DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.42€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Little Hadrien

DROPS Jasje met capuchon en maillot in Boordst van “Safran”. Dekentje van “Karisma”

DROPS Baby 11-9
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 – 24 maanden
Maat in cm: 50/56 – 62/68 – 74/80 - 86/92
Door het boordst patroon, lijkt de maillot een beetje kleiner dan de afmetingen van de schematekening aangeven.
Materialen: DROPS Safran van Garnstudio,
Jasje:
150-200-250-250 gr nr. 18, naturel
Maillot:
150-150-150-200 gr nr. 18, naturel
Beide:
300-300-350-400 gr nr. 18, naturel

DROPS Rondbreinld, breinld en sokkenbreinld 2.5mm
DROPS Houten knoop, nr. 503: 5 stuks.
Ca 50-60 cm elastiek voor de maillot.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 9.42€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 25 st x 34 nld met breinld 2.5mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer op de breinld): Alle naalden recht breien

Boordst 1: *2 r, 2 av*, herhaal van*-*.

Boordst 2: *3 r, 3 av*, herhaal van*-*.

Patroon: Zie teltekening M.1 – M.3. De teltekeningen zijn weergegeven op de goede kant.

Tips voor het minderen (geldt voor de maillot): Minder aan weerskanten van de 3 ribbelst op het middenvoor. Minder door 2 av samen te breien.

Tips voor het meerderen (geldt voor de maillot): Meerder aan weerskanten van de 3 r st midden achter. Meerder door het dwarsdraadje van de vorige nld op te nemen en dit verdraaid av te breien.

JASJE:

Achterpand: Zet 68-74-80-92 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met rondbreinld 2.5 mm en Safran. Brei M.1 en ga vervolgens door met tricotst. Brei bij een hoogte van 11-12-15-18 cm M.2 en brei dan de rest van het werk volgens M.3 met 1 kantst in ribbelst aan weerskanten. Kant tegelijkertijd, bij een hoogte van 16-17-20-23 cm af voor het armsgat aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1-1-1-2 x 2 st en 4-4-4-5 x 1 st = 50-56-62-68 st. Brei verder volgens M.3 met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst. Kant bij een hoogte van 26-28-32-36 cm de middelste 20-24-26-32 st af voor hals en kant hierna nog 2 st af aan weerskanten van de hals in de volgende nld = 13-14-16-16 st voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 27-29-33-37 cm.

Rechter voorpand: Zet 32-38-44-50 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 1 kantst langs het middenvoor) met rondbreinld 2.5 mm en Safran. Brei M.1 en brei verder in tricotst. Brei bij een hoogte van 11-12-15-18 cm M.2 en brei de rest van het werk volgens M.3 met 1 kantst in ribbelst aan weerskanten. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 16-17-20-23 cm af voor het armsgat in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1-1-1-2 x 2 st en 4-4-4-5 x 1 st = 23-29-35-38 st. Kant bij een hoogte van 23-24-28-31 cm 6-8-12-13 st af op het middenvoor voor de hals en kant hierna af voor de hals in elke 2e nld: 1-2-2-3 x 2 st en 2-3-3-3 x 1 st = 13-14-16-16 st over voor de schouder. Kant af bij een hoogte van 27-29-33-37 cm.

Linker voorpand: Zet op en brei zoals het rechter voorpand in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 44-46-48-50 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 2.5 mm en Safran. Brei M.1 en vervolgens M.3 met 1 kantst in ribbelst aan weerskanten. Meerder tegelijkertijd na M.1 6-7-9-10 x 1 st aan weerskanten in elke 7-6-6-7 nld = 56-60-66-70 st – brei de gemeerderde st gaandeweg mee in patroon. Kant bij een hoogte van 16-17-20-24 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st, 2-3-3-3 x 2 st, 4-3-3-4 x 1 st, 2-2-2-3 x 2 st. En vervolgens steeds 3 st aan weerskanten tot het werk een hoogte heeft van 22-23-26-31 cm. Kant de resterende st af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Linker voorbies: Neem ca 60-80 st op (deelbaar door 4) langs het linker voorpand met breinld 2.5 mm en Safran. Brei Boordst-1 met 1 st in ribbelst en 2 r aan weerskanten. Kant af in patroon als de bies een hoogte heeft van 2 cm.
Rechter voorbies: Neem st op en brei zoals de linkerbies en maak na 1 cm, gelijkmatig verdeeld 5 knoopsgaten – het onderste en bovenste knoopsgat komt ca 1 cm van de boven- en onderkant. 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet hierboven 2 nieuwe st in de volgende nld.
Capuchon: Neem ca 64 tot 88 st op langs de hals (ook boven de knoopbiezen) met breinld 2.5 en Safran. Brei 1 nld r, en zet tegelijkertijd 12 nieuwe st op aan weerskanten en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld naar een totaal van 108-114-120-126 st. Brei door volgens M.3 met 12 st aan weerskanten in ribbelst. Kant af bij een hoogte van ca 21-23-25-27 cm – d.w.z. na een volledige herhaling van M.3. Sluit de capuchon aan de bovenkant. Vouw de 12 ribbelst om naar de goede kant en zet de omslag vast met mooie kleine steekjes.

Zet de mouwen in het vest. Sluit de zij- en mouwnaden met de kantst als naadtoeslag. Zet de knopen aan het jasje.




MAILLOT:

De maillot wordt van boven naar beneden gebreid.

Zet 132-144-156-168 st op met rondbreinld 2.5 mm en Safran en brei Boordst-2. Plaats een merkdraad in het midden van de 3 r st op het middenvoor en middenachter, er zitten 65-71-77-83 st tussen de merkdraden. Minder bij een hoogte van 12-13-15-16 cm aan weerskanten van de merkdraad aan de voorkant en meerder aan weerskanten van de merkdraad aan de achterkant – zie de tips voor het meerderen en minderen – als volgt: minder in elke 4e nld in totaal 6 keer en meerder in elke 4e nld in totaal 6 keer – brei de eerste 3 gemeerderde st r en de volgende 3 gemeerderde st av = 132-144-156-168 st. Kant bij een hoogte van 20-21-23-24 cm de middelste 3 st op de voor- en achterkant. Zet de st van het linker beentje (in het dragen) op een hulpdraad en brei de beentjes afzonderlijk verder.

Rechter been: Zet de st van het rechter beentje op sokkenbreinld 2.5 mm = 65-71-77-83 st. Brei Boordst-2 in het rond, en zet tegelijkertijd 7 nieuwe st op tussen de afgekante st van de voor- en achterkant = 72-78-84-90 st. Minder bij een hoogte van 35-39-43-48 cm alle 3 av naar 2 av en alle 3 r naar 2 r= 48-52-56-60 st. Brei 3 cm in Boordst-1. Zet dan de achterste 36-40-40-44 st op een hulpdraad. Brei 4-5-6-7 cm tricotst heen en weer over de resterende 12-12-16-16 st op het middenvoor, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 4 st in de laatste nld = 8-8-12-12 st. Zet de 36-40-40-44 st van de hulpdraad terug op de breinld en neem 10-12-14-16 st op aan weerskanten van het werk in tricotst = 64-72-80-88 st. Brei 2-2-3-3 cm Boordst-1 en kant alle st af behalve de 10-10-12-12 middenvoor. Brei 10-11-12-14 cm tricotst op deze st = zooltje. Kant af.

Linker beentje: Brei zoal het rechter beentje.

Afwerking: Naai de opening tussen de beentjes dicht en zet het zooltje aan de zijkant van de voet . Vouw aan de bovenkant 2 cm om naar binnen en zet deze omslag vast, laat een klein stukje open om het elastiek door te rijgen.




DEKENTJE:

Zie patroon nr. 11-25

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 24.11.2021
Correctie, MAILLOT:...Minder bij een hoogte van 12-13-15-16 cm aan weerskanten van de merkdraad aan de voorkant en meerder aan weerskanten van de merkdraad aan de achterkant...

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (39)

country flag Ss wrote:

How do I knit the hood. Do I cast on 12 then pick up from front and back and front and avast on 12?

14.11.2020 - 10:27

DROPS Design answered:

Dear Ss, you first knit up all stitches around neckline from the right side, at the end of this row, cast on 12 new stitches, turn, purl next row from WS adjusting the number of sts to 108-114-120-126 sts and casting on 12 sts at the end of this row (this means you should have 84-90-96-102 sts between the new 12 sts sts on each side). Happy knitting!

16.11.2020 - 07:53

country flag Nieves Rivero wrote:

Como cierro la orilla para que quede bien rematado?

05.10.2020 - 12:02

DROPS Design answered:

Hola Nieves, Mira los videos AQUI y AQUI. Buen trabajo!

19.11.2020 - 11:43

country flag Susann wrote:

Hej, i det här mönstret och något annat hänvisar ni till FILT I KARISMA SUPERWASH modell 25. Men jag kan inte hitta det mönstret. Var finns det?

19.02.2020 - 17:52

DROPS Design answered:

Hej Susann, Här hittar du filten: DROPS BABY 11-25

20.02.2020 - 08:17

country flag Rachel MacInnes wrote:

I am about to start the left front edge and I watched the tutorial video on how to pick up stitches. The video instructs you to pick up one stitch for every hole, but that would be roughly 120 stitches and the range given in the pattern is 60-80. I am knitting the 24 month size so I was planning to aim for 80 stitches, but now I am afraid I need more as I don't want the joint to look bad, or have the edge pulling the sweater short in the middle. What do you recommend?

26.11.2019 - 23:50

DROPS Design answered:

Dear Mrs MacInnes, you can try picking up approximately 3 sts for every 4 rows or 2 sts for every 3 rows; when all stitches have been picked up, you can always adjust the number of stitches on first row from WS increasing or decreasing evenly, making sure your number of stitches is divisible by 4 + 2 (to get 1 edge st + K2 in each side). Happy knitting!

27.11.2019 - 08:08

country flag Marga wrote:

Moet de rand van capuchon helemaal vast gezet worden, of alleen de stukjes aan de voorkant, de omslag (De 12 rechte bedoel ik dat mee)

09.10.2019 - 18:29

DROPS Design answered:

Dag Marga,

Het is de bedoeling dat je het alleen vast zet aan de bovenkant, maar het hangt er ook een beetje vanaf wat je zelf het leukst vindt :)

11.10.2019 - 20:00

country flag Anna wrote:

Buon giorno Come mai non è in italiano?

02.10.2019 - 16:27

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna. Tradurremo il modello in italiano appena possibile. Buon lavoro!

02.10.2019 - 16:35

country flag Rachel MacInnes wrote:

Hi, I am wondering what length of circular needle is best for this pattern? It is usually given, but does not seem to be listed in this case. I am planning to knit the 24 months size if that makes a difference. Thanks

24.09.2019 - 02:40

DROPS Design answered:

Dear Mrs MacInnes, the jacket is worked in different pieces worked back and forth, so that the length of circular needle is not that important. Trousers are worked in the round, the circular needle should always be somewhat smaller than the circomference of piece, so that a 60 cm (or even 40 cm) would be fine for size 2 years. Happy knitting!

24.09.2019 - 10:39

country flag Päivi Alison wrote:

I made this jacket for a newborn and love it! I showed it to my daughter in Australia on FaceTime and she thinks it would be lovely for my granddaughters (20 months and 71/2 years). If I got measurements for shoulders, sleeves, chest and length of jacket could someone alter the pattern for an older girl? She is very tall and slim (takes 9 year old sizes)! Obviously I can use the 24mth size for my younger granddaughter. I’ve made a few jumpers for them in Safran, it’s good for Oz winter!

07.05.2019 - 11:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Alison, with the help of measurement chart, you can find the matching size for the youngest one. For the oldier one, you can also take inspiration from our knitted jacket with hood for children. Happy knitting!

07.05.2019 - 13:26

country flag Trish Nortier wrote:

I chose this pattern as I felt I could do it on straight needles. I am confused though by the number of stitches. If I started with 68 stitches and I decrease 3sts on 2 rows (6), 2 sts on 2 rows (4), 1 st on 4 rows (4) = 14 decreases. I end with 54 stitches - how do you get 50 left?

14.04.2019 - 14:31

DROPS Design answered:

Hello Trish. For armholes, you decrease each side: 3 sts once, 2 sts once and 1 st four times. That makes: 3 + 2 + 4 = 9 sts each side, and 9 x 2 = 18 sts on both sides. Starting with 68 sts, after all the decreases you are left with 68 - 18 = 50 sts. Happy knitting!

14.04.2019 - 14:50

country flag Fran Ordway wrote:

I am about to cast on 68 stitches for the back of the smallest size. (66 stitches knit in M-1 if I don\'t include the edge stitches). M-1 ( and all the patterns) are a 12 stitch repeat. How do I make the math work with that. Love your patterns.

06.12.2018 - 17:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ordway, work the 68 sts as follows: 1 edge st in garter st, repeat the 12 stitches a total of 5 times (= over the next 60 sts), then work the first 6 sts in diagram, and finish with 1 edge st in garter st. Happy knitting!

07.12.2018 - 08:32