DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 110-23
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS Merino Extra Fine van Garnstudio,
Kleur nr. 07, lichtbruin mix:
500-550-600-650-700-750 gr

DROPS Sokkenbreinld en rondbreinld 4,5 mm (80 cm) - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 20 st x 26 nld tricotst = 10 x 10 cm.

DROPS Knoop buffelhoorn nr. 536: 3 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld averecht *, herhaal steeds *-*.

Motief: Zie de teltekeningen M.1, M.2 en M.3. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant.

Tip Minderen-1 (geldt voor de pas):
Minder 1 st om en om aan de rechter- en linkerkant van elk av-gedeelte als volgt: brei 2 st av samen.

Tip Minderen-2 (geldt voor de hals):
Minder op de goede kant naast de 10 voorbiesst.
Minder na de 10 st als volgt: Haal 1 st recht van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover.
Minder voor de 10 st als volgt: 2 st recht samen.

Tip Meerderen (geldt voor de kraag):
Maak 1 omsl om de nld naast de eerste 2 st. Brei de omsl verdraait recht in de volgende nld, om een gaatje te voorkomen.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de vijfde en zesde voorbiesst af, en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 18, 28 en 38 cm
Maat M: 19, 29 en 39 cm
Maat L: 20, 30 en 40 cm
Maat XL: 21, 31 en 41 cm
Maat XXL: 22, 32 en 42 cm
Maat XXXL: 23, 33 en 43 cm

Panden: Vanwege het grote aantal st wordt het werk heen en weer van middenvoor naar middenvoor gebreid op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken. Zet 203-223-239-259-279-299 st op (incl. 10 voorbiesst aan weerskanten langs het middenvoor) met rondbreinld 4,5 mm en Merino. Brei 1 nld recht (1e nld = verkeerde kant), en brei dan door in ribbelst – Lees de beschrijving hierboven. Brei bij een hoogte van 4 cm de volgende nld - op de goede kant - als volgt: 10 voorbiesst in ribbelst, M.1 over de volgende 183-203-219-239-259-279 st, en eindig met 10 voorbiesst in ribbelst. Let op de steekverhouding! Plaats 2 merkdraden in het werk: 54-59-63-68-73-78 st vanaf het middenvoor aan beide kanten (= 95-105-113-123-133-143 st tussen de merkdraden voor het achterpand).

Lees a.u.b. het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder gaat:
Minderingen: Brei door volgens M.1 - en minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 1 st aan weerskanten van beide merkdraden. Herhaal deze mindering nog 5 keer op elke 5e cm = 179-199-215-235-255-275 st.

Motief: Brei bij een hoogte van ca 15 cm (eindig na een 1 hele herhaling van M.1) door volgens M.2 over alle st - behalve de voorbiezen. Brei, als M.2 twee keer in de hoogte is gebreid, door volgens M.3 (= gerstekorrelst).

Knoopsgat: Kant vanaf een hoogte van 18-19-20-21-22-23 cm af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies – Lees de beschrijving hierboven!
Kant bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm 6 st af aan beide kanten voor de armsgaten (= 3 st aan weerskanten van beide merkdraden) = 167-187-203-223-243-263 st. Leg het werk terzijde, en brei de mouwen.

Mouw: Het werk wordt in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 68-72-76-80-84-88 st op met sokkenbreinld 4,5 mm en Merino. Brei 6 cm ribbelst, en brei dan door volgens M.3. Kant bij een hoogte van 22 cm 6 st af in het midden van het ondermouw (1e st op de nld = midden van het ondermouw) = 62-66-70-74-78-82 st. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de afgekante st = 291-319-343-371-399-427 st. Brei 4 nld recht over alle st (1e nld = op de goede kant) – en pas tegelijkertijd, in de laatste nld, het aantal st aan naar totaal 293-317-341-373-397-429 st (minder/meerder niet tussen de voorbiesst).

Lees a.u.b. het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder gaat:
Motief: Brei de volgende nld - op de goede kant - als volgt: 10 voorbiesst in ribbelst, * 1 r, 7 av *, herhaal *-* totdat er nog 11 st staan op de nld. Eindig met 1 recht en 10 voorbiesst in ribbelst. Brei door in boordst = 1 r/7 av.

Hals en kraag: Minder vanaf een hoogte van 41-42-43-44-45-46 cm voor de V-hals aan weerskanten – lees Tip Minderen-2 – als volgt: 12 x 1 st in elke 2e nld en vervolgens 5 x 1 st in elke 4e nld. Meerder tegelijkertijd voor de kraag – lees Tip Meerderen: 10 x 1 st in elke 2e nld en vervolgens 7 x 1 st in elke 4e nld = totaal 27 ribbelst incl. de voorbiesst.

Ronde pas: Minder vanaf een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm 1 st in elk av-gedeelte – lees Tip Minderen-1. Herhaal de minderingen in elke 8e-8e-10e-10e-12e-12e nld totaal 5 keer (= 1 r/2 av).
Als alle minderingen en meerderingen voltooid zijn, heeft het werk een hoogte van ca 54-55-60-61-64-65 cm en er staan ca 135-144-153-165-174-186 st op de nld. Brei bij een hoogte van 57-59-61-63-65-67 cm 1 nld recht op de goede kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar 96-100-104-108-112-116 st – NB: Minder niet tussen de 27 ribbelst aan weerskanten.
Plaats in de volgende nld de middelste 42-46-50-54-58-62 st in het middenachter voor de hals. Zet de 27 ribbelst van het linker voorpand op een hulpnld en brei door over de 27 ribbelst van het rechter voorpand voor de kraag als volgt: * brei 2 nld recht over alle st, brei 2 nld recht over de eerste 14 st aan het middenvoor *, herhaal *-* tot de kraag een hoogte van 8-8-9-9-10-10 cm heeft (op het kortste deel) vanaf de schouder. Kant de st af. Zet de 27 st van het linker voorpand terug op de breinld en brei zoals voor het rechter voorpand.

Afwerken: Sluit de kraag in het middenachter en zet de kraag vast langs de hals. Sluit de naden onder de armen. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 25.08.2010
PANDEN:...Minderingen: Brei door volgens M.1 - en minder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 1 st aan weerskanten van beide merkdraden. Herhaal deze mindering nog 5 keer op elke 5e cm = 179-199-215-235-255-275 st.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 110-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (61)

country flag Sandra wrote:

Re pattern 110 23 when am increasing for the collar, I tried to do the increase at the start of the row and this doesn’t look right to me, so not sure where to do the increase.

11.02.2024 - 10:11

DROPS Design answered:

Dear Sandra, you increase for the collar as follows: work 2 edge stitches, then increase 1 stitch. When working back work the increased stitch twisted so that there is no hole. You don't increase at the very start of the row; you increase after the edge stitches. Happy knitting!

11.02.2024 - 23:43

country flag Sandra wrote:

When I get to the k1, p 7 section when I continue doing this my pattern looks nothing like yours.obviously I am doing something wrong or not understanding the pattern, it says to continue with the k1, p7, but is just not correct.

07.10.2023 - 05:59

DROPS Design answered:

Dear Sandra, you should work the rib (K1, P7) seen from right side, this means, from wrong side you will K over K and P over P (= P1, K7). Happy knitting!

09.10.2023 - 10:00

country flag Carolyn wrote:

Can this sweater be knit using the M1 Seed Stitch for the entire sweater with the gauge border as shown? Thank you.

24.06.2023 - 14:10

DROPS Design answered:

Dear Carolyn, if you work the whole garment in M.1 you need to make the necessary calculations for the decreases for the round yoke or to adapt it to a different yoke such as raglan. Happy knitting!

25.06.2023 - 15:57

country flag Loraine McLean wrote:

At the end of the pattern, under Assembly, it says to join both sides of the collar at the back neck, and stitch it to the back neck. To do this I would have gathers at the back neck. Is this correct? Or should I knit the collar longer on each side until it meets in the middle of the back neck, without any gathers? Thank you Loraine Mclean

30.11.2020 - 16:09

DROPS Design answered:

Dear Mrs MacLean, you work each side of the shawl collar with short rows until collar measures 8-9 or 10 cm (see size) - this should reach mid back of neck. So that you sew both small pieces together then sew collar along neck on back piece - see also this video showing how to knit a simple shawl collar (without short rows). Happy knitting!

30.11.2020 - 16:23

country flag Giorgia wrote:

Buonasera. Sono arrivata alla scollatura. Diminuire/aumentare a ferri alterni si intende contando solo i ferri a diritto del lavoro? Grazie mille

20.12.2019 - 23:47

DROPS Design answered:

Buonasera Giorgia, si, deve lavorare aumenti e diminuzioni sul diritto del lavoro! Buon lavoro!

21.12.2019 - 18:52

country flag Doris wrote:

Liebes Drops-Team, jetzt bin ich mit den Zu- und Abnahmen durch und die Jacke sieht schon toll aus :-) Allerdings hakt es bei mir mal wieder am Verständnis. Was ist gemeint mit: "Nach 57-59-61-63-65-67 cm 1 R. re. auf rechts stricken und gleichzeitig die Maschenanzahl auf 96-100-104-108-112-116 M. anpassen.", wie geht "1 Runde rechts auf rechts stricken, wenn ich doch bisher noch ein Rippenmuster habe? Nochmal Danke für Ihre Hilfe!

05.06.2018 - 17:30

DROPS Design answered:

Liebe Doris, nach 57-59-61-63-65-67 cm stricken Sie eine Hinreihe rechts und gleichzeitig regelmäßig abnehmen um die Maschenanzhal auf 96-100-104-108-112-116 M anpassen (über die ersten und letzten 27 M der Reihe soll es nicht abgenommen). Viel Spaß beim stricken!

06.06.2018 - 09:39

country flag Doris wrote:

Liebes Drops-Team, habe jetzt die Ärmel mit auf die Nadeln genommen und die 4 Reihen kraus rechts gestrickt. Jetzt kommt das Muster mit *1 re,7 li*. In den Rückreihen muss ich dann *1 li, 7 re* stricken. Oder? Und dann direkt die nächste Frage zur Passe: Wo/an welcher Stelle des Musters müssen die Maschen ok zusammen gestrickt werden? Danke für Ihre Hilfe

15.05.2018 - 23:08

DROPS Design answered:

Liebe Doris, ja so wird das Rippenmuster gestrickt - für die Rundpasse werden Sie nach 42-47 cm (siehe Grösse) in jeder li.-Partie 1 M. abnehmen - bei der 1. Abnahmenreihe stricken Sie die 2 ersten li-Ma zusammenstricken und bei der 2. Abnahmenreihe stricken Sie die 2 letzten li-Ma zusammen, diese 2 Reihe wiederholen dh abwechslungsweise auf der rechen und linken Seite jeder li-Partie abnehmen. Viel Spaß beim stricken!

16.05.2018 - 09:18

country flag Astrid Paulus wrote:

Hallo Drops-Team! Zu Beginn der Passe schreibt ihr: 4 Reihen rechts stricken. Auf dem Photo sieht´s jedoch aus, als wären es Kraus rechts Rippen. Sollen hier 4 Reihen oder 4 Rippen Kraus rechts gestrickt werden?

22.06.2016 - 10:38

DROPS Design answered:

Hallo Astrid, 4 Reihen rechts gestrickt ergeben 2 Krausrippen.

23.06.2016 - 08:40

Lidia wrote:

Porque la mayoria de los tejidos estan en agujas circular y no asi en agujas comunes?? podrian poner la opcion de agujas comunes igual?? Gracias

14.06.2016 - 18:46

DROPS Design answered:

Hola Lidia, la aguja circular es tan común como las rectas. Se usa en nuestros modelos para minimizar el número de costuras necesarias y está muy extendida en los paises nórdicos. Muchos de los modelos sólo se pueden trabajar con ag circular, otros se podrían trabajar con ag rectas también pero tendrías que hacer los cálculos necesarios de cada parte a trabajar y luego hacer las costuras necesarias.

15.06.2016 - 19:46

country flag Andrea Blümel wrote:

Liebes DROPS Team! Ich fange bald mit der Abnahmen bei der Rundpasse an, da bräuchte ich Hilfe. Ist es so gemeint, dass ich abwechselnd an den Vorder- und Rückteilen auf der linken Seite an den Ärmelansätzen jeweils 1 M abnehmen? Vielen Dank im Voraus

25.08.2015 - 12:18

DROPS Design answered:

Sie nehmen nur in Hin-Reihen ab. Rechts und links bezieht sich auf die Stelle des Linksbereichs. Sie machen die Abnahmen ja immer in den Bereichen, die glatt links gestrickt werden. In der ersten Abnahme-Reihe (= Hin-R) nehmen Sie an der rechten Seite aller Glattlinksbereiche ab, in der nächsten Abnahme-Reihe (wieder eine Hin-R) nehmen Sie an der linken Seite aller Linksbereiche ab. Das machen Sie nicht nur an den Ärmelansätzen, sondern in jedem Linksbereich. Gleichzeitig müssen Sie an den Halsausschnitt und den Kragen denken.

01.09.2015 - 15:39