DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Baby 11-30
Modell: DROPS design Z-006-by-b
Garengroep A

Maat: 1/3 – 6/9 maanden
Maat in cm: 50/56 – 62/68.

Materialen: DROPS BabyAlpaca Silk van Garnstudio
300-300 gr nr. 1101, wit


DROPS rondbreinld, sokkenbreinld en breinld 2.5 mm
DROPS haaknld 2.5 mm
DROPS Parelmoeren knoopjes, nr. 523: 5 stuks
Satijnen lint: ca 10 mm breed,160 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 25 st x 34 nld op naald 2,5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.
Ribbelst (heen en weer): Alle nld r breien.

Gerstekorrel: 1e nld: *1 r, 1 av*, herhaal van *-*. 2e nld: r boven av, av boven r. Herhaal de 2e nld.

Tips voor het minderen II (geldt voor het middenvoor van het broekje): Minder aan weerskanten van de 2 r als volgt:
Voor de 2 st: 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh.
Na de 2 st: 2 st r samenbr.

KRUIPPAK:
Brei de beide pijpjes afzonderlijk, zet ze aan elkaar, brei het lijfje en eindig met de mouwen.

Linker pijpje: zet 32-40 st op met sokkenbreinld 2.5 mm. Brei 5-6 cm gerstekorrel. Brei 1 nld tricotst, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 8 st = 40-48 st. Brei volgende nld als volgt: *2 r samenbr, 1 omsl*, herhaal van *-*. Brei 1 nld tricotst, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 8 st = 48-56 st. Brei verder volgens M.2 en ga dan verder met tricotst. Meerder tegelijkertijd in de 1e nld tricotst gelijkmatig verdeeld 12 st = 60-68 st. Plaats een merkdraad aan het begin van de toer = binnen been. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 11-12 cm 6 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad in elke 4e nld = 72-80 st. Deel het werk bij een hoogte van 18-21 cm bij de merkdraad in tweeën en brei heen en weer (het is makkelijker om de pijpjes op dezelfde rondbreinld zetten om het lijfje te breien ). Zet 1 st op aan weerskanten voor de naadtoeslag = 74-82 st. Kant bij een hoogte van 20-23 cm 5 st af aan weerskanten = 64-72 st. Leg het werk terzijde en brei het rechterpijpje op dezelfde manier.

Voor- en achterpand: Zet het rechter- en linkerpijpje op dezelfde rondbreinld = 128-144 st. Plaats een merkdraad in de overgang tussen de pijpjes op het middenvoor en middenachter . Brei 3 nld in tricotst. Brei verder in tricotst en Meerder 8 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st van het middenachter in elke 2e nld , en minder 8 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st van het middenvoor in elke 2e nld – zie de Minder tips hierboven = 128-144 st. Kant bij een hoogte van 30-40 cm de 8 st van het middenachter af (= opening) en brei verder heen en weer op de breinld = 120-136 st. Brei bij een hoogte van 39-48 cm M.6 (1e nld = VK en brei 1 kantst aan weerskanten in ribbelst). Brei tegelijkertijd in de laatste nld van M.6 de 2 middelste st samen = 119-135 st. Brei de volgende nld als volgt: 1 kantst, M.7A (= 9 st), M.7B over 96-112 st, M.7C (= 12 st) en 1 kantst. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 45-54 cm de volgende nld als volgt op de GK: 25-29 st r(= linker achterpand), Kant 6 st af voor het armsgat, 57-65 st (= voorpand), Kant 6 st af voor het armsgat, 25-29 st (= rechter achterpand). Brei elk deel afzonderlijk verder.

Rechter achterpand: = 25-29 st. Brei M.7, en kant tegelijkertijd af voor het armsgat aan de zijkant in elke 2e nld: 1-1 x 2 st en 3-4 x 1 st = 20-23 st. NB! Brei tricotst op de st langs het armsgat als ze niet in het gaatjespatroon passen. Kant bij een hoogte van 53-63 cm de 5-6 st van het middenachter af voor de hals en kant daarna 2 x 1 st af aan de halskant in elke 2e nld = 13-15 st voor de schouder. Kant af bij een hoogte van 55-65 cm.

Linker achterpand: Brei als het rechter achterpand in spiegelbeeld.

Voorpand: = 57-65 st. Brei M.7, en kant tegelijkertijd af voor de armsgaten zoals beschreven voor het achterpand = 47-53 st. Kant bij een hoogte van 51-60 cm de middelste 11-13 st af voor de hals en minder hierna langs de hals in elke 2e nld: 1 x 2 st en 3 x 1 st = 13-15 st voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van ca 55-65 cm – gelijk aan het achterpand.

Mouwen: Zet losjes 68-68 st Op met sokkenbreinld 2.5 mm. Brei M.4 en minder in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 28-20 st = 40-48 st. Brei M.2 en eindig de mouw met M.7. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 5-4 x 2 st op de middenondermouw in elke 6-9 nld = 50-56 st – brei de gemeerderde st in tricotst. Kant bij een hoogte van 17-19 cm 6 st af op het midden ondermouw en brei de rest van de mouw heen en weer. Minder voor de mouwkop in elke 2e nld: 2-3 x 2 st, 5-3 x 1 st en dan steeds 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 23-25 cm. Kant af. Brei nog een mouw.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Linkerkant: Neem ca 60-65 st op langs het middenachter met breinld 2.5mm. Brei heen en weer als volgt: 1 nld r op de VK, brei 2.5 cm gerstekorrel, kant af.
Rechterkant: Neem de st op en brei zoals de linkerkant maar maak gelijkmatig verdeeld 5 knoopsgaatjes na 1 cm. 1 knoopsgaatje = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op.
Leg de rechter- over de linkerkant en sluit de onderkant van de biesjes.

Ajourkraag: Neem ca 55 tot 65 st op langs de VK nld van de hals met breinld 2.5 mm (neem geen st op boven d biesjes op het achterpand). Brei 4 nld ribbelst en 1 nld tricotst, en meerder in deze laatste nld gelijkmatig verdeeld naar 123 st. Brei vervolgens M.4 – begin bij de 3e nld van de teltekening – met 2 kantst aan weerskanten in ribbelst. Kant na M.4 losjes af. Haak rondom de kraag met haaknld 2.5 mm als volgt: 1 hv in de eerste st, *4 l, sla 2 st over, 1 hv in de volgende st*, herhaal van *-*.

Zet de mouwen in. Sluit de naad tussen de pijpjes en onder de voet. Zet de knoopjes aan de achterkant. Knip 2 linten van 20 cm en rijg ze door de gaatjes van de mouwen. Knip 2 linten van 60 cm en rijg ze door de onderste gaatjes van beide pijpjes.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 averecht samen
symbols = 1 omslag
symbols = 2 recht samen
symbols = haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Sima wrote:

Bonjour; je n'ai pas compris dans la rubrique Dos et Devant vous dites "Placer un marqueur à la transition entre les 2 jambes au milieu devant et au milieu dos" on va mettre 1 seule marqueur au niveau de la transition entre les 2 jambe devant c ça ou on mettra 1 autre coté dos. et donc les augmentation se feront du coté de dos à 2 m du bord c'est ça merci de m'éclairer.

17.07.2023 - 15:17

DROPS Design answered:

Bonjour Sima, vous plecez 2 marqueurs: premier au milieu dos et deuxieme au milieu devant. Les augmentations se fond de chaque cote de 2 mailles au milieu dos et au milieu devant (il s'agit de 2 mailles - 1 maille de chaque cote du marqueur). Bon tricot!

17.07.2023 - 23:01

country flag Lottis Ikonen wrote:

Hejsan! tänkte konvertera byxdräkten till en kofta istället och är osäker på var jag skall hoppa in i så fall.. kommer fortfarande att ha knapparna bak

16.12.2021 - 21:37

DROPS Design answered:

Hej Lottis. Du får börja där det står "Fram- och bakstycke", men du behöver inte göra ökningar och minskningar utan sticka bara slätstickning (ev. en kant nederst om du önskar det). Sedan kan du bara sticka så långt som du vill ha koftan innan du avmaskar för öppning och mönster. Mvh DROPS Design

20.12.2021 - 10:04

country flag Cristina wrote:

Los menguados de la sisa no coinciden con los menguados de la manga, Es correcto para unirlos después ?? Gracias

28.10.2021 - 13:25

DROPS Design answered:

Hola Cristina, las disminuciones de la copa de la manga pueden ser diferentes a las de la sisa, pero luego cuadrarán bien.

01.11.2021 - 12:40

country flag Zaza wrote:

De linker en rechter pijp moeten hetzelfde worden gebreid, maar zou ik het niet gespiegeld moeten breien?

12.09.2021 - 23:25

DROPS Design answered:

Dag Zaza,

Nee, je kunt het tweede pijpje op exact dezelfde manier breien, ze zijn namelijk al symmetrisch, dus de rechter en linker kant van het pijpje is hetzelfde.

17.09.2021 - 10:38

country flag Veronica wrote:

I noticed the instructions for the cast on of the collar specifies to 2.5 cm needles however this is not listed in the supplies for this pattern is this a mis type or should it be 2. 5 mm

14.11.2018 - 12:31

DROPS Design answered:

Dear Veronica, you are right, it's a typo, you should use needle size 2,5 mm for the lace collar, this will be fixed, thanks. Happy knitting!

14.11.2018 - 12:43

country flag Veronica wrote:

I am knitting the gown and it specifies to bind off 40 sts on each side and to work the front portion however it later says to put sts from thread back on needle to knit, so do i bind off or put on a thread? Thanks

08.11.2018 - 18:58

DROPS Design answered:

Dear Veronica, the "left side" part of the pattern belongs to the front piece, ie after you have cast off the middle 2 sts for neck you continue each side of neck separately, first work the right side of neck then the left side. The 42 sts on each side of the 70 sts for front piece are bound off as explained in the pattern. Happy knitting!

09.11.2018 - 08:30

country flag Veronica wrote:

I am knitting the sleeves and just finished M2 and am now moving on to M7 and notice that there are 48 sts but M7 has 29 sts. Can you indicate how to proceed ie on row 3 it reads *(K6, YO, slip as if to knit, K1, PSSO)* repeat 3 times, K5 ? Would I simply start with K6 thereby having 11 knit sts or would I just repeat K6, YO, slip as if to knit, K1, PSSO until I got to the end of the row?

01.11.2018 - 01:24

DROPS Design answered:

Hi Veronica, You work just a section of M.7 on the sleeves (marked as M.7B) which consists of 8 stitches repeated on the round; Knit 5, 1 yarn over, 1 psso and knit 1. Happy knitting!

01.11.2018 - 07:54

country flag Emilie wrote:

Bonjour, Combien de mailles doit-on relever pour le col dentelle de la combinaison? Merci.

20.06.2018 - 15:42

DROPS Design answered:

Bonjour Émilie, on relève 55 à 65 m (le nombre de mailles a été ajouté, merci). Bon tricot!

20.06.2018 - 16:09

country flag Emilie wrote:

Est-ce que les jambes de la combinaison se tricotent en rond sur les aiguilles double pointes?

01.05.2018 - 03:05

DROPS Design answered:

Bonjour Émilie, les jambes se tricotent en rond jusqu'à 18-21 cm de hauteur totale, puis on les continue en allers et retours en montant 1 m de chaque côté pour les coutures. Bon tricot!

02.05.2018 - 09:43

country flag Sofia Jansson wrote:

1 varv slätst efter M1? Ska det vara rätta maskor på avigsidan?

23.01.2014 - 10:32

DROPS Design answered:

Hej Sofia. Slätst = rm paa rätsiden og am paa avigsiden

23.01.2014 - 12:16