet worden? Klopt de beschrijving van het patroon dan wel?

23.12.2023 - 17:23

DROPS Design answered:

Dag Wilma,

Je hebt gelijk, ik zie ook nog een 5e knoopsgat. Zo te zien is naderhand besloten om het onderste knoopsgat weg te laten. Deze zou dan op 12 cm van de onderkant moeten komen, dus ter hoogte van waar de boordsteek ophoudt.

07.01.2024 - 13:54

country flag Aleksandra wrote:

Moje pytanie dotyczy WSKAZÓWKI wykonania obszycia przodów: ile wynoszą "regularne odstępy" w jakich trzeba robić rzędy skrócone ponad tymi obszyciami?

13.09.2021 - 22:29

DROPS Design answered:

Witaj Aleksandro, jak będziesz robiła próbkę dżersejem to z boku przerób kilka oczek ściegiem francuskim i popróbuj. Ja w takim przypadku robię dodatkowe 2 rzędy (rzędy skrócone) co jakieś 4 rzędy. Pozdrawiamy!

14.09.2021 - 09:35

country flag Sandra wrote:

Hallo, die Jacke wird ja mit 2 Fäden gestrickt. Muss ich bei der Wolle dann aufpassen, dass ich immer den gleichen Farbverlauf habe bzw. fängt die Wolle immer mit der gleichen Farbe an?

04.01.2021 - 21:45

DROPS Design answered:

Liebe Sandra, das können Sie sofar es möglich ist, aber beachten Sie, daß es mit Delight nicht möglich wird - wie auf dem Foto und wie erklärt unter der Farbkarte: Der handgesponnene Charakter mit kleinen Variationen in der Fadenstärke und der "Magic print" für die Farbgebung ergeben ein einmaliges Strickbild mit sanften Farbverläufen - auch innerhalb einer Farbpartie kann es dunklere und hellere Varianten geben. Viel Spaß beim stricken!

05.01.2021 - 11:18

country flag Renate wrote:

Zijn het niet enorm veel steken voor de boord? Ben namelijk bezig met de boord achterpand 142 st. Maar dit is veel meer cm dan de uiteindelijke 54cm d ie jullie ervoor aangeven

12.03.2018 - 15:44

DROPS Design answered:

Hallo Renate, De boordsteek is heel elastisch en trekt bij elkaar, vandaar dat je zoveel steken op moet zetten. Als je klaar bent met de boordsteek minder je weer naar 94 steken op het achterpand.

13.03.2018 - 16:08

country flag Patricia wrote:

Wil dit breien maar voorste en rug aan elkaar

26.05.2014 - 13:42

country flag Bella wrote:

Warum muss in der ersten reihe nach dem Bündchen soviel maschen abnehmen? Bei Größe L 48 Maschen. Kommt mir sehr viel vor.

16.03.2014 - 18:28

DROPS Design answered:

Liebe Bella, das Rippenmuster zieht sich stark zusammen, daher werden nach dem Rippenmuster Maschen abgenommen.

17.03.2014 - 13:22

country flag Anette wrote:

Jag tycker inte om det här! Gillar varken garn eller modell!!!

12.07.2010 - 09:50

country flag Inger wrote:

Dejlig cardigan

06.07.2010 - 19:49

country flag Christina wrote:

Love the colours. A great design for autumn.

27.06.2010 - 10:05

country flag Beauchet wrote:

J'aime beaucoup ce modele et ces laines changeantes de vrai sucre d'orge

22.06.2010 - 16:18