DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 10-14
DROPS Design nr u-018-bn
Garengroep B

Maat: 3/4 – 5/6 – 7/8 jaar
Maat in cm: 98/104 – 110/116 – 122/128

Materiaal: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio
400-400-450 g kleur nr 26, roze rood van nr 37, donkerblauw/groen

DROPS rondbreinaalden en naalden zonder knop 2.5 en 4 mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 21 st x 28 in tricotsteek met naalden 4 mm = 10 x 10 cm
Ribbelsteek (heen en weer op de naald): alle naalden recht
Ribbelsteek (op rondbreinaald): 1e naald: recht, 2e naald: averecht
Boordsteek: *1 st recht, 1 st averecht*, herhaal van *-*.
Patroon: Zie diagram M.1-M.5.

Achterpand en voorpand: Zet op 164-176-194 st op met rondbreinaald 2.5 mm en brei alsvolgt in de rondte: 4 naalden ribbelsteek, 4 cm boordsteek, 2 naalden ribbelsteek. Ga verder met naald 4 mm en brei 1 naald tricotsteek, meerder tegelijkertijd 16-18-15 st gelijkmatig verdeeld over de middelste 80-84-92 van het voorpand en over de middelste 80-84-92 st van het achterpand = 196-212-224 st.
Ga verder in patroon alsvolgt:
Maat 3/4 jaar: * 9 st van M.2, M.3, 36 st van M.1, M3, 9 st van M.2* = voorpand werk, herhaal van *-* over het achterpand van het werk.
Maat 5/6 jaar: *11 st van M.2, M.3, 40 st van M.1, M.3, 11 st van M.2* = voorpand werk, herhaal van *-* over het achterpand van het werk.
Maat 7/8 jaar: *10 st van M.2, M.3, M.5, 36 st van M.1, M.5, M.3, 10 st van M.2* = voorpand werk, herhaal van *-* over het achterpand van het werk.
Ga zo verder in patroon. Hou de stekenverhouding in de gaten. Als het werk een hoogte heeft van 29-31-34 cm brei de volgende naald alsvolgt: kant 2 st af voor het armsgat, 94-102-108 st = voorpand werk, kant 4 st af voor het armsgat, 94-102-108 st = achterpand werk, kant 2 st af voor het armsgat. Brei het voor- en achterpand nu apart verder.

Voorpand werk: = 94-102-108 st. Kant af voor het armsgat aan iedere kant om de naald: 3 st 1-1-1 keer, 2 st 1-2-2 keer en 1 st 2-2-1 keer = 80-84-92 st. Als het werk een hoogte heeft van 38-41-46 cm kant de middelste 34-34-36 st af voor de hals en minder om de naald voor de halslijn alsvolgt: 2 st 2 keer en 1 st 1 keer. Als het werk een hoogte heeft van 40-43-48 cm minder 3 st gelijkmatig op de schouder en kant alle st af in de volgende naald.

Achterpand werk: = 94-102-108 st. Kant af voor het armsgat zoals beschreven voor het voorpand = 80-84-92 st. Als het werk een hoogte heeft van 40-43-48 cm minder 3 st gelijkmatig op de schouder en kant alle st af in de volgende naald.

Rechtermouw: Zet 40-42-44 st op met naalden zonder knop 2.5 mm en brei het boord zoals bij de panden. Ga verder met naalden 4 mm en brei 1 naald tricotsteek, meerder tegelijkertijd gelijkmatig 8-10-12 st = 48-52-56 st. Ga verder in patroon alsvolgt: 10-12-14 st van M.2, M.4 (= 28 st), 10-12-14 st van M.2. Meerder tegelijkertijd na het boord 2 st in het midden aan de onderarm in totaal 13-13-15 keer alsvolgt:
Maat 3/4 jaar: iedere 4e naald
Maat 5/6 jaar en maat 7/8 jaar: afwisselend na de 4e en 5e naald
= 74-78-86 st (neem de gemeerder st mee in M.2 terwijl je verder breit).
Kant 4 steken af als de mouw 26-30-33 cm hoog is in het midden aan onderarm en brei de mouw verder heen en weer op de naalden. Minder voor de mouwkap aan iedere kant om de naald: 4 st 5-5-6 keer, voor maat 3/4 jaar 1 st 1 keer en voor maat 5/6 + 7/8 jaar 3 st 1 keer = 28 st over op de naald. Ga verder in M.4 tot de mouwkap 7-8-9,5 cm hoog is. Minder nu op de goede kant van de mouw om de naald: 14 st 1 keer, 2 st 2 keer en dan iedere 4e naald: 1 st 1 keer (= 9 st). Ga verder in M.4 tot de mouwkap 15-16-18 cm hoog is en zet de overgebleven 9 st op een hulpdraad. De mouw is nu ongeveer 46-51-56 cm hoog.

Linker mouw: Zet op en brei als rechter mouw, maar dan in spiegelbeeld.

Afwerking: Naai de mouwen in de panden. Naai de schouder st van het achterpand en het voorpand aan M.4 van de mouw met de matrassteek. Naai de steken van de mouwkoppen op de hulpdraden samen en zet ze vast. Neem ongeveer 86-106 st (divisible by 2) op langs de halsrand met naalden zonder knop 2.5 mm en brei alsvolgt: 4 naalden ribbelsteek, 7 cm boordsteek, 2 naalden ribbelsteek. Kant af.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = Zet 3 st op kabelnaald en hou deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnaald
symbols = Zet 3 st op kabelnaald en hou deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnaald
symbols = Zet 2 st op kabelnaald en hou deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnaald
symbols = Zet 2 st op kabelnaald en hou deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnaald
symbols = brei 2e st zonder deze van de linkernaald te laten glijden, brei de eerste steek en laat dan beide steken van de linkernaald glijden
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 10-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Florence wrote:

Pardon, je viens de comprendre !

12.04.2023 - 22:33

country flag Florence wrote:

Désolée, je ne comprends rien, on tricoté le 1er rang du dos, on laisse deux mailles et on enchaîne avec le 1er rang du devant ? Merci pour votre réponse.

12.04.2023 - 22:28

country flag Annmargret Karlsson wrote:

Hej! Jag har stickat klart denna tröja men kan tyvärr inte få ihop detta pussel. Den lilla "flärpen" som ska sitta mot nacken passar liksom inte riktigt. Och när det passar så går det inte ihop sig med axelsöm och ärm! Hjälp!! Hoppas på hjälp gör Annmargret Karlsson

03.03.2021 - 17:16

DROPS Design answered:

Hej Annmargret, du kan se på måttskissen nederst i mönstret at de 2 biter skal nå sammen midt bagpå, og rundingen ved axeln skal bruges til at strikke masker op i bagefter til krage. Det blir vad man kalder for sadelaxel. Lycka till :)

05.03.2021 - 14:25

country flag Jacinte Fortin wrote:

Je tricote la grandeur 3/4 ans. Je suis embêtée sur le montage des manches et des épaules. Pourriez-vous publier une photo ou le patron des manches et comment elles s’attachent aux épaules.

05.10.2020 - 03:02

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Fortin, regardez bien le schéma des mesures, les lignes pointillés en haut des manches montrent la partie des manches tricotées pour les épaules. Cette partie est assemblée d'un côté au devant et de l'autre côté au dos, et les mailles rabattues des manches sont assemblées entre elles. Bon tricot!

05.10.2020 - 11:19

country flag Ivan Mann wrote:

Continue in M.4 until sleeve cap measures 7-8-9.5 cm. Does that mean 7-8-9.5 cm from where the 28 stitches started?

07.09.2019 - 05:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Mann, you will measure from the first decreases on the sleeve, ie from the 26-30-33 cm where you cast off the 4 sts mid under sleeve. Happy knitting!

09.09.2019 - 08:16

country flag Ivan wrote:

Finishing the front for size 3-5, at 40-43-48 cm decrease 3 sts evenly... Does that mean decrease 3 next row, then bind of the remaining 24? Or bind off three on the neck edge six times?

25.08.2019 - 07:42

DROPS Design answered:

Dear Ivan, you have to decrease 3 sts evenly in the next row and then bind off the remaining sts on the following row. Happy knitting!

25.08.2019 - 11:17

country flag Sallie Wilson wrote:

Sorry, Still confused.... Am on right sleeve to end of M.4 (9.5 cm). 1) Do I decrease evenly across the M.4 or cast off 1st 14 sts? or 2) Do I Castoff? I have a long narrow strip for the next 8.5 cm. It will be either in the middle or on one side. I cannot tell where that strip will go (is it part of the cowl neck?)

01.10.2018 - 23:11

DROPS Design answered:

Dear Mrs Wilson, when you have worked M.4 for 9,5 cm from the first decreases, cast off at the beg of the row on the right side (seen from RS) on every other row: 14 sts 1 time, 2 sts 2 times then on every 4th row: 1 st 1 time = 9 sts remain. Continue over these 9 sts as before until piece measures 18 cm from the last decreases and slip these sts on a thread. Happy knitting!

02.10.2018 - 09:43

Sallie Wilson wrote:

Confused with Sleeve. I finished sleeve cap . how do I "dec on right side of sleeve on every other row?? cast off? i continue till piece is 18 cm. I don't see where this piece will go. I thought the cable would go all the way up to the neck. Am I wrong? Help

29.09.2018 - 18:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Wilson, the sleeves are worked to the neck and front and back piece will be sewn along the top of sleeve (= shoulders). Cast off at the beg of row from RS (= on the right side of piece) on every other row (= every row from RS) while continuing in pattern (M.4) as before . Happy knitting!

01.10.2018 - 08:28

country flag Sallie Wilson wrote:

I am working on the Back Piece size 7-8. When the piece measures 46 cm, do I cast off the middle 36 sts as I did for the Front Piece? Or, do I just continue on to 48 cm and decrease 3 sts in the last row?? Thanks

05.09.2018 - 02:24

DROPS Design answered:

Hi Sallie, You do not cast off the middle 36 stitches, but continue to 48 cm and decrease evenly on shoulders. Happy knitting!

05.09.2018 - 08:08

country flag Sallie Wilson wrote:

I do not understand the instructions: Front Piece Cast off for armhole each side on every other row: 3 sts 1-1-1 time and 1 st 2-2-1 times . I am knitting size 7/8. Is it: 1) reduce 3 stitches one time or 2) reduce 1 stitch 3 times AND 1) reduce 1 stitch 1 time ?????? I just don't understand

28.08.2018 - 17:38

DROPS Design answered:

Hi Sallie, You are casting off for the armholes on each side of the piece. You cast off every other row in both sides - or at the beginning of each row if you find casting off at the end of a row difficult - and as you are knitting size 7/8 you will use the 3rd of the numbers joined by hyphens, so you will cast off on both sides 3 stitches 1 time and 1 stitch 1 time. I hope this helps and happy knitting!

29.08.2018 - 08:07