DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 12-36
Muts:
Maat: 3/5 – 6/9 – 10/14 jaar.
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio
50-50-50 g kleur nr. 01, gebroken wit
50-50-50 g kleur nr. 49, lichtbruin
50-50-50 g kleur nr. 50, donkerbruin
DROPS sokkenbreinld 5 en 5.5 mm
DROPS Haaknaald 4

Wanten:
Maat: 3/5 – 6/9 – 10/14 jaar.
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio
50-100-100 g kleur nr. 49, lichtbruin
+ een restje gebroken wit en donkerbruin van de muts.
DROPS sokkenbreinld 4 en 5.5 mm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

MUTS:

Steekverhouding: 16 st x 20 nld met breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere breinaalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ribbelst (met de rondbreinld): *1 nld av, 1 nld r* herhaal van *-*.

Strepen: *6 nld gebroken wit, 6 nld donkerbruin, 6 nld lichtbruin*, herhaal van *-*.

Muts: Zet 70-77-84 st op met lichtbruin en breinld 5 mm. Brei 6 nld ribbelst. Wissel naar breinld 5.5 mm en ga verder in tricotst en het streeppatroon – volg de beschrijving hierboven – tot de vereiste afmetingen. Plaats op een hoogte van 11-12-13 cm, 7 merkdraden in het werk met een tussenruimte van 10-11-12 st tussen elke draad. Minder aan de rechterkant van elke merkdraad als volgt: brei 3 x 2 st samen in elke 4e nld en vervolgens 5-6-7 x 2 st samen in elke 2e nld = 14 st resteren. Brei hierna alle st 2 aan 2 samen, knip de draad af, haal hem door de resterende st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft een hoogte van ca. 21-23-25 cm.

Oorklepje: Haak losjes 7-8-9 l (incl. 3 l om mee te keren) met haaknld 4 en donkerbruin.
1e nld – donkerbruin: Haak 1 stk in elke l = 5-6-7 stk (1e stk = 3 l), hecht de draad af.
2e nld- donkerbruin: Keer het werk, haak 3 l en 1 stk tussen elke stk van de vorige tr. Haak 5 stk in de 3 l aan het eind en ga verder met stk te haken tussen elk stk van de 1e tr zonder het werk te keren. Eindig met een stk in het laatste stk van de vorige tr = 13-15-17 stk rond de “bocht”, hecht af.
3e nld- lichtbruin: Keer het werk, 3 l in het eerste stk en dan 1 stk tussen elke stk van de vorige tr – en haak tussen de 5 stk van de bovenkant 2 stk, eindig met een stk in het laatste stk van de vorige tr = 18-20-22 stk. Hecht af.
4e nld – gebroken wit: Keer het werk, 3 l in het eerste stk en dan 1 stk tussen elke stk van de vorige tr – maar haak tussen de 6 stk aan de bovenkant steeds 2 stk, eindig met een stk in het laatste stk van de vorige tr = 24-26-28 stk. Hecht af.
5e nld – donkerbruin: Keer het werk, 3 l in het eerste stk en dan 1 stk tussen elk stk van de vorige tr – maar haak tussen de 6 stk aan de bovenkant steeds 2 stk, eindig met een stk in het laatste stk van de vorige tr = 30-32-34 stk.
Het oorklepje is ca 9 cm breed aan de bovenkant en 7-8-9 cm hoog. Haak nog een oorklepje.

Afwerking: Naai een klepje aan de zijkant van de muts, laat een stuk van ca 14-16-18 cm op aan de voorkant, zet het andere klepje aan en zorg dat er aan de achterkant een ruimte van 12-14-16 cm tussen de klepjes zit –zet de klepjes met mooie kleine overhandse steekjes aan de muts.

Kwast: Knip 4 draden van elke kleur met een lengte van 18 cm. Vouw ze dubbel en trek de lus (met behulp van de haaknaald) door de punt van de muts. Haal de uiteinden door de lus en trek stevig aan.




WANTEN:

Steekverhouding: 16 st x 20 nld met breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere breinaalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: *2 r, 2 av*, herhaal van *-*.

Ribbelst (op de rondbreinld): 1 nld av, 1 nld r.

Tips voor het minderen: Minder als volgt voor de merkdraad: 2 st samenbr. Minder als volgt na de merkdraad: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh.

Zet 28-32-36 st op met lichtbruin en breinld 5.5 mm. Brei 4 nld ribbelst, en ga verder in tricotst. Wissel bij een hoogte van 3 cm, naar sokkenbreinld 4 mm en brei 4-4-5 cm boordst. Wissel terug naar sokkenbreinld 5.5 mm en brei verder in tricotst – meet het werk verder vanaf hier. Minder tegelijkertijd in de 1e nld gelijkmatig verdeeld 6 st = 22-26-30 st. Plaats bij een hoogte van 1-1-2 cm 3 merkdraden in het werk als volgt; 1 merkdraad (= de zijkant), 1 r (= de duim st), 1 merkdraad, 10-12-14 st r (= handpalm), 1 merkdraad (= de zijkant), 11-13-15 st r (= bovenkant van de hand). Meerder voor de duiminzet in de volgende nld als volgt: Meerder 1 st aan weerskanten van de duimst door 2 st uit 1 st breien. Herhaal dit in elke 3e nld in totaal 2-2-3 keer = 7-7-9 st (= de duim). Zet bij een hoogte van 3-4-5 cm de st van de duim op een hulpdraad. Zet na de duim 1 nieuwe st op = 22-26-30 st en ga verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 8-9-11 cm aan weerskanten van de merkdraden – zie de tips voor het minderen: In elke 2 e nld 3 x en daarna in elke nld 1-2-3 x = 6 st resteren. Knip de draad af, haal hem door de overgebleven steken, trek stevig aan en hecht af. De want heeft een lengte van ca. 18-20-23 cm

Duim: Zet de 7-7-9 st van de draad terugg op sokkenbreinld 5.5 mm en neem nog 3 st op na de duim = 10-10-12 st. Ga door in tricotst tot de duim een lengte heeft van 3.5-4.5-5.5 cm, brei alle st 2 aan 2 samen. Knip de draad af, haal hem door de overgebleven steken, trek stevig aan en hecht af.

Biesjes: Knip 2 draden van elke kleur (restjes van de muts = 6 draden), van 70 cm lang. Leg losse knopen met 3 draden in elke bundel – begin 8 cm vanaf de bovenkant van de draden en laat een stukje van 8 cm zonder knopen aan de onderkant. Zet de bies met kleine steken aan de wanten – begin tegenover de duim – en knoop de losse uiteinden aan de zijkant samen.

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 12-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Paula Thivierge wrote:

Bonjour je fais le chapeau pour 10/14 et vous demander de placer 7 marqueur mais si je fais comme vous dites a 12 mailles d interval je nen mais que 6 merci de m aider

19.12.2017 - 19:51

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Thivierge, en taille 10/14 ans, vous avez 84 mailles, en plaçant un marqueur après chaque 12ème maille, vous aurez un total de 7 marqueurs (= 7x12 = 84). Bon tricot!

20.12.2017 - 09:17

country flag Paula Thivierge wrote:

Je ne comprend pas comment faire mes diminutions du bonnet je le fais pour mon petit fils j aimerais bien me faire expliquer svp

18.12.2017 - 17:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Thivierge, vous diminuez 1 m avant chacun des marqueurs en tricotant 2 m ens à l'end, en taille 10/14 ans, vous diminuez 3 fois tous les 4 rangs puis 7 fois tous les 2 rangs (cf description dans la réponse précédente). Bon tricot!

19.12.2017 - 08:14

country flag Paula Thivierge wrote:

Bonjour j aime beaucoups le model du bonnet mais je ne suis pas sure de bien comprendre la diminution 2m 3fois pour le premier rang si je comprend la premiere diminution j en tricote 6mailles et je diminue 3fois 2ma et je fais la meme chose jusqu'au bout du rang et je recommence au bout du quatrieme rangs et 7fois 2m ens tous les 2rangs merci de m expliquer

16.12.2017 - 06:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Thivierge, vous placez 7 marqueurs et diminuez ainsi: *1 tour en tricotant 2 m ens à l'end à droite de chaque marqueur (= avant chaque marqueur) = 7 diminutions au total. Tricotez 3 rangs sans diminuer.*, répétez de *-* un total de 3 fois, puis: *1 tour de diminutions comme avant, 1 tour sans diminutions*, répétez de *-* 7 fois au total = il reste 14 m. Bon tricot!

18.12.2017 - 08:17

country flag Francine Lacoste wrote:

Bonjour et bravo pour vos modeles, je veux faire le bonnet pour un tour de tete de 52 cm quelle taille devrais-je prendre merci

25.10.2015 - 16:30

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lacoste, en taille 6/9 ans, vous le bonnet fera approx. 48 cm, et en taille 10/14 ans, il fera 52.5 cm approx, sur la base de l'échantillon de 16 m = 10 cm. Choisissez la taille en fonction du résultat souhaité (plus ou moins serré). Bon tricot!

26.10.2015 - 11:31

country flag Melli wrote:

Nachdem ich die Spitze der Handschuhe fertiggestrickt habe, möchte ich nun den Daumen Stricken. Dazu wollte ich die stillgelegten Daumenspickelmaschen auf die Nadeln legen und dann vor dem Steg die Masche nach rechts gerichtet aus dem Querfaden aufnehmen , die maschen aus den Stegmaschen normal herausstricken und die nächste nach links gerichtet aus dem Querfaden herausstricken ? Ist das so ok ? Liebe Grüße Melli

04.02.2015 - 13:45

DROPS Design answered:

Ja, das können Sie so machen. Die Stegmasche ist ja nur eine einzige M, nämlich die, die Sie nach dem Stilllegen der Daumen-M hinter den Daumenmaschen angeschlagen haben. Rechts und links davon können Sie je 1 M wie von Ihnen beschrieben auffassen und dazwischen fassen Sie die Stegmasche auf (= 3 M).

04.02.2015 - 19:03

country flag Kathy DeWitt wrote:

Yes, thank you. You are correct. But somehow it worked out and I have the correct number of stitches. I think I just wasn't picking them up properly!

13.12.2014 - 23:19

country flag Kathy DeWitt wrote:

Thank you for last reply but I have another question. I am making the largest size and when you increase for the thumb it says you should have 9 thumb stitches after increasing 3 times. Shouldn't these say 4 times? i.e. 2 stitches per increase row X 4 = 8 stitches plus the thumb stitch = 9 in total?

10.12.2014 - 21:20

DROPS Design answered:

Dear Mrs De Witt, inc for thumb are done knitting 2 sts in 1 st each side of thumb, these sts each side come to account to thumb sts, so 1 thumb st + 1 st each side (the one you will work front & back loop to inc) + 3 x 2 sts = 9 sts for thumb. Happy knitting!

11.12.2014 - 10:01

country flag Kathy DeWitt wrote:

Hi there: Please can you tell me where you measure the length thumb from? Is it from where you first begin to increase for the thumb stitches or from where you separate the thumb stitches to continue with the hand?? Thank you!

03.12.2014 - 15:56

DROPS Design answered:

Dear Mrs DeWitt, measure thumb from where you knit up sts back to needles. Happy knitting!

04.12.2014 - 10:34

country flag Monia Spitaleri wrote:

Come si fà a cambiare colore?

31.01.2014 - 20:00

DROPS Design answered:

Buonasera Monia. Provi a seguire le indicazioni riportate in questo video. Buon lavoro!!

31.01.2014 - 21:49

country flag Vibeke Johansen wrote:

Jeg strikker denne i str.10/14. Jeg strikker med Nepal,med pinne 4,5 for å få riktig strikkefasthet. Ved tommeløkninga når jeg 5cm fra vrangbordens slutt før jeg er ferdig med å øke? Jeg har målt strikkefastheten, den skal stemme. I tillegg lurer jeg på om 11 cm fra vrangborden og til starten på felling er ment å holde til 10/14 år? Jeg har en 11 åring og votten ble for kort til han. Planen er å gi bort vottene i gave til en 12 åring, men jeg bør kanskje strikke de enda lengre?

18.09.2012 - 11:30

DROPS Design answered:

Om du får et mindre cm mål strikker du bare litt lenger før du setter de på tråden. Hender kan variere i str så om du er usikker på om den er lang nok så strikk et cm etter to til før du starter fellingen.

27.09.2012 - 08:48