DROPS Passion
DROPS Passion
60% merinoswol, 25% viscose, 15% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Baby 11-14
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 – 24 maanden
Maat in cm: 50/56 – 62/68 – 74/80 -86/92
Materialen: DROPS Passion van Garnstudio,
Vestje/Truitje:
150-150-200-200 gr nr. 08, lavendelblauw
Muts:
50-50-50-50 gr nr. 08, lavendelblauw

Of gebruik:
DROPS Air van Garnstudio
Vestje/Truitje:
100-100-150-150 gr. nr. 15, paarse mist / 09 marineblauw
Muts:
50-50-50-50 gr. nr. 15, paarse mist / 09 marineblauw

DROPS 6 witte geleiknopen, nr. 620 voor het vestje, en 2 voor het truitje.
DROPS rondbreinld en breinld 5.5mm
DROPS breinld 5 mm (voor de muts)

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Passion
DROPS Passion
60% merinoswol, 25% viscose, 15% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: Vestje/truitje: 16 st x 21 nld met breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Muts: 17 st x 22 nld met breinld 5 mm = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): brei alle nld recht.

Patroon: Zie teltekeningen M.1 en M.2. De teltekeningen geven alle nld van het patroon weer op de goede kant.

Knoopsgat (geldt voor het vestje): Maak 5 knoopsgaten in het rechter voorpand op de goede kant. 1 knoopsgat = kant de 3e st vanaf het middenvoor af en zet in de volgende nld hierboven 1 nieuwe st op. Maak knoopsgaten als volgt:
Maat 1/3 maanden: 1, 6, 11, 17 en 22 cm
Maat 6/9 maanden: 1, 7, 12, 18 en 23 cm
Maat 12/18 maanden: 1, 7, 13, 20 en 26 cm
Maat 24 maanden: 1, 8, 15, 22 en 28 cm
NB! Er komt ook een knoopsgat in het halsboord.

VESTJE:

Voor- en achterpand: Brei het vestje heen en weer op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet 84-94-104-116 st op (incl. 4 kantst aan weerskanten langs het middenvoor, die tot de vereiste afmetingen in ribbelst worden gebreid) met Passion of Air op breinld 5.5 mm en brei M.1 met 4 kantst aan weerskanten – denk aan de knoopsgaten in het rechter voorpand. Brei na M.1 verder in tricotst. Brei bij een hoogte van 16-17-19-21 cm, de volgende nld als volgt op de goede kant: brei 19-22-24-27 st (= voorpand), kant 6 st af voor het armsgat, brei 34-38-44-50 st (= achterpand), kant 6 st af voor het armsgat, brei 19-22-24-27 st (= voorpand). Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Zet 24-26-28-28 st op met Passion of Air op breinld 5.5 mm. Brei M.1 en brei hierna de rest van de mouw in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 3 cm 5-6-6-8 x 1 st aan weerskanten in elke 5e nld = 34-38-40-44 st. Kant bij een hoogte van 15-17-18-23 cm 4 st af aan weerskanten voor het armsgat = 26-30-32-36 st. Brei de andere mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde breinld als de panden boven de afgekante st van de armsgaten = 124-142-156-176 st. Brei verder volgens M.2 met de kantst in ribbelst. Minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeelt 6-6-7-7 x 12-14-14-16 st in elke 4 nld (minder steeds in een nld tricotst op de goede kant, en minder niet tussen de kantst) = 52-58-58-64 st. Minder bij een hoogte van 27-29-32-35 cm gelijkmatig verdeeld 10-12-10-12 st = 42-46-48-52 st. Brei 4 nld ribbelst over alle st, en maak tegelijkertijd een knoopsgat boven de anderen in het rechter voorpand. Kant af.

Afwerking: Sluit de mouwnaden en sluit de openingen onder de mouwen. Zet de knopen aan.




TRUITJE:

Voor- en achterpand: Brei het truitje in het rond met de rondbreinld vanaf het middenvoor. Zet 80-90-100-112 st op met Passion of Air op breinld 5.5 mm en brei M.1. Brei na M.1 verder in tricotst. Brei bij een hoogte van 16-17-19-21 cm, de volgende nld als volgt op de goede kant: kant 6 st af voor het armsgat, brei 34-39-44-50 st (= voorpand), kant 6 st af voor het armsgat, brei 34-39-44-50 st (= achterpand). Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Zet 24-26-28-28 st op met Passion of Air op breinld 5.5 mm. Brei M.1 en brei dan de rest van de mouw in tricotst. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 3 cm 5-6-6-8 x 1 st aan weerskanten in elke 5e nld = 34-38-40-44 st. Kant bij een hoogte van 15-17-18-23 cm 4 st af aan weerskanten voor het armsgat = 26-30-32-36 st. Brei de andere mouw. Plaats een merkdraad tussen de 2 middelste st aan de bovenkant van de linkermouw.

Pas: Zet mouwen op dezelfde breinld als de panden boven de afgekante st voor de armsgaten (zet de mouw met de merkdraad aan de linkerkant) = 120-138-152-172 st. Brei verder volgens M.2. Minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeelt 6-6-7-7 x 12-14-14-16 st in elke 4e nld (minder op de goede kant in een tricotstnld). Deel het werk tegelijkertijd na 4-4-5-5 minderingen op de linker middenschouder in tweeën voor het split (merkdraad) en brei de rest van het truitje heen en weer. Zet 4 nieuwe st op het achterpand bij het split en brei deze 4 st en 4 st op het voorpand in ribbelst. Maak tegelijkertijd na 1 cm 1 knoopsgat in het voorpand bij het split. Knoopsgat = kant de 3e st vanaf de kant af en zet hierboven 1 nieuwe st op in de volgende nld. Ga door met de minderingen zoals eerder beschreven maar minder niet boven de 4 split st aan weerskanten. Minder bij een hoogte van 27-29-32-35 cm gelijkmatig verdeeld 10-12-10-12 st = 42-46-48-52 st. Brei 4 nld ribbelst over alle st, en maak tegelijkertijd een knoopsgat boven het andere. Kant af.

Afwerking: Sluit de mouwnaden en de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de schouder.




MUTS:

Voor een hoofdomtrek van: 41-44-46-48 cm

Zet losjes 56-60-64-68 st op met breinld 5 mm en Passion of Air. Brei 10 cm ribbelst en ga hierna verder met tricotst. Minder bij een hoogte van 17-18-19-20 cm gelijkmatig verdeeld 9-10-10-11 st en herhaal deze mindering in elke 2e nld in totaal 5 keer = 11-10-14-13 st. Rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. Sluit de muts op het middenachter. Vouw de rand ca 6 cm naar buiten om en zet de omslag vast.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Stephanie wrote:

Guten Morgen, Ich hab eine Frage zum Pulli zum Schluss werden bei der kleinsten Größe zwei mal sechs Maschen abgekettet. Müsste dann nicht das Endergebnis 33M sein? "6 M für das Armloch abketten, 34-39-44-50 M (= Vorderteil), 6 M für das Armloch abketten, 34-39-44-50 M (= Rückenteil)." Beste Grüße Stephanie

09.12.2023 - 09:16

DROPS Design answered:

Liebe Stephanie, beim Pullover sind die 80 Maschen so verteilt: 34 Maschen für das Vorder- und das Rückenteil und 6 Maschen beidseitig für die Armlöcher (34+6+34+6= 80 Maschen). Viel Spaß beim stricken!

11.12.2023 - 08:10

country flag Gudrun wrote:

Liebes DROPS-Team! Sie schreiben: \"Die Wolle hat eine Tendenz dazu, sich zusammenzudrehen. Sie sollten die Wolle auseinanderdrehen, um ein gutes Resultat zu bekommen.\" Wie wird Wolle auseinandergedreht und wie oft muss ich das machen? Betrifft das die Wolle Air? Viele Grüße von Gudrun

14.01.2023 - 21:48

country flag Gudrun wrote:

Liebes DROPS-Team, unter "Tipp zum Stricken" steht: Die Wolle hat eine Tendenz dazu, sich zusammenzudrehen. Sie sollten die Wolle auseinanderdrehen, um ein gutes Resultat zu bekommen. Das verstehe ich nicht. Wie muss ich die Wolle auseinanderdrehen? Viele Grüße von Gudrun

29.12.2022 - 23:01

country flag Michelle Campbell wrote:

On the hat, will you please explain what this means? "...on every other row a total of 5 times = 11-10-14-13 sts. I do not understand what you mean by stating = 11-10-14-13 sts. I realize that it means decreasing, but unsure as to what the number of stitches means.

30.04.2021 - 19:01

DROPS Design answered:

Dear Michelle, those are the number of stitches you will have left over after doing all those decreases. Happy Knitting!

01.05.2021 - 00:26

country flag Sille wrote:

Hej I opskriften omkring aflukning til knaphul, står der at man skal lukke 3 af for hvert hul, og slå 1 op på næste pind. Giver dette det rigtige maskeantal? Og er det rigtigt forstået?

10.01.2021 - 19:14

DROPS Design answered:

Hej Sille, nej du lukker 3. (tredje) maske af (ikke 3 masker). God fornøjelse!

15.01.2021 - 15:54

country flag Lilly wrote:

Pullover-Teilung an der Schulter: beim Teilen/Wenden bin ich auf der linken Seite des Rückenteils. Werden die 4 Maschen dann auf links angeschlagen? Wie geht das? Oder schlage ich rechts an als Anfang der Krausrippen? Sind am Rückenteil 8 Maschen Krausrippen und am Vorderteil 4? Es heißt nach dem Anschlagen von 4 Maschen, 4 M Krausrippe auf jeder Seite des Schlitzes weiter stricken. Gleichzeitig nach 1 cm 1 Knopfloch : nach 1cm Krausrippenhöhe? Vielen Dank schon im Voraus!

03.11.2020 - 17:53

DROPS Design answered:

Liebe Lilly, wenn Sie die Passen teilen sollen Sie 4 neuen Maschen am Ende der 2 ersten Reihen anschlagen, diese 4 neuen Maschen stricken Sie jetzt krausrechts - und die anderen Maschen wie zuvor, dh es sind 4 Maschen kraus rechts am Anfang der Hinreihe (= Schulter) und auch 4 Maschen kraus rechts am Ende der Hinreihen (= am Rückenteil)- 1 cm nach dieser Teilung stricken Sie 1 Knofloch. Viel Spaß beim stricken!

04.11.2020 - 08:48

country flag Karine wrote:

Hei. Finnes denne i størrelse 4 år også? Hvis ikke, har dere forslag til en annen oppskrift der jeg kan strikke samme mønster/diagram?

08.10.2019 - 20:07

DROPS Design answered:

Hei Karine, Det finnes mange oppskrifter for barn i vår samling, bare skriv barnegenser i søk-boksen og velg den du liker best. God fornøyelse!

09.10.2019 - 12:32

country flag Janet wrote:

What does (ref MT) mean in this sentence? At the same time after 4-4-5-5 dec divide the piece on mid left shoulder for slit (ref MT)

19.02.2019 - 14:02

DROPS Design answered:

Dear Janet, after you have decrease 4-4-5-5 times, divide piece where you added the marker on left shoulder and continue working back and forth casting on 4 new sts on each side for the button bands. Happy knitting!

19.02.2019 - 15:19

country flag Eva Wahlbeck wrote:

Det står att man ska öka vart femte varv i båda sidorna på ärmen, betyder det, att man räknar ökningsvarvet som varv ett? Det blir konstigt, då man ska göra ökningar på avigsidan,

02.02.2019 - 15:23

DROPS Design answered:

Hej, det blir 4 varv mellan ökningarna, så varannan gång görs då ökningarna från avigsidan.

18.02.2019 - 17:51

country flag Peppis wrote:

Hur dan ökning ska man göra?\\r\\nDe blev snett på ena sidan och rakt på andra.

27.06.2018 - 21:13