DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Little Acorn

Gebreid mutsje en sjaal in ribbelsteek met gehaakte rand voor baby en kinderen in ROPS Merino Extra Fine.

DROPS Baby 18-1
DROPS design: Model nr. ME-019-by
----------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Hoofdomtrek: ongeveer 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50 - 50/52) cm.
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
100-100-100 (150-150) gr kleur nr. 08m, lichtbeige mix
50 gr voor alle maten kleur nr. 01, naturel
----------------------------------------------------------
DROPS BREINLD 4 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 42 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 4 mm – voor de randen.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------
MUTSJE

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder steeds aan de goede kant.
Meerder door 1 omsl te maken. Brei de omsl in de teruggaande nld gedraaid om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder steeds aan de goede kant.
Minder 1 st aan iedere kant van de st met markeerdraad. Begin 1 st voor de st met markeerdraad, zet 1 st op een kabelnld aan de achterkant van het werk, de volgende st r afh (de st met markeerdraad), Brei de volgende st en de st van de kabelnld samen, afgeh st overh.
------------------------------------------------------------
MUTSJE:
Wordt heen en weer gebreid op de nld in ribbelst – ZIE BOVEN.
Zet 97-105-109 (113-121) st op met nld 4 mm en lichtbeige mix. Brei 1 nld r aan de verkeerde kant en plaats 7 markeerders in het werk aan de goede kant als volgt:
M-1 in de eerste st op de nld
M-2 in st 18-20-21 (22-24)
M-3 in st 35-39-41 (43-47)
M-4 in st 49-53-55 (57-61)
M-5 in st 63-67-69 (71-75)
M-6 in st 80-86-89 (92-98)
M-7 in de laatste st op de nld

Ga verder in ribbelst, meerder en minder TEGELIJKERTIJD in nld 1 als volgt – ZIE TIP VOOR HET MEERDER EN TIP VOOR HET MINDEREN:
MEERDER 1 st na M-1 om de nld
MINDER 1 st aan iedere kant van M-2 om de nld
MEERDER 1 st voor M-3 om de nld
MEERDER 1 st na M-3 in iedere 4e nld
MINDER 1 st aan iedere kant van M-4 in iedere 4e nld 5-7-8 (10-11) keer en daarna om de nld tot het einde (dat wil zeggen bij het minderen om de nld zal het aantal st afnemen)
MEERDER 1 st voor M-5 in iedere 4e nld
MEERDER 1 st na M-5 om de nld
MINDER 1 st aan iedere kant van M-6 om de nld
MEERDER 1 st voor M-7 om de nld.
Ga op deze manier verder. Brei de volgende nld aan de goede kant bij een hoogte van 13-15-16 (18-19) cm (gemeten vanaf het laagste punt van M-2 of M-6) als volgt:
* 1 st r, 2 st r samenbreien *, herhaal van *-*, kant TEGELIJKERTIJD af.

AFWERKING:
Achterkant van de muts = de afgekante nld, met 2 hele punten en 2 halve punten.
De middelste van de 3 hele punten aan de andere kant van het werk = de opzetnld, bevindt zich op het midden van het voorhoofd.
Naai de muts samen, rand tegen rand langs de afkantrand als volgt: naai de eerste halve punt aan een kant van de eerste hele punt. Naai de andere kant van het eerste hele punt aan een kant van de tweede hele punt. Naai daarna de andere kant van de tweede hele punt aan de laatste halve punt. Naai de muts middenachter vast – naai rand tegen rand om een dikke naad te voorkomen.

GEHAAKTE RAND:
Begin aan de onderkant van een punt aan een kant. Haak met haaknld 4 mm en naturel als volgt: 1 v in de punt, een koord van lossen van 20-22-24 (26-28) cm, keer het werk om en haak 1 hv in iedere l op de teruggaande naald, eindig met 1 hv in de v in de punt (= strikband). Ga verder rond het mutsje als volgt: * 3 l, 1 stk in de eerste van deze 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* tot de punt aan de andere kant. Haak een strikband zoals hierboven beschreven en ga verder rond het mutsje als volgt: * 3 l, 1 stk in de eerste van deze 3 l, sla ongeveer 1 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-* tot de eerste punt en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.

------------------------------------------------------------

SJAAL:
Wordt in ribbelst gebreid heen en weer op de nld.
Zet 18-20-22 (24-26) st op met nld 4 mm en lichtbeige mix en brei ribbelst heen en weer op de nld tot het werk een hoogte heeft van ongeveer 8-9-10 (11-12) cm. Verdeel het werk in het midden en zet de helft van de st op een hulpdraad = 9-10-11 (12-13) st nog over op de nld. Brei 4-5-5 (6-6) cm over deze st (het werk heeft een hoogte van 12-14-15 (17-18) cm in totaal). Zet de st op een hulpdraad en zet de st van de eerste hulpdraad terug op de nld. Brei 4-5-5 (6-6) cm in ribbelst heen en weer op de nld. Zet nu alle st terug op de nld en ga verder in ribbelst over alle st tot het werk een hoogte heeft van ongeveer 44-47-51 (55-60) cm. Kant alle st af.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand rond de sjaal met haaknld 4 mm en naturel als volgt: * 1 v, 3 l, 1 stk in de eerste van deze 3 l, sla ongeveer 1 cm over *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.

Telpatroon

symbols = naai a tegen a
symbols = naai b tegen b
symbols = naai c tegen c
symbols = naai d tegen d
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 18-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (145)

country flag Pia Flesche wrote:

Hei. Jeg forstår ikke oppskriften helt. For man feller jo mer enn man øker. Det står i oppskriften at man skal felle 1 maske før og etter 2. markør for eksempel. Men ved å bruke fellestips så feller man jo to masker på hver side. Så det stemmer jo ikke.

29.09.2017 - 14:14

DROPS Design answered:

Hej, jo du feller 2 m ved merket om du føljer felletipset. God fornøjelse!

03.10.2017 - 11:38

country flag Daniela wrote:

Vielen herzlichen Dank für die tolle und vor allem wirklich schnelle Hilfe, jetzt habs sogar ich kapiert :-) Ich freu mich auf das bestimmt sehr entzückende Ergebnis!! DANKE!

15.09.2017 - 13:59

country flag Daniela wrote:

Danke für die rasche Antwort! Nur zum Verständnis: bei jeder 2. Reihe stricke ich bei Markierung 1 +1, bei M2 -1/-1, bei M3 +1, bei M5 +1, bei M6 -1/-1, bei M7 +1 und zusätzlich bei jeder 4. Reihe bei M3 +1, bei M4 -1/-1 (aber nur 3x), bei M5 +1 ??? Stimmt das?

15.09.2017 - 11:26

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, stimmt, passen Sie mal auf vor/nach den Markierungen - bei M.4 nach 3 x in jeder 4. Reihe werden Sie dann in jeder 2. Reihe abnehmen. Viel Spaß beim stricken!

15.09.2017 - 11:56

country flag Daniela wrote:

Und ich finde es auch sehr verwirrend, dass in der Anleitung zuerst "bei jeder 2. Reihe..." dann "jede 4. Reihe" und dann wieder "2. Reihe" geschrieben wird. Es tut mir leid, aber ich weiß wirklich nicht wie ich da jetzt stricken soll, finde aber die Mütze so unfassbar süß dass ich es unbedingt probieren will! :-) Bitte um (idiotensichere) Hilfe ;-)

14.09.2017 - 21:27

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, um die gewünschte Forme zu haben, muß man auf- und zunehmen, die Abnahme beidseitig der 4. Markierer + die Zunahme vor der 5. Markierer werden bei jeder 4. Reihe gearbeitet und alle andere werden bei jede 2. Reihe gearbeitet. Viel Spaß beim stricken!

15.09.2017 - 08:50

country flag Daniela wrote:

Ich hätte eine Frage zu diesem Punkt "Weiter re. stricken GLEICHZEITIG bei der 1. R. mit den Auf- und Abnahmen anfangen – SIEHE OBEN. Bei jeder 2. R. nach dem 1. Markierungsfaden 1 M. aufnehmen." --> was heißt gleichzeitig bei der 1. Reihe mit den Auf-Abnahmen anfangen, ich dachte es wird erst in ab der 2. Reihe auf/zugenommen?! Ich steh total auf dem Schlauch...

14.09.2017 - 21:26

DROPS Design answered:

Liebe Daniela, die Auf- und Abnahmen werden bei der 1. Reihe angefangen, dh zuerst 1 Reihe re von der Rückseite stricken, dann Markierer einsezten, und bei der nächsten Reihe (= Vorderseite), die Auf- und Abnahmen anfangen. Viel Spaß beim stricken!

15.09.2017 - 08:47

country flag Karen wrote:

Jeg forstår ikke helt øke i 3. og 5. merke. På hver 2.p øker man FØR 3.merke og ETTER 5. merke. Hva med 4.p, skal man både øke FØR og ETTER 3. og 5. merke? Eller skal man kun øke ETTER 3. merke og FØR 5. merke? Og når man skal begynne å felle på hver 2.p i 4. merke, skal man forsette på samme måte med å øke i 3. og 5. merke? Så minsker maskeantallet kun med 2 på hver 4.p Det virker litt lite?

07.06.2017 - 13:58

DROPS Design answered:

Hei Karen, På hver 2. pinnen øker du 1 maske etter første merke, felle en maske på hver side av andre merke, øke en maske før tredje merke, øke en maske etter femte merke, felle en maske på hver side av sjette merke og øke en maske før sjuende merke. På hver 4. pinne (så i tillegg til de jeg har nevnt ovenfor fordi det er også en 'annenhver' pinne) skal du øke en maske før tredje merke og felle en maske på hver side av fjerde merke 5-7-8 (10-11) ganger (og deretter på annenhver pinne), øke en maske før femte merke. Du fortsetter med alle disse til arb. måler 13-15-16 (18-19) cm. Håper dette hjelper. Med vennlig hilsen, Deirdre

08.06.2017 - 09:30

country flag Esther wrote:

Kann ich die Mütze auch rund stricken?

15.01.2017 - 16:05

DROPS Design answered:

Liebe Esther, die Mütze wird hier hin und zurück gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

16.01.2017 - 10:22

country flag Simone Schön wrote:

Danke für die schnelle Antwort! Muss ich diese Maschenmarkierer dann bei jeder Hinrunde in die aktuelle Reihe versetzen? Sonst sehe ich nicht, welche in der aktuellen Reihe die markierte Masche sein soll! ?

14.11.2016 - 11:52

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schön, ja lieber die Markierer immer in die neue Reihe versetzen, so verlieren Sie nicht diese markierten Maschen. Viel Spaß beim stricken!

14.11.2016 - 16:50

country flag Simone wrote:

Ich habe grosse Probleme mit den Markierungsfäden! Wie macht man das mit dem Einziehen? Dass man nach der Rückrunde wieder weiss, welche die markierte Masche ist?

14.11.2016 - 11:34

DROPS Design answered:

Liebe Simone, Sie können lieber dann solche Maschenmarkierer benutzen, so ist jeder in eine Masche. Viel Spaß beim stricken!

14.11.2016 - 11:43

country flag Silje Hølland wrote:

Hei, jeg skjønner ikke helt starten på oppskriften. Det står "legg opp (...) og strikk 1 p rett fra vrangen". Betyr det at første p jeg strikker blir fra vrangen? Slik at trådstubben etter opplegging er til venstre når jeg holder arbeidet med retten mot meg?

02.11.2016 - 21:48

DROPS Design answered:

Hej Silje. Ja, din förste p skal taelles fra vrangen.

03.11.2016 - 16:18