DROPS Angora-Tweed
DROPS Angora-Tweed
30% angora, 70% merinoswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 79-13
Trui:
Maat: XS - S/M - M/L - XL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 88-98-110-120 cm
Taille: 70-82-92-104 cm
Zoom: 88-98-110-120 cm
De trui ziet er kleiner uit dan op de schematekening omdat de boordsteek intrekt.

Materialen: DROPS Angora-Tweed van Garnstudio,
400-450-450-500 gr nr. 10, naturel

Of gebruik:
DROPS SOFT TWEED van Garnstudio
450-550-550-600 gr nr. 01, naturel

DROPS Rond- en sokkenbreinld 3.5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Sjaal:
Afmetingen: ca 18 x 90 cm
Materialen: DROPS Ull-Flamé van Garnstudio,
150 gr nr. 01, naturel
En gebruik: DROPS Cotton-Viscose van Garnstudio,
100 gr nr. 02, naturel

DROPS breinld 10 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Muts:
Maat: S/M - L
Materialen: DROPS Ull-Flamé van Garnstudio,
50 gr nr. 01, naturel
En gebruik: DROPS Cotton-Viscose van Garnstudio,
50 gr nr. 02, naturel

DROPS Breinld 10 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Angora-Tweed
DROPS Angora-Tweed
30% angora, 70% merinoswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 22 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: * 4 r, 2 av *, herhaal van * - *.

Breitips (voor de armsgaten):
Alle minderingen komen op de goede kant. Minder naast 1 kantst + 3 r, als volgt:
Voor 4 st: 2 r samenbr
Na 4 st: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh

Patroon: Zie de teltekeningen. Het patroon is weergegeven op de goede kant.

Panden: Zet 192-216-240-264 st op. Brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei boordst – begin bij de merkdraad (zijkant) met 2 r (dit worden dus 4 r st aan weerskanten – plaats nog een merkdraad aan de andere zijkant, er zitten 2 r aan weerskanten van elke merkdraad). Brei de boordst door . Brei bij een hoogte van 9-10-11-12 cm de volgende nld als volgt:
Voorpand: 10-16-22-22 st boordst, Patroon 1 (= 28 st), 20-20-20-32 st boordst, Patroon 1 (= 28 st) en 10-16-22-22 st boordst, merkdraad,
Achterpand: 34-40-46-52 st boordst, Patroon 1 (= 28 st), 34-40-46-52 st boordst .
Brei tot Patroon 1 voltooid is, er staan 156-180-204-228 st op de nld. Brei door tot een hoogte van 23-24-25-26 cm. Brei dan de volgende nld als volgt:
Voorpand: 10-16-22-22 st boordst, Patroon 2 (= 16 st), 20-20-20-32 st boordst, Patroon 2 (= 16 st) en 10-16-22-22 st boordst, merkdraad,
Achterpand: 34-40-46-52 st boordst, Patroon 2 (= 16 st), 34-40-46-52 st boordst .
Brei door tot Patroon 2 is voltooid, er staan 192-216-240-264 st op de nld. Kant bij een hoogte van 36-37-38-39 cm 6 st af aan weerskanten voor de armsgaten (= 3 st aan weerskanten van elke merkdraad). Brei de delen afzonderlijk verder.

Voorpand: = 90-102-114-126 st. Minder nu 6-6-12-18 x 1 st voor armsgaten in elke 2e nld – zie de breitips = 78-90-90-90 st. Brei de boordst door, met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst. Zet bij een hoogte van 48-50-52-54 cm de middelste 20 st op een hulpdraad voor de hals. Kant hierna af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st en 4 x 1 st = 18-24-24-24 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 55-57-59-61 cm.

Achterpand: = 90-102-114-126 st. Kant af voor de armsgaten zoals voor het voorpand = 78-90-90-90 st. Kant bij een hoogte van 53-55-57-59 cm de middelste 38 st af voor de hals. Kant hierna 2 st af aan weerkanten van de hals in de volgende nld = 18-24-24-24 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 55-57-59-61 cm.

Mouw: Zet 60-60-72-72 st op met de sokkenbreinld. Brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei boordst - begin met 2 r. Brei bij een hoogte van 3 cm Patroon 1 over de middelste 28 st van de mouwen (brei de overige st boordst ). Na Patroon 1 zijn er 48-48-60-60 st. Brei de boordst zo door. Meerder vanaf een hoogte van 11 cm 18 x 1 st aan weerskanten van de 4 r met de merkdraad in het midden op elke 2e cm (ca. elke 6e nld) - brei de gemeerderde st mee in de boordst (de 4 eerste st r, de volgende 2 st av).
Na alle meerderingen zijn er 84-84-96-96 st. Kant bij een hoogte van 50-50-48-47 cm 4 st af aan weerskanten van de merkdraad, en brei de rest van de mouw heen en weer.
Kant nu af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st, 4-4-3-2 x 2 st, 3-3-9-13 x 1 st. Kant dan steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 58-58-59-60 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af, het werk heeft een hoogte van ca. 59-59-60-61 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Boord: Neem 96 of 108 st op (deelbaar door 12, incl. de st van de hulpdraad) langs de hals met de sokkenbreinld. Brei boordst – zorg dat de boordst aansluit op het patroon van de panden op het midden voor- en achterpand. Kant bij een hoogte van. 12 cm alle st af in patroon. Zet de mouwen in met de kantst als naadtoeslag.




SJAAL:

Steekverhouding: 9 st met 1 draad van beide garens in gerstekorrel = 10 cm breed. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Gerstekorrel (op een even aantal st):
Nld 1: * 1 r, 1 av *
Nld 2: * 1 av, 1 r *
Herhaal nld 1 - 2.

Sjaal: Zet 16 st op met 1 draad van beide garens. Brei gerstekorrel. Zet bij een hoogte van 12 cm de helft van de st op een hulpdraad. Brei gerstekorrel op de andere 8 st tot een hoogte van 22 cm. Brei dan de andere helft tot dezelfde hoogte. Brei dan weer verder over alle st tot een hoogte van ca. 90 cm. Kant af in patroon.

Gevlochten franje: Maak gevlochten franje aan beide kanten als volgt: 1 franje kwast = knip 14 draden (50 cm lang) van Cotton Viscose. Vouw ze dubbel en haal de lus door een uiteinde van de sjaal en haal de uiteindes door de lus. Verdeel de draden in 3 bundels als volgt: 2 bundels met 9 draden en 1 bundel met 10 draden. Deel deze 3 bundels in 3 nieuwe bundels. Vlecht elk van de 3 bundels tot de vlecht een lengte heeft van ca 13 cm, leg een knoop in de onderkant. Maak 5 van deze franje kwasten aan beide kanten van de sjaal.



Steekverhouding: 9 st x 13 nld met 1 draad van beide garens in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Gerstekorrel (op een even aantal st):
Nld 1: * 1 r, 1 av *
Nld 2: * 1 av, 1 r *
Herhaal nld 1 2.

Muts: Zet losjes 45-50 st op met 1 draad Ull-Flamé + 1 draad Cotton Viscose. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant, en ga dan verder met gerstekorrel. Brei vanaf een hoogte van 9 cm tricotst tot de vereiste afmetingen. Plaats bij een hoogte van 12.5-13 cm 5 merkdraden in het werk, de eerste na 1 st, de volgenden met 9-10 st tussen elke merkdraad, na de laatste merkdraad zijn er nog 8-9 st. Brei in de volgende nld, 2 st r samen aan de linkerkant van elke merkdraad, herhaal deze minderingen in elke 2e nld in totaal 6-7 keer = 15 st, brei 3 nld tricotst, en minder dan nog een keer aan de linkerkant van elke merkdraad = 10 st resteren. Knip het garen af, rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft een hoogte van ca. 24-26 cm. Sluit de muts aan de achterkant.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover
symbols = 2 st r samen
symbols = 2 st av samen
symbols = meerder 1 st in deze st door 1 st van de vorige nld op te halen. Brei beide st r
symbols = meerder 1 st in deze st door 1 st van de vorige nld op te halen. Brei de opgeh st r en de st op de nld av
symbols = meerder 1 st in deze st door 1 st van de vorige nld op te halen. Brei de opgeh st av en de st op de nld r
symbols = meerder 1 st in deze st door 1 st van de vorige nld op te halen. Brei beide st av
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 79-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Nathalie Moreau wrote:

Je voulais dire X signifie 1m env et non une diminution. Désolée!

23.05.2016 - 07:24

country flag Nathalie Moreau wrote:

Bonjour, en essayant de faire le modèle 79-13, j'ai eu de la difficulté à comprendre les instructions en français en ce qui a trait aux diagrammes. J'ai dû essayer de co prendre celui en anglais pour corriger... il faudrait corriger la légende, entre autre le X qui signifie 1 m env et nous une diminution. Merci!

23.05.2016 - 07:18

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Moreau, effectivement la légende du diagramme était un peu décalée, tout est de nouveau en ordre, merci. Bon tricot!

23.05.2016 - 10:17

country flag Trisha Cochrane wrote:

Thank you for all your help - that's all wonderfully clear now :)

01.03.2016 - 18:29

country flag Trisha Cochrane wrote:

Thank you - I am enjoying knitting the jumper. But I do not understand the knitting tips for decreasing at the armhole: Is it saying that I do not decrease at the edge, but 4 sts in? I'm not clear what that does to the rib pattern or why you would do that. And if it is the case, I still do not understand the 'before 4 sts' and 'after 4 sts' instructions. Many thanks for your help, Trisha

29.02.2016 - 20:08

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cochrane, dec for armholes are done from RS inside 4 sts (1 edge st + K3), ie on front piece/back piece, work dec row from RS as follows: 1 edge st, K3, slip 1 as if to K, K1, psso, continue as before until 5 sts remain, K2 tog, and finish with K3, 1 edge st. Work next row from WS and repeat these dec how many times stated for your size. Happy knitting!

01.03.2016 - 09:04

country flag Trisha Cochrane wrote:

I would like to knit this jumper in Drops Lima. Do I need the same amount of yarn? (I presume Lima has a different length from the original Angora-Tweed which is now discontinued.) Best wishes, Trisha :)

05.01.2016 - 10:18

DROPS Design answered:

Dear Trisha, you will find here all informations to calculate new amount of yarn when using an alternative. Happy knitting!

06.01.2016 - 09:15

country flag Drops Design wrote:

I omg med du tager ind fra retsiden, så vil det blive efter de 4 m på det ene ærme og inden de 4 m på den andet ærme!

30.10.2009 - 14:47

country flag Henriette Vilhelmsen wrote:

Hej Garnstudio, Vil gerne bede om hjælp til strikketipset i denne opskrift: "Luk således før 4 m: 2 r sm Luk således efter 4 m: Tag 1 m løs af p som om den skulle strikkes r, 1 r, løft den løse m over." Hvordan skal det forstås? Er det valg mellem de to muligheder? Håber på hurtigt svar. Mvh. Henriette Vilhelmsen

29.10.2009 - 00:38

country flag K-v Olsen wrote:

Det er diagram nr. 3 til halstørklædet, jeg leder efter. VH K-V Olsen

02.03.2007 - 09:46

country flag K-v Olsen wrote:

Jeg leder efter diagrammerne til opskrift 79-13. Hvor finder jeg dem? Venlig hilsen K-V Olsen

02.03.2007 - 09:41