DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 105-11
Maat: XS/S - M - L - XL/XXL - XXXL
Materialen: DROPS Muskat
350-400-450-500-600 gr nr. 60, lichtblauw.

DROPS Rondbreinaald 3,5 mm (80 cm) – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 22 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
1 herhaling van teltekening M.1 = ca 6½ cm breed.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Motief: Zie de teltekeningen M.1, M.2 en M.3.
De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant.

Panden: De trui wordt in het rond gebreid op de rondbreinld.
Zet 168-196-224-252-280 st losjes op met rondbreinld 3,5 mm. Brei 1 nld av en 1 nld r. Brei ca 24-26-26-28-28 cm in het rond volgens teltekening M.1 (eindig na een complete herhaling van de teltekening). Brei de volgende 3 nld als volgt: * M.2 (= 14 st), tricotst over de volgende 14 st *, herhaal *-*. Als teltekening M.2 voltooid is, staan er 156-182-208-234-260 st op de breinld.
Plaats 1 merkdraad aan weerskanten van de trui als volgt:
Maat XS/S: Plaats 1 merkdraad in de 1e st van de nld en 1 merkdraad in de 79e st van de nld.
Maat M: Plaats 1 merkdraad tussen de laatste en eerste st van de nld, en 1 merkdraad tussen de 91e en de 92e st van de nld.
Maat L: Plaats 1 merkdraad in de 1e st van de nld en 1 merkdraad in de 105e st van de nld.
Maat XL/XXL: Plaats 1 merkdraad tussen de laatste en eerste st van de nld, en 1 merkdraad tussen de 117e en de 188e st van de nld.
Maat XXXL: Plaats 1 merkdraad in de 1e st van de nld en 1 merkdraad in de 131e st.
De merkdraad wordt op de verschillende maten tussen twee st of in één st geplaatst, omdat er 1 st in het middenvoor moet komen.
Lees a.u.b. het volgende stuk zorgvuldig door, voordat u verder gaat met het breien!
Brei door in tricotst.
Let op de steekverhouding!
Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 26-27-28-29-30 cm 6 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden in elke 5e nld = 180-206-232-258-284 st.
Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 34-35-36-37-38 cm teltekening M.3 in het middenvoor – zie de middelste st op de teltekening en tel vanaf hier, zodat het motief precies in het midden van het voorpand komt. De overige st in tricotst breien.
Brei na teltekening M.3 alle st in tricotst.
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 40-41-42-42-42 cm 5-6-7-8-9 st af voor de armsgaten aan weerskanten als volgt: Maat XS/S: de st met de merkdraad + 2 st aan weerskanten van deze. Maat M: 3 st aan weerskanten van beide merkdraden. Maat L: de st met de merkdraad + 3 st aan weerskanten van deze. Maat XL/XXL: 4 st aan weerskanten van beide merkdraden. Maat XXXL: de st met de merkdraad + 4 st aan weerskanten van deze. De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Voorpand: = 85-97-109-121-133 st. Brei door in tricotst en volgens teltekening M.3 (tot deze voltooid is). Kant tegelijkertijd af aan weerskanten voor beide armsgaten in elke 2e nld als volgt (dwz aan het begin van elke nld): 0-1-2-2-3 x 3 st, 1-1-2-4-5 x 2 st en 3-4-3-4-4 x 1 st.
Plaats tegelijkertijd bij een hoogte van 45-46-47-48-49 cm de middelste 15-15-17-17-19 st op 1 draad voor de hals. Kant daarbij af aan beide halskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st en 5 x 1 st. Als het afkanten voor beide armsgaten en de hals voltooid is, staan er 18-20-21-22-22 st op de breinld voor elke schouder. Brei door in tricotst, maar de eerste st aan weerskanten (= kantst) in ribbelst breien. Kant bij een totale hoogte van 58-60-62-64-66 cm de resterende st af.

Achterpand: Kant af aan weerskanten voor de armsgaten zoals voor het voorpand = 75-79-83-85-87 st. Brei door in tricotst met 1 ribbelst aan de weerskanten tot een hoogte van 54-56-58-60-62 cm. Kant nu de middelste 31-31-33-33-35 st af voor de hals. Kant daarbij af aan beide halskanten in elke 2e nld: 1 x 2 st en 2 x 1 st = 18-20-21-22-22 st over op elke schouder. Kant de st af bij een totale hoogte van 58-60-62-64-66 cm.

Mouwen: De mouwen worden heen en weer gebreid op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 51-54-57-63-66 st LOSJES op met rondbreinld 3,5 mm en Muskat. Brei 6 nld ribbelst. Brei de volgende nld als volgt (op de goede kant): * 1 r, brei 2 r in de volgende st, en brei nog 2 r in de volgende st *, herhaal *-* op de hele nld = 85-90-95-105-110 st. Brei door in tricotst. Kant na 2 nld tricotst 5 x 1 st af aan weerskanten in elke 2e nld = 75-80-85-95-100 st. Kant vanaf een hoogte van 8 cm af aan weerskanten van de mouw voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st, 4 x 2 st en 3-5-7-9-12 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 16-17-18-20-22 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale hoogte van ca 17-18-19-21-23 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.
Sluit de mouwnaden en naai de mouwen in de trui.

Halsboord: Neem ca 120 tot 140 st op rondom de hals met rondbreinld 3,5 mm.
Brei 1 nld av, 1 nld r, 1 nld av, 1 nld r en 1 nld av. Kant de st af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 07.03.2008
Panden: ...Brei ca 24-26-26-28-28 cm in het rond volgens teltekening M.1 ... ...Let op de steekverhouding!
Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 26-27-28-29-30 cm ... + Nieuwe tekst bij de teltekening.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst).
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant.
symbols = Op de goede kant: 2 st r samen breien. Op de verkeerde kant: 2 st av samen breien.
symbols = Op de goede kant: haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover. Op de verkeerde kant: 2 st verdraait av samen breien.
symbols = haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover.
symbols = 1 omslag
symbols = dit is geen st - sla dit hokje over
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 105-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (68)

country flag Marianne MøllerNielsen wrote:

1.pind i M1 jeg får for mange masker. Der er 4 omslag men kun 2 masker indtaget. Efterfølgende rækker, passer mønsteret så ikke i, og hver gang jeg strikker 1. Række øger jeg maskeantallet. Hvad er det jeg misser i dette diagram?

27.07.2022 - 10:13

DROPS Design answered:

Hej Marianne, jo på 3.pind i diagrammet strikker du mønsteret over 16 masker og på 5.pind tager du ind fra 16 masker til 14 masker igen, de sidste pinde i diagrammet strikkes over 14 masker. Sæt gerne et mærke imellem hver rapport. God fornøjelse!

04.08.2022 - 09:28

country flag Aase Bolvig Sørensen wrote:

Hvorfor har jeg for lidt masker når jeg har strikket mønster 2

17.06.2022 - 11:21

country flag Aase Bolvig Sørensen wrote:

Jeg har problemer med M1 række 9. Når jeg strikker den er der 1 maske for meget på hver side af "midter" masken

08.06.2022 - 13:16

DROPS Design answered:

Hej Aase, på pind nr 9 har du 14 masker (ifølge diagrammet) de skal strikkes således: 1r, omslag, 3r, omslag, 3 tages ind til 1, 1r, 3 tages ind til 1, omslag, 3r, omslag = ialt 4 omslag og 4 m taget ind. Sæt gerne 1 mærke imellem hver rapport af diagrammet. God fornøjelse!

08.06.2022 - 15:14

country flag Clasina wrote:

Wat moet ik doen bij een zwarr vakje: dit is geen steek, sla dit hokje over? In de toer eronder zijn gewone rechte steken gebreid, wat moet ik daarmee doen?

20.05.2022 - 08:44

DROPS Design answered:

Dag Clasina,

In de eerstvolgende steek van de toer eronder brei je de steek die na het zwarte vakje komt. Als het je het telpatroon uit zou knippen dan zou je ook de zwarte vakjes eruit knippen.

21.05.2022 - 16:01

country flag Gea Laninga wrote:

Ik heb dit patroon vroeger al eens gebreid op 2 naalden.dat zou ik nu ook graag weer doen komt het dan wel uit hoe moet je de achterkant dan breien. Averecht?

14.02.2022 - 18:33

DROPS Design answered:

Dag Gea,

Als je heen en weer breit, brei je inderdaad averecht op de verkeerde kant en recht op de goede kant. Zorg ervoor dat je steeds de even naalden in het telpatroon op de verkeerde kant breit en de oneven naalden op de goede kant.

17.02.2022 - 11:07

country flag Gea Laninga wrote:

Kun je dit patroon ook op 2 naalden breien.

14.02.2022 - 18:28

DROPS Design answered:

Dag Gea,

Ja, dat is wel mogelijk met dit patroon. Om een patroon aan te passen om op rechte naalden te breien hebben we een instructie gemaakt. Deze vind je hier.

17.02.2022 - 11:08

Harriet wrote:

What does sizes S, M, L, XL mean? What is the bust size for these letter sizing?

12.05.2016 - 09:05

DROPS Design answered:

Dear Harriet, you will find at the bottom of the pattern when scrolling down the page a measurement chart with all measurements for each size, in cm, taken flat from side to side. Compare these to a similar garment you have and like the shape to find out the matching size. Read more here. Happy knitting!

12.05.2016 - 09:21

country flag Edith Stein wrote:

The photo does not show 14 sts after each repeat of M.2. In a medium,you can't get from 182 stitches after the third row of M.2 to 206 stitches after increasing 4 stitches every 5th row, 5 more times for a total of 6 times. 182 is 13 stitches times 14 repeats which means the third row of M.2 should be decreased to 13 stitches not 12. Add 4 times 6 or 24 to 182 = 206 which is your ending stitch count. The 3rd row should be k6,yo, k2tog,k5 for a total of 13. The chart is incorrect.

20.06.2015 - 19:32

country flag Edith Stein wrote:

I don't understand the instructions for M.2. The first row results in 14 stitches. Should the next set of 14 be stockinette or should it be the same 14 stitches as M.2? The third row results in only 12 stitches since the beginning and end are blank and there are no yarn overs. How do I return to 14 stitches? Many thanks.

15.06.2015 - 05:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Stein, you work M.2 as follows: (M.2, 14 sts in stockinette), ie on first row you will have (14 sts in M.2, 14 sts in stockinette), on row 2, work all sts in M.2 in stockinette - on row 3 in M.2 work (M.2 =14 sts dec to 12 sts, 14 sts in stockinette). Happy knitting!

15.06.2015 - 10:52

country flag Sandra Jones wrote:

Can we get the comments in English?

23.03.2015 - 18:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Jones, you can use an online translator to get all comments in English. If you have a question, you are welcome to ask it here and/or get help from your DROPS store. Happy knitting!

24.03.2015 - 09:12