DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 11-6
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 – 24 maanden
Maat in cm: 50/56 – 62/68 – 74/80 -86/92
Materialen: DROPS Baby Merino van Garnstudio,
Vestje en muts:
Beide kleur versies:
100-100-100-150 gr nr. 02 naturel
50-50-50-50 gr nr. 17 beige
+
Blauwe kleurversie:
50-50-50-50 gr nr. 11, ijsblauw
50-50-50-50 gr nr. 30, blauw
Roze kleurversie:
50-50-50-50 gr nr. 08, fuchsia
50-50-50-50 gr nr. 34, heide
De aanwijzingen voor het blauwe setje staan voor de ( ), en voor het roze setje tussen ( ).

DROPS Rondbreinld en sokkenbreinld 2 en 2.5mm
DROPS Knoop, nr. 620 (blauw/roze): 5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 25 st x 34 nld met breinld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie teltekeningen M.1 t/m M.5 (M.6 t/m M.10). De teltekeningen geven het patroon weer op de goede kant.

VESTJE:

Voor- en achterpand: Brei na de vouwlijn in het rond met de rondbreinld en knip de armsgaten en het middenvoor later open. Zet 123-147-159-183 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten van het middenvoor) met rondbreinld 2 mm en blauw (fuchsia). Brei 5 nld in tricotst en 1 nld av (= vouwlijn) – meet het werk verder vanaf hier. Wissel naar rondbreinld maat 2.5 mm en ga verder volgens M.1 (M.6), en zet tegelijkertijd 3 nieuwe st op, op het middenvoor (deze 3 st + 2 kantst = 5 st die later doorgeknipt worden, worden in tricotst gebreid tot de vereiste afmetingen) = 126-150-162-186 st. Brei na M.1 (M.6) 1.5-1.5-2-2 herhalingen van M.2 (M.7) en ga hierna verder met M.3 (M.8 – brei de 1e nld van M.8 de eerste keer met blauw (fuchsia) en daarna met ijsblauw (heide) tot de vereiste afmetingen. Brei tegelijkertijd, bij een hoogte van 16-17-19-20 cm de volgende nld als volgt op de goede kant: 5 st om door te knippen, brei 29-35-38-44 st (= voorpand), kant 1 st af voor het armsgat, brei 61-73-79-91 st (= achterpand), kant 1 st af voor het armsgat, brei 29-35-38-44 st (= voorpand) = 124-148-160-184 st. Zet in de volgende nld 5 nieuwe st op boven de afgekante st aan weerskanten deze st worden laten opengeknipt voor het armsgat en worden in tricotst gebreid) = 134-158-170-194 st. Kant bij een hoogte van 22-24-26-28 cm de middelste 13-15-15-19 st van het voorpand af (incl. de 5 st om door te knippen) voor de hals = 121-143-155-175 st. Brei de rest van het werk heen en weer. Minder aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 2 x 2 st en 3-3-4-4 x 1 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 24-26-29-31 cm de middelste 21-23-25-29 st van het middenachter af voor de hals Minder daarna 2 x 1 st aan weerskanten van de hals in elke 2e nld. Kant de resterende 41-51-55-63 st af voor de schouder (incl. de 5 st om door te knippen) bij een hoogte van 26-28-31-33 cm.

Mouw: Zet 36-36-42-42 st op met sokkenbreinld 2 mm met blauw (fuchsia). Brei 5 nld tricotst en 1 nld av (= vouwlijn). Meet het werk verder vanaf hier.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat!
Wissel naar sokkenbreinld 2.5 mm en brei M.1 (M.6). Brei verder in tricotst met naturel tot een hoogte van 14-14-17-20 cm, brei 1 herhaling van M.4 (M.9) en brei de rest van de mouw met naturel. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 4 cm 7-10-9-12 x 2 st op de middenondermouw als volgt:
Maat 3/6 maanden: afwisselend in elke 7e en 8e nld
Maat 6/9 maanden: in elke 5e nld
Maat 12/18 maanden: in elke 7e nld
Maat 24 maanden: in elke 6e nld
= 50-56-60-66 st. Brei bij een hoogte van 19-19-22-25 cm averechte tricotst heen en weer vanaf de middenondermouw (= beleg over het afgeknipte randje van de panden). Kant af als het belegje 1 cm hoog is.

Afwerking: Rijg een draad door het midden van de 5 st om door te knippen op het middenvoor en aan de zijkanten. Maak met de naaimachine 2 naden aan weerskanten van de rijgdraad, 1e naad = ½ st vanaf de rijgdraad, 2e naad = ½ st naast de 1e naad. Knip het middenvoor en de armsgaten open. Sluit de schoudernaden.

Linker voorbies: Neem ca 60 tot 72 st op (deelbaar door 6) langs het linker voorpand met breinld 2 mm en beige en brei M.5 (M.10), 1 nld av op de goede kant (= vouwlijn) en brei 7 nld tricotst met blauw (fuchsia). Kant af. Vouw de bies naar binnen en zet hem vast.

Rechter voorbies : Neem op en brei zoals beschreven voor de linkerbies en maak na 3 nld gelijkmatig verdeeld 4 knoopsgaten – het onderste ca 1 cm vanaf de onderkant en de bovenste ca 4-5 cm vanaf de bovenkant (er komt ook een knoopsgat in de halsboord). 1 knoopsgat: kant 2 st af en zet hierboven in de volgende nld 2 nieuwe st op. Maak ook knoopsgaten in het biesbeleg na de vouwlijn.

Halsboord: Neem ca 61 tot 85 st op (deelbaar door 6 +1) langs de hals (ook boven de voorbiezen) met rondbreinld 2 mm en beige. Brei M.5 (M.10), en maak tegelijkertijd na 3 nld een knoopsgat boven de anderen in de voorbies. Brei na M.5 (M.10) 1 nld av op de goede kant (= vouwlijn) en brei 7 nld in tricotst met blauw (fuchsia). Denk aan het knoopsgat in het halsbeleg na de vouwlijn. Kant af, vouw de boord naar binnen en zet hem vast.

Zet de mouwen in het vestje en naai vervolgens het randje van de mouwen over de afgeknipte randen van de panden. Vouw het beleg aan de onderkant van de mouwen naar binnen en zet het vast. Zet de knopen aan het vestje.




MUTS:

Voor een hoofdomtrek van: 40/42 – 44/46 – 48/50 cm.

Boordst: *1 r, 1 av*, herhaal van *-*.

Zet 96-108-120 st op met sokkenbreinld 2 mm en blauw (fuchsia). Brei 5 nld Boordst. Wissel naar sokkenbreinld2.5 mm en brei verder als volgt: M.1 (M.6), een halve herhaling van M.2 (M.7), 1 nld van M.3 (M.8) en brei de rest van de muts met naturel en in tricotst. Minder bij een hoogte van 10-11-12 cm gelijkmatig verdeeld 12-14-16 st. Herhaal deze mindering in totaal 4 x in elke 4e nld = 48-52-56 st. Brei bij een hoogte van ca 14-15-16 cm alle st 2 aan 2 samen. Rijg de draad door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft een hoogte van ca 15-16-17 cm.




DEKENTJE:

Zie het patroon 11-25

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = beige
symbols = blauw
symbols = ijsblauw
symbols = fuchsia
symbols = heide
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Essi wrote:

Suomenkielisestä ohjeesta puuttuu hihaohjeesta M6(sininen) tai vastaava roosa kuvioohje kokonaan.Ohkeessa käsketään neuloa vain luonnonvalkoisella heti taotereunan jälkeen?Luin englanninkielisen ohjeen ja siinä oli kuvio hihan alareunaan.

20.06.2023 - 12:23

country flag Hanne Lundsgaard wrote:

Edison by Drops Design baby 11-6. 159 masker + 3 masker til opklipning = 162 masker. Mønsterrapport er på 12 masker det går ikke op i 162-5 masker hvad gør jeg med overskydende maske. Mønster bliver gentaget 13 gange når der ses bort fra 5 masker til opklipning.

25.08.2021 - 16:36

DROPS Design answered:

Hei Hanne. Om du strikker str. 12/18 må du strikke 13 rapporter av M.1 + de 3 første maske av M.1 = 12x13=156+de 3 første maske av M.1 = 159 masker + 3 oppklippsmasker = 159 + 3 = 162 masker. Mvh DROPS design

27.08.2021 - 11:16

country flag Vernique Paradis wrote:

A 22-24-26-28 cm de hauteur totale, pour l\'encolure devant les 13-15-15-19 m centrales (y compris les 5 mailles « steek ») = le mot manquant sil vous plait

09.08.2021 - 02:47

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Paradis, il fallait lire "rabattre" - le mot manquant a été ajouté, merci pour votre retour! Bonne continuation!

09.08.2021 - 08:41

country flag Veronque wrote:

. Terminer en allers retours sur l'aiguille circulaire, en rabattant pour l'encolure de chaque côté tous les 2 rangs : 2 fois 2 m et 3-3-4-4 fois 1 m. En même temps, à 24-26-29-31 cm de hauteur totale, rabattre pour l'encolure dos les 21-23-25-29 m centrales, puis 2 fois 1 m tous les 2 rangs. À 26-28-31-33 cm de hauteur totale, rabattre les 41-51-55-63 m restantes (y compris les 5 m « stune explication serait aprecie et le mot manquant a la phrase suivant ).

09.08.2021 - 02:46

country flag Hanneke Schuit wrote:

Ik wil dit vestje graag gewoon heen en weer breien. Dat kan toch wel? Moet ik dan die 5 steken gewoon weglaten?? vr.gr. Hanneke

01.10.2016 - 09:14

DROPS Design answered:

Hoi Hanneke. Ja, dat kan, ik zou dan wel 1 kantst opzetten aan beide zijkanten om later de st voor de voorbies in op te nemen.

03.10.2016 - 11:04

country flag Christine wrote:

Bonjour Je veux faire le modèle en 12/18 mois et je ne comprends pas comment commencer le motif M6 . Sachant que j'aurai 162 mailles sur mon aiguille circulaire dont 5 mailles steek. comment repartir le motif qui se déroule sur 12 mailles ? Par avance merci

30.09.2016 - 11:45

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, vous avez au total 157 m + 5 m steek: tricotez 13 x M.6 (= 13 x 12 m = 156 m), terminez par la 1ère m de M.6 (= 157 m) et tricotez les 5 m steek en jersey. Bon tricot!

30.09.2016 - 11:51

country flag Catherine wrote:

Bonjour. Que veux dire....continuer avec l aiguille circulaire 2, 5 et tricoter M1 (M6), .... je fait la première taille 1/3 ...il faut prendre lequel ?.?? Merci

19.02.2016 - 16:03

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, vous suivez le diagramme M1 à M5 dans la version bleue et les diagrammes M6 à M10 dans la version rose. Bon tricot!

19.02.2016 - 16:35

country flag Cecily wrote:

I have always admired this set. I would like to make the sweater and hat for my granddaughter who is 3 yrs old. What would I have to do to adjust the size?

30.11.2012 - 23:10

country flag DROPS Design NL wrote:

De 5 st moeten volgens het patroon doorgeknipt worden bij het afwerken. Kijk onder "Afwerking" voor de beschrijving. U kunt ook bij de video's kijken (Index) hoe u moet naaien en doorknippen. Ik hoop dat u hiermee verder kunt. Succes

21.09.2011 - 10:56

country flag Cynthia Hagen wrote:

Mijn probleem over dit patroon is middenvoor, daar heb ik ook de 5 extra steken die meegebreid is, wat doe ik daarmee? dat staat niet beschreven in de beschrijving van het patroon.waar moet dat in verwerken?

21.09.2011 - 00:21