DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 116-8
DROPS design: Model nr. U-582
--------------------------------------------------------
Maat: S - M/ L
Materiaal: DROPS KARISMA
100 gr voor beide maten kleur nr. 39, donkerroze
100 gr voor beide maten kleur nr. 01, naturel
50 gr voor beide maten kleur nr. 40, oudroze

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.7. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid.
--------------------------------------------------------

LINKER HANDSCHOEN:
Wordt in de rondte gebreid op BREINLD ZONDER KNOP. Zet 54-54 st op met BREINLD ZONDER KNOP 3 mm en donkerroze. Brei 1 nld recht en brei 4 nld boordsteek 1 st recht/ 1 st av. Ga nu verder in M.1 (= 6 st) over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st in de laatste rondte van M.1= 55-55 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in M.2 (= 11 st) over alle st, pas TEGELIJKERTIJD in de laatste nld van M.2 het aantal st aan naar 52-56. Ga verder in M.3 (= 52-56 st), de eerste 3 st en de middelste 3 st worden voor beide maten gebreid, zie het telpatroon voor de rest van het patroon voor de 2 maten.

Als u bij de 3 zwarte vierkantjes in het telpatroon aankomt (nld 4 in M.3), ga dan verder in M.4 over deze 3 st en M.3 over de overige st. Meerder in M.4 door 1 omsl te maken naast 1 st aan iedere zijkant, en brei in de volgende nld de omsl achter in de st om een gaatje te voorkomen. Zet na 5 nld met meerderen (= 10 st gemeerderd, dus 13 st voor de duimspie) de 13 duim st op een hulpdraad. Zet 3 nieuwe st op achter de st op de hulpdraad = 52 – 56 st.
Ga verder in M.3. Zet als M.3 klaar is de eerste 21-23 st voor de bovenkant hand op een hulpdraad, hou de volgende 14-14 st op de nld en zet de laatste 17-19 st voor de palm van de hand op nog hulpdraad.

PINK: = 14-14 st, zet 6-8 nieuwe st op in de richting van de st op de hulpdraad = 20-22 st. Brei M.5 over 13 st aan de bovenkant van de pink. LET OP! Begin de nld zo dat de 3 st aan het einde van M.5 boven de 3 st in het midden van M.3 komen en ga verder in het patroon van de onderkant hand aan de andere kant van de pink (= 7-9 st). Minder als volgt (aan iedere kant van de naturel st): Voor de naturel st: 2 st recht samen, na de naturel st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Ga verder met minderen tot er 8-10 st over zijn op de nld, knip de draden af, haal deze door de overgebleven st en zet vast.

RINGVINGER: Zet 6-6 st van iedere hulpdraad terug op nld, neem 4-5 st op richting de pink en zet 4-5 nieuwe st op naast de st op de hulpdraden = 20-22 st.
Brei M.6 over 11 st aan de bovenkant van de vinger. LET OP! Zorg dat de st van de hand boven het midden van M.6 komen en ga verder in het patroon van de onderkant hand aan de andere kant van de vinger (= 9-11 st). Minder als volgt (aan iedere kant van de naturel st): Voor de naturel st: 2 st recht samen, na de naturel st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Ga verder met minderen tot er 8-10 st over zijn op de nld, knip de draden af, haal deze door de overgebleven st en zet vast.

MIDDELVINGER: Zet 6-7 st van iedere hulpdraad terug op nld, neem 4-4 st op richting de pink en zet 4-4 nieuwe st op naast de st op de hulpdraden = 20-22 st.
Brei M.6 over 11 st aan de bovenkant van de vinger. LET OP! Zorg dat de st van de hand boven het midden van M.6 komen en ga verder in het patroon van de onderkant hand aan de andere kant van de vinger (= 9-11 st). Minder als volgt (aan iedere kant van de naturel st): Voor de naturel st: 2 st recht samen, na de naturel st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Ga verder met minderen tot er 8-10 st over zijn op de nld, knip de draden af, haal deze door de overgebleven st en zet vast.

WIJSVINGER: Zet de overgebleven 14-16 st van de hulpdraden terug op de nld, neem 6-6 st op in de richting van de middelvinger = 20-22 st.
Brei M.7 over 13 st aan de bovenkant van de vinger. LET OP! Begin M.7 in de eerste st van de st op de bovenkant hand en ga verder in het patroon van de onderkant hand aan de andere kant van de vinger. Minder als volgt (aan iedere kant van de naturel st): Voor de naturel st: 2 st recht samen, na de naturel st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Ga verder met minderen tot er 8-10 st over zijn op de nld, knip de draden af, haal deze door de overgebleven st en zet vast.

DUIM: Zet de 13 duim st terug op BREINLD ZONDER KNOP 3 mm. Neem 9 st op achter de duim = 22 st. Ga verder in M.4. en minder als volgt (aan iedere kant van de naturel st): Voor de naturel st: 2 st recht samen, na de naturel st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Ga verder met minderen tot er 10 st over zijn op de nld, knip de draden af, haal deze door de overgebleven st en zet vast.

RECHTER HANDSCHOEN: Zet op en brei als de linker handschoen, maar in spiegelbeeld, dus brei de duim spie over de 3 zwarte vierkantjes in het telpatroon in st 32, 33 en 34 voor maat S en in st 35, 36 en 37 voor maat M/L vanaf de rechterkant van het telpatroon en gebruik hulpdraden voor de vingers aan de tegengestelde kant. Zet st op de hulpdraden voor de vingers als volgt: hou de eerste 8-8 st en de laatste 6-6 st op de nld, zet de volgende 21-23 st op een hulpdraad (= bovenkant hand) en zet de volgende 17-19 st op nog hulpdraad (= palm van de hand).


Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.08.2009
DUIM: Zet de 13 duim st terug op BREINLD ZONDER KNOP 3 mm.
Gewijzigd online: 18.08.2009
WIJSVINGER: Zet de overgebleven 14-16 st van de hulpdraden terug op de nld, neem 6-6 st op in de richting van de middelvinger = 20-22 st.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = donkerroze
symbols = oudroze
symbols = st voor de duim spie
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 116-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Hanne Pedersen wrote:

Tommelfingerens kile ender med 11m. Og det er åbenbart korrekt, kan jeg se af svaret til Felecia Rodnick herunder! hvorfor skriver I det ikke ind i opskriften, at man skal medtage 1m på hver side af kilen, for at få de ønskede 13m? Mvh Hanne

14.12.2023 - 05:59

DROPS Design answered:

Hej Hanne, vi skriver at du starter med 3 masker og tager 5 masker ud i hver side = 13 masker, det stemmer også med diagrammet. Vi skal tjekke den kommentar du refererer til!

14.12.2023 - 08:37

country flag Felecia Rodnick wrote:

Very confused on the thumb—I followed the chart but only have 11 st in the gusset—there is no sound on your video and I am not sure what knit behind means? Very very frustrated and I have done many glove patterns

27.12.2022 - 18:43

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rodnick, there are 13 sts for the thumb when 5x2 increases are done, slip these 13 sts in total on a thread. Happy knitting!

02.01.2023 - 10:15

country flag Sanna wrote:

The instructions say to cast on 8 new stitches for the little finger, but then for the ring finger you're only supposed to pick up 5 of those stitches? Won't that leave holes between the little and ring fingers, or am I misunderstanding something?

18.12.2022 - 20:01

DROPS Design answered:

Dear Sanna, after casting on these 8 new stitches, you work for the little finger. Usually, we will cast on more stitches for the edges of the gloves (the little finger and the thumb) to get more ease. But you will normally be working with less stitches between the fingers (5 in this case). There may remain a small hole but that's very typical in gloves; you just need to sew it with a yarn needle to close it off. Happy knitting!

18.12.2022 - 23:00

country flag Aarnaudina wrote:

Ik mis de regel van de hand als de pink klaar is moet je alle st opnemen enzv

16.12.2021 - 22:07

country flag Joya wrote:

The three black boxes on M3 are very confusing. It should continue up surely for the M4 to slow in and not just for one line? Thanks for your help in advance.

06.08.2019 - 15:39

DROPS Design answered:

Dear Joya, when you come to the 3 black boxes in M.3, work first row in M.4 over these 3 stitches. See also our video. Happy knitting!

07.08.2019 - 12:00

country flag Lydia wrote:

Having trouble with starting the fingers for the right hand. I do not undetstand the last paragraph on the pattern. I am reading the pattern from the left now for the right hand. Do i start with the index finger for the right hand or the little finger?

20.01.2018 - 18:47

DROPS Design answered:

Dear Lydia, diagram is worked the same way for both hands, just sts for thumb will be different on both hands, ie for left hand as in diagram and for right hand, work thumb in the 32nd to 34th st in size S/M and 35th to 37th in size M/L. Happy knitting!

22.01.2018 - 09:28

country flag Rebecca Reid wrote:

What are the sizes for these gloves? The pattern says S-M/L but what are the dimensions for these sizes?

28.11.2016 - 15:02

DROPS Design answered:

Dear Mrs Reid, with a tension of 23 sts = 10 cm gloves will be approx. 22-24 cm around hand. Happy knitting!

28.11.2016 - 15:22

country flag Christel Peters wrote:

Guten Tag. Ich habe ein Problem mit dem Daumenkeil. Laut Anleitung die gekennzeichneten Maschen mit M4 stricken, den Rest wieder mit M3. Heißt dass, die 3 Maschen müssen auf eine extra Nadel? Wie stricke ich denn sonst in der nächsten Runde M3 weiter? Danke für die Hilfe, Christel

25.06.2016 - 08:40

DROPS Design answered:

Hallo Christel, der Daumenkeil wird nicht auf eine extra Nadel genommen (erst wenn die Daumenmaschen stillgelegt werden). Sie stricken einfach über die Maschen des Daumenkeils M4 und über die anderen Maschen M3.

06.07.2016 - 10:03

Mariola wrote:

Can I please to translate the pattent to polish language?

28.11.2014 - 21:22

country flag Lorinda Troppmann wrote:

It's my first time knitting gloves, and I'm confused on where to decrease on the fingers if I made the smaller size. Decrease two...on back of finger?? or one on each side, wich would make the pattern non symmetrical

25.03.2014 - 23:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Trooppmann, you dec 1 st each side of finger, ie a total of 4 sts per dec round: K2 tog before the st in off-white and slip 1 as if to K, K1, psso before the st in off-white. Happy knitting!

26.03.2014 - 09:58