DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS SS24

Love Notes

DROPS tuniek van gerstekorrelst van “Cotton Viscose” en Drops “Alpaca” of alleen "Alpaca"

DROPS 100-8
Maat: S – M – L – XL -XXL
Materialen: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
350-400-400-450-500 gr nr. 01, wit
en gebruik: DROPS Alpaca van Garnstudio
200-250-250-300-300 gr nr. 1101, wit

Of gebruik alleen Alpaca:
Drops Alpaca from Garnstudio
400-500-500-600-600 g kleur nr 1101, wit

Garenalternatieven en samenstelling van het garen – zie pagina 2

DROPS Rondbreinld 6mm of de maat die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 15 st x 19 nld met breinld 6 mm met 1 draad van beide garens of 2 draden Alpaca (dubbele draad) = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g

Instructies voor het patroon

Ribbelst, heen en weer op de nld: alle nld recht breien.

Gerstekorrel: 1e nld: *1 r, 1 av*, herhaal van *-*. 2e nld: av boven r, r boven av. Herhaal de 2e nld.

Tip voor het vermeerderen (geldt voor het deel in gerstekorrel): Vermeerder het vereiste aantal st door ze vanuit het tricotst deel mee te nemen in het gerstekorrel patroon. Het aantal st op de nld blijft gelijk.

Bij gebruik van Cotton Viscosen Alpaca:
Tip voor het meten: Gezien het gewicht van het garen moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt.

Achterpand: Lees de tip voor het meten! Zet 63-69-75-83-93 st op met breinld 6 mm en 1 draad Alpaca en 1 draad Cotton Viscose (dubbele draad) of 2 draden Alpaca en brei 4 nld ribbelst. Ga verder in tricotst met 3 st aan weerskanten in gerstekorrel – volg de beschrijving hierboven. Zet bij een hoogte van 15 cm 1 nieuwe st op aan weerskanten (kantst) = 65-71-77-85-95 st en brei tricotst op alle st. Kant vanaf een hoogte van 18-19-20-21-22 cm 3 x 1 st af aan weerskanten op elke 5 cm = 59-65-71-79-89 st. Meerder bij een hoogte van 34-35-36-37-38 en 39-40-41-42-43 cm 1 st aan weerskanten = 63-69-75-83-93 st. Kant bij een hoogte van 47-48-49-50-51 cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld: 0-0-1-1-1 x 3 st, 1-2-1-2-3 x 2 st en 2-2-3-4-6 x 1 st = 55-57-59-61-63 st. Brei bij een hoogte van 62-64-66-68-70 cm 2 cm gerstekorrel op de middelste 43-43-43-45-47 st (brei de overige st in tricotst). Kant vervolgens de middelste 23-23-23-25-27 st af voor de hals = 16-17-18-18-18 st voor elke schouder. Ga verder in tricotst met 10 st in gerstekorrel langs de hals en kant af bij een hoogte van 66-68-70-72-74 cm.

Voorpand: Zet op en brei zoals het achterpand tot een hoogte van 27-28-29-30-31 cm. Ga door met de minderingen aan de zijkant en brei tegelijkertijd de middelste st in gerstekorrel (brei de overige st in tricotst) en vermeerder het aantal st in het gerstekorreldeel in elke naald nld als volgt – zie de tip voor het meerderen: 1 st aan weerskanten van de middelste st totdat er 21 st gerstekorrelst op het middenvoor zitten. Kant bij een hoogte van 33-34-35-36-37 cm de middelste st af. Zet de st van een kant op een hulpdraad of stekenhouder en brei de delen afzonderlijk verder.

Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat!

Kant-1: Ga door in tricotst met 10 st in gerstekorrel langs het middenvoor. Meerder tegelijkertijd aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand = 31-34-37-41-46 st. Kant bij een hoogte van 47-48-49-50-51 cm af voor de armsgaten zoals beschreven voor het achterpand. Vermeerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 48-50-52-52-54 cm het aantal st in gerstekorrel in elke 2e nld als volgt – zie de tip voor het vermeerderen: 1 x 5 st, 6-6-6-6-8 x 1 st. Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 54-56-58-58-60 cm af voor de hals in elke 2e nld: 1 x 8 st, 3-3-3-4-5 x 1 st = 16-17-18-18-18 st voor de schouder. Ga verder in tricotst met 10 st in gerstekorrel langs de hals tot een hoogte van 66-68-70-72-74 cm. Kant af.

Kant-2: Zet de st van de draad terug op de nld en brei zoals kant-1, maar in spiegelbeeld. NB! Begin op het middenvoor, en neem voor een mooie overgang in het split de afgekante st het midden voor op en brei deze samen de eerste st van de nld.

Mouwen: Zet 40-42-42-44-46 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 6 mm en 1 draad Alpaca en 1 draad Cotton Viscose (dubbele draad) of 2 draden Alpaca en brei 12 cm gerstekorrel – volg de beschrijving hierboven. Brei verder in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 15 cm 5-6-7-8-10 x 1 st aan weerskanten op elke 6-5-4-3-2½ cm = 50-54-56-60-66 st. Kant bij een hoogte van 43-42-42-41-40 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1-1-1-1-2 x 3 st, 3 x 2 st, 0-1-2-3-2 x 1 st en daarna steeds 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 49-49-50-50-50 cm. Kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten en kant vervolgens de resterende st af, het werk heeft een hoogte van 50-50-51-51-51 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen in en sluit de zij- en mouwnaden met de kantst als naadtoeslag tot aan het split.

Koordje: Knip 4 draden Cotton Viscose, met een lengte van ca 3 meter. Vouw ze dubbel en doe ze om een deurknop o.i.d. draai ze op tot ze kringelen als u het koord iets laat vieren. Laat een sleutel of een schaar naar het midden glijden, neem de beide uiteinden van het koordje in uw hand en laat het zichzelf opdraaien. Leg een knoop in beide uiteinden op 5 cm naar het midden. Rijg het koord door de hals. Maak een kwast aan beide uiteinden van het koord als volgt: Knip 20 draden Cotton Viscose met een lengte van 25 cm. Splijt het koordje net boven de knoop en trek de draden erdoor. Leg ze mooi gelijk en wikkel 1 van de draden om de bovenkant van de kwast en hecht af .

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 100-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (33)

country flag Laura McMullen wrote:

HELP! I love this pattern but cannot determine what weight yarn to use from the listed yarns. It would appear to be a bulky yarn if it uses size 10 US needles and 2 yarns. I would like it as a summer top in cotton but don't know what weight yarn to use. And it might be too heavy using 2 strands. Thank you.

15.04.2019 - 01:50

DROPS Design answered:

Dear Laura, the pattern uses DROPS Alpaca, and DROPS Cotton Viscose (discontinued). Both yarns are sport / sock weight yarns, belonging to the yarn group A. You can substitute either yarn from other yarns from this yar group. Also you can use the yarn converter on out site. But please always knit a swatch, check your gauge, stitch counts and calculate changes accodingly. Happy Knitting!

15.04.2019 - 21:26

country flag Sabine wrote:

Hallo liebes Drops Team, vielen Dank für die schnelle Antwort. Ich verstehe nur leider immer noch nicht was genau bei jeder 2.ten Reihe für das Armloch abketten bedeutet. Ich habe nun die ersten abnahmen (3 Maschen am Anfang der Hinreihe und ebenso 3 Maschen am Anfang der Rückreihe) gemacht. Muss ich jetzt gleich wieder in der folgenden Hinreihe abnehmen oder stricke ich eine Hin und eine Rückreihe ohne abnahmen dazwischen und dann erst wieder die nächsten abnahmen?

12.04.2018 - 14:55

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, je nach der Größe sollen Sie jetzt am Anfang jeder Reihe (= Hin sowie Rückreihen): 2 M. 1-2-1-2-3 Mal und 1 M. 2-2-3-4-6 Mal abketten. Z. B in der 1. Größe werden jetzt 2 M am Anfang beider nächsten Reihen und dann 1 M am Anfang jeder 4 nächsten Reihen (= 2 M auf beiden Seiten) abgkettet. Viel Spaß beim stricken!

12.04.2018 - 15:29

country flag Sabine wrote:

Nach 47-48-49-50-51 cm, auf beiden Seiten, bei jeder 2. R. für das Armloch abk. Wie muss ich das - bei jeder 2. R. für das Armloch abk. - verstehen, ich kette ja jeweils am Anfang der Reihe ab, also am Anfang der Hinreihe und am Anfang der Rückreihe. Muss ich danach eine Hin- und Rückreihe ohne Abnahmen stricken oder gleich bei der nächsten Hinreihe wieder abketten?

12.04.2018 - 14:25

DROPS Design answered:

Liebe Sabine, beim Rückenteil sollen Sie die Maschen für das Armloch am Anfang jeder Reihe abketten, dh bei der Hin- sowie der Rückreihe: 3 M am Anfang beide Reihen. Die abgeketteten Maschenanzahl muss die gleiche am Anfang jeder Reihe sein (= auf beiden Seiten). Viel Spaß beim stricken!

12.04.2018 - 14:32

country flag Vittoria wrote:

Grazie per la rapida risposta. Ora mi è più chiaro come procedere. Cordiali saluti Vittoria

11.04.2018 - 14:02

country flag Vittoria De Pascale wrote:

Buongiorno non riesco a capire bene le diminuzioni per lo scalfo. Sto facendo il dietro e si intende intrecciare 3 maglie al 1 giro, 0 maglie al 2 e 3 giro e, 1 maglia al 4 e 5 giro per una volta e poi proseguire con lo stesso principio con le altre indicazioni? GRazie e cordiali saluti Vittoria

11.04.2018 - 08:58

DROPS Design answered:

Buongiorno Vittoria. Diminuisce per lo scalfo in questo modo: p.es per la taglia L: intreccia, da ciascun lato del dietro, all’inizio del ferro: 3 m 1 volta, 2 maglie 1 volta e 1 maglia 3 volte. Quindi ferro 1 (diritto del lavoro) intreccia le prime 3 m; f 2 (rovescio del lavoro) intreccia le prime 3 m; ferri 3 e 4 intreccia le prime 2 maglie e così via. Nelle taglie S e M, intreccia 2 m 1 volta nella taglia S (2 volte nella taglia M) e poi 1 m 2 volte. Buon lavoro!

11.04.2018 - 09:41

country flag Gaelle wrote:

Bonjour, j'ai un souci pour l'augmentation des mailles au point de riz. J'ai commencé sur un rang end, j'ai fait la maille du milieu à l'env, puis le rang suivant tout à l'env. Vous dites qu'il faut faire le 3ème rang de la sorte : 1m env, 1m end, 1 m env etc. mais en faisant cela ça ne fait pas un vrai point de riz. ne vaut il pas mieux augmenter à chaque rang ? en plus, je n'aurais pas les 21 mailles au point de riz avant de rabattre la maille centrale. Merci

07.01.2017 - 20:55

DROPS Design answered:

Bonjour Gaelle, vous tricotez ces mailles au point de riz mais augmentez 2 m point de riz tous les 2 rangs, soit au 1er rang, vous aurez 1 m env, au 2ème rang, 1 m end, au 3ème rang 1 m env, 1 m end, 1 m env, au 4ème rang, 1 m end, 1 m env, 1 m end, au 5ème rang, 1 m env, 1 m end, 1 m env, 1 m end, 1 m env et ainsi de suite jusqu'à ce que vous ayez 21 m point de riz. Bon tricot!

09.01.2017 - 09:17

country flag Tatiana wrote:

Je ne comprend pas comment augmenter le point de riz sur le devant J'ai tricoté la maille du milieu sur le devant à l'envers, le rang suivant j'ai tout fait à l'envers, le rang suivant je fais comment? Merci pour votre aide

03.11.2015 - 00:00

DROPS Design answered:

Bonjour Tatiana, vous allez tricoter tous les 2 rangs 1 m point de riz en plus de chaque côté de cette m env, donc au rang 1, on a 1 m env (sur l'endroit), au rang 3, tricotez jusqu'à ce qu'il reste 1 m avant cette m, et tricotez 1 m env, 1 m end (la m centrale de la pointe), 1 m env. Continuez ainsi en tricotant 1 m point de riz en plus tous les rangs sur l'endroit jusqu'à ce que vous ayez 21 m point de riz (= 10 m point de riz, 1 m centrale (= la pointe), 10 m point de riz). Bon tricot!

03.11.2015 - 09:44

country flag Claudia wrote:

In ihrer Anleitung schreiben Sie, das man nach 48cm beidseitig Maschen für den Armausschnitt vornehmen soll und zwar bei der Größe M insgesamt 8M bei einer Maschenanzahl von 69M. Da ergibt sich für mich eine Maschenzahl von 61M und nicht wie angegeben 57M Weiterhin kann die Angabe von, Armausschnitt in 48 cm nicht stimmen, da in der Skizze diese mit 68cm (Größe M) angegeben wird und die Halsöffnung (mit 66cm?) die laut Skizze vor dem Armausschnitt erfolgen muss???????????

05.07.2015 - 20:44

DROPS Design answered:

Sie nehmen bei Größe M nicht 8 M ab, sondern insgesamt 12 M, d.h. beidseitig je 6 M: 2 M bedseitig je 2 x (= 8 M insgesamt) und 1 M beidseitig je 2 x (= 4 M insgesamt). Dann passt das mit 57 M. Die 68 cm sind die Gesamthöhe, nicht die Höhe für die Armausschnitte. Wenn Sie diese ermitteln möchten, müssen Sie 68 cm minus Armausschnitthöhe rechnen, also 20 cm, 68 cm - 20 cm = 48 cm, das stimmt dann also mit der Anleitung überein.

06.07.2015 - 11:05

country flag Titili wrote:

Bonjour. Il y a une petite erreur je pense dans les explications de la version française. L'échantillon doit être réalisé avec des aiguilles n°6 alors que l'on demande des n°5 pour l'ouvrage... Merci d'harmoniser les tailles s'il y a effectivement une erreur de frappe ^^

24.05.2014 - 19:40

DROPS Design answered:

Bonjour Titili, il s'agissait effectivement d'une faute de frappe (corrigée), la tunique se réalise bien avec des aiguilles 6 ou la taille nécessaire pour avoir 15 m x 19 rangs = 10 x 10 cm. Bon tricot!

26.05.2014 - 10:03

country flag Belinda Christ wrote:

Liebes Drops-Team, habe eine Frage zum Modell 100-8. Mir ist nicht klar, ob das gesamte Teil im Perlmuster gestrickt wird oder glatt mit jeweils 3 M Perlmuster am Reihenanfang und -ende? Beim Rückenteil fehlt die cm-Angabe (15 cm) wann die erste Masche zugenommen wird. Was heißt: "die 10M. gegen die Mitte in Perlmuster stricken". Bedeutet das "die mittleren 10M im Perlmuster stricken? Danke für Ihre Hilfe. Mit freundlichen Grüßen Belinda Christ

18.02.2013 - 10:51

DROPS Design answered:

Liebe Belinda, das Perlmuster wird nur im oberen Bereich gestrickt, die 3 M unten sind kraus re gestrickt Die Angaben wann wie viele M im Perlmuster gestrickt werden (ist am Rücken und Vorderteil unterschiedlich) finden Sie genau in der Anleitung. Die Angabe der 15 cm werden wir gleich ergänzen, das hat unsere Übersetzerin leider übersehen. Und die 10 M zur Mitte sind nicht die mittleren 10 M, es sind die 10 M am Rand zum Halsausschnitt und nicht zum Ärmel.

19.02.2013 - 09:43