DROPS Pelliza
DROPS Pelliza
100% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Baby 11-16
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 – 24 maanden
Maat in cm: 50/56 – 62/68 – 74/80 -86/92
Materialen: DROPS Pelliza van Garnstudio,
100-100-100-150 gr nr. 18, wit
En gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio,
100-100-100-100 gr nr. 01, wit
DROPS geleiknopen nr. 620 (wit): 6 stk

DROPS Rondbreinld en breinld 2.5 mm
DROPS Haaknld 2.5 mm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Pelliza
DROPS Pelliza
100% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 25 st x 34 nld met breinld 2.5 mm en Pelliza in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): Brei alle nld recht.

Patroon: Zie teltekeningen M.1. De teltekening geeft alle nld van het patroon weer op de goede kant.

Minder tips (geldt voor de raglan): Minder aan weerskanten van de merkdraden volgens de beschrijving in het patroon.
Minder als volgt op de goede kant:
Voor de merkdraad: 2 r samenbr.
Na de merkdraad: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder als volgt op de verkeerde kant:
Voor de merkdraad: 2 av verdraaid samenbr.
Na de merkdraad: 2 av samenbr.

Voor- en achterpand: Brei heen en weer op rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet losjes 134-150-166-190 st op (incl. 5 voorbies st aan weerskanten langs het middenvoor) met rondbreinld 2.5 mm en Cotton Viscose. Brei 6 nld ribbelst. Zet de 5 voorbies st aan weerskanten op een hulpdraad. Wissel naar Pelliza en brei verder volgens M.1 over de resterende 124-140-156-180 st. NB: De kantst aan weerskanten wordt in ribbelst gebreid tot de vereiste afmetingen. Brei bij een hoogte van 16-17-20-23 cm de volgende nld als volgt op de goede kant: 27-31-35-41 st = rechter voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 54-62-70-82 st = achterpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 27-31-35-41 st = linker voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: Zet losjes 38-40-42-44 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 2.5 mm en Cotton Viscose. Brei 16 nld ribbelst, wissel naar Pelliza en brei verder volgens M.1. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 4 cm 8-9-11-13 x 1 st aan weerskanten in elke 5e nld = 54-58-64-70 st. Kant bij een hoogte van ca. 17-18-20-25 cm – pas de lengte aan zodat de laatste nld dezelfde is als die voor- en achterpand – 5 st af aan weerskanten = 44-48-54-60 st resteren.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het voor- en achterpand boven de afgekante st voor de armsgaten = 196-220-248-284 st. Plaats een merkdraad in alle overgangen tussen mouw en panden = 4 merkdraden. Brei verder volgens M.1 zorg dat het patroon door blijft lopen op de mouwen en panden.
Raglan minderingen: Er worden 8 st geminderd per nld. Minder aan weerskanten van de 4 merkdraden – zie de minder tips! Minder 17-18-19-19 x 1 st in elke 2e nld en hierna 0-1-3-6 x 1 st in elke nld. Totaal aantal geminderde st = 136-152-176-200 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 23-25-28-32 cm 6-8-9-11 st af aan weerskanten van het middenvoor voor de hals. Kant hierna af langs de hals: 2 x 1 st in elke 2e nld. Als alle minderingen voor de raglan en de hals voltooid zijn = 44-48-50-58 st resteren op de breinld. Brei 1 nld r, en minder tegelijkertijd 8-8-10-12 st gelijkmatig verdeeld in deze nld = 36-40-40-46 st. Het werk heeft een hoogte van ca 27-29-33-37 cm.

Voorbies: Zet de 5 st van de hulpdraad op het linker voorpand op een breinld 2.5 mm. Brei ribbelst met Cotton Viscose tot de bies ca 1 cm korter is dan de lengte van het voorpand (de bies moet een beetje uitgerekt worden als hij aan het voorpand wordt gezet) – Zet de st terug op een hulpdraad. Herhaal dit langs het rechter voorpand, en kant tegelijkertijd af voor de knoopsgaten. 1 knoopsgat = kant de middelste st af. Maak in de volgende nld een omsl boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten als de bies een hoogte heeft van:
Maat 1/3 maanden: 2, 6, 10, 14, 18 en 21 cm
Maat 6/9 maanden: 2, 6, 10, 14, 19 en 23 cm
Maat 12/18 maanden: 2, 7, 12, 17, 22 en 26 cm
Maat 24 maanden: 2, 7, 13, 25 en 30 cm

Afwerking: Zet de voorbies vast als volgt: 1 st van de voorbies aan de 1e st van het voorpand en naai de bies vast op de goede kant met kleine onzichtbare steekjes.

Kraag: Zet de st van de hals op rondbreinld 2.5 mm en neem ca 8 tot 15 st op van elk voorpand + de 5 st van de voorbies = 62 tot 86 st. Brei ribbelst over alle st met Cotton Viscose, en meerder tegelijkertijd 3 x 1 st aan weerskanten op het middenvoor naast de kantst in elke 3e nld. Kant bij een kraaghoogte van 3 cm af aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 1 st, 1 x 3 st en 1 x 4 st. Kant de resterende st af.

Gehaakte randjes: Haak langs de kraag met Cotton Viscose en haaknld 2.5 mm als volgt: 1 v, *3 l, sla 1 st over, 1 v in de volgende st*, herhaal van *-*.

Sluit de mouwnaden met de kantst als naadtoeslag en sluit de openingen onder de mouwen. Zet de knopen van op de overgang tussen de bies en het voorpand.

Telpatroon

symbols = Pelliza: r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = Cotton Viscose: r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = Cotton Viscose: av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Marit wrote:

Når det er raglansfelling og skal felle foreks. 25 masker på berestykke Skal dei 8 maskene på raglanfellingene telle med?

26.09.2020 - 10:38

DROPS Design answered:

Hei MArit. Litt usikker på hvor du er i oppskriften, men når du har satt ermene på sammen pinne som bolen skal det felles til raglan. Det felles 8 masker pr gang det felles til raglan, se oppsrkiften på hvor ofte og hvor mange masker det skal felles. God Fornøyelse!

28.09.2020 - 11:47

country flag Diane Scott wrote:

Where do I find diagram M1

12.05.2016 - 13:45

DROPS Design answered:

Hi Diane. At the bottom of the pattern (if you scroll down)

12.05.2016 - 13:56

country flag Drops Design France wrote:

Bonjour J. Teboul, Il faut bien tricoter 16 rangs point mousse pour le bas des manches et 6 seulement pour le bas du gilet. Pour le diagramme 1 carré = 1 m x 1 rang. Bon tricot !

26.10.2011 - 21:28

country flag J. Teboul wrote:

Pour les manches,tricoter 16 rangs au point mousse.Il semblerait que ce soit plutôt 6 rangs comme pour les dos et devants.D'autre part je pense que le diagramme du point n'est pas très explicite quant au nombre de rangs 1 ou 2 sur un petit carré? merci de préciser

26.10.2011 - 15:16

country flag J. Teboul wrote:

Pour les manches,tricoter 16 rangs au point mousse.Il semblerait que ce soit plutôt 6 rangs comme pour les dos et devants.D'autre part je pense que le diagramme du point n'est pas très explicite quant au nombre de rangs 1 ou 2 sur un petit carré? merci de préciser

26.10.2011 - 15:16

country flag Drops Design wrote:

Mønster M1 finner du øverst til høyre når du åpner diagrammet. Velg "se diagram" under garninnhold. Lykke til!

28.03.2006 - 13:55

country flag Gulli Hovland wrote:

Jeg lurer på hvor mønster M1 finnes. Takk

28.03.2006 - 12:37