DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Starry and Warm

Dikke trui met muts met gehaakte bloem in 1 draad DROPS Snow of 2 draden DROPS Air. DROPS Sokken van DROPS BabyMerino.

DROPS Baby 11-23
TRUIT EN MUTS
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 - 24 mnd
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92

Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
200-250-250-250 gr nr. 08, rood.
100-100-100-100 gr nr. 13, camel.

Of gebruik:
DROPS Air from Garnstudio
150-200-200-200 kleurnr. 28 steenrood
50-100-100-100 kleurnr. 02 tarwe

DROPS Kokosknoop, nr. 516: 3 stk.

DROPS Breinld 8 mm en 9 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Haaknld 4 mm.

SOKKEN
Voetlengte: 10-11-12-14 cm.
Materialen: DROPS Baby Merino van Garnstudio
50-50-50-50 gr nr. 02, naturel.
DROPS Sokkenbreinld 2.5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
Trui: 9 st x 14 nld met 1 draad Snow of 2 draden Air met breinld 9 mm in tricotst = 10 x 10 cm
Muts: 10 st x 16 nld met 1 draad Snow of 2 draden Air met breinld 8 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht breien.

Info minderen (voor de raglanmouwen): minder naast de 1 kantst + 2 tricotst. Alle minderingen komen op de goede kant/buitenkant van het werk!
Minder na de 3 st als volgt: 2 st r sam.br.
Minder voor de 3 st als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

TRUI:

Achterpand: zet 25-28-31-34 st op met breinld 8 mm en camel Snow / tarwe Air en brei 2 nld ribbelst. Wissel naar breinld 9 mm en rood Snow / Air steenrood en brei door in tricotst. Kant bij een hoogte van 15-16-19-22 cm 2 st af voor de armsgaten aan weerskanten = 21-24-27-30 st. Minder vervolgens af voor de raglanmouwen aan weerskanten – zie info minderen: 2 x 1 st in elke 4e nld en vervolgens 3-4-5-6 x 1 st in elke 2e nld = 11-12-13-14 st over op de breinld. Kant bij een totale hoogte van ca 26-28-32-36 cm af.

Voorpand: zet op en brei zoals het achterpand.
Kant af voor de raglanmouwen zoals beschreven voor het achterpand, totdat de minderingen samenvallen met de hals. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 23-25-29-33 cm de middelste 7-8-9-10 st op 1 hulpdraad voor de hals, en kant vervolgens steeds 1 st af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld totdat alle st zijn afgekant. Het voorpand heeft een totale hoogte van ca 26-28-32-36 cm.

Rechter mouw: zet met breinld 8 mm en camel 14-14-16-16 st op en brei 2 nld ribbelst. Wissel naar breinld 9 mm en rood en brei door in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 4 cm 4-5-5-6 x 1 st aan weerskanten op elke 3½-3-3½-3 cm = 22-24-26-28 st. Kant bij een hoogte van 17-18-21-23 cm 2 st af aan weerskanten voor de mouwkop = 18-20-22-24 st.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat: zet 2 nieuwe st op aan de rechterkant van de mouw (= knoopbiesje) = 20-22-24-26 st. Minder vervolgens voor de raglanmouwen aan weerskanten – zie info meerderen voor het minderen bij het biesje. Minder aan de andere kant na de kantst: minder 1 x 1 st in elke 4e nld en vervolgens 5-6-7-8 1 st in elke 2e nld = 8 st over. Kant bij een totale hoogte van 28-30-34-37 cm af.

Linker mouw: brei zoals de rechter mouw – zonder biesje. Minder voor de raglanmouwen aan weerskanten naast de 1 kantst. Kant bij een totale hoogte van 28-30-34-37 cm af.

Afwerken: sluit de raglannaden met de kantst als naadtoeslag en laat de rechternaad aan de voorkant open. Neem met breinld 8 mm en rood Snow / steenrood Air ca 30 tot 36 st op langs de hals (ook boven het knoopbiesje). Brei 2 nld ribbelst, en kant vervolgens losjes af. Naai het knoopbiesje van de mouw aan de onderkant op het voorpand met een paar kleine st aan de binnenkant. Naai 3 knopen gelijkmatig verdeeld op het biesje. Er zijn geen st voor de knoopsgaten afgekant op het voorpand, omdat de st zo groot zijn, dat de knopen gemakkelijk doorheen kunnen.
Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantst als naadtoeslag en zorg de naad niet te dik wordt.

Gehaakte bloem: haak met haaknld 4 mm en rood Snow / steenrood Air als volgt: haak 4 l en sluit deze met 1 hv tot een ring.
1e toer: 5 v in de ring en sluit af met 1 hv in de 1e v.
2e toer: *3 l, 1 v + 1 stk in de 1e l vanaf de haaknld, 1 v in de volgende st*, herhaal steeds *-* in totaal 5 keer en sluit af met 1 hv in de 1e l van het begin van de toer. Naai de bloem vast midden op het voorpand van de trui.




MUTS:

Hoofdomtrek: 40/44 - 46/50 cm.

Oorklepjes: zet met breinld 8 mm en camel Snow / tarwe Air 2 st op en brei ribbelst heen en weer op de nld. Meerder tegelijkertijd na 2 nld ribbelst 5-6 x 1 st aan weerskanten in elke 2e nld = 12-14 st. Het werk is nu ca 5-6 cm hoog. Leg het oorklepje terzijde en brei nog 1 oorklepje.

Muts: de muts wordt heen en weer gebreid en later gesloten op het middenachter.
Zet nu de oorwarmers op dezelfde nld als volgt: zet met breinld 8 mm en camel Snow / tarwe Air 3-3 st op, zet één oorwarmer op de nld (= 12-14 st), zet 8-10 st op (= voorkant), zet de tweede oorwarmer op de nld (= 12-14 st) en zet 3-3 st op = 38-44 st op de nld. Brei nu 2 nld ribbelst over alle st. Meet het verder vanaf hier! Brei hierna de rest van de muts in tricotst. Plaats tegelijkertijd bij een hoogte van 8-9 cm (vanaf de ribbelst) 6 merkdraden in het werk (op de goede kant): *6-7 st, 1 merkdraad*, herhaal steeds *-* in totaal 6 keer, en na de laatste draad zijn er nog 2 st. Minder vervolgens aan de rechterkant van elke draad door 2 st r sam. Te br – d.w.z. er worden 6 st geminderd per nld. Minder 5-6 keer in elke 2e nld = 8 st over op de breinld. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 samen. Rijg de draad door de resterende 4 st, trek stevig aan en hecht af. Sluit de naad op het middenachter met de matrassteek om te voorkomen dat de naad te dik wordt . Maak een pompoentje met een doorsnede van ca 5 cm – gebruik hoofdzakelijk camel Snow / tarwe Air en een klein beetje rood Snow /steenrood Air. Zet het pompoentje vast bovenop de muts.

Gehaakte bloem: maak een bloem met camel Snow / tarwe Air – zie de beschrijving bij het patroon voor de trui. Naai de bloem vast op het midden voorkant van de muts.




SOKKEN:

Steekverhouding:
25 st x 34 nld met breinld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Boordst: *1 r, 1 av*, herhaal steeds *-*.

Sok: zet met sokkenbreinld 2.5 mm en naturel 44-44-48-48 st op. Brei 4-5-5-6 cm boordst. Brei vervolgens 1 nld tricotst en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 4 st in deze nld = 40-40-44-44 st. Brei vervolgens de hiel als volgt: brei 3-3,5-3,5-4 cm tricotst heen en weer over de middelste 18 st aan de achterkant. Minderen hiel: (1e nld = goede kant): 10 r, 2 st verdraait r sam.br., 1 r, keer het werk. 2e nld: 1 av afh, 4 av, 2 st av sam.br, 1 av, keer het werk. 3e nld: 1 r afh, 5 r, 2 st verdraait r sam.br, 1 r, keer het werk. 4e nld: 1 st av afh, 6 av, 2 st av sam.br, 1 av, keer het werk. 5e nld: 1 st r afh, 7 r, 2 st verdraait r sam.br, 1 r, keer het werk. 6e nld: 1 st av afh, 8 av, 2 av sam.br., 1 av, keer het werk. 7e nld: 2 st r sam.br., 8 r, 2 st verdraaid r sam.br. = 10 st op de nld (= totaal 32-32-36-36 st). Neem nu 7-8-8-9 st op aan weerskanten van de hiel en zet alle st op dezelfde nld = 46-48-52-54 st. Brei door in tricotst over alle st. Minder tegelijkertijd 7 x 1 st minderen aan weerskanten van de bovenste 18-20-22-24 st in elke 2e nld = 32-34-38-40 st. Zet, als het voetje een lengte van 8-9-11-12 cm heeft (vanaf de eerste mindering voor de hiel) een merkdraad aan weerskanten. Minder vervolgens 7-7-8-8 x 1 st aan weerskanten van deze draden voor de tenen in elke nld (= 4 keer minderen per nld). Rijg de draad door de overige 4-6-6-8 st, trek stevig aan en hecht af.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (22)

country flag Noémie wrote:

Bonjour, pour le devant du pull je ne comprends pas les explications de la fin. Il faut ajouter une maille coté encolure des deux cotés ou d'un seul? Et il faut continuer les diminutions comme pour le dos en même temps?

08.03.2022 - 15:26

DROPS Design answered:

Bonjour Noémie, lorsque vous avez mis les mailles de l'encolure devant en attente, vous devez terminer chaque côté séparément en glissant en attente 1 m côté encolure tous les 2 rangs et en continuant à former le raglan comme avant; lorsque le 1er côté est terminé, reprenez les mailles en attente et terminez le 2ème côté de la même façon. Bon tricot!

08.03.2022 - 22:10

country flag Adrienn wrote:

Jo napot, az lenne a kerdesem, hogy a sapka 12/18 honaposra valo meret leirasat nem talalom. Nagyon szeretnem a fiamnak megkotni. Tud ebben segiteni? Koszonom !

24.09.2021 - 20:56

DROPS Design answered:

Kedves Adrien, a sapka két méretben 40/44 cm és 46/50 cm kerületű fejre való méretben érhető el. Mérje le a gyermek fejét, és ennek alapján válassza ki a méretet. Sikeres kézimunkázást!

27.09.2021 - 02:53

country flag Isabelle Swialkowski Aubry wrote:

Bonjour Urgent Pour le raglan avec la bande de boutonnage. Dois JE faire les diminutions sur 1 seul côté ou les 2 côté merci

15.12.2020 - 11:12

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Swialkowski Aubry, on former le raglan de chaque côté au même rythme pour la manche droite, mais côté bordure devant, vous diminuez comme indiqué sous Diminutions (raglan), autrement dit à 3 m du bord - et de l'autre côté, vous rabattez les mailles en début de rang. Bon tricot!

15.12.2020 - 14:49

country flag Christa Karger-Fengler wrote:

Guten Tag, kann es sein, dass dieses Modell mit doppeltem Faden Air gestrickt werden muss? Eskimo und Air gehören ja nicht zur gleichen Garngruppe.

27.08.2020 - 16:28

DROPS Design answered:

Liebe Frau Karger-Fengler, ja genau, wenn Sie Air stricken, dann stricken Sie doppelfädig mit einer Maschenprobe von = 9 M x 14 Reihe mit Nadeln Nr 9 oder 10 M x 16 R mit Nadeln Nr 8 glatt gestrickt = 10 x 10 cm. Viel Spaß beim stricken!

28.08.2020 - 08:02

country flag Sandra wrote:

Er staat bij de mindering rechtermouw eerst het knoopbiesje dan minderen volgens raglanmouwen-zie info meerderen voor het minderen bij het biesje\r\nGeen idee wat er bedoeld wordt kan het niet vinden op de beschrijving\r\nEn dan denk minder aan de andere kant enz. \r\nGeen idee wat er wordt bedoelt\r\nHoop dat jullie mij kunnen helpen\r\nMet groet

13.12.2018 - 12:17

country flag Juspin Denise wrote:

Bonjour, Je ne comprends les diminutions du raglan de la manche droite. Apparemment elles sont différentes des 2 côtés? Cordialement

13.10.2017 - 15:15

DROPS Design answered:

Bonjour Denise! Comment faire les diminutions du raglan vous trouverez ICI. Bon travail!

01.06.2018 - 09:22

country flag Van Herreweghe wrote:

Enige verduidelijking in verband met meerderen en minderen aan het knoopbiesje

06.10.2017 - 15:24

DROPS Design answered:

Hallo Van Herreweghe, Bij de rechter mouw zet je aan de rechter kant, aan het begin van de raglan, 2 steken op. Deze brei je over de hele hoogte mee. Deze 2 steken vormen de bies.

07.10.2017 - 16:24

country flag Ethier Ghislaine wrote:

Puis-je avoir plus d'explications sur ce passage. Je ne comprends pas la bande de boutonnage..... Diminutions (raglan) : Toutes les diminutions se font sur l'endroit. Diminuer à 1 m lis + 2 m point mousse des bords Après 3 m : 2 m ens à l'end Avant 2 m : glisser 1 m à l'end, 1 m end, passer la m glissée par dessus la m tricotée Merci

29.03.2017 - 20:17

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Ethier, on doit diminuer à 3 m du bord, soit 1 m lis au point mousse + 2 m jersey (et non point mousse, correction faite). Bon tricot!

30.03.2017 - 08:51

country flag Agneta Wiklund wrote:

Visar siffrorna vid diagrammet hur många cm t ex bredd och längd är? Eller betyder siffrorna något annat?

06.12.2016 - 18:11

DROPS Design answered:

Hej Agneta. Ja, det er maalene i cm paa blusen. Se ogsaa her hvordan du laeser vores maalskitser

07.12.2016 - 10:12

country flag Line Dorthea wrote:

Jeg kan stadig ikke finde video-knappen. Er du sikker på, at der er en til netop denne opskrift? På forstykket: Er det meningen, at jeg skal tage de 8 midterste masker af på en maskeholder og derefter strikke de to sider op i en spids hver for sig? Altså med 2 forskellige garnnøgler?

26.02.2016 - 08:32

DROPS Design answered:

Hej Line, Ja sæt de midterste masker på en tråd/maskeholder, fortsæt først med den ene side og bagefter den anden side. Der ligger mange forskellige videoer under video-knappen til højre for billedet, det er bare at vælge hvilken du har brug for. God fornøjelse!

02.03.2016 - 15:34