DROPS 104-6

DROPS Vest met plooien van ”Silke-Alpaca”. Brei dit vest met gewone mouwen of brei met wijde mouwen en plooien. Maat S t/m XXXL.

DROPS 104-6
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Silke-Alpaca van Garnstudio,
Mouwen en panden met plooien:
800-850-950-1050-1150-1250 gr nr. 9015, grijs
Met rechte mouwen in ribbelst:
750-800-900-1000-1100-1200 gr nr. 9015, grijs

DROPS Breinaald en rondbreinaald (80 cm) 4,5 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van 17 st x 22 nld tricotst = 10 x 10 cm. NB: Dit vest moet niet te los gebreid worden!
DROPS Breinaald en rondbreinaald (80 cm) 4 mm – voor de ribbelst.
DROPS Zilveren knoop nr. 529: - 3 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Tips Meten: Gezien het gewicht van het garen, moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt.

Ribbelst: Alle naalden recht breien.

Plooien: Zie teltekeningen M.1 en M.2. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.
LET OP! Beide teltekeningen bestaan uit 11 steken: 10 steken worden samen tot 5 steken gebreid + 1 r.

Boordst: * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-*.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. Kant af voor de knoopsgaten in het 4e, 6e en 8e av-deel vanaf de onderkant als de voorbies een hoogte van 3 cm heeft. 1 knoopsgat = kant de 2e av st af. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st.

Vest: Let op de steekverhouding! Lees Tips Meten! De panden van dit vest worden vanwege het grote aantal st, heen en weer op de rondbreinld gebreid. Dwz u zou dit ook met een gewone breinld kunnen breien.
Zet 174-210-222-258-302-322 st op met rondbreinld 4,5 mm en Silke-Alpaca. Brei 4 nld ribbelst – lees de instructie hierboven. Brei door in tricotst. Brei bij een hoogte van 20 cm de volgende nld als volgt – op de goede kant: 4 r, M.2 3-4-4-5-6-6 keer (= minder van 33-44-44-55-66-66 st naar 18-24-24-30-36-36 st), 12-8-14-10-10-20 r, M.1 3-4-4-5-6-6 keer, 10 r, M.2 3-4-4-5-6-6 keer, 12-8-14-10-10-20 r, M.1 3-4-4-5-6-6 keer en eindig met 4 r = 114-130-142-158-182-202 st. Plaats 2 merkdraden in het werk: De 1e draad na 28-32-35-39-45-50 st en de 2e draad na 86-98-107-119-137-152 st (achterpand = 58-66-72-80-92-102 st). Wissel naar breinld 4 mm en brei 10 nld ribbelst. Wissel weer naar breinld 4,5 mm en brei door in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 25 cm 7 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden (= 4 meerderingen per nld) op elke 1-1-1½-1½-1½-2 cm.
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 27 cm af voor de hals op het middenvoor als volgt: 9-9-10-11-11-12 x 1 st op elke 3 cm. Kant vervolgens bij een hoogte van 34-35-36-37-38-39 cm 3 st af aan weerskanten van beide merkdraden (= 6 st aan weerskanten). Elk deel wordt afzonderlijk verder gebreid.

Achterpand: = 66-74-80-88-100-110 st. Kant hierna af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 0-1-2-3-5-6 x 2 st en 1-2-2-3-4-6 x 1 st = 64-66-68-70-72-74 st. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm de middelste 18-18-20-22-22-24 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halskanten = 22-23-23-23-24-24 st over op beide schouders. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.

Voorpand: Kant steeds af aan de halskant, en kant daarbij ook af voor het armsgat aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand. Als het afkanten voltooid is, staan er in totaal 22-23-23-23-24-24 st op de breinld voor de schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.
Brei het andere voorpand op dezelfde manier, maar in spiegelbeeld.

Wijde mouwen met plooien: De mouwen worden heen en weer gebreid.
Zet 40-42-44-46-48-50 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4 mm en Silke-Alpaca. Brei 10 nld ribbelst. Wissel naar breinld 4,5 mm en brei door in tricotst, brei tegelijkertijd in de 1e nld tricotst 2 st in elke st = 80-84-88-92-96-100 st. Meerder in de volgende nld gelijkmatig verdeeld nog 10-17-13-20-27-34 st = 90-101-101-112-123-134 st.
Brei bij een hoogte van 34-32-30-29-27-26 de volgende nld als volgt – op de goede kant: 1 kantst, M.1 8-9-9-10-11-12 keer (= Minder van 88-99-99-110-121-132 st naar 48-54-54-60-66-72 st), 1 kantst = 50-56-56-62-68-74 st. Wissel naar breinld 4 mm en brei 10 nld ribbelst. Wissel weer naar breinld 4,5 mm en brei door in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 39-37-35-34-32-31 cm 7-5-7-6-5-5 x 1 st aan weerskanten op elke 1-2-1½-2-2½-3 cm = 64-66-70-74-78-84 st. Kant bij een hoogte van 48-47-46-46-45-45 cm af voor de mouwkop – zie de instructie hieronder na de beschrijving van de rechte mouwen.

Rechte mouwen met manchet in ribbelst: De mouwen worden heen en weer op de breinld gebreid.
Zet 40-42-44-46-48-50 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4 mm en Silke-Alpaca. Brei 10 nld ribbelst. Wissel naar breinld 4,5 en brei door in tricotst en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 6 st in de 1e nld tricotst = 46-48-50-52-54-56 st. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 9-9-10-11-12-14 x 1 st aan weerskanten op elke 4½- 4½-4-3½ -3-2½ cm = 64-66-70-74-78-84 st. Kant bij een hoogte van 48-47-46-46-45-45 cm af voor de mouwkop.

Mouwkop: Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st, 3-3-3-3-4-4 x 2 st en 0-2-3-3-3-4 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 54-55-55-55-56-57 cm, en kant dan 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale hoogte van ca 55-56-56-56-57-58 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden. Sluit de mouwnaden en naai de mouwen in het vest.

Voorbies: Neem 230 tot 260 st op met rondbreinld 4 mm rondom de hals en langs beide voorpanden. Brei 1 nld r op de verkeerde kant. Meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld naar een totaal van 255-267-279-291-303-315 m (het aantal st moet deelbaar zijn door 6 + 3) in deze nld.
Brei door als volgt: - vanaf de onderkant: 3 ribbelst, Boord * 3 av, 3 r *, en eindig met 3 av en 3 ribbelst. Kant af voor de knoopsgaten – lees de instructie hierboven.
Plaats bij een hoogte van 6 cm de eerste 36 st aan weerskanten op 1 draad. Brei vervolgens door en plaats tegelijkertijd nog 8 x 6 st van weerskanten op de draad in elke 2e nld. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 7 cm 1 st in elke r-herhaling en 12-14 cm naar beneden op elk voorpand. Zet, als er 84 st van weerskanten op de draad zijn geplaatst, alle st terug op de breinld. Brei 1 nld over alle st.
Kant vervolgens af in patroon. De voorbies is op het breedste deel ca 13 – 14 cm.

Telpatroon

symbols = Recht op de goede kant
symbols = zet 5 st op de kabelnld voor het werk, brei vervolgens de 5 x de 1e st van de kabelnld samen met de 1e st van de nld. (totdat alle st van de kabelnld zijn gebreid).
symbols = zet 5 st op een kabelnld achter het werk, brei vervolgens 5 x de 1e st van de kabelnld samen met de 1e st van de nld. (totdat alle st van de kabelnld zijn gebreid).
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 104-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (77)

country flag Grethe wrote:

Enchanting!!!

15.06.2007 - 11:45

country flag Anja Harms wrote:

Die muß man haben!

13.06.2007 - 08:45

country flag Turid Anita wrote:

Kjempe fin, denne har jeg lyst til å stikke!

11.06.2007 - 21:02

Susie wrote:

Fantastisk. Den skal med!!

11.06.2007 - 13:23

Malou wrote:

Den här är given till mig o mina döttrar.

08.06.2007 - 21:55

country flag Lena Eriksson wrote:

Så stilig den är, helt underbar.

08.06.2007 - 20:29

Lilian wrote:

Otroligt söt och ungdomlig modell

08.06.2007 - 20:18

country flag Karen wrote:

Supersød og anderledes - ikke noget "mormorstrik" her!

07.06.2007 - 22:37

Chaton wrote:

Tres tres jolie

06.06.2007 - 11:45

Anita wrote:

Fiiin!....

05.06.2007 - 22:50