DROPS Salsa
DROPS Salsa
50% katoen, 40% tactel, 10% poly
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 100-26
Maat: XS - S - M - L - XL
De afmetingen op de schematekening lijken misschien klein, maar het breiwerk wordt heel elastisch. Brei daarom gewoon de maat die u gewend bent .
Materialen: DROPS Salsa van Garnstudio
200-200-250-250-300 gr nr. 02, roze/beige mix

DROPS Rondbreinld 8 mm of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 13 st x 17 nld tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Hoekige zilveren knoop, nr. 534: 5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Salsa
DROPS Salsa
50% katoen, 40% tactel, 10% poly
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Ajourmotief: Zie teltekening M.1. De teltekening geeft alle nld van het motief weer op de goede kant.

Tips Minderen (Raglan):
Alle minderingen komen op de goede kant van het werk.
Minder aan weerskanten van alle merkdraden.
Minder na de merkdraad als volgt: 2 st recht samen breien.
Minder voor de merkdraad als volgt: 1 st r afhalen, 1 r, haal de afgeh st over.

Tips Meten: Gezien het gewicht en de elasticiteit van het breiwerk, moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk omhoog houd. Anders wordt het vestje te lang in het dragen.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 2e st vanaf het middenvoor af. Zet in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat XS: 2, 10, 17, 24 en 31 cm.
Maat S: 2, 10, 17, 25 en 32 cm.
Maat M: 2, 10, 18, 26 en 33 cm.
Maat L: 2, 10, 18, 26 en 34 cm.
Maat XL: 3, 12, 20, 28 en 36 cm.

Achterpand: Lees het hele patroon goed door voordat u begint met breien. Het vestje wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Vouw de rondbreinld 8 mm dubbel en zet 41-47-51-59-63 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met Salsa (dit is bedoeld om de rand elastisch te maken). Trek de ene breinld uit het werk en brei 2 nld r en 2 nld tricotst (1e nld = goede kant).
Brei de volgende nld op de goede kant als volgt:
Maat XS: 1 kantst, 5 tricotst, M.1B over de volgende 28 st, 6 tricotst en 1 kantst.
Maat S: 1 kantst, 1 tricotst, M.1A (= 7 st), M.1B over de volgende 28 st, M.1C (= 8 st), 1 tricotst en 1 kantst.
Maat M: 1 kantst, 3 tricotst, M.1B over de volgende 42 st, 4 tricotst en 1 kantst.
Maat L: 1 kantst, M.1B over de volgende 56 st, 1 tricotst en 1 kantst.
Maat XL: 1 kantst, 2 tricotst, M.1A (= 7 st), M.1B over de volgende 42 st, M.1C (= 8 st), 2 tricotst en 1 kantst.
Brei het motief door op deze manier totdat het motief 2 keer in de hoogte is herhaald. NB: Brei voor Maat XS als volgt: M.1A en M.1C aan weerskanten van M.1B breien als het motief voor de tweede keer wordt gebreid. Op deze manier loopt het motief aan de zijkant door.
Brei na M.1 door in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 5 cm 5 x 1 st aan weerskanten op elke 3-3-4-4-4 cm = 51-57-61-69-73 st – brei de nieuwe st in tricotst. Kant bij een hoogte van 23-24-25-26-27 cm 1 kantst af aan weerskanten = 49-55-59-67-71 st. Leg het werk terzijde en brei de voorpanden.

Rechter voorpand: Zet 25-28-30-34-36 st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 4 voorbiesst) met 2 breinld 8 mm en Salsa. Trek de ene breinld uit het werk en brei 2 nld r en 2 nld tricotst (1e nld = goede kant). Brei de 4 voorbiesst in ribbelst tot de vereiste afmetingen.
Brei de volgende nld op de goede kant als volgt (dwz vanaf het middenvoor):
Maat XS: 4 voorbiesst, M.1B (= 14 st), 6 tricotst en 1 kantst.
Maat S: 4 voorbiesst, M.1B (= 14 st), M.1C (= 8 st), 1 tricotst en 1 kantst.
Maat M: 4 voorbiesst, M.1A (= 7 st), M.1B (= 14 st), 4 tricotst en 1 kantst.
Maat L: 4 voorbiesst, M.1B over de volgende 28 st, 1 tricotst en 1 kantst.
Maat XL: 4 voorbiesst, M.1A (= 7stm), M.1B (= 14 st), M.1C (= 8 st), 2 tricotst en 1 kantst.
Brei door op deze manier totdat het motief 2 keer in de hoogte herhaald is – denk aan de knoopsgaten in de voorbies – zie de beschrijving hierboven. Brei vervolgens door in tricotst (denk er aan om M.1C na M.1B te breien na de tweede herhaling van M.1 voor Maat XS).
Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 5 cm aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand = 30-33-35-39-41 st. Kant bij een hoogte van 23-24-25-26-27 cm 1 kantst af aan de zijkant = 29-32-34-38-40 st. Leg het werk terzijde en brei het linker voorpand.

Linker voorpand: Zet op en brei zoals beschreven voor het rechter voorpand maar in spiegelbeeld. Dwz dat de 1e nld van M.1 als volgt wordt gebreid op de goede kant (dwz vanaf de zijkant):
Maat XS: 1 kantst, 5 tricotst, M.1B (= 14 st), 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat S: 1 kantst, 1 tricotst, M.1A (= 7 st), M.1B (= 14 st), 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat M: 1 kantst, 3 tricotst, M.1B (= 14 st), M.1C (= 8 st) en 4 voorbiesst.
Maat L: 1 kantst, M.1B over de volgende 28 st, 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat XL: 1 kantst, 2 tricotst, M.1A (= 7 st), M.1B (= 14 st), M.1C (= 8 st) en 4 voorbiesst.

Pas: Zet de 29-32-34-38-40 st van het rechter voorpand op de breinld, zet 43-45-47-49-51 nieuwe st op voor de mouw (zet de st op met 2 breinld zodat de rand elastisch wordt), zet de 49-55-59-67-71 st van het achterpand op de breinld, zet 43-45-47-49-51 nieuwe st op voor de mouw (met 2 breinld) en zet de laatste 29-32-34-38-40 st van het linker voorpand op de breinld = 193-209-221-241-253 st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de panden en de mouwen (= 4 merkdraden).
Brei door volgens teltekening M.1 als volgt (1e nld = goede kant):
Maat XS: 4 voorbiesst, M.1B, M.1C, 3 tricotst, merkdraad, 7 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 7 tricotst, merkdraad, 3 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 28 st, M.1C, 3 tricotst, merkdraad, 7 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 7 tricotst, merkdraad, 3 tricotst, M.1A, M.1B, 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat S: 4 voorbiesst, M.1B, M.1C, 6 tricotst, merkdraad, 8 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 8 tricotst, merkdraad, 6 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 28 st, M.1C, 6 tricotst, merkdraad, 8 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 8 tricotst, merkdraad, 6 tricotst, M.1A, M.1B, 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat M: 4 voorbiesst, M.1A, M.1B, M.1C, 1 tricotst, merkdraad, 9 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 9 tricotst, merkdraad, 1 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 42 st, M.1C, 1 tricotst, merkdraad, 9 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C, 9 tricotst, merkdraad, 1 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C en 4 voorbiesst.
Maat L: 4 voorbiesst, M.1B over de volgende 28 st, 6 tricotst, merkdraad, 3 tricotst, M.1B over de volgende 42 st, 4 tricotst, merkdraad, 5 tricotst, M.1B over de volgende 56 st, 6 tricotst, merkdraad, 3 tricotst, M.1B over de volgende 42 st, 4 tricotst, merkdraad, 5 tricotst, M.1B over de volgende 28 st, 1 tricotst en 4 voorbiesst.
Maat XL: 4 voorbiesst, M.1A, M.1B, M.1C, 7 tricotst, merkdraad, 4 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 28 st, M.1C, 4 tricotst, merkdraad, 7 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 42 st, M.1C, 7 tricotst, merkdraad, 4 tricotst, M.1A, M.1B over de volgende 28 st, M.1C, 4 tricotst, merkdraad, 7 tricotst, M.1A, M.1B, M.1C en 4 voorbiesst.
Brei het motief door op deze manier (Brei 1 herhaling van teltekening M.1 in de hoogte en brei vervolgens door in tricotst tot de vereiste afmetingen). Begin tegelijkertijd in de 3e nld van M.1 de minderingen voor de raglan. Minder 12-13-14-15-16 x 1 st aan weerskanten van alle merkdraden in elke 2e nld (= 8 minderingen per nld) – zie Tips Minderen. Brei de st, die geen deel uitmaken van het motief in tricotst .

Hals: Plaats tegelijkertijd bij een hoogte van 32-33-34-35-37 cm de eerste 7-8-8-9-10 st aan weerskanten op 1 draad (of stekenhouder) voor de hals. Minder vervolgens aan de halszijden in elke 2e nld: 3-3-3-4-4 x 2 st en 2-3-4-4-4 x 1 st. Als alle minderingen voltooid zijn, staan er ca 67-71-73-79-81 st op de breinld.

Hals: Neem ca 14 tot 22 st op rondom de hals (incl. de st van de draden) en zet alle st op breinld 8 mm = ca 95 tot 125 st. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld naar een totaal van ca 66-70-72-76-78 st (minder niet tussen de voorbiesst). Kant in de volgende nld (op de goede kant) r af.

Afwerken: Sluit de zijnaden met de 1 kantst als naadtoeslag. Naai de knopen aan het vestje.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 st r afhalen, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = 1 st r afhalen, 2 st r samen breien en haal de afgeh st daarover
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 100-26

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Laperrière wrote:

J aimerais comprendre la façon de commencé ce beau patron. La broche plier en deux et suivre le diagramme. Merci de votre aide.

17.03.2022 - 12:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Laperrière, cette vidéo montre comment monter les mailles sur 2 aiguilles circulaires; et cette leçon explique comment lire des diagrammes. En espérant que ceci puisse vous aider; bon tricot!

17.03.2022 - 17:14

country flag Carlene wrote:

Thank you for all your help! One more question: If I were to use a sport weight yarn to substitute for "Salsa" in the DROPS 100-26 bolero jacket with leaf pattern , how many threads would you recommend I use? I sure wish you guys still made the Salsa yarn! Thanks again, Carlene

12.02.2020 - 06:01

DROPS Design answered:

Dear Carlene, DROPS Salsa was yarn group D - you can read more about all alternatives here, ie for example 3 threads yarn group A. Happy knitting!

12.02.2020 - 08:24

country flag Carlene wrote:

Hi, On the DROPS 100-26 bolero jacket with leaf pattern, in the instructions for "back piece", the last paragraph says "Continue in pattern like this until you have knitted 2 vertical repeats. NB!" Can you tell me what NB! means? Thanks so much for your help, Carlene

11.02.2020 - 06:11

DROPS Design answered:

NB! is the Norwegian form of NOTE! Sorry, it has been overlooked in the translation. Happy knitting!

11.02.2020 - 07:08

country flag Carlene Dawson wrote:

Hi, I want to make your pattern 100-26, the bolero jacket in leaf pattern. I know the DROPS Salsa yarn from Garnstudio (color no 02, off-white/pink mix) has been discontinued, but do you know of anyone or any shop that happens to have any left? Thank you so much for your help, Carlene

14.01.2020 - 16:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dawson, you can contact the DROPS stores individually and/or check their website. Happy knitting!

15.01.2020 - 08:45

country flag Carlene Dawson wrote:

Hi, I want to make the DROPS 100-26 bolero jacket with leaf pattern. You no longer sell the Salsa yarn and I don't care for the Melody substitute. Is the pictured jacket made with the Salsa yarn? It seems like it would be too heavy weight of yarn. I would like it to look like the photo of the jacket. Is it acceptable to make the jacket with either DK or Aran worsted yarn? Thank you for your help! Carlene

10.01.2020 - 02:38

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dawson, the pictured jacket has been worked with DROPS Salsa, but this yarn is now discontinued. Melody is the only yarn same group we have now in asortment, but you can find more alternatives here. Your DROPS store will also be able to provide you any further individual advices, even per mail or telephone. Happy knitting!

10.01.2020 - 09:19

country flag Thamara wrote:

Ik vind dit een geweldig patroon en zou deze graag willen maken met Drops SALSA. Ik lees echter dat deze niet meer in de collectie zit. Is Drops SALSA toch nog ergens verkrijgbaar of komt het misschien weer terug in de collectie?(ik hoop het zo!!!) Want met name de aparte structuur van dit materiaal maakt het vestje zo bijzonder. Graag hoor ik uw reactie.

30.10.2013 - 16:34

DROPS Design answered:

Beste Tamara. DROPS Salsa is inderdaad niet meer in het assortiment en op dit moment zijn er geen plannen om het garen terug te nemen. Salsa was een "lintjesgaren" en deze soort garen is verkrijgbaar van andere merken. Vraag eventueel advies bij jouw garenwinkel. Veel breiplezier.

31.10.2013 - 13:39

country flag AH wrote:

This is such a great pattern. Please translate this into American English. Thank you.

15.07.2010 - 19:31

country flag Lisa wrote:

Problems with stitch number under Yoke directions, when putting all stitches on. After the 2nd marker, when adding the back piece, the directions are missing for 7 stitches. Help!!

03.11.2008 - 15:03

country flag Sietske wrote:

Graag zou ik willen weten of je bij het breien van het telpatroon en de tweede herhaling ervan ook de 3 rijen lege hokjes erboven moet breien in tricotsteek. graag verneem ik dit van u met vriendelijke groet s.veltkamp

21.05.2007 - 14:29

country flag Sanne wrote:

Utrolig sød model, glæder mig til at kunne strikke den til et par smarte tynde sommer bukser

17.02.2007 - 16:58