DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 112-37
DROPS design: Model nr. Z-400
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA
250-250-300-300-350-400 gr kleur nr. 8105, ijsblauw
En gebruik: DROPS KID-SILK
100-125-125-150-150-175 gr kleur nr. 07, lichtgrijs/blauw

DROPS BREINLD 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van iedere kwaliteit = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD 4.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in M.1 met 1 draad van iedere kwaliteit = 10 x 10 cm.
DROPS HOEKIG ZILVEREN KNOOP nr. 534: 3 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. De pijl geeft het begin van het linker voorpand aan.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Maak alle minderingen aan de goede kant. Minder 1 st naast 6 voorbies st door 2 st recht of av samen te breien – pas aan het patroon aan.

KNOOPSGATEN: Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei de 3e en 4e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 34, 39 en 43 cm.
MAAT M: 34, 39 en 44 cm.
MAAT L: 34, 40 en 45 cm.
MAAT XL: 34, 40 en 46 cm.
MAAT XXL: 34, 41 en 47 cm.
MAAT XXXL: 34, 41 en 48 cm.
----------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------
ACHTERPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 88-94-104-110-120-130 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 5 mm en 1 draad van iedere kwaliteit. Brei 3 nld recht (eerste nld = verkeerde kant) en ga verder in tricotst.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei bij een hoogte van ongeveer 33 cm 1 nld recht aan de goede kant, minder TEGELIJKERTIJD 11-11-9-9-7-5 st gelijkmatig = 77-83-95-101-113-125 st. Ga verder met nld 4.5 mm en brei 7 nld recht. Ga nu verder in M.1 (begin aan de rechterkant van het telpatroon) met 1 kant st aan iedere kant. Kant bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm af voor de armsgaten aan iedere kant. LET OP: Brei als u mindert de st die niet in M.1 passen aan iedere kant in tricotst. Kant af aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1-1-1-2-2-2 x 4 st, 0-1-2-2-3-5 x 2 st en 2-3-4-3-4-6 x 1 st = 65-65-71-71-77-77 st. Ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st aan iedere kant. Brei bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm 4 nld ribbelst – zie boven – over de middelste 33 st met de overige st als hiervoor. Kant nu de middelste 21 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder = 22-22-25-25-28-28 st. Ga verder in patroon met 6 ribbelst langs de hals. Kant af bij een hoogte van 63-65-67-69-71-73 cm.

LINKER VOORPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 50-53-58-61-66-71 st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant en 6 voorbies st middenvoor) met nld 5 mm en 1 draad van iedere kwaliteit. Brei 3 nld recht (eerste nld = verkeerde kant) en ga verder in tricotst met 6 voorbies st in ribbelst. Brei bij een hoogte van ongeveer 33 cm 1 nld recht aan de goede kant, minder TEGELIJKERTIJD 7-7-6-6-5-4 st gelijkmatig = 43-46-52-55-61-67 st. Ga verder met nld 4.5 mm en brei 7 nld recht. Ga nu verder als volgt: 1 kant st, M.1 over de volgende 36-39-45-48-54-60 st (begin bij de pijl) en 6 voorbies st in ribbelst middenvoor. Kant bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm af voor het armsgat aan de zijkant als beschreven voor het achterpand.
Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 45-46-47-48-49-50 cm 2 nld ribbelst heen en weer over alleen de 6 voorbies st (om de hals netter te maken). Ga verder over alle st, minder TEGELIJKERTIJD 1 st middenvoor – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN – en herhaal dit minderen om de nld in totaal 15 keer.
Na alle minderingen voor de hals en het armsgat zijn er 22-22-25-25-28-28 st over voor de schouder. Ga verder tot een totale hoogte van 63-65-67-69-71-73 cm, kant alle st af.

RECHTER VOORPAND: Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld – zorg dat het patroon gelijk is aan beide zijkanten en middenvoor. Denk om de KNOOPSGATEN – zie boven.

MOUW: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 44-46-48-52-54-58 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 5 mm en 1 draad van iedere kwaliteit. Brei 3 nld recht (eerste nld = verkeerde kant) en ga verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 5 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 3.5-3-2.5-2.5-2-2 cm in totaal 8-9-10-10-11-11 keer = 60-64-68-72-76-80 st. Kant bij een hoogte van 34-33-32-31-30-28 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st, 2 x 2 st en 3-4-5-6-7-8 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 41 cm meet. Kant nu 1 x 4 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 42 cm.

AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf. Naai de mouw- en zijnaden dicht in de kant st. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 12.09.2011
Nieuw telpatroon

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh, 1 omsl
symbols = geeft het begin van het linker voorpand aan.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 112-37

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Katrien Verhulst wrote:

Beste, ik ben de trui aan het breien in de kleinste maat. Het telpatroon toont de goede kant van het patroon, en is een veelvoud van 6 steken. en het bestaat uit 12 rijen . Dus als ik het patroon brei met 1 kantsteek dan het telpatroon van 6 steken herhalen en wil eindigen met 1 kantsteek heb ik nog drie steken over .Om de tweede rij van het telpatroon te breien moet je toch lezen van links naar rechts of ben ik verkeerd?

04.07.2023 - 20:48

DROPS Design answered:

Dag Katrien,

De laatste patroonherhaling brei je de helft van M.1 in de breedte, dus de laatste 3 steken van het patroon brei je dan niet. Op de teruggaande naald lees je inderdaad het telpatroon terug van links naar rechts.

06.07.2023 - 21:01

country flag Jani O'Rourke wrote:

Can you use a single yarn for this pattern? For example could you use an 8 ply or 10 ply yarn?

10.12.2022 - 03:18

DROPS Design answered:

Dear Jani, Alpaca and Kid-Silk are both group A yarns, so you could substitute them for a group C yarn (10 ply yarns). For more information on how to recalculate the amounts for the pattern see the following lesson: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=14&cid=19. Remember that, if you are using a different yarn, the final texture may not be the same as when using Kid-Silk (mohair) + Alpaca. Happy knitting!

11.12.2022 - 21:08

country flag Lorinda wrote:

Hello. Working on the back of this pattern would like clarification re: after decreases for armhole to work 4 rows garter on the middle 33 sts? But not the sts left and right of the middle? Am i reading that correctly? Then to bind off 21 sts? What about the remaining 12 middle sts? Are they added to the left and right shoulder?

15.02.2022 - 12:48

DROPS Design answered:

Dear Lorrinda, you are now shaping neck, ie when piece measures 60 to 70 cm (see size), work the middle 33 sts in garter stitch for 4 rows while working the remaining stitches on either side of these 33 sts as before. Cast off then the middle 21 sts for neck and continue each shoulder separately, work now first shoulder with 6 sts in garter stitch towards neck and cast off when piece measures 63-73 cm. Then work the 2nd shoulder the same way. Happy knitting!

15.02.2022 - 16:57

country flag Yulia wrote:

HI! What if I do not want to use kid silk in this pattern? Shall I increase alpaca amount or, for example, for size L I need to use 300 g of alpaca and just forget about kid silk? Thank you!

04.05.2019 - 00:52

DROPS Design answered:

Dear Yulia, if you don't want to use kid silk, you've to use 600g of Alpaca, as the cardigan is worked with double strand. Happy knitting!

04.05.2019 - 15:55

country flag Anke Crielaard wrote:

Ben bezig met het rugpand. Heb 120 st. opgezet, heb er 7 geminderd en heb er nu 113. Als ik het telpatroon ga breien, een herhaling van 6 steken en 2 kantsteken, kom ik toch echt één steek tekort aan het eind! Ligt dit aan mij?

28.12.2017 - 20:40

DROPS Design answered:

Hoi Anke, Je breit op het achterpand 18 en een halve herhaling van het telpatroon, dus de laatste 3 steken voor de kantsteek brei je de eerste 3 steken weer van het telpatroon (in de eerste naalden zijn dat dus 3 steken recht).

29.12.2017 - 19:54

country flag Tineke Van Rijn-Smits wrote:

Dank voor het advies! 7 x 1 steek heeft geholpen. Ik ga gauw aan de slag met de andere mouw. Nogmaals dank. Tineke

18.04.2017 - 10:55

country flag Tineke Van Rijn-Smits wrote:

Ik brei in maat L en heb in feite de eerste mouw af (alle afkantingen gedaan t/m 5 x 1 en een aantal keren 2 steken aan iedere kant) en de mouw meet nu 41 cm maar de mouwkop past niet lekker in het armsgat en moet hoger. Moet ik na al die minderen misschien maar 1 x 2 steken aan iedere kant afkanten na die 5 x 1?

16.04.2017 - 16:03

DROPS Design answered:

Op zich zit je wel goed als de mouw 41 cm meet na een aantal keer 2 steken afgekant te hebben. De totale lengte van de mouw moet 42 cm zijn en voor maat L moet de hoogte vanaf de oksels 10 cm zijn. Als je met een cm langs de ronding van de mouw meet, moet dat ongeveer overeen komen met de ronding van beide panden. Als je de mouwkop hoger wilt maken, dan zou ik er zelf voor kiezen om vaker 1 steek aan beide kanten te minderen (dus bijvoorbeel 7 x 1 steek ipv 5 x 1 steek)

16.04.2017 - 20:15

country flag Tineke Van Rijn-Smits wrote:

Dank voor uw reactie. Ik ben niet tevreden met uw antwoord. Door simpelweg 2 x 4 steken af te trekken van het totaal aantal steken na meerderingen (68 in mijn geval) is een misvatting uwerzijds. Ik had gehoopt op een adequaat antwoord. Kunt u mij alsnog antwoord geven? Dankuwel.

15.04.2017 - 11:48

DROPS Design answered:

Hallo Tineke, Wellicht heb ik je vraag dan verkeerd begrepen. Zowel aan het begin van de mouwkop (dus bij de oksel) als aan het eind (vlak voor het afkanten), kant je 4 steken af. In welke maat brei je dit patroon? Dan kan ik uitrekenen hoeveel steken er daar over blijven voor het afkanten.

16.04.2017 - 11:49

country flag Tineke Van Rijn-Smits wrote:

Dank voor uw reactie. Ik ben niet tevreden met uw antwoord. Door simpelweg 2 x 4 steken af te trekken van het totaal aantal steken na meerderingen (68 in mijn geval) is een misvatting uwerzijds. Ik had gehoopt op een adequaat antwoord. Het lijkt erop dat u het patroon er niet op nageslagen hebt. Jammer.

11.04.2017 - 16:39

country flag Tineke Van Rijn-Smits wrote:

Goedemiddag, Ik heb een vraagje: bij het breien van de mouwen van dit patroon kom ik niet goed uit omdat de mouwkop veel kleiner is dan het armsgat. Ik wil nu wat verder doorbreien waardoor de mouwen langer worden, maar ben eigenlijk benieuwd hoeveel steken er ongeveer over moeten blijven nadat ik 1 x 4 steken heb afgekant aan iedere kant. Ik hoop dat u mij kunt helpen. Groeten, Tineke van Rijn-Smits

10.04.2017 - 17:26

DROPS Design answered:

Hallo Tineke, Dat kun je uitrekenen door het totaal aantal gemeerderde steken in de mouw in jouw maat op te tellen bij het aantal opgezette steken in jouw maat en dan de 2 x 4 steken er weer af te trekken.

11.04.2017 - 11:32