DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Sweet Sorbet

De set bevat: Jurk met structuurpatroon en slofjes met ruche voor baby en kinderen in DROPS BabyMerino.

DROPS Baby 19-19
DROPS design: Model nr. BM-022-by-BM-023-by
--------------------------------------------------------
JURK:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS BABY MERINO
100-150-150 (200-200) gr. kleur nr. 15, lichtlila

DROPS RONDBREINLD (40 cm) 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (60 cm) 2.5 mm – voor de boordsteek.
DROPS HOUTEN KNOOP LICHT, nr. 503: 4 stuks.
--------------------------------------------------------

SLOFJES:
----------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Voor een voetlengte van:10-11-12 (14-16) cm
Materiaal: DROPS BABY MERINO
50 gr voor alle maten kleur nr. 15, lichtlila.

DROPS BREINLD 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

JURK:

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht.

DUBBELE GERSTEKORREL:
Nld 1: * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-*.
Nld 2: recht boven recht en averecht boven averecht.
Nld 3: averecht boven recht en recht boven averecht.
Nld 4: Als nld 2.
Herhaal nld 1-4.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerdraad, begin 2 st voor de markeerdraad. 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt na de markeerdraad: 2 st recht samen.
PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2. De goede kant van het patroon is weergegeven. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

JURK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 392-420-448 (476-504) st op met rondbreinld 2.5 mm en Baby Merino. Brei boordsteek als volgt: 2 st av, * 10 st r, 4 st av *, herhaal van *-* tot er 12 st over zijn en eindig met 10 st r, 2 st av.
Ga zo 5-5-6 (6-7) cm verder. Minder nu 1 st aan beide zijkanten van ieder 10 r-deel door de 10 st r als volgt te breien (brei de 4 st av als hiervoor): 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, recht tot er 2 st over zijn, 2 st recht samen. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 4 keer = 168-180-192 (204-216) st. Brei 1 nld met recht boven recht en averecht boven averecht. Ga verder met rondbreinld 3 mm en brei 1 nld recht over alle st, minder TEGELIJKERTIJD 36-36-32 (28-32) st gelijkmatig = 132-144-160 (176-184) st. Plaats 1 markeerdraad aan het begin van de nld en 1 markeerdraad na 66-72-80 (88-92) st (om de zijkanten aan te geven). Meet het werk nu vanaf hier!
Ga verder in tricotst over alle st.
Minder bij een hoogte van 2-2-3 (3-3) cm vanaf de markeerdraad 1 st aan iedere kant van beide markeerders – zie TIP VOOR HET MINDEREN - elke 2-2-2 (3-3.5) cm in totaal 5 keer = 112-124-140 (156-164) st. Ga verder tot een totale hoogte van 11-12-13 (16-18) cm vanaf de markeerdraad. Brei M.1 over alle st. Ga na 1 vertikale herhaling van M.1 verder in DUBBELE GERSTEKORREL – zie boven - over alle st.
Kant bij een hoogte van 16-17-19 (23-27) cm vanaf de markeerdraad 6 st af aan iedere kant (dus 3 st aan iedere kant van de markeerdraad) voor de armsgaten. Brei nu de voorpand en achterpand delen apart verder.

ACHTERPAND:
= 50-56-64 (72-76) st. Ga verder heen en weer gebreid op de nld in dubbele gerstekorrel. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan iedere kant om de nld: 4 x 2 st en 1 x 1 st = 32-38-46 (54-58) st.
Brei nu M.2 over alle st. Ga na 1 vertikale herhaling van M.2 verder in dubbele gerstekorrel tot het werk 24-26-29 (34-39) cm meet vanaf de markeerdraad. Kant nu de middelste 17-22-24 (26-30) st af voor de hals en brei iedere kant apart verder. Kant 1 st af aan elke kant langs de hals in de volgende nld = 6-7-10 (13-13) st over voor iedere schouder. Het werk meet nu ongeveer 25-27-30 (35-40) cm vanaf de markeerdraad. Zet de st op een hulpdraad.

VOORPAND:
= 50-56-64 (72-76) st.
Ga verder heen en weer gebreid op de nld in dubbele gerstekorrel en kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten als beschreven voor het achterpand = 32-38-46 (54-58) st. Brei nu M.2 over alle st. Ga na 1 vertikale herhaling van M.2 verder in dubbele gerstekorrel tot het werk ongeveer 21-22-25 (29-34) cm meet vanaf de markeerdraad. Kant nu de middelste 10-14-16 (18-22) st af voor de hals en brei iedere kant apart verder.

RECHTER SCHOUDER:
= 11-12-15 (18-18) st. Ga verder in dubbele gerstekorrel. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de hals aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 2 x 2 st en 1 x 1 st = 6-7-10 (13-13) st over voor iedere schouder. Ga verder tot een totale hoogte van 25-27-30 (35-40) cm. Zet de st op een hulpdraad.

LINKER SCHOUDER:
Als de linker schouder.

HALS:
Neem 48 tot 64 st op (deelbaar door 4) aan de goede kant langs de hals op het voorpand met rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder als volgt aan de goede kant: 1 RIBBELST – zie boven, * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-* en eindig met 2 st recht en 1 ribbelst.
Ga zo verder en brei heen en weer op de nld tot de hals 2-2-2 (3-3) cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Neem 32 tot 48 st op (deelbaar door 4) aan de goede kant langs de hals op het achterpand. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder als volgt aan de goede kant: 1 ribbelst, * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-* en eindig met 2 st recht en 1 ribbelst.
Ga zo verder en brei heen en weer op de nld tot de hals 2-2-2 (3-3) cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RAND ROND DE ARMSGATEN:
Begin bij de schouder. Neem 52 tot 84 st op (deelbaar door 4) aan de goede kant rond de armsgaten op rondbreinld 2.5 mm. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder als volgt aan de goede kant: 1 ribbelst, * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-* en eindig met 2 st recht en 1 ribbelst.
Ga zo verder en brei heen en weer op de nld tot de rand 2-2-2 (3-3) cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

KNOOPBIES OP HET VOORPAND:
Rechter schouder:
Neem 6-6-6 (8-8) st op in de ribbelst van de halsbies met rondbreinld 2.5 mm, brei de 6-7-10 (13-13) st van de hulpdraad van de schouder terug op de nld en neem dan 6-6-6 (8-8) st op in de ribbelst van de bies langs het armsgat = 18-19-22 (29-29) st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, meerder TEGELIJKERTIJD 2-1-2 (3-3) st gelijkmatig = 20-20-24 (32-32) st. Ga verder als volgt aan de goede kant: 1 ribbelst, * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-* en eindig met 2 st recht en 1 ribbelst. Ga zo verder tot de bies ongeveer 1 cm meet. Maak nu knoopsgaten als volgt (aan de goede kant): 1 ribbelst, 2 st recht, 2 st av, 2 st recht samen, 1 omsl, 2 st av, * 2 st recht, 2 st av *, herhaal van *-* tot er 7 st over zijn, 1 omsl, 2 st recht samen, 2 st av, 2 st recht en 1 ribbelst. Ga zo verder in boordsteek tot de bies 2 tot 3 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Linker schouder:
Als de rechter schouder.

KNOOPBIES OP HET ACHTERPAND:
Brei een bies van 2-3 cm op elke schouder als beschreven voor het voorpand, maar ZONDER knoopsgaten.

AFWERKING:
Naai de knopen op de schouders.

----------------------------------------------------------


SLOFJE:
Wordt heen en weer gebreid op de nld van middenachter naar middenachter. Zet 122-122-134 (134-146) st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Baby Merino. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en brei 2 nld boordsteek 3 st av/9 st recht met 1 kant st aan iedere kant. Minder in de volgende nld alle 9 st recht naar 7 st recht als volgt (brei alle 3 st av en 1 kant st aan iedere kant als hiervoor): 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh, brei recht tot er in het recht-deel 2 st over zijn, 2 st recht samen = 102-102-112 (112-122) st. Brei 1 nld met recht boven recht en averecht boven averecht.

Minder in de volgende nld alle 7 st recht naar 5 st recht op dezelfde manier als hiervoor = 82-82-90 (90-98) st. Brei 1 nld met recht boven recht en averecht boven averecht. Minder in de volgende nld alle 5 st recht naar 3 st recht op dezelfde manier als hiervoor = 62-62-68 (68-74) st. Brei 1 nld met recht boven recht en averecht boven averecht. Minder in de volgende nld alle 3 st recht naar 1 st recht als volgt (brei alle 3 st av en 1 kant st aan iedere kant als hiervoor): 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh = 42-42-46 (46-50) st. Ga nu verder in boordsteek 3 st av/1 st recht met 1 kant st aan iedere kant tot het werk 5-6-6 (7-7) cm meet – pas zo aan dat de volgende nld een nld aan de verkeerde kant is. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, minder TEGELIJKERTIJD 7-3-7 (3-7) st gelijkmatig = 35-39-39 (43-43) st.

Brei 6 nld recht over alle st. Zet nu 12-12-12 (16-16) st aan iedere kant op hulpdraden = 11-15-15 (11-11) st over op de nld (= bovenkant voet). Brei 4-4.5-5 (6-8) cm boordsteek over deze st als volgt (gezien vanaf de goede kant): * 3 st av, 1 st recht *, herhaal van *-* en eindig met 3 st av. Neem nu 10-11-13 (16-21) st op aan iedere kant vanaf de bovenkant voet en zet de st van de hulpdraden terug op de nld = 55-61-65 (75-85) st in totaal. Ga verder en brei recht over deze st heen en weer op de nld vanaf middenachter naar middenachter – minder TEGELIJKERTIJD na 1.5-2.5-3 (3-4) cm als volgt: 2 st recht samen aan het begin en einde van de nld en aan iedere kant van de middelste st. Herhaal dit minderen om de nld tot het werk 3-4-5 (5-6) cm meet vanaf waar de st zijn opgenomen. Kant af en naai de naad dicht aan de onderkant van de voet in de buitenste lusjes van de st. Naai de naad dicht langs de boordsteek middenachter naast de kant st.






Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.04.2010
JURK: Een aantal getallen in het online patroon zijn aangepast voor de kleinste maat. De gedrukte boeken zijn correct.
Gewijzigd online: 09.09.2010
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio.
100-150-150 (200-200) gr. kleur nr. 15, lichtlila

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 19-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Francesca wrote:

Mi scuso ma ho ancora difficolta' a comprendere: il diagramma M1 indica due ferri a rovescio e due al dritto e poi si ripetono? Perché dalla spiegazione di M1 sembra essere invece la semplice grana di riso ! Come devo interpretare? Grazie mille.

09.11.2018 - 10:42

DROPS Design answered:

Buongiorno Francesca, a quale spiegazione di riferisce? Deve seguire la legenda, se lavora in tondo sono due giri rovescio e due giri diritto che si ripetono. Buon lavoro!

09.11.2018 - 11:08

country flag Francesca wrote:

Un consiglio ' quando indica 36-36-32 (28-32) diminuzioni in modo uniforme'...: quale diminuzione si consiglia? 2 insieme al dritto o un'accavallata? grazie!

26.10.2018 - 12:44

DROPS Design answered:

Buongiorno Francesca. Può diminuire lavorando 2 maglie insieme a diritto. Buon lavoro!

26.10.2018 - 13:39

country flag Francesca wrote:

Buongiorno, avrei bisogno di capire.... dopo il primo giro la frase 'Continuare come segue per 5-5-6 (6-7) cm.' si riferisce non a quello che chiede dopo ( 'diminuire 1 m. su entrambi i lati di ogni sezione a dir. ') bensi al giro appena terminato giusto? 10 dr e 4 rov.....sarebbero le pieghe del vestito....non capisco :) grazie per il supporto!

24.10.2018 - 19:13

DROPS Design answered:

Buonasera Francesca, abbiamo modificato il testo, deve lavorare come la parte precedente per la lunghezza indicata. Buon lavoro!

24.10.2018 - 20:23

country flag Betty Maguire wrote:

When you say M1 are you kfb or pulling bar loop for new stitch? I seem to have a problem with doing the 2nd row of M1 using the bar loop. Thanks

29.10.2016 - 18:08

DROPS Design answered:

Dear Mrs Maguire, M1 refers here to the diagram you will find at the bottom of the page, same with M2 - read more about diagrams here. Happy knitting!

31.10.2016 - 10:20

country flag Miri Yawitz wrote:

Hi. I don't understand the instructions. If I start with 160 stiches and I need to decrease 2 stitches every 2 cm for a total of 5 times. Then, I will have left 150 stitches (total decrese of 10 stitches) and not 140 stitches as indicated. I'm stuck right now. Thanks.

16.08.2016 - 19:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs Yawitz, you've to decrease 1 st on each side of both markers, so 2 dec at each markers, and 4 sts dec on each dec round, for a total of 20 dec sts. Happy knitting!

16.08.2016 - 19:42

country flag Toni wrote:

Hallo, was bedeutet "Die Abnahmen bei jeder 2. re. 4 Mal wiederholen"? Heißt das, man strickt nach einer Runde mit Abnahmen eine Runde li über li und re über re und fährt dann mit Abnahmen fort oder strickt man alle Abnahme-Runden hintereinander weg?

14.09.2015 - 18:31

DROPS Design answered:

Es muss heißen: Bei jeder 2. Rd. Das bedeutet, dass Sie 1 Rd mit Abnahmen stricken, dann wieder eine Runde ohne, dann wieder eine mit, wieder eine ohne usw, bis Sie in 4 Rd abgenommen haben. Es gibt also jeweils eine Zwischenrunde. Der "Vertipper" wird gleich korrigiert.

15.09.2015 - 20:40

country flag Anja wrote:

Ein wunderschönes, süßes Kleidchen, daß leicht und schnell zu stricken ist. Habe aber für Größe 1/3 Monate, wie Anna, ebenfalls 150g Wolle gebraucht.

28.01.2015 - 11:15

country flag Ilona wrote:

Aber dann strickt man noch die letzten beiden rechten Maschen zusammen, hat also,5 Reihen mit Abnahmenund somit 150 Maschen!?!

05.10.2014 - 13:02

DROPS Design answered:

Nein, Sie stricken wie in der Antwort unten beschrieben. Die Abnahmen erfolgen NUR in den Rechtspartien, Sie haben dann 180 M auf der Nadel.

06.10.2014 - 10:03

country flag Marita wrote:

Vielen Dank. Gruß Marita

10.09.2014 - 10:58

country flag Marita Müller wrote:

Hallo, ich habe ein Problem. Ich stricke dieses Babykleid. Habe für die zweite Größe 420 Maschen aufgenommen und habe das Bündchen gestrickt. nach 5 cm habe ich auf beiden Seiten der re.-Partien je 1 Masche abgenommen und dass 4x, dann die restlichen 2 Maschen zusammen gestrickt. Habe jetzt noch 150 Maschen auf der Nadel und nicht wie in der Anleitung 180 Maschen. Was habe ich falsch gemacht? Ich würde mich über eine schnelle Antwort freuen. Gruss Marita

07.09.2014 - 09:46

DROPS Design answered:

Sie müssten in jeder Abnahme-Rd 60 M abnehmen, da Sie ja 30 Rechtspartien haben und in jeder dieser Partien je 2 M abnehmen (am rechten + am linken Rand der Partie: die ersten 2 M der Partie durch Abheben und Überziehen zusammenstricken und die letzten 2 M der Partie re zusammenstr.). Wenn Sie auf diese Weise in insgesamt 4 Rd jeweils 60 M abnehmen, haben Sie insgesamt 240 M abgenommen und müssten auf 180 restliche M kommen.

10.09.2014 - 10:18